DE BLAUWEN WORDEN GETOETST JORINE THEUNE V6A NADIEH WATTEL 0 V6B Een onderzoek betreffende een vergelijking van de stripboekenreeks “de Blauwbloezen” met de gebeurtenissen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Gemaakt door: Jorine Theune en Nadieh Wattel Ontstaan in de periode van 17 juni 2009 tot 11 januari 2010 Met de begeleiding van: Dhr. De Witte 1 Voorwoord blz. 3 Inleiding blz. 4 Introductie blz. 6 Wie is het? blz. 13 Welke personages die in de stripserie genoemd worden komen ook voor in de geschiedenisboeken en hoe waarheidsgetrouw zijn die neergezet? Van revolver tot luchtballon blz. 22 Komen de voertuigen en wapens overeen met degene die in werkelijkheid gebruikt werden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? Te land, ter zee en… ergens anders blz. 34 In hoeverre zijn bepaalde, belangrijke gebeurtenissen die voorkomen in de stripserie ook in het echt gebeurd? Kleren maken de man blz. 43 Komt de kleding van de soldaten en de burgers in de stripserie overeen met die in werkelijkheid gedragen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? Doe wat je gezegd wordt blz. 49 Komt de regelgeving (disciplinaire acties) getoond in de stripserie overeen met die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? Leven en lijden in het leger blz. 55 Hoe waarheidsgetrouw is het leven als soldaat tijdens de Amerikaanse burgeroorlog weergegeven. Tijdreizen blz. 59 Komt de volgorde van de stripboeken overeen met het verloop van de Amerikaanse Burgeroorlog? Immigranten en Wallstreet blz. 63 Wat waren de economische en sociale achtergronden in de Verenigde Staten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog en kunnen we die ook terug zien in de stripboekenreeks? Cauvin en de oorlog blz. 71 Wat is de mening van de scenarist over de oorlog? Conclusie blz. 75 Voetnoten en herkomst gebruikte afbeeldingen blz. 76 Literatuurlijst blz. 82 Bronnenbeoordeling blz. 84 bijlage 1: deelvraag volgorde blz. 90 bijlage 2: lijst albums blz. 93 Logboek blz. 95 Nawoord blz. 99 2 Voorwoord Voor u, lezer, begint met het doorlezen van dit werkstuk willen we u een hart onder de riem steken. Veel succes! Wij kunnen u uit eigen ervaring vertellen, aangezien wij het verscheidene keren hebben moeten doen, dit is niet een werkstuk is dat u in een uurtje uit kunt lezen. Nu moet u niet denken dat deze taak een straf zal zijn, wijzelf hebben ons onder het lezen uitstekend vermaakt en we hopen dat voor u hetzelfde zal gelden. Verder willen we u een duidelijk beeld geven van hetgeen dat u op het punt staat te gaan lezen. Voor de realisering van dit werkstuk was nodig: 55 stripalbums, waarvan twee albums zich achter de schermen afspeelden. 10 boeken 2 DVD‟s 7 websites 220 officiële uren Minstens nog 25 uur die niet in het logboek staan opgetekend Bloed, zweet en tranen Het resultaat hiervan was: 44.800 woorden 4.565 regels 1.340 alinea‟s 122 afbeeldingen 100 bladzijden 9 deelvragen 1 conclusie Wij willen ook nog bedanken, voor hun eindeloze geduld; Lisan, Carine en Ruben. Die tot vervelens toe gedwongen waren ons aan te horen over de Blauwbloezen. Verder willen wij Frans Theune bedanken voor zijn, geheel vrijwillige, bijdrage door het verstrekken van de benodigde stripboeken. Wij wensen u veel leesplezier! 3 Inleiding Motivatie Wij hebben als onderwerp voor ons profielwerkstuk ervoor gekozen om een stripserie, „De Blauwbloezen‟ te vergelijken met de Amerikaanse Burgeroorlog. We hebben dit onderwerp gekozen, omdat het ons een leuk, origineel onderwerp leek om te onderzoeken. Jorine heeft de stripserie gekozen. Haar vader is een stripverzamelaar en hun schuur staat dan ook volgepakt met honderden strips. De Blauwbloezen is een van haar favoriete series vanwege de humor, de personages en de ingenieus uitgedachte verhalen. In de strips kwam ze van tijd tot tijd verwijzingen tegen van de auteurs die beweerden dat bepaalde gebeurtenissen, personages, locaties etc. authentiek waren. Toen ze in vwo 5 haar vriendinnen uit havo hoorden discussiëren over een onderwerp voor hun profielwerkstuk, nam ze voor zichzelf meteen de beslissing om een van de onderwerpen uit die stripboeken te kiezen. Hierbij had ze het idee om de „ Nancy Harts‟ te gebruiken of „ The David‟, „Oproer In New York‟ of zelfs „De Blauwen En Bulten‟. Dit zijn alle vier albums waarin de auteurs beweren dat de gebeurtenissen authentiek zijn. Nu had Nadieh in vwo 5 een grappig boek gelezen getiteld: „Asterix en de waarheid‟. Een boek dat onderzocht in hoeverre de avonturen van Asterix de Galliër authentiek waren. Nu vond ze dit zelf een heel interessant onderwerp en ook Jorine vond het een amusant boekje en nu ontstond ook bij Nadieh het idee om met het profielwerkstuk met strips te werken. Nu ja, 1+1=2 en al snel kwamen we allebei tot de beslissing dat we voor ons profielwerkstuk zouden onderzoeken in hoeverre „De Blauwbloezen‟ zich aan de geschiedenisboeken houdt. Hoofd- en deelvragen Voor ons onderzoek bedachten we de volgende onderzoeksvraag: “In hoeverre komt de stripserie „de Blauwbloezen‟ overeen met de werkelijkheid?” Bij deze hoofdvraag hebben we de volgende deelvragen bedacht: - Welke personages die in de stripserie genoemd worden komen ook voor in de geschiedenisboeken en hoe waarheidsgetrouw zijn die neergezet? (beschrijvend) - Komen de voertuigen en wapens overeen met degene die in werkelijkheid gebruikt werden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? (evaluatief) - In hoeverre zijn bepaalde, belangrijke gebeurtenissen die voorkomen in de stripserie ook in het echt gebeurd? (evaluatief) - Komt de kleding van de soldaten en de burgers in de stripserie overeen met die in werkelijkheid gedragen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? (evaluatief) - Komt de regelgeving (disciplinaire acties) getoond in de stripserie overeen met die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog? (evualatief) - Hoe waarheidsgetrouw is het leven als soldaat tijdens de Amerikaanse burgeroorlog weergegeven. (beschrijvend) - Komt de volgorde van de stripboeken overeen met het verloop van de Amerikaanse Burgeroorlog? (beschrijvend) - Wat waren de economische en sociale achtergronden in de Verenigde Staten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog en kunnen we die ook terug zien in de stripboekenreeks? (beschrijvend) - Wat is de mening van de scenarist over de oorlog? (beschrijvend) 4 Hypothese Hierbij verwachtten we het volgende uit ons onderzoek: Na het lezen van de stripboeken vonden we veel verwijzingen dat de tekenaar Lambil zich altijd goed documenteert op de kleding in de 19de eeuw voor hij begint met tekenen. We verwachtten daarom dat de kleding zoals die voorkomt in de stripserie een accuraat beeld schetst van de 19de eeuw. Hetzelfde zal waarschijnlijk ook gelden voor de getoonde wapens en voertuigen. Ook verwachtten we dat de historische personages in de serie enige gelijkenis zullen tonen met de van hun gemaakte foto‟s tijdens de burgeroorlog. Wij denken dat de scenarist zich ook goed documenteert voor het schrijven van een scenario, maar dat in zijn geval het belang van het verhaal altijd voor historische nauwkeurigheid komt. Wij bedoelen hiermee dat hij wellicht bepaalde gebeurtenissen verdraait om het verhaal spannender of humoristischer te maken. 5 Introductie van het onderwerp Doordat wij in ons profielwerkstuk de stripserie “De Blauwbloezen” vergelijken met de Amerikaanse Burgeroorlog leek het ons een goed idee om beide onderwerpen eerst te introduceren om een algemeen beeld te geven van ons onderzoek. Allereerst: DE BLAUWBLOEZEN De Blauwbloezen is een Franse stripserie, bedacht in 1968 door Raoul Cauvin. De eerste verhalen, nog getekend door Salvérius, speelden zich af in het Westen en gingen nog niet over de burgeroorlog, maar de strijd met de indianen. Nadat Willy Lambil het tekenen had overgenomen na de dood van Salvérius kwamen sergeant Chesterfield en korporaal Blutch in het 22ste cavalerieregiment terecht midden in de oorlog. De Auteurs Raoul Cauvin, de scenarist van de serie is op 26 september in 1938 geboren in Antoing, België. Hij heeft gestudeerd aan het Institut Saint-Luc in Doornik, maar kwam er na zijn studie reclame lithografie achter dat het bijbehorende beroep niet meer bestond! In 1960 is hij voor uitgeverij 0.1 Dupuis gaan werken als letteraar (iemand die de letters in de tekstballonnen tekent). Later werd hij cameraman bij de tekenfilm afdeling, dit deed hij 7 jaar. Tijdens die periode ontdekte hij zijn grote liefde: scenario‟s schrijven. Hij toont hierin zijn bekwaamheid met enkele korte strips en in 1969 lanceren Salvérius en hij hun eigen (toen nog) western: De Blauwbloezen. (vernoemd naar de uniformen van het Amerikaanse leger) Cauvin is een meester in het humoristische avontuur en de visuele gag, hij heeft vele strips uitgebracht en met vele tekenaars samengewerkt. In de jaren ‟80 ging hij zich toeleggen op strips waarin wrange, bijtende humor de boventoon voert. Zo is hij de geestelijk vader van: “Vrouwen in ‟t wit,” “G. Raf Zerk,” “Cedric,” “Taxi-Girl,” “Cupido,” “De Psy,” “Bij Sjaak”en “Sammy” (een andere historische strip over twee lijfwachten in Chicago tijdens de drooglegging.)1 (alle voetnoten zijn te vinden op bladzijde 76 t/m 78) Bij al deze series werkt Cauvin op dezelfde manier: hij heeft geen scenariomachine, hij heeft geen tekstverwerker, hij slaat alles op in zijn geheugen. Maar in al zijn tien series herhaalt hij zich nooit. Al z‟n ideeën worden bedacht in horizontale houding, op de bank. Zoals hij zelf zegt: „Het kost me uren en uren om een verhaal rond te krijgen. Ik stel het stukje bij beetje samen als een legpuzzel. Ik orden alle onderdelen zodat ze een logisch geheel vormen. Wanneer ik achter m‟n bureau ga zitten om het op papier te zetten heb ik het hele scenario in mijn hoofd. Ik deel alle 44 pagina‟s in één ruk in op 2 of 3 A4-tjes. Daarna ga ik tekenen, op mijn manier, ik gebruik nooit een schrijfmachine.