Dr. I. van der Meer Inleiding Een belangrijke oorzaak van nierfalen is multipel myeloom. Bij een aanzienlijk percentage van alle patiënten met multipel myeloom is beginnend of gevorderd nierfalen aanwezig op het moment dat de diagnose gesteld wordt. De ziekte van Waldenström gaat veel minder vaak gepaard met nierproblemen, omdat het IgM-immunoglobuline dat bij deze ziekte in overmaat geproduceerd wordt, een te groot molecuul is om door de nierlichaampjes gefilterd te worden. Er zijn verschillende oorzaken voor waarom patiënten met multipel myeloom nierfalen kunnen hebben, de belangrijkste worden in dit hoofdstuk genoemd. 34Nierproblemen 34Nierproblemen Werking van de nieren De mens heeft twee nieren, kleine boonvormige organen van zo’n 12 cm lang, die zich aan weerszijden van de wervelkolom achter in de bovenbuik bevinden. De nieren zuiveren het bloed van afvalstoffen en zorgen er ook voor dat er geen vochtophoping plaatsvindt in het lichaam. Samen bevatten ze wel een miljoen nierlichaampjes die werken als een soort filter. Daardoor worden de afvalstoffen gescheiden van het bloed om vervolgens terecht te komen in de zogeheten nierbuisjes, samen met het overtollige vocht. De urine, dat wil zeggen het overtollige vocht samen met de afvalstoffen, wordt afgevoerd via de nierbuisjes en vervolgens via de beide urineleiders naar de blaas geleid om uiteindelijk via de plasbuis naar buiten te komen. De specialist die zich bezighoudt met nierziekten is de nefroloog, een in nieren gespecialiseerde internist. Patiënten worden verwezen naar de nefroloog als er tekenen zijn van nierfalen, dat wil zeggen als de nieren minder goed of zelfs helemaal niet meer werken. Nierfalen doet geen pijn, daarom wordt het vaak ook pas in een laat stadium ontdekt. Wel leidt het tot een aantal andere vervelende complicaties, te weten moeheid, bloedarmoede, een te hoog fosfaatgehalte in het bloed, misselijkheid en braken, jeuk en vochtophoping. Oorzaken nierfalen - Bij multipel myeloom bevat het bloed een overmaat aan immunoglobulinen, die via de bloedbaan ook in de nieren terechtkomen. Een gedeelte van deze immunoglobulinen, de lichte ketens, worden door de nierlichaampjes gefilterd en komen in de nierbuisjes terecht, waar ze veel schade veroorzaken aan het omliggende nierweefsel en tevens zorgen voor opstopping. Deze vorm van nierfalen moet snel behandeld worden; zodra de diagnose multipel myeloom gesteld is moet begonnen worden met chemotherapie, zodat de hoeveelheid immunoglobulinen die geproduceerd wordt afneemt en daardoor de schade aan de nierbuisjes stopt. Vaak zien we dan dat de nierfunctie stabiliseert of zelfs weer verbetert, maar helaas gebeurt dit niet altijd. - Bij multipel myeloom worden door de woekerende plasmacellen ook stoffen uitgescheiden die de botafbraak stimuleren. Daardoor komt er calcium vrij uit het bot. Als dit zoveel is dat de nieren dit niet meer kunnen verwerken ontstaat er hypercalciëmie, dat wil zeggen een verhoogd 97 34Nierproblemen calciumgehalte in het bloed. De nier reageert hierop door veel water uit te gaan plassen, wat uitdroging tot gevolg heeft. Dit uitdrogen leidt tot nierfalen en kan hersteld worden door veel vocht toe te dienen aan de patiënt totdat het calciumgehalte weer normaal is. Daarnaast wordt hypercalciëmie bij multipel myeloom ook behandeld met het geven van dexamethason en bisfosfonaten; bij een ernstig verslechterde nierfunctie mogen deze laatste echter niet gegeven worden. - Het lichte-ketengedeelte van het te veel geproduceerde immunoglobuline bij multipel myeloom (maar ook bij de ziekte van Waldenström) kan in sommige gevallen als onoplosbaar eiwit neerslaan in verschillende organen. Dit ziektebeeld wordt amyloïdose genoemd. De nieren zijn hier vaak bij betrokken. Amyloïdose tast de nierlichaampjes zodanig aan dat grote hoeveelheden eiwit uit de bloedbaan lekken en in de urine terechtkomen. Dit leidt tot complicaties zoals ernstige vochtophoping in het lichaam en een laag eiwitgehalte in het bloed. Uiteindelijk leidt dit ook tot nierfalen. Amyloïdose is lastig te behandelen, er zijn hoge doses chemotherapie voor nodig. Behandeling van nierfalen Tijdens het bezoek aan de nefroloog zal deze inventariseren of er ook andere aandoeningen bij de patiënt zijn die de nieren kunnen schaden, zoals een hoge bloeddruk, suikerziekte, roken en een te hoog cholesterolgehalte. Medicatie die schadelijk is voor de nieren zal moeten worden verminderd of vervangen. Tevens zal de nefroloog samen met de hematoloog ook de gevolgen van het nierfalen behandelen. Indien de werking van de nieren ruwweg onder de 30 procent komt, ontstaat vaak bloedarmoede door een tekort aan het hormoon erythropoëtine, dat normaliter door de nieren wordt geproduceerd. Ook multipel myeloom zelf veroorzaakt bloedarmoede. Bloedarmoede kan bestreden worden door het geven van bloedtransfusies en/of wekelijkse of tweewekelijkse injecties met erythropoëtine (‘Epo’). Daarnaast kan een verminderde werking van de nieren zorgen voor een te hoog fosfaatgehalte in het bloed (hyperfosfatemie). Een te hoog fosfaatgehalte kan o.a. leiden tot jeukklachten. Om hyperfosfatemie te voorkomen moet de inname van eiwitrijke producten zoals bijvoorbeeld melkproducten, vlees, kip, kaas en chocolade worden beperkt. Begeleiding van de diëtiste is hierbij noodzakelijk, want eiwitbeperking mag vanzelfsprekend niet leiden tot ondervoeding. Ook kan hyperfosfatemie voorkomen worden door het slikken van zogeheten fosfaatbinders, die ervoor zorgen dat er minder fosfaat in het lichaam wordt opgenomen. Ten slotte kan bij vergevorderd nierfalen de patiënt last krijgen van vochtophoping. Om dit te behandelen worden vaak plaspillen voorgeschreven en krijgt de patiënt een vochtbeperking opgelegd. Tevens kan bij vergevorderd nierfalen misselijkheid en braken optreden. Dit is een van de criteria om te starten met dialyse. 98 Dialyse Als de nieren helemaal niet meer werken, moeten met behulp van dialyse de afvalstoffen en het overtollige vocht uit het bloed verwijderd worden. Er zijn twee vormen van dialyse: hemodialyse en peritoneaal dialyse. Bij hemodialyse wordt het bloed van de patiënt via een slangetje naar de kunstnier in het dialyseapparaat geleid om daar gezuiverd te worden van afvalstoffen en ontdaan te worden van vocht. Het gezuiverde bloed wordt via een ander slangetje weer naar de patiënt teruggeleid. Deze behandeling vindt doorgaans in het ziekenhuis plaats, meestal drie keer per week gedurende vier uur. Bij peritoneaal dialyse wordt het bloed niet buiten de patiënt om geleid naar een apparaat, maar 34Nierproblemen dient het buikvlies (het peritoneum) als nierfilter. Via een slangetje dat de chirurg door de buikwand heen in de buikholte heeft gebracht wordt vloeistof in de buikholte achtergelaten. Door de speciale samenstelling van deze vloeistof worden de afvalstoffen in het bloed als het ware door het buikvlies heen naar deze vloeistof toegetrokken. Na een paar uur wordt de vloeistof inclusief de afvalstoffen en het overtollige vocht weer via het slangetje afgevoerd. Deze handeling wordt enkele malen per dag verricht en kan door de patiënt zelf thuis worden gedaan. Mits er geen acute noodsituatie is zal de patiënt, indien hij moet gaan starten met dialyse, goed worden voorgelicht door de nefroloog en zijn team over de verschillende dialysevormen, zodat hij kan kiezen wat in zijn situatie de beste optie is. Conclusie Multipel myeloom gaat vaak gepaard met een beginnend of gevorderd stadium van nierfalen. De nefroloog en de hematoloog werken nauw samen om verslechtering van het nierfalen te voorkomen en om de gevolgen van nierfalen zoals bloedarmoede, hyperfosfatemie en vochtophoping te bestrijden. Indien de nieren helemaal niet meer werken, moet de patiënt worden gedialyseerd. Dit kan middels hemodialyse of peritoneaal dialyse. 99