Overstromingen: checklist voor het aanmelden van schade SCHADE AAN WONINGEN EN INBOEDEL Sedert maart 2007 is schade veroorzaakt door natuurrampen, zoals bv. overstromingen en aardbevingen, automatisch gedekt in elke brandverzekering eenvoudige risico’s (gezinswoningen en kleinhandel). De tussenkomst van deze verzekering is niet afhankelijk van de erkenning van de overstroming als ramp. >> Wat kunnen de getroffen gezinnen en handelszaken doen als zij over een brandverzekering beschikken? Checklist : De verzekeraar zo spoedig mogelijk verwittigen (eventueel via makelaar of agent) zodat hij een schadedossier kan openen en het bezoek van een expert kan inplannen. Voorkomen dat de schade erger wordt (bv. de elektriciteit niet terug aanschakelen in ruimtes die aangetast zijn door de vochtigheid, elektrische apparaten naar droge ruimtes brengen, voorwerpen laten drogen die nog kunnen gered of hersteld worden). In afwachting van het bezoek van de expert of van de makelaar/agent, kunnen de verzekerden het volgende doen om dat bezoek voor te bereiden: Foto’s maken van de schade (zowel aan gebouw als inboedel); dit is erg nuttig als bewijs en het kan de regeling van de schade bespoedigen. Een lijst maken waarin alle schade wordt opgesomd. Bewijsstukken (bv. aankoopfacturen) opsnorren van de beschadigde goederen; als die onvindbaar zijn geeft de verzekerde een korte beschrijving van de goederen. Noot : wanneer na het bezoek van de expert nog schade opduikt die te wijten is aan de overstroming, dan kan die zonder probleem nog worden aangegeven bij de verzekeraar. Het verband met de overstroming moet natuurlijk worden aangetoond. >> Wat mogen de getroffen gezinnen en handelszaken verwachten van de brandverzekering? De verzekeringsonderneming zal een dossier openen waarin alle informatie over het schadegeval zal worden opgenomen. De verzekering zal de verzekerde nuttige tips meegeven en bijstand verlenen waar dat noodzakelijk blijkt, alsook schadebeperkende maatregelen aanraden indien het risico op verdere schade nog niet is geweken. Wanneer de woning door de schade tijdelijk onbewoonbaar is geworden, zal de verzekering ook de gebeurlijke verblijfskosten dragen. De verzekering zal de getroffen klanten voorts aanbevelen alle nuttige informatie te verzamelen die de schaderegeling kunnen bespoedigen: verzamelen van facturen, opvragen van bestekken, een omschrijving van de verschillende opgelopen schades. Rekening houdend met de omvang van de schade zal een expert, een verzekeringsinspecteur of in sommige gevallen de makelaar/agent ter plaatse komen om de schade op te meten en te begroten. Bij beperkte schade zijn er verzekeringsondernemingen die toelaten dat de regeling, mits het akkoord van de verzekerde, ter plaatse gebeurt. De schadevergoeding volgt in ieder geval binnen de 30 dagen nadat de klant heeft ingestemd met de schadebegroting. Let wel: de wet maakt een aantal uitsluitingen mogelijk die in de polis moeten vermeld staan (bv. tuinhuisjes of aanplantingen). Belangrijk : alle verzekerde schade wordt vergoed via de verzekering (in tegenstelling tot de forfaitaire vergoedingen via het Rampenfonds) met uitzondering van een eventuele vrijstelling die men kan nakijken in de polis. SCHADE AAN VOERTUIGEN De eigenaars van voertuigen die door de overstromingen schade hebben opgelopen kunnen een beroep doen op hun eventuele omniumverzekering. SCHADE AAN BEDRIJVEN EN BIJ NIET-VERZEKERDEN Heel wat ondernemingen en enkele gezinnen, die niet over een brandverzekering beschikken omdat zij met een leefloon of OCMW-steun moeten rondkomen, zijn voor de vergoeding van overstromingsschade afhankelijk van de erkenning van de overstroming als ramp door de regering en van de tussenkomst van het Rampenfonds. De brandverzekering waarover industriële bedrijven beschikken, hebben niet automatisch een waarborg natuurrampen zoals de gezinnen of de kleinhandel. Ondernemingen die wel dergelijke waarborg hebben onderschreven kunnen uiteraard een beroep doen op hun verzekering. Zij die niet kunnen terugvallen op de verzekering, kunnen een dossier indienen bij het Rampenfonds. Ook landbouwbedrijven zijn vaak afhankelijk van het Rampenfonds voor de geleden schade aan teelten en gewassen. De niet-verzekerde bedrijven en niet-verzekerde gezinnen, die een OCMW-attest kunnen voorleggen, kunnen de geleden schade aangeven bij de bevoegde overheidsinstanties (in de praktijk meestal het gemeentebestuur) zodat een dossier kan worden geopend bij het Rampenfonds.