‟2 Willy Lambil, de tekenaar van de serie is geboren op 14 mei 1936 in Tamines. Op z‟n 16de komt hij in dienst bij Cauvin als letteraar, na een opleiding te hebben gevolgd aan de tekenacademie van Brussel. Hij leert het tekenen in de praktijk: hij maakt lay-outs, werkt mee aan tekenfilms en illustreert voor tijdschriften. In 1959 wordt hij een vaste medewerker van het weekblad Robbedoes met de avonturen van “Sandy en Hoppy”, een jongen en zijn kangoeroe, van deze reeks maakt hij 25 vervolgverhalen. Na de dood van Salvérius in 1972 neemt hij met veel succes “De Blauwbloezen” over. Verder bedenken Cauvin en hij in 1975 een stripserie “Arme Lampil” een karikaturaal en autobiografische serie over een tekenaar die geplaagd wordt door zijn overactieve scenarist. 6 Lambil is een van de meest productieve tekenaars van het weekblad Robbedoes. Hij mag dan wel een luiaard zijn (zo zegt hij zelf), maar wel één met last van schuldgevoel, daarom werkt hij alle dagen van de week.3 Met het scenario van Cauvin voor zich begint hij met tekenen. Over één album doet hij zo‟n 9 tot 12 maanden voor hij het hele album heeft uitgewerkt. Hij tekent alles zelf; er is geen studio Lambil. Het is niet zo, zoals bij veel andere tekenaars dat alleen Lambil de personages tekent en dat anderen de achtergronden doen. Op basis van de schetsjes van Cauvin verdeelt Lambil de plaatjes van de pagina. En probeert hij zoveel mogelijk verschillende camerastandpunten te laten zien. Wanneer alles is ingedeeld begint Lambil met schetsen, schetsen en nog eens schetsen. Wanneer hij compleet tevreden is met de tekeningen gaan ze naar de inkleurder.4 Personages Nu eerst iets over de belangrijkste personages: Sergeant Chesterfield: Cornelius Chesterfield is een perfecte soldaat. Hij is patriottisch, moedig, niet al te slim, weet niet beter dan gehoorzamen en discussieert nooit over bevelen. Voor hij in het leger terecht kwam was hij een slagersjongen die nog bij zijn ouders woonde en die door de verhalen van zijn vader droomde over roem en eer behalen op het slagveld. De dag dat hij in het leger terecht kwam was de mooiste van zijn leven. Korporaal Blutch: Blutch heeft de pest aan oorlog, het leger en alles wat ermee te maken heeft. Hij is degene in de serie die constant aangeeft hoe stompzinnig en zinloos oorlog wel niet is. Hij probeert zoveel mogelijk onder bevelen uit te komen en er gaat geen dag voorbij 0.2 of hij probeert wel te deserteren. Hij is opgegroeid in een weeshuis en moest al vlug leren om zijn eigen boontjes te doppen, zodat hij een hekel aan autoriteiten heeft gekregen. Blutch geeft Chesterfield de schuld dat hij in het leger is terecht gekomen en heeft daarom een grondige hekel aan hem gekregen, hoewel ze natuurlijk beste vrienden zijn! Kapitein Stark: Stark is de kapitein van het 22ste cavalerieregiment, waar Blutch en Chesterfield ook onder vallen. Hij komt nooit van z‟n paard af en weigert met mensen te praten wanneer ze niet ook op een paard zitten. Hij haat infanteristen. Tijdens het aanvallen komt hij pas in vorm wanneer hij mannen om zich heen in het stof ziet vallen. En wanneer hij met meer dan 6 man terug komt van een aanval heeft hij er de pest in. Het is dus wel overbodig te zeggen dat hij stapelgek is. 0.4 Generaal Alexander: Hij is de bevelhebber van het onderdeel van Blutch en Chesterfield. Hij probeert vaak allerlei manieren uit om een overwinning te behalen en wanneer dit mislukt geeft hij Blutch en Chesterfield (soms ten onrechte) hier de schuld van. Vervolgens beveelt hij hen simpelweg een oplossing te zoeken, wat tot beider grote verrassing nog vaak lukt ook. Generaal Grant: Is de bevelhebber van het noordelijke leger en een goede strateeg. Hij wordt meestal heel positief afgebeeld, behalve in “Het Oor Van Lincoln” waarin hij 0.5 wordt afgebeeld als een alcoholist en “Blutch, Zweet En Tranen” waarin hij wordt afgebeeld als een lafaard. 7 0.3 Generaal Lee: Is de bevelhebber van het zuidelijke leger. Komt vaak met ideeën om de Noordelijken dwars te zitten. Blutch en Chesterfield ontmoetten hem maar twee keer in “Bronco Benny” en “The David”. Commandant Appletown: Commandant van Fort Bow, waar Blutch en Chesterfield hun loopbaan in de stripwereld begonnen en waarheen ze nog wel eens naar terugkeren wanneer ze verlof hebben. Appletown heeft een gruwelijke hekel gekregen aan Blutch en Chesterfield, doordat veel van hun bezoeken eindigden in een grootscheepse aanval van de indianen op het fort. 0.6 Mathilde Appletown: Dochter van de commandant en de geheime liefde van sergeant Chesterfield. Zij is de reden dat hij bijna met elk verlof naar Fort Bow terugkeert. In de eerste delen van de stripserie lijkt zij geen enkele interesse te 0.7 tonen en heeft ze zelfs een hekel aan de sergeant, maar later worden ze steeds vriendschappelijker. Stillman: Officier uit Alexanders generale staf, zegt meestal niet veel en slurpt constant aan een of ander drankje, maar komt soms opeens met meedogenloze of geniale ideeën. 0.9 0.8 Arabesk: Het paard van Blutch, waarschijnlijk het slimste paard in de stripwereld (op Jolly Jumper na dan) en heeft geleerd om dood neer te vallen op bevel van zijn baas. Om zo Blutch en haarzelf van een veel blijvendere dood te besparen zo‟n tweehonderd meter verder. Plot van de verhalen De meeste stripboeken beginnen met een grote plaat waarmee het verhaal geïntroduceerd wordt. Dat kan een veldslag zijn, of een mars, of een aankomend schip. Dan volgen enkele pagina‟s waarin de aanloop genomen wordt naar het plot van het verhaal. Bijvoorbeeld: Enkele pagina‟s wanneer eerst een marcherend leger te zien is, vervolgens het opbouwen van het kamp en de ontdekking van een dorpje waarmee het eigenlijke verhaal begint. De vrouwen die dat dorp verdedigen. 0.10 (uit, Nancy Harts) 0 Dan ontstaan er meestal enkele problemen, die Blutch en Chesterfield moeten oplossen en uiteindelijk, wanneer de problemen opgelost zijn, is het eind goed al goed. MAAR, doordat deze serie anti-oorlog is, wordt dit eind goed al goed meestal gevolgd door een kleine sarcastische noot of een bewijs dat het einde eigenlijk helemaal niet zo goed is als beweerd wordt. Er zijn eigenlijk door de hele serie constant verwijzingen die de lezer eraan herinneren hoe ongelofelijk achterlijk en zinloos deze oorlog wel niet was die aan zo veel mannen het leven heeft gekost. 8 Vervolgens: DE AMERIKAANSE BURGEROORLOG In de Amerikaanse burgeroorlog stonden de Noordelijke staten, ook wel de Unie of de Federale staten genoemd, tegenover de Zuidelijke staten, oftewel de Geconfedereerde staten. De Amerikaanse burgeroorlog heeft zeer veel verschillende namen. In Amerika is de meest gebruikelijke naam „the Civil War‟, maar er zijn nog veel meer namen aan deze burgeroorlog gegeven. Voorbeelden zijn hieronder te zien.4 The War for Constitutional Liberty The War for Southern Independence The Second American Revolution The War for States' Rights Mr. Lincoln's War The Southern Rebellion The War for Southern Rights The War of the Southern Planters The War of the Rebellion The Second War for Independence The War to Suppress Yankee Arrogance The Brothers' War The War of Secession The Great Rebellion The War for Nationality The War for Southern Nationality The War Against Slavery The Civil War Between the States The War of the Sixties The War Against Northern Aggression The Yankee Invasion The War for Separation The War for Abolition The War for the Union The Confederate War The War of the Southrons The War for Southern Freedom The War of the North and South The Lost Cause De Amerikaanse Burgeroorlog is vooral ingrijpend geweest doordat het een broederstrijd was. Vaders vochten tegen zonen, broers stonden tegenover elkaar en vrienden waren door de oorlog ineens vijanden. In deze oorlog zijn ongeveer 620.000 Amerikanen gesneuveld.5 Dat zijn meer slachtoffers dan in alle andere oorlogen van de Verenigde staten bij elkaar. Oorzaken van de Amerikaanse Burgeroorlog Vanaf het begin van de 19de eeuw werd het verschil tussen Noord en Zuid steeds duidelijker. In het Noorden kwam de industriële revolutie veel eerder op gang, in het Zuiden leefde men vooral landbouw. Het Noorden wilde invoerrechten heffen om de industrie te beschermen, het Zuiden leverde katoen aan Engeland in ruil voor Engelse industrieproducten, daarom wilden de Zuidelijke staten juist geen invoerrechten heffen. Het Zuiden had veel slaven nodig om de katoen te produceren, maar in het Noorden was er geen slavernij. Er was ook een politieke tegenstelling tussen Noord en Zuid. De Noordelijke staten wilden meer macht voor de centrale regering en de Zuidelijke staten wilden dat de afzonderlijke staten meer macht zouden behouden. Tot 1820 was er een evenwicht tussen slavenstaten en vrije staten, van beide waren er elf. Maar in 1820 had het territorium Missouri genoeg inwoners om een staat te worden en dat wilden de inwoners van Missouri ook, maar wel als een slavenstaat. De Noordelijke Congresleden waren hiertegen. Henry Clay kwam met een oplossing: het Missouri Compromis. Missouri zou een slavenstaat 0.11 0.1 9 worden, maar tegelijk zou Maine ook worden toegevoegd als vrije staat. Om zulke problemen in de toekomst te voorkomen, werd ook besloten dat ten noorden van de een bepaalde lengtegraad, de slavernij verboden zou worden. In 1850 was er weer een probleem. Californië wilde als vrije staat toegelaten worden, maar Californië lag deels onder de grens van het Missouri compromis. Deze keer kwam Henry Clay weer met een oplossing. Califorinë zou een slavenvrije staat mogen worden, maar in de territoria Utah en New Mexico, die (deels) boven de lijn van het Missouri compromis lagen, zouden de toekomstige bewoners zelf uitmaken of daar slavernij zou komen of niet. Bovendien was het Noorden verplicht gevluchte slaven op te sporen en uit te leveren. In 1854 wilde de Senator Douglas het volk van de territoria Kansas en Nebraska zelf laten beslissen of de slavernij wel of niet werd toegestaan in die staten. Toen in 1856 een referendum gehouden werd over die kwestie kwamen uit andere staten voor- en tegenstanders van de slavernij naar Kansas, om ook hun stem te laten gelden. Het liep uit op een conflict, waarbij ruim 200 doden gevallen zijn, dit werd „Bleeding Kansas‟ genoemd. In 1857 was de Dred Scott zaak. Dred Scott was een slaaf die met zijn meester naar gebieden werd meegenomen, waar slavernij verboden was, toen hij daarachter kwam, eiste hij zijn vrijheid op. Het Hooggerechtshof verklaarde dat zwarten geen staatsburger zijn, en dus ook geen rechtszaak kunnen beginnen en dat zwarte slaven „koopwaar‟ zijn en niet vrij zijn in gebieden waar slavernij verboden is. Veel Noordelijken waren het hier niet mee eens, omdat slavernij nu overal kon optreden. Al deze voorvallen hebben ervoor gezorgd dat het Noorden en het Zuiden steeds vijandelijker tegenover elkaar waren. Daardoor was er nog maar een druppel voor nodig om de emmer over te laten lopen. De directe aanleiding voor de Burgeroorlog was de overwinning van de Republikein Lincoln bij de presidentsverkiezingen van 1860. Abraham Lincoln was een tegenstander van de slavernij. De meeste Zuidelijke staten wilden Lincoln niet als president erkennen, en stapten uit de Unie. Zij vormden samen de Confederale Staten, met Jefferson Davis als president. Ook stelden zij een eigen grondwet op, waarin slavernij was toegestaan. Verloop van de Amerikaanse Burgeroorlog Aan het begin van de oorlog, in 1861, zijn beide partijen ervan overtuigd dat de oorlog niet lang zal duren, dat de andere partij het absurde van de situatie zal inzien en dat er maar weinig voor nodig is om een eind te maken aan de slachting. Aan beide kanten worden voorlopige maatregelen genomen voor een conflict dat, volgens hen, over enkele weken wel zal zijn afgelopen, of dat hoogstens nog een jaar zal duren, maar de oorlog duurde uiteindelijk tot in april 1865. De oorlog begon bij Fort Sumter, een fort gelegen in Zuidelijk gebied, maar bezet door de Noordelijken. Jefferson Davis, de president van de nieuwe Confederale Staten, eiste dat het fort overgedragen werd aan het Zuiden. Lincoln weigerde. Daarna openden de Zuidelijke troepen het vuur op het fort en vierendertig uur later dwingen zij majoor Anderson en zijn manschappen tot de overgave. Dan verklaart Lincoln de Zuidelijke staten in staat van opstand en daarmee is de oorlog een feit. De eerste veldslag van de burgeroorlog was de slag bij Bull Run (door de Zuidelijken werd dit de slag bij Manassas genoemd). Deze veldslag vond plaats op 21 juli 1861. Hier vocht het noordelijke leger onder leiding van Irvine McDowell tegenover het zuidelijke leger onder leiding van generaal Beauregard. Het Zuiden was sterker en won deze slag. Aan beide 10 zijden waren veel slachtoffers gevallen: zevenentwintighonderd noordelijke soldaten en tweeduizend zuidelijke soldaten. Na deze slag werd in voor de Noordelijke regering duidelijk dat de oorlog langer zou duren dan ze verwacht hadden. Daarom bedacht generaal Winfield Scott het Anacondaplan om ervoor te zorgen dat het Zuiden afgesloten werd van de rest van de wereld. Dit plan werd niet officieel goedgekeurd door de Noordelijke regering, maar delen van het plan zijn wel uitgevoerd, bijvoorbeeld een blokkade door de marine, hierdoor werd katoenexport vanuit de Confederatie naar Europa en import van munitie, kleding en hulpgoederen onmogelijke gemaakt. In het begin is de blokkade niet heel erg efficiënt. Maar de federale regering gaat dan radarboten, stoomschepen, zeilboten en sleepboten bouwen en kopen. Het Zuiden heeft geprobeerd om de blokkade te doorbreken en er vonden meerdere zeeslagen plaats, maar het Zuiden verliest de macht over de zee al snel. Ook op het land vonden vele veldslagen plaats. Aan beide kanten waren zowel winsten als verliezen, maar in de eerste jaren liep het overgrote deel van de veldslagen beter af voor het Zuiden. Een belangrijke veldslag was de slag bij Shiloh. Deze vond plaats op 6 en 7 april 1862 en had 13.000 doden aan de kant van de Noordelijken en 10.000 doden aan de kant van de Zuidelijken ten gevolg. Tot dan toe de meeste aantal slachtoffers van de Burgeroorlog. Het is behoorlijk wrang dat er zoveel doden vallen bij een plaats, waarvan de naam „vrede‟ betekend. Robert E. Lee was eerst als generaal voor het Noordelijk leger gevraagd, maar hoewel hij niets had met slavernij, kon hij, aangezien hij uit Verginia kwam, niet tegen zijn eigen staat vechten, dus hij weigerde. In plaats daarvan schreef hij zich in voor het Zuidelijke leger. En op 1 juni 1862 kreeg hij het commando over het gehele Zuidelijke leger. Na de slag van Shiloh vonden nog meer veldslagen plaats, enkele grote veldslagen waren de slag van Antietam op 17 september en de vier dagen durende slag bij Chancellorsville van 1 tot en met 4 mei 1863, hierbij won het Zuiden, hoewel ze met 60.000 tegenover 130.000 man ver in de minderheid waren. Ook de slag bij Gettysburg, ontstaan door een toevallige ontmoeting tussen Noordelijke en Zuidelijke soldaten leek in het begin maar een kleine veldslag te worden, maar uiteindelijk waren er meer dan 160.000 troepen bij betrokken en duurde de slag drie dagen, van 1 tot en met 3 juli 1863 en werd gewonnen door de Noordelijken. De slag bij Gettysburg is zeer belangrijk geweest voor de Burgeroorlog en wordt ook wel als een keerpunt gezien, omdat na deze slag niet meer het Zuiden, maar het Noorden aan de winnende hand was. Toen kort hierna Vickburg ook nog in handen van de Noordelijken viel, was voor de Zuidelijken nog maar weinig hoop op een overwinning. In maart 1864 gaf Lincoln het opperbevel van het Noordelijke leger aan generaal Grant. Hij had al meerdere overwinningen op zijn naam staan, waaronder Vicksburg en Chatanooga. Het lukte Grant om Lee terug te dringen richting Richmond. Bij Petersburg werd er een maandenlang beleg gevoerd, maar uiteindelijk kon generaal Grant met zijn leger het leger van Lee verslaan en doortrekken naar Richmond. Het Zuidelijke leger probeert nog te hergroeperen, maar is omsingeld door de vijand en ziet geen andere mogelijkheid dan zich over te geven. Op 9 april 1865 gaf Lee zich in Appomatox Court House over aan zijn tegenstander Grant. Sommige Geconfedereerden gaan door met de strijd, maar op 10 mei wordt Jefferson Davis gevangen genomen. Op 26 mei capituleren de laatste strijdkrachten van de Confederatie.7 Het Noorden heeft uiteindelijk gewonnen. 11 Gevolgen van de Burgeroorlog Lincoln wilde de Unie heropbouwen, maar doordat hij op 14 april 1865 vermoord werd, kreeg hij daar de kans niet voor. Zijn opvolger Johnson wilde een gematigder koers ten opzichte van het Zuiden, maar werd tegengewerkt door het Congres dat een radicaler beleid wilde. Het Congres wist op 2 maart 1867 de Reconstructiewetten erdoorheen te krijgen. Hierbij werden de Zuidelijke Staten in vijf bezettingszones verdeeld. Het doel hiervan was de gelijkheid van de zwarte bevolking te stimuleren. Tien jaar na het begin van de Reconstructie werd Rutherford B. Hayes president en binnen een paar jaar schafte hij alle maatregelen van de Reconstructie af. Hierna werd in veel Zuidelijke Staten de gelijkheid tussen blank en zwart weer opgeheven. In 1862 had Lincoln gezegd: “Mijn hoogste doel in dit conflicht is de Unie te redden en niet de slavernij te bewaren of vernietigen. Als ik de Unie kon redden zonder ook maar één slaaf te bevrijden, dan zou ik het doen. Als ik het kon doen door alle slaven vrij te maken, zou ik het doen en als ik het kon doen door enkelen te bevrijden en de rest in de steek te laten, dan zou ik het ook doen”.8 Blijkbaar is Lincoln tot de conclusie gekomen dat hij de Unie kon redden door de slavernij af te schaffen, want in januari 1863 kondigde hij de afschaffing van de slavernij aan, dit werd de Emancipation Proclamation genoemd. Dit was vooral een militaire maatregel, want vanaf nu mocht de zwarte bevolking ook in het leger dienen, in totaal hebben er 200.000 zwarten in het Noordelijke leger gediend. Ook won Lincoln met de Emancipation Proclamation de sympathie van het buitenland. De Emancipation Proclamation heeft niet zo heel veel effect gehad, maar het was in ieder geval een stap in de goede richting. Uiteindelijke werd op 18 december 1865 het 13de amendement op de federale grondwet goedgekeurd, hierdoor zijn slavernij en alle vormen van onvrijwillige dienstbaarheid afgeschaft. Toch bleven sommige slaven gewoon bij hun meesters werken, al kregen ze dan nu wel een loon. Ze konden niet veel anders aangezien ze helemaal geen opleiding hebben gehad. De Ku Klux Klan heeft ook bijgedragen aan de blijvende ongelijkheid tussen de blanke en zwarte bevolking. Het heeft nog een lange tijd geduurd voordat zwarte bevolking echt gelijk behandeld werd, maar de Amerikaanse Burgeroorlog heeft in ieder geval gezorgd voor een begin van de emancipatie van de zwarte bevolking. De verschillen tussen Noord en Zuid, die voor de oorlog bestonden, waren na de oorlog niet opgelost en door de oorlog waren er ook nog nieuwe verschillen ontstaan. Het Noorden bleef de industriële voorsprong behouden, de voorsprong werd alleen nog maar groter. Bovendien raakten de Zuidelijke steden steeds meer in verval. Ook het rassen verschil bleef (vooral in het Zuiden) bestaan. Pas in de jaren ‟60 van de 20ste eeuw, begon er verandering te komen in deze structurele verschillen. Er kwam een beweging op gang voor de rechten van de zwarte bevolking en in het Zuiden bloeide de economie op. Na twintig jaar van verandering waren de verschillen tussen Noord en Zuid bijna weggewerkt. In deze tijd zijn er nog steeds wel kleine verschillen te ontdekken, maar de Verenigde Staten zijn wel duidelijk één Unie. 12 “Wie is het?” Lincoln Lincoln is geboren in een arme familie. Zijn moeder is overleden toen hij negen jaar was. In 1832 deed hij mee aan verkiezingen voor de volksvertegenwoordiging, maar hij verloor. Twee jaar later won hij een zetel als een liberaal, dat bleef hij vier termijnen lang. In die tijd deed hij een studie rechten. In 1842 trouwde hij met Mary Todd of Lexicington en twee jaar later vormde hij een partnership met William H. Herndon en werd een van de bekwaamste rechters. In 1847 werd hij gekozen voor het huis van afgevaardigden. In 1856 probeerde hij een zetel in de senaat te behalen, maar hij werd niet gekozen. In juli 1860 werd hij als presidentskandidaat voorgesteld en in november werd hij, met maar 40% van de stemmen, gekozen als president. Veel Zuidelijke Staten wilden Lincoln niet erkennen en stapten daarom uit de Unie. Tijdens de gehele Amerikaanse Burgeroorlog is Lincoln 1.1 president geweest. Als legeraanvoerder had hij veel invloed op de oorlog. 4 maart 1865 werd hij herverkozen tot president. Deze regeerperiode duurde niet lang, want iets meer dan een maand later, op 14 april werd er een aanslag gepleegd op president Lincoln. Hij was een theatervoorstelling aan het bekijken, toen hij van achter beslopen werd en een kogel door zijn hoofd kreeg. De dag erna stierf hij aan de verwondingen. De dader was John Wilkes Booth. Hij werd opgespoord en 25 april werd hij omsingeld en neergeschoten. 1.2 Meestal wordt Lincoln behoorlijk waarheids- getrouw weergegeven. Dit is vooral het geval bij de vergaderingen in Washington.1 In een van de strips gaat Lincoln naar een foto tentoonstelling. Generaal Cochran, die de tentoonstelling georganiseerd had, vond de foto‟s zelf vlak en levenloos. Hij had zelfs fotograaf W. Sutton opdracht gegeven foto‟s te maken waarin beweging en wilskracht te zien is. In tegenstelling tot wat generaal Cochran verwacht, vindt Lincoln de foto‟s prachtig. Lincoln zegt ook dat hij vindt dat oorlog nooit verheerlijkt mag worden. In de strips die tot nu toe besproken zijn komt de stripfiguur van Lincoln behoorlijk goed overeen met de historsche Lincoln, ook het uiterlijk klopt redelijk goed, maar in nummer 11 wordt Lincoln toch iets anders afgeschilderd. Nadat hij in deze strip Chesterfield een medaille heeft gegeven en kapitein Stark heeft toegesproken, denkt hij, terwijl hij zelfvoldaan weer wegloopt: Soldaten toespreken vind ik leuk! Ze zijn anders dan het gewone volk! Een paar mooie woorden zijn genoeg voor hen. En het kost nog niks ook! Wat Lincoln gedacht heeft op een soortgelijk moment, weet niemand en het zou dus niet uitgesloten kunnen worden dat Lincoln dit gedacht heeft, maar Cauvin kan ook niet weten wat Lincoln heeft gedacht en heeft het er waarschijnlijk bij verzonnen om deze situatie grappiger te maken. 1.2 13 Grant 27 april 1822 werd de zoon van Jesse Grant en Hannah Simpson geboren. Zij noemden hem Hiram Ulysses Grant. Van 1839 tot 1843 zat Grant op de militaire academie West Point. Daar werd hij per ongeluk aangemeld als Ulysses S. Grant. Deze vergissing heeft goed uitgepakt, want zijn naam U.S. Grant heeft bijgedragen aan zijn populatiteit in de Verenigde Staten (afgekort ook U.S.) Nadat hij afgestudeerd was werd hij, hoewel hij een voorkeur had voor de cavalerie luitenant in de 4de U.S. infanterie. Vier jaar later vocht hij in de Mexicaanse oorlog. Na deze oorlog ging hij terug naar huis en had verschillende banen, waarvan geen enkele succesvol was. Toen de Amerikaanse Burgeroorlog begon, werd Grant kolonel van het 21ste Illinois infanterie. Twee maanden later werd hij benoemd tot 1.3 brigadier generaal. Daarna ging het iets slechter, want hij kreeg een administratieve baan, vanwege een desastreus offensief. Ook was er negatieve publiciteit over Grant en dit was uiteraard niet goed voor zijn carrière. Midden 1863 vond er een omkeerpunt voor Grant‟s carrière plaats. Door zijn goede strategieën en tactieken, waardoor hij successen behaalde voor het Noorden, werd hij beloond met een benoeming tot generaal-majoor. Maart 1864 maakte Lincoln hem zelfs oppergeneraal. In veel boeken wordt Grant afgeschilderd als een „slager‟, iemand die voor de overwinning gaat, ongeacht de hoeveelheid levens, dat het kost. Ook in de strips wordt hij afgeschilderd als een egoïstische generaal. Dat blijkt al uit de favoriete uitspraak van dit stripfiguur: “Je kunt geen omelet maken zonder eieren te breken”. Hij zegt dit meerdere malen in de strips en elke keer als er veel Noordelijke soldaten zullen sneuvelen of al gesneuveld zijn. in nummer 40 laat hij twee van zijn eigen manschappen (natuurlijk Blutch en Chesterfield) expres gevangen nemen door de vijand, zodat er zij valse gevechtsplannen kunnen vertellen aan de vijand en zo de vijand in de val kunnen lokken. Maar in werkelijkheid was dit veel minder overdreven. Na de oorlog is Grant van 1869 tot 1877 president geweest van de Verenigde Staten en hij stierf op 23 juli 1885. In de strips is Grant enorm verslaafd aan de drank. De eerste keer dat hij in de strips voorkomt is hij nog maar een bladzijde in beeld geweest, of hij begint al te drinken.2 In elke strip waarin hij voorkomt, is hij wel aan het drinken. Grants alcoholisme komt vooral naar voren in nummer 44: het oor van Lincoln. Daar is hij heel erg verslaafd aan de drank. Zijn verslaving is, dat zegt generaal Sherman tenminste, ook al een tijdje aan de gang en Grant wil niet stoppen met drinken, maar dan komt er een afgezant van de president, met de bijnaam „het oor van Lincoln‟ om te controleren of de geruchten over Grant‟s dronkenschap echt waar zijn. Chesterfield en Blutch doen er alles aan om 1.4 ervoor te zorgen dat „het oor van Lincoln‟ er niet achter komt dat Grant verslaafd is aan de drank en om hem te laten denken dat Grant een uitstekende officier is. Zij hebben namelijk gehoord dat Grant, als hij vervangen zal worden, door een andere minder capabele generaal vervangen wordt. „Het oor van Lincoln komt er achter de „waarheid‟, omdat de dokter van het kamp hem alles vertelt, maar daarna gaat „het oor van 14 1.3 Lincoln onderzoek doen naar een tunnel die Grant heeft laten graven om de Zuidelijken op te blazen. Daardoor komt hij in handen van de Zuidelijken en kan geen verslag meer doen aan Lincoln. Veel berichten over Grant‟s dronkenschap zijn vals en anderen zijn in ieder geval dubieus, maar toch zal er een kern van waarheid in de berichten zitten. Maar als hij al dronken werd was dat waarschijnlijk niet tijdens belangrijke militaire operaties. Tegenwoordig twijfelen wetenschappers eraan of Grant wel zo‟n dronkenlap was als de geruchten beweerden. De historici Bruce Catton en Kenneth Williams twijfelen aan of verwerpen het feit dat hij een alcoholist was, maar andere historici, waaronder Benjamin Thomas, William McFeely, Shelby Foot en Lyle Dorsett nemen aan dat Grant waarschijnlijk wel verslaafd was aan drank.3 Het enige gedetailleerde ooggetuigenverslag hierover is geschreven door Sylvanus Cadwallander, een correspondent van de „Chicago Times‟, die meer dan twee jaar met generaal Grant heeft doorgebracht. Deze Sylvanus Cadwallander komt ook in nummer 44 van de stripboeken voor en hij is redelijk positief over Grant. Sommige historici accepteren het verhaal van Cadwallander, maar anderen twijfelen aan de authenticiteit van de bron. In die tijd waren er inderdaad klachten over generaal Grant, maar Lincoln bleef op hem vertrouwen. Hij zij bijvoorbeeld: “what I want… is generals who will fight battles and win victories. Grant has done this, and I propose to stand by him.” Ook zou hij, wanneer Grant een keer beschuldigd werd van dronkenschap gezegd hebben dat hij graag het merk van de wisky van Grant zou willen weten, zodat hij die ook naar zijn andere generalen zou kunnen sturen.4 Ondanks dat Lincoln op Grant bleef vertrouwen heeft hij inderdaad toestemming gegeven een afgevaardigde naar Grant te sturen. Deze afgevaardigde heette Charle A. Dana (in de strip word de naam van de afgevaardigde niet genoemd, iedereen noemt hem het oor van Lincoln). In tegenstelling tot de strip kon Grant goed opschieten met deze afgezant en deze stuurde alleen maar positieve berichten over Grant naar Washington. Waarschijnlijk vond Cauvin dit te saai en heeft hij het daarom veranderd, maar het klopt dus niet met de werkelijkheid. Generaal Lee Generaal Lee komt niet veel voor in de stripboekenreeks, meestal is hij de figuur op het paard die komt kijken hoe zijn bevelen uitgevoerd worden. Zijn reputatie wordt echter wel vaker genoemd in de reeks, hij wordt meestal voorgesteld als een geniaal tacticus die altijd wel een of ander plan heeft om de acties van de Noordelijken te dwarsbomen of om ze zelfs terug te dringen. Robert Edward Lee was eerst in dienst van het leger van de Unie, hij heeft zelfs samen met Grant in de Mexicaanse Oorlog gevochten. Toen duidelijk werd dat de Zuidelijke staten zich zouden afscheiden was hij verscheurd tussen zijn trouw aan zijn superieuren en zijn loyaliteit aan zijn geboortegebied. Hij heeft uiteindelijk besloten ontslag te nemen uit het leger, omdat hij niet tegen zijn familieleden, zijn thuis te strijde wou trekken. Toen hij ontslag nam uit het leger was hij net kortgeleden bevorderd tot kolonel van de cavalerie.5 Toen de oorlog uitbrak werd hij door de Zuidelijken bevorderd tot majoor-generaal. Zijn eerste actie als bevelhebbend officier pakte niet zo goed uit, hij had veel last van onder elkaar bekvechtende onderofficieren waardoor zijn campagne nogal chaotisch werd. In 1862 werd hij aangesteld als adviseur van de president, waardoor hij meer invloed kreeg op de gebeurtenissen in de oorlog. Lee werd ook als hoofd aangesteld van de “Army of Northern Virginia” waarmee hij erin slaagde om de Noordelijken drie jaar 1.5 uit de buurt van Richmond te houden. Ondertussen begonnen de Zuidelijken meer waardering te krijgen voor Lee. Lee bleek zeer tactisch in zijn acties, zelfs 15 zijn nederlagen waren strategisch bedoeld. Verder durfde hij ook initiatief en risico‟s te nemen in zijn plannen. Toch maakte hij ook fouten, zo was een van zijn grootste fouten zijn strategie bij Malvern Hill, waar hij zijn soldaten veel te lang onder vuur liet. 23 januari 1865 was hij benoemd tot hoofd van het leger van de Zuidelijken. Tegen het einde van de oorlog werd Lee belegerd bij Richmond en Petersburg. Hij wist beide steden nog 10 maanden te behouden tot hij gedwongen was te vluchten en zich uiteindelijk bij Appomattox overgaf.6 Generaal McClellan Generaal McClellan komt in enkele stripboeken voor en wordt dan altijd voorgesteld als een nogal vreemd figuur met de meest buitenissige ideeën, omdat hij zijn reputatie probeert te herstellen. Zo probeert hij in “Duel In Het Kanaal” een charge uit te voeren onder een dichte mist, terwijl de soldaten nog geen twee meter voor zich uit kunnen kijken! McClellan begon zijn carrière veelbelovend. Hij kwam uit een goede familie en hij werd toegelaten op West-Point (een privé school voor officieren) op zeer jonge leeftijd, twee jaar onder de minimum leeftijd. Verder boekte hij ook vele successen tijdens de Mexicaanse Oorlog, zodat hij op 34 jarige leeftijd tweede generaal werd van het leger. Toen McClellan naar Washington kwam in 1861 zagen veel mensen hem als de man die de Unie zou redden. Al deze complimenten en dit vertrouwen begon McClellan naar het hoofd te stijgen en hij begon zijn eigen capaciteiten te overschatten. 1.6 McClellan begon goed in de Burgeroorlog, na de slag om Bull Run werd hij aangesteld als de commandant van het leger dat al vlug het leger van de Potomac genoemd zou worden. McClellan bleek heel goed in het veranderen van rekruten in soldaten, hij was een fantastische administrator en organisator. Hij zorgde dat de mannen gedisciplineerd waren, trots op hun leger en een goede moraal hadden. Maar al snel bleek dat McClellan ook zijn fouten had. Zo had hij in zijn carrière nog nooit teleurstellingen of verliezen meegemaakt en al vlug bleek dat hij daar totaal niet mee kon omgaan. McClellan was bang om risico‟s te nemen in zijn acties en begon al snel de krachten van de vijand te overschatten. Zo wilde hij ooit niet aanvallen, omdat hij dacht dat de Zuidelijken een leger van 150.000 man hadden terwijl ze er in werkelijkheid maar 45.000 hadden. Al vlug had McClellan op deze wijze de publieke opinie en de politici tegen hem die hem verweten besluiteloos en twijfelend te zijn in zijn handelen. Uiteindelijk werd hij van zijn hoge positie ontslagen en kreeg hij het commando over mindere troepen.7 De McClellan die geschetst wordt in de stripboeken komt goed overeen met de McClellan die we terugvonden in de geschiedenisboeken. Van beiden is de reputatie geschaad en beiden proberen ze om weer hogerop te komen. De McClellan die in de strips getoond wordt is echter wel besluitvaardiger. Verder komt er ook een zeer interessante overeenkomst voor tussen de gebeurtenissen in de strips en in de geschiedenisboeken: In Virginia, bij het stadje Leesburg was een veldslag onder leiding van McClellan. Hij gaf de opdracht aan generaal Stone om aan te vallen van de ene kant van de rivier, terwijl de rest van het leger verder stroomopwaarts zouden aanvallen. Stone gaf deze opdracht aan Baker, een goede vriend van Lincoln, maar een soldaat met maar weinig ervaring. Bij een confrontatie met de Zuidelijken namen Baker en zijn mannen slecht gekozen posities en werden weggevaagd. Ook Baker overleed. 16 1.7 Deze tragedie zorgde ervoor dat de Republikeinen boos op zoek gingen naar een zondebok. Die vonden ze in generaal Stone, McClellan probeerde hem eerst te verdedigen. Maar kwam er toen achter dat hij de eigenlijke beschuldigde was en dat Stone meer als surrogaat optrad. Voor zes maanden werd deze, waarschijnlijk onschuldige, generaal opgesloten in Fort Lafayette.8 In “Duel In Het Kanaal” komt een overeenkomende situatie voor. McClellan voert het bevel over een veldslag, maar hij verprutst het en zorgt ervoor dat een officier vermist raakt en vele mannen de dood vinden. McClellan wordt echter niet beschuldigd voor deze mislukking, maar er worden twee schuldigen onder de soldaten uitgekozen. Die als verraders voor het vuurpeloton moeten komen. Kapitein Nepel Jean-Marie Le Pen is geboren in 1928 in Bretagne. In 1953 ging hij als parachutist bij het „Foreign Legion‟ naar Indo-China. Van september 1956 tot mei 1957 was hij een luitenant in het Vreemdelingenleger in Algerije. Na een aantal jaar actief te zijn geweest in de politiek stichtte hij in 1972 zijn eigen politieke partij: Front National. In 2002 kwam Le Pen onverwacht in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen en moest hij het opnemen tegen Chirac. Verschillende kranten en bladen riepen op „voor de oplichter te stemmen, niet voor de fascist”. Uiteindelijk werd hij 1.8 verslagen. In 2007 deed hij ook mee aan de presidentsverkiezingen, maar toen waren de resultaten zeer slecht. Zo op het eerste gezicht lijkt Jean-Marie Le Pen niets te maken te hebben met de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij leefde zelfs niet in die tijd, en woonde in Frankrijk, niet in Amerika. Toch komt hij in een van de strips voor, maar dan onder de naam kapitein Nepel (het spiegelbeeld van Le Pen). In nummer 35 van de Blauwbloezen wordt commandant Appletown ziek en moet kapitein Nepel het bevel tijdelijk overnemen. Kapitein Nepel heeft dus nooit bestaan, maar is wel gebaseerd op een echt persoon. Daardoor kunnen we wel onderzoeken in hoeverre de persoon kapitein Nepel in de strips 1.9 overeenkomt met Jean-Marie Le Pen. Jean-Marie Le Pen is erg tegen immigranten. Hij wil niet alleen de grenzen sluiten voor immigranten, maar hij wil ook alle immigranten uit Frankrijk wegsturen. 9 Hij is zelfs meerdere malen beschuldigd van Xenofobie. Dit komt ook naar voren in de strip. Als Gekke Hengst een bezoek brengt aan fort Bow, laat kapitein Nepel de poorten sluiten en daarna stuurt hij ook de indiaanse soldaat Zilverveer, een aantal indianen die goederen handelen met de soldaten, een chinees die altijd zorgt voor de was en de Afrikaanse kok weg, want hij wil alleen maar „echte‟ Amerikanen binnen de omheiningen van het fort zien. 1.10 17 In de strips heeft kapitein Nepel een ooglapje. In het echt heeft hij ook een tijdje met een ooglapje rondgelopen. Hij had namelijk gevochten met een politieke tegenstander.10 1.11 1.11 Verpleegsters In “Blauwen En Vrouwen” heeft generaal Alexander enkele vrouwen uitgenodigd om in het hospitaal te werken als verpleegsters om zo de moraal van de zieken en stervenden te verbeteren. Het is een groep van vier aantrekkelijke jonge dames die de dokter zullen assisteren in zijn werk, verder heeft generaal Alexander ook een soldaat in een jurk gestoken. Deze “vrouw” moet de mannen die niet echt ziek zijn, van de verpleegsters weghouden. Ook in de Amerikaanse Burgeroorlog kwamen verpleegsters voor. Er zijn alleen wel enkele 1.12 verschillen tussen de verpleegsters zoals die in de strip voorgesteld worden en de zogenaamde “Angels Of Mercy” zoals de verpleegsters in de Burgeroorlog genoemd werden.11 Dorothea Dix en Clara Barton waren de leidsters van een nationaal verpleegsters corps die zorgden voor de gewonden en zieken uit de oorlog. Dix was al bekend voor haar werk om de verpleging van geestelijk gestoorden te verbeteren toen ze begon met het rekruteren van vrouwen die als verpleegster wilden dienen in de “Army Medical Bureau”. Verschillende mannen waren hierop tegen, maar Dix bleef doorzetten. Een van de standaards die ze had in het uitzoeken van verpleegsters was dat de vrouwen niet aantrekkelijk mochten zijn en van middelbare leeftijd. Een van de vrouwen die door haar was afgewezen had het volgende te vertellen: “In those days it was considered indecorous for angels of mercy to appear otherwise than gray-haired and spectacled. Such a thing as a hospital corps of comely Young maiden nurses, possessing grace and good looks, was then unknown.” De vrouwelijke rekruten noemden Dix, Dragon Dix, maar het was een erenaam die aanduidde hoeveel moeite ze zich getroost had om het eerste professionele verpleegsters corps te realiseren.12 Clara Barton deed soortgelijk werk, maar zij werkte achter de linies. Zij verzorgde de mannen die terugkeerden naar Washington. Later lukte het haar ook om in de frontlinie te helpen met het verzorgen van de soldaten.13 Schijnbaar waren er dus vele vrouwen die aan het front hielpen met het verzorgen van de gewonde soldaten, zowel in de zuidelijke als de noordelijke linies. Maar in het stripalbum wordt gesuggereerd dat dit een eenmalige gebeurtenis was en uitsluitend het idee van generaal Alexander. Terwijl het in werkelijkheid dus een grootschalige organisatie was, bedacht en uitgevoerd door een vrouw. Verder klopt het uiterlijk van de meisjes in het stripalbum niet, alle vier zijn het jonge en aantrekkelijke meisjes. Terwijl de verpleegsters allen van middelbare leeftijd en onaantrekkelijk waren. Drummerboy Eén van de jongste beroemdheden van de Amerikaanse Burgeroorlog is de tienjarige Johnny Clem. Johnny diende in de 22ste Michigan Infanterie. Rond Johnny zijn vele mythes ontstaan, bijvoorbeeld dat hij zijn sergeantsstrepen te danken had aan 1.13 18 verschillende heldendaden die door hem gepleegd zouden zijn. Zo zou hij bij de slag om Chickamauga een kolonel van de Zuidelijken hebben neergeschoten en zou hij tijdens de slag om Shiloh geweigerd hebben zich over te geven aan een Zuidelijke soldaat. Of dit waar was is niet bewezen maar John Clem eindigde de oorlog als sergeant en werd gehuldigd met een zilveren medaille. Hij bleef vervolgens in het leger tot hij op 56 jarige leeftijd met pensioen ging als majoor John Clem. Het schijnt dat hij zijn verdere leven er op gestaan heeft om de “drummer boy van Shiloh” genoemd te worden, omdat dat de eerste keer was dat hij op een trom sloeg.14 In de strip “drummerboy” maken we kennis met een 14 jarige jongen die zich in het leger wil inschrijven. Blutch is hierdoor uitermate geschokt en probeert het de jongen te verbieden, maar Chesterfield moedigt hem aan. De officiersstaf weten niet wat ze met hem aan moeten, maar omdat de jongen weigert te vertrekken maken ze een drummer boy van hem. Zodat hij op z‟n minst niet hoeft mee te vechten. Later blijkt dat de jongen een zuidelijke spion is, hij geeft informatie door aan de Zuidelijken door in code op zijn trommel te 1.14 slaan. Het plan is om hem te fusilleren, maar Blutch helpt hem ontsnappen. De twee Drummerboys lijken weinig met elkaar te maken te hebben, de ene is een tienjarige held de andere een veertienjarige spion. Wat alleen wel goed blijkt uit Drummerboy is de visie van de scenarist over kinderen in het leger. In de strip is iedereen geschokt bij de gedachte van een veertienjarige jongen in het leger, maar het blijkt dus dat er jongens jonger dan zestien in het leger waren. Hoewel die hoogstwaarschijnlijk wel een uitzondering op de regel waren. Mathew Brady 1.15 1.16 Tussen 1860 en 1865 zijn er ongeveer een miljoen foto‟s gemaakt door oorlogsfotograven. De meest bekende van die fotograven is waarschijnlijk Mathew Brady. Hij is ook als personage in nummer 11 van de blauwbloezen gebruikt. Eerst was Brady portret fotograaf, toen de oorlog uitbrak organiseerde hij een korps van fotografen. Zij kregen toestemming en hulp van de overheid, ze mochten bijvoorbeeld gebruik maken van het legertransport en de legertreinen,15 maar de kosten waren voor Brady zelf. Om de omvang van zijn fotoverzameling uit te breiden kocht hij ook foto‟s van zijn collega fotografen. In de tijd van de burgeroorlog was fotografie nog heel nieuw. Dat blijkt wel uit de reactie van Blutch als Brady zegt dat hij fotograaf is, Blutch weet niet eens wat een fotograaf is en even later in de strip zien Blutch en Chesterfield voor het eerst van hun leven een foto. Foto‟s werden in die tijd nog gemaakt met een glasplaat en nog niet met negatieven, zoals in de strip wordt gedaan. Mathew Brady had een foto gemaakt van Chesterfield, maar Chesterfield vond de foto niet mooi en verscheurde de foto. Maar omdat Brady het negatief nog had kon hij nog meer afdrukken maken. In die tijd waren er helemaal geen negatieven, en dus had Brady geen nieuwe afdrukken kunnen maken. Bovendien had Blutch de foto aan elkaar 19 geplakt met plakband. Dat kon ook helemaal niet want het plakband werd pas uitgevonden in 1926. Deze fouten zijn op zich wel begrijpelijk, want plakband en negatieven zijn in deze tijd gewoon vanzelfsprekend en daardoor denk je er niet zo snel bij na dat er ook een tijd was dat ze dat niet hadden, maar het blijft hoe dan ook een fout. Het valt ook op dat Brady de foto‟s wel van erg dichtbij neemt. Hij wordt zelfs geraakt door een kanonskogel en hij wordt bijna onthoofd door een zuidelijke cavalerist. 1.17 In het echt namen de fotografen waarschijnlijk veel minder risico‟s. De foto‟s die overgebleven zijn wijzen daar in ieder geval wel op, want veel foto‟s zijn genomen op momenten dat er geen gevecht plaatsvond en degenen waar wel een confrontatie tussen Noord en Zuid afgebeeld wordt, is het gevecht alleen vanaf een afstand te zien. Dat Brady zoveel risico‟s neemt is vooral om het stripboek spannender te maken, maar in het echt zal dat niet gebeurd zijn. William Sutton In een andere strip, namelijk nummer 39: „Puppet Blues‟ komt ook een andere fotograaf voor, genaamd William Sutton. Van generaal Cochran krijgt hij de opdracht om foto‟s te maken die jonge mannen ertoe aansporen om dienst te nemen in het leger, foto‟s waarin leven, beweging en wilskracht te zien is. Maar het probleem is dat de sluitertijd in die tijd veel te lang was, daardoor maakte elke beweging de foto onscherp. Daarom gaat Sutton aanvallen in scène zetten. Zo wordt een vlag stijf gemaakt met stijfsel, wordt een paard opgehangen aan touwen (om zo beweging te suggereren), worden zwaarden en 1.18 bajonetten omgebogen en moeten de Noordelijke soldaten zich verkleden als Zuidelijken en als indianen. Bij elke scène zijn de Noordelijken natuurlijk altijd de overwinnaars en lijkt het leven als soldaat alleen maar te bestaan uit heldendaden. Maar deze William Sutton is nergens in de boeken terug te vinden. Wel worden in deze strip de namen van Brady en Garder genoemd, beide fotografen die echt bestaan hebben. William Sutton is dan wel een leuk personage voor een oorlogkritische strip, hij is geen historisch persoon. 1.21 1.19 1.20 1.22 20 Deelconclusie Na het onderzoeken van de verschillende personages die we hebben uitgekozen kwamen we erachter dat bepaalde personages heel waarheidsgetrouw worden weergegeven terwijl andere absoluut geen gelijkenis vertoonden met het historische persoon. Zo wordt bij Grant zijn dronkenschap heel erg overdreven, waarschijnlijk om het personage interessanter te maken. Kapitein Nepel is ook een apart geval, aangezien hij gebaseerd is op een persoon die nog niet geboren was tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Ook worden bepaalde personages aantrekkelijker gemaakt, zoals de verpleegsters. Of hun avonturen worden geromantiseerd zoals het geval is bij Drummerboy. President Lincoln en ook generaal Lee worden aardig waarheidsgetrouw weergegeven. Zo klopt hun uiterlijk goed en hun karakter komt ook redelijk goed overeen met de informatie die we hebben gevonden. We kunnen wel van alle personages zeggen dat ze gekarikaturiseerd worden. Zo worden alleen bepaalde eigenschappen van de personages weergegeven, over het algemeen de eigenschappen waar ze het meest om bekend staan. En deze karaktereigenschappen worden overdreven om hun karakter te verduidelijken. Natuurlijk is het merendeel van de personages die voorkomen in de strips puur fictief, bijvoorbeeld de fotograaf Sutton en de vele andere officieren, soldaten en burgers die Blutch en Chesterfield tegenkomen. 21 “Van revolver tot luchtballon” Wapens Zwaarden en pistolen: Een cavalerist heeft als wapens een pistool en een sabel. Het pistool zit rechts in een pistoolhouder aan de gordel en de sabel in een schede aan de linkerkant van de gordel. Het zwaard zit links, zodat ze die gemakkelijk met hun sterke hand kunnen pakken. Op de afbeelding hiernaast is te zien dat de cavaleristen 2.1 (al zitten ze niet op een paard, het zijn toch echt cavaleristen) de schede links hebben en de pistoolhouder rechts en dat de sabel in de rechterhand gepakt wordt en het pistool links. Een enkele keer heeft een cavalerist ook nog een geweer in de zadeltas, maar dat kwam niet zo heel vaak voor. Er is wel eens een experiment gedaan, op verzoek van generaal McClellan, om de soldaten van het 6de Pensylvania cavalerie te bewapenen met een 2,75 meter lange lans. Hoewel de bevelvoerende commandant niets te klagen had over deze wapens, waren de soldaten blij toen ze weer een sabel en pistool terug kregen. Een soldaat uit dit regiment zei: “The officers like it, but the men do not, and the officers wouldn‟t if they had to use it.”1 Musketten en bajonetten: De musketten waren voor infanterie de meest gebruikte wapens voor in de aanval. Tot in 1861 gebruikten Noord en Zuid ouderwetse „smoothbore‟ musketten. Bij deze musketten was de binnenkant van de loop glad. Bij een afstand van meer dan negentig meter, kon men niet veel schade aanbrengen aan de vijand. Maar in de loop van 1861 begon de wapenfabriek van Springfield een nieuw soort musketten te ontwikkelen Dit waren „rifled‟ musketten, dat betekende dat er aan de binnenkant van de loop spiraalvormige groeven zitten, zodat de kogel rondgedraaid wordt. Door de draaiende beweging van de kogel was er een betere stabiliteit en nauwkeurigheid. Daardoor kon een vijf keer zo lange afstand behaald worden. De eerstvolgende twee jaar werd een kwart miljoen van deze musketten verspreid. Deze nieuwe musketten hadden grote invloed op de oorlogvoering. De aanvallers moesten nu een veel langere afstand afleggen, daar deden ze dus ook langer over en daardoor hadden de verdedigers meer tijd om de tegenstanders neer te schieten, al voordat zij hen bereikten. De tactieken bleven echter hetzelfde en waren niet ingesteld op de verandering. Bij een aanval liepen de soldaten schouder aan schouder in een lange rij naast elkaar, dit had als voordeel dat ze de vijand in konden sluiten. Als ze snel genoeg doorliepen, konden ze bij de vijand komen zonder al te veel doden en gewonden op te lopen. Dat was tenminste zo bij de „smoothbore‟ musketten, maar bij de „rifled‟ musketten was het bereik aanzienlijk groter en de opstelling in een lange rij was juist niet meer handig, want op deze manier liepen de soldaten alleen maar meer kans om geraakt te worden, bovendien was het door de grote legers bijna niet meer mogelijk om een leger in de sluiten. Om toch met zo veel mogelijk man bij de vijandelijke linies te komen, werd bijvoorbeeld geprobeerd om sneller te marcheren, maar dat werkte niet omdat er nog steeds te veel tijd nodig was om de aftstand af te leggen. Het zou misschien gewerkt hebben als ze verder uit elkaar zouden lopen, maar dan zouden er problemen kunnen ontstaan met de communicatie.2 In de strips wordt niet gesproken over de musketten, maar het is wel zo dat kapitein Stark na een aanval met heel weinig mannen terugkomt. Dat wordt een stuk geloofwaardiger, als je weet dat door de nieuwe „rifled‟ musketten een directe aanval bijna onmogelijk was. 22 De musketten moesten na elke kogel weer opnieuw geladen worden, wat heel onhandig was. Want tijdens een aanval kun je daar niet ruim de tijd voor nemen en voor je het weet ben je zelf geraakt door een kogel. Het laden van een geweer is ook een enkele keer te zien in de strip. In de strips zie je geen beweging, dus valt het niet zo op dat een geweer na elk schot geladen moet worden, maar het is wel meerdere malen te zien dat een soldaat zijn geweer laadt. Het plaatje hiernaast is een voorbeeld, maar het komt in nog wel meer strips voor. bij het laden moest de kogel in de loop 2.2 geduwd worden. Daarvoor zat er onder de loop van het geweer een soort stok. Ook al is dat maar een heel klein detail, meestal werd dit wel getekend in de strips. Op de afbeelding hiernaast 2.3 is het te zien. Het is het uitstekende steeltje onder de plaats waar de bajonetten aan de musketten vastzitten. Op dit plaatje is het behoorlijk gedetaileerd getekend, maar soms is het alleen een streepje met een rondje aan het uiteinde, maar zelfs als het zo klein is wordt het toch getekend. In januari 1865 werd de Spencer‟s Cabine uitgevonden. hierdoor konden er meerdere kogels tegelijk in een geweer en hoefde er dus niet na elk schop opnieuw geladen worden. Een Zuidelijke soldaat zou de Spencer‟s ”het Yankee geweer, dat ze op zondag laden en de rest van de week mee schieten” genoemd hebben.3 In de strips komt het een enkele keer voor dat er een Spencer‟s Cabine of soortgelijk wapen gebruikt wordt. Een voorbeeld daarvan is hieronder te zien. Hier hoeft Chesterfield alleen een hendel heen en weer te doen en het musket is schietklaar. 2.5 2.4 Bij de geweren hoorden ook bajonetten. Dit zijn scherpe punten die aan de bovenkant van de loop van het geweer geplaatst konden worden. Als er dan geen kogel meer in het geweer zat, kon je er tenminste nog mee steken en door een bajonet werd het wapen nog gevaarlijker. 2.6 23 In de strips zijn de bajonetten vaak te zien. Het eerste wat Blutch en Chesterfield leren als ze net in het leger zitten is een bajonet op een geweer doen. Wanneer ze dat een keer gedaan hebben en met bajonet op het geweer een zandzak doorboord hebben zijn ze, volgens de sergeant, die hen traint, klaar om naar het front te gaan. De infanteristen hebben een schede aan hun 2.7 riem hangen voor de bajonetten. Dit wordt in de albums bijna altijd getekend. 2.8 Kanonnen: De kanonnen kunnen worden onderverdeeld in de lichte en de zware artillerie. De kannonnen van de lichte artillerie kunnen gemakkelijk verplaatst worden. Daardoor waren deze ook handig voor veldslagen. In de strips komen de lichte artillerie kanonnen redelijk vaak voor. Chesterfield en Blutch moeten de kanonnen ook wel eens zelf bedienen, maar dat is niet altijd een succes. Zo hebben ze bijvoorbeeld twee uur lang hun eigen infanterie beschoten en een kanon laten ontploffen. Later in de strips kunnen ze wel beter met kanonnen omgaan. De kanonnen worden goed weergegeven in de strips. Ook zijn handelingen zoals laden en afschieten regelmatig afgebeeld. De kanonnen in de strips lijken erg veel op de kanonnen in de tekeningen en foto‟s uit die tijd. Ze zullen dus wel goed kloppen met hoe het in de werkelijkheid was ook het laden en afschieten in de strips gebeurt zoals dat in het echt ook gedaan werd. Hieruit blijkt dat er van tevoren goed onderzocht is hoe een kanon eruit ziet en werkt. Zelfs kleine details zoals de emmer met kruid onder het kanon, zijn getekend. De kanonnen van de zware artillerie waren, zoals de naam eigenlijk al verklapt, een stuk groter en zwaarder. Daarom konden ze niet zo gemakkelijk verplaatst worden en werden ze vooral gebruikt op plaatsen, waar ze voor een langere tijd van nut zijn. Bijvoorbeeld bij een fort of aan de kust, voor het beschieten van schepen. Deze kanonnen komen minder vaak voor in de strips dan de lichte artillerie kanonnen, maar wanneer ze voorkomen klopt het uiterlijk van de kanonnen zeer goed. 2.12 2.11 24 2.9 2.10 Heel soms komt er ook nog een ander soort kanon uit de zware artillerie voor in de strips, maar dat is enkel ter decoratie. Deze kanonnen wogen meer dan 9000 kilo en vuurden kogels af van ongeveer 100 kilo.4 Deze kanonnen hebben geen wielen maar staan vast op een plateau en hebben een hendel in plaats van een touw om de kogels af te schieten. Bovendien is de loop van het kanon veel korter en dikker. In de strips komt het geen enkele keer voor dat deze kanonnen gebruikt worden. Daar zijn ze enkel ter decoratie van de afbeelding te zien. Ook al komt deze soort heel weinig voor in de strips, toch zijn de kanonnen zeer waarheidsgetrouw getekend. 2.13 2.14 Bij de kanonnen kwam ongeveer dezelfde ontwikkeling voor als bij de musketten: een gladde loop werd vervangen door de loop met spiraalvormige gleuven erin. Hoewel de „rifled‟ kanonnen een groter bereik hadden en harder schoten, bleven de „smoothbore‟ kanonnen tot het einde van de oorlog populair. Een „rifled‟ kanon had dan wel een voorsprong op een „smoothbore‟ kanon, tegen infanteristen was een „smoothbore‟ kanon beter. Een „rifled‟ kanon had meer bereik dan nodig was, aangezien de artillerist de vijand moet kunnen zien. Een kanon, wat meer dan drie kilometer ver kan schieten is niet nodig als de vijand op minder dan anderhalve kilometer afstand is.5 De kanonnen die gebruikt worden op de schepen vallen vaak ook onder de zware artillerie. Deze kanonnen hebben maar kleine wielen en staan vaak op een soort rails. Met een touw staat het kanon vast aan de rand van het schip, zodat het niet over het hele dek rijdt. Het lijkt misschien handig als het kanon helemaal geen wielen zou hebben, maar dat is het niet. Door de wielen gaat het kanon achteruit bij het afschieten en blijft het schip in balans. Bovendien kan het kanon een stukje naar achter gereden worden voor het laden. 2.16 2.15 25 dynamiet Tot nu toe komen de wapens redelijk overeen met de wapens die werkelijk in die tijd gebruikt werden, maar er is in een van de strips een fout gemaakt wat betreft de wapens. In nummer 16 worden namelijk dynamietstaven gebruikt om rotsen op te blazen en om de indianen de stuipen op het lijf te jagen. In die tijd bestonden dynamietstaven echter nog niet. 2.17 Voertuigen In een oorlog spelen naast wapens en manschappen natuurlijk ook de voertuigen een grote rol. En hoewel het qua voertuigen in het 22ste cavalerieregiment wel meevalt, komen Blutch en Chesterfield nog op veel andere plaatsen en komen ze ook in aanraking met veel andere voertuigen. Natuurlijk kunnen we niet elke koets en elke boot behandelen die we tegenkomen dus hebben we de meest opvallende geselecteerd. - De Merrimac - De Monitor - De David - De luchtballonnen - De dromedarissen - De Alabama De Merrimac De Merrimac was een schip van de Zuidelijken, een zogenoemde “ironclad”. Het schip is officieel gedoopt als de C.S.S Virginia, maar omdat het gebouwd was in dezelfde loods waarin ook zijn voorganger de Merrimac was gebouwd, werd het al snel bekend onder die naam. De eerste Merrimac was een schip van de Noordelijken, een stoomfregat waarvan de motoren in een slechte staat waren. Ze lag in een loods in Norfolk, buiten gebruik. Aangezien deze loods in een gebied lag dat vóór de Zuidelijken was, was deze loods al vlug verloren. Toen de Noordelijken gedwongen waren te vertrekken maakten ze de Merrimac onklaar en zette haar in brand. De Zuidelijken hadden echter weinig moeite om de motoren weer te reparen en alleen het bovenste gedeelte van het schip was door de brand verwoest. De Merrimac werd door de Zuidelijken omgebouwd. De hoogte van het schip werd verlaagd, zodat het laag te water zou liggen. Daarboven werd een citadel geplaatst met schuine muren, gemaakt van hout waarover ijzeren platen gelegd werden. In de citadel was plaats voor 10 kanonnen. 2.18 Het was niet echt een mooi gezicht. Toen het schip uitvoer, had het nog het meest weg van een drijvende schuur. En door de slechte staat van de motoren kon ze niet erg hard, verder was ze nog vreselijk onhandig, maar toch waren er maar 2 andere schepen ter wereld die een bedreiging voor haar waren. (Frankrijk en Engeland hadden beiden ook een „ironclad‟) De dag dat ze uitvoer, 8 maart 1862, begon ze onmiddellijk grote gaten te slaan in de noordelijke blokkade. Zo heeft ze de Cumberland (een 24-kanons, houten stoomzeilschip) en de Congress (een 50-kanons fregat) verwoest en liet de Minnesota vastlopen. Voor de 26 volgende dag was het plan de Minnesota te verwoesten en elk ander schip aan te vallen dat van plan was om in de buurt te blijven, maar toen kwam de Monitor.6 In het stripboek “De Blauwe Groentjes” worden Blutch en Chesterfield overgeplaatst naar de marine, ze komen op een zeilschip terecht die aangevallen wordt door de “Davidley” en daardoor zinkt. Vervolgens dienen ze op een stoomschip dat voor de kust defect raakt en door Zuidelijken kanonnen wordt opgeblazen, waarnaar ze overgeplaatst worden naar de Congress. Op dat schip zien ze voor het eerst de Merrimac die hun schip vervolgens verwoest, zodat ze voor de derde keer achtereenvolgens schipbreuk lijden. De Merrimac lijkt goed op de verschillende schilderijen en foto‟s die ervan in omloop zijn en vaart compleet met de geconfedereerde vlag. Ook de twee schepen die door de Merrimac worden verwoest worden in het stripboek genoemd, de Cumberland en de Congress. De Monitor Het duurde vele maanden voor de Zuidelijken om de Merrimac om te bouwen en de Noordelijken kregen er lucht van. Het departement van de federale marine zou zelf ook voor een ironclad moeten zorgen. John Ericsson kreeg als opdracht het schip te ontwerpen dat toen het klaar was, er net zo bizar uitzag als de omgebouwde Merrimac. Het had een lange, platte romp waarop in het midden een soortement toren geplaatst werd die kon draaien daarboven was een kleinere uitkijkpost naast de toren werd een (rook)pijp geplaatst. Het schip was net op tijd klaar en haastte zich van New York naar Cheaspeake meegenomen door een sleper aangezien geen van beide schepen geschikt was voor de open zee. De Monitor kwam laat in de middag om 8 mei aan, toen de Merrimac net terugkeerde naar de haven. En de volgende dag brak het gevecht tussen beide schepen aan. 2.19 Het gevecht duurde één dag en aan het eind van de dag was geen van de schepen erg beschadigd, aangezien ze beiden met ijzer waren bekleed en hun kanonnen op de schepen afketsten. Aan het eind van de dag trok de Merrimac zich terug op de Elizabeth rivier zonder dat de Monitor volgde. De Merrimac heeft geen schepen meer aangevallen, maar zorgde er wel voor dat de federalen wegbleven uit de James rivier.7 2.20 In “De Blauwe Groentjes” krijgen Blutch en Chesterfield te horen dat commandant Worden van de Monitor nog bemanningsleden zoekt en ze melden zich aan. Ook de Monitor klopt precies met de foto‟s en schilderijen die ervan in omloop zijn. Ze komen ‟s avonds aan op de plek waar de Cumberland en de Congress verwoest zijn en de volgende dag begint het gevecht met de Merrimac. Al vlug blijkt dat beide schepen bij elkaar geen schade kunnen aanrichten. Al raakt commandant Worden wel gewond door een kogel die de commandopost van de Merrimac raakt waardoor hij zijn gezichtsvermogen verliest. In de strip arriveert Blutch dan om te vertellen dat de Merrimac er aan komt om op hun in te rammen, waarnaar Worden het bevel geeft om achteruit te gaan en Blutch verordend in de commandopost te blijven en als zijn ogen te fungeren. Aan het eind van de strijd vlucht de Merrimac en staat er de volgende kop boven het plaatje: “Zo blijft de eerste strijd tussen gepantserde schepen onbeslist! Ze komen er allebei zonder ernstige averij vanaf. Ze kunnen elkaar niet vernietigen omdat ze even sterk zijn. De Monitor heeft 22 inslagen, waarvan twee in de commandopost, 9 op de koepel, 8 op de zijflank en 3 op ’t dek. De Merrimac heeft 20 inslagen maar z’n 27 pantser is niet doorboord. Er zijn maar 6 gewonden, waarvan (behalve Worden) niemand ernstig. *1 *2 *1: echt gebeurd! *2 er zijn heus wel scenaristen die authentieke geschiedkundige gegevens opsnorren!” De David De David is een duikboot gebruikt door de Zuidelijken. In de reeks wordt er met twee verschillende namen naar hem verwezen in “De Blauwe Groentjes” als de Davidley en in “The David” als de David. De David was niet de enige duikboot die de Zuidelijken in die periode hadden, uit dezelfde periode stamt ook de Hunley. De Hunley was een duikboot aangedreven door mankracht en ontworpen door een groepje particuliere ingenieurs, James McClintock, Baxter Watson en Horace Hunley. De Hunley is verscheidene keren gezonken en weer opnieuw opgebouwd. Het doel van de Hunley was natuurlijk om vijandelijke schepen aan te vallen, maar in de verscheidene proefritten zonk ze steeds voordat ze een vijandig schip bereikt had. In haar laatste tocht echter lukte het om de Housatonic tot zinken te brengen (dit was op 17 februari 1864). Er werden grote vuren aan de kust ontstoken om haar weer de weg te wijzen. Maar men zou er nooit meer iets van horen. Zoals eerder gezegd stamt de David uit dezelfde periode als de Hunley, maar in tegenstelling tot de Hunley werd de David niet op mankracht aangedreven, maar op stoom. Ook de David was ontworpen om met behulp van torpedo‟s noordelijke schepen tot zinken te brengen. De David was ook niet echt een duikboot, hij lag gewoon heel laag te water. Boven water was nog het dek zichtbaar, met daarop een grote pijp waarmee de rook werd afgevoerd. De David is ontworpen door Dr. Ravenal, die haar ontwierp om laag te water te liggen, zodat vijandelijke schepen onder de waterlijn getroffen konden worden en daardoor sneller zouden zinken. De David is het eerste schip van dit type dat een succesvolle aanval op vijandelijke schepen uitvoerde het verwoeste het federale slagschip de “New Ironsides.” Er werden verschillende Davids ontwikkeld, maar het is niet duidelijk hoeveel er precies waren, het maximum wordt op 50 geschat.8 In “The David” zien we aan het begin van de strip hoe een schip vernietigd wordt. De Noordelijken hebben geen flauw idee hoe het schip vernietigd werd en er wordt besloten dat er spionnen naar de Zuidelijken moeten worden gestuurd om te kijken wat er aan de hand is. Natuurlijk zijn dit Blutch en Chesterfield. Ze vermommen zich als Zuidelijken en spioneren in de loods waar de David wordt bewaard. Daar zien ze het schip liggen, een zuidelijke officier legt net aan Lee uit hoe het schip werkt. Het schip werkt op stoom en heeft 2.21 aan de boeg een lange spriet zitten. De David vaart naar het schip van de Noordelijken, wanneer de spriet het schip raakt ontploft de lading die daarop is vastgemaakt en keert de David weer terug naar de basis. Met deze informatie keren Blutch en Chesterfield terug en als verdedigingsmiddel fabriceren de Noordelijken een schip waarvan de romp volledig bedekt is met metalen platen, in de hoop dat de lading niet sterk genoeg is om daar doorheen te boren. Dit plan lukt en de Noordelijken geloven dat er nu geen enkel schip van de Zuidelijken meer door de blokkade kan komen. Het uiterlijk van de David in het album klopt algemeen met die getoond wordt in de foto, hoewel de foto wel heel onscherp is. Wat opvalt is dat er in de boeken die we hebben geraadpleegd en ook op internet er maar heel weinig informatie te vinden is van de David. Het was dus moeilijk om te bepalen of de David zoals die getoond is in het stripalbum, wel met de werkelijkheid klopt. Wel is het duidelijk dat in het album de David wordt 28 gepresenteerd als een eenmalig verschijnsel, er wordt geen melding gemaakt van de talloze pogingen van de Zuidelijken om de noordelijke blokkade met verschillende typen schepen aan te vallen ook niet van de andere duikboten die in die tijd bestonden of in ontwikkeling waren. Aangezien er vermeldt wordt dat de David als eerste een succesvolle aanval op een noordelijk schip heeft gepleegd, zou de geschokte reactie zoals die in het album getoond wordt dan wel te verklaren zijn. Maar er is een ding dat wel heel onrealistisch is in dit album, en dat is de gigantische knal waarmee het schip ontploft dat door de David aangevallen wordt, een ontploffing van die omvang zou ook de David zelf hebben verwoest. De luchtballon De Noordelijken maakten gebruik van een revolutionaire manier van verkennen. In hun U.S. Balloon Corps geleid door professor Thaddeus Lowe maakten ze gebruik van drie luchtballonnen. Deze ballonnen werden gebruikt om het slagveld te overzien en de bewegingen van de Zuidelijken te rapporteren. 2.22 Een bemanning van dertig tot vijftig man was ongeveer drie uur bezig met speciale gasgeneratoren om een ballon volledig op te blazen. Vanwege het gevaar van Zuidelijke beschietingen werden de ballonnen een heel eind van het front opgelaten en kon men dus alleen verslag uitbrengen met een lange-afstands gezichtspunt. Professor Lowe ging zelf altijd omhoog, vaak vergezeld door staf officieren of bevelhebbers. De ballon werd altijd vastgehouden door een lange rij mannen die een touw vasthielden, maar een keer brak die verankeringlijn en verhinderde enkel een verandering van wind dat generaal Porter naar zuidelijk gebied geblazen werd.9 In “De Hoogvliegers Van De Cavalerie” wordt de ballon geïntroduceerd. In de strip is dit de eerste keer dat een ballon in de oorlog wordt gebruikt. Maar in tegenstelling tot het 2.23 verhaal van de Merrimac en de Monitor waarbij de gebeurtenissen in de strip bijna naadloos aansluiten op die in de geschiedenisboeken wordt er in nummer 8 “De Hoogvliegers van de Cavalerie” naar hartenlust geïmproviseerd om het verhaal aantrekkelijker te maken. Zo zijn er al enkele verschillen tussen de ballonnen die we hebben gezien op de foto‟s en die in het stripboek. Op de foto‟s is duidelijk te zien dat de ballon in bedwang wordt gehouden door een lange rij mannen die allemaal een touw vasthouden, dat ter controle ook nog eens aan een boom is gebonden. In het stripboek wordt de ballon omhoog getakeld met een soortement takel die vastzit aan een wagen gevuld met zandzakken. Verder zijn er ook zandzakken aan de mand gebonden en zelfs een anker, hoewel daar op de foto‟s geen sprake van is. Logisch natuurlijk, want de ballon gaat alleen omhoog en naar beneden en heeft helemaal geen anker nodig. Verder is het gebruik van de ballon aangepast om het verhaal spannender te maken. In “De Hoogvliegers van de Cavalerie” is er geen enkele soldaat die in de ballon omhoog durft te gaan (professor Lowe, die altijd zelf omhoog ging is in geen velden of wegen te bekennen). Blutch en Chesterfield worden misleid om een contract te tekenen waardoor ze een “verhevener positie” verkrijgen. Dit komt dus al niet meer overeen met wat we 2.24 hebben gevonden in de boeken die we hebben 29 geraadpleegd, daarin was het altijd professor Lowe zelf (het hoofd van de Balloon Corps), soms begeleid door een officier die omhoog in de ballon ging en niet twee gewone soldaten. Hoewel dit nog wel geloofwaardig is (het is best te begrijpen dat niemand in zo‟n ballon durft te stappen en dat de staf daarom twee stommelingen dwingt om in de ballon te gaan) de rest van de gebeurtenissen zijn dat niet. Zoals hierboven staat vermeld werden de ballonnen altijd ver van het slagveld opgelaten om beschietingen door de Zuidelijken te voorkomen, maar dit is natuurlijk niet spannend genoeg voor het verhaal. Dus komen Blutch en Chesterfield in de lucht in een kruisvuur terecht, waar de kanonskogels hen om de oren vliegen. Uiteindelijk worden ze geraakt en storten ze neer. Dit lijkt ons hoogst onwaarschijnlijk, aangezien het niet goedkoop geweest zal zijn om zo‟n luchtballon te kopen en te onderhouden en ze er zeker wel voorzichtiger mee hebben omgesprongen. Maar het wordt nog ongeloofwaardiger: de Zuidelijken doen een aanval op de ballon en een officier slaagt erin het touw door te snijden. Blutch en Chesterfield drijven weg in de richting van de Zuidelijken, maar door een gelukkig toeval ontdekt Blutch dat de ballon stijgt wanneer je zandzakken gooit en dat hij daalt wanneer je gas laat ontsnappen door het ventiel. Met deze informatie besluiten Blutch en Chesterfield te proberen door met behulp van de ballon kapitein Stark te bevrijden die door de Zuidelijken gevangen is genomen. Ze doen dit in het midden van de nacht, in het pikkedonker, en slagen er niet alleen in om het kamp van de Zuidelijken te bereiken, maar ook om Stark te bevrijden en dan weer terug te vliegen. Aangezien het onmogelