Advies Cliëntenraad Van Aan Betreft Datum :Cliëntenraad DWI :Directie DWI :Dienstverlening, Huisbezoeken 2010 :november 2010 De Clientenraad DWI heeft principieel bezwaar tegen “standaard huisbezoek bij aanvraag uitkering”. Dit huisbezoek is in strijd met (grond)wettelijke regels en verdragen die de bescherming beogen van privacy. Grondwettelijke rechten, zoals die op privacy van de eigen woning zijn te vinden in de Nederlandse Grondwet, in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in het VN Verdrag voor Burgerlijke en Politieke rechten 1966: Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling (…) In het sociale zekerheidsrecht wordt onder de term ‘huisbezoek’ echter ook begrepen een onaangekondigd bezoek van sociale rechercheurs. Die betreden tegen de zin van de bewoner(s) (zonder ‘informed consent’) een woning op zoek naar bewijs voor een overtreding van sociale zekerheidsregels. Met een dergelijk ‘bezoek’ is het fundamentele huisrecht in het geding dat zowel in de Grondwet als in verdragen bijzondere bescherming geniet. De overheid mag op basis daarvan – kort gezegd – alleen bij uiterste noodzaak tegen de zin van een bewoner een huis binnengaan. En terecht. Burgers moeten er van kunnen uitgaan dat zij in hun huis in beginsel niet tegen hun zin door de overheid of wie dan ook worden lastiggevallen. Ook wanneer zij een uitkering van de staat ontvangen Omdat het fundamentele huisrecht in het geding is, zijn door de Centrale Raad van Beroep, de Nationale ombudsman en het gerechtshof Amsterdam* strenge (zorgvuldigheids)eisen ontwikkeld. Zo moet de sociale dienst bewijzen dat er sprake was van toestemming voor een huisbezoek. Is dat niet aan de orde dan is een huisbezoek alleen rechtmatig: “indien vóór of uiterlijk bij aanvang van dat huisbezoek in het individuele geval voor dat huisbezoek een redelijke grond bestaat. Van een dergelijke grond is sprake indien op basis van concrete objectieve feiten en omstandigheden redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid of de volledigheid van de door de betrokkene omtrent zijn woon- en leefsituatie verstrekte inlichtingen, voor zover deze gegevens onmiskenbaar van belang zijn voor het vaststellen van (de omvang van) het recht op bijstand en deze gegevens niet op een voor betrokkene minder belastende wijze kunnen worden geverifieerd.” Er moet dus een redelijke grond bestaan voor het huisbezoek. Het materiaal waarnaar men op zoek is moet echt van belang zijn. En dit moet ook niet op een andere, minder belastende manier kunnen worden verkregen. Dergelijke eisen zijn in het licht van het belang van het huisrecht absoluut redelijk. Ze leggen de lat voor een huisbezoek ook niet te hoog. Er blijft voldoende ruimte voor effectieve controle op de naleving van sociale zekerheidsregels, zo blijkt ook uit de handhavingspraktijk. Het is ook goed dat de Centrale Raad deze grenzen scherp bewaakt, zoals in de hier besproken uitspraak is gebeurd. Bron Centrale Raad van Beroepuitspraak, commentaar hoogleraar Bakhuysen 2-11-2010 Huisbezoek mag alleen als er een grond voor is in een individueel geval , als: op basis van concrete objectieve feiten en omstandigheden redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid van de verstrekte inlichtingen door de cliënt – en: voor zover die van belang zijn voor de vaststelling van de rechten op bijstand; en: als die gegevens niet op een minder belastende manier kunnen worden verkregen. Wij gaan er van uit dat de directie de conclusie onderschrijft dat een opgelegd standaardhuisbezoek als onreglementair en onwettig moet worden beschouwd, in strijd met Grondwet, Verdragen, wetten en jurisprudentie . Om op efficiënte wijze te beoordelen of een aanvraag om uitkering gerechtvaardigd is moet derhalve gezocht worden naar andere vormen van gegevens verzamelen en controleren. De Cliëntenraad is van harte bereid hierover mee te denken. Uitgangspunt moet echter zijn dat men een aanvrager vertrouwt en van het uitgangspunt uit gaat, dat mensen in het algemeen het moeilijk zo niet vernederend vinden om bijstand te vragen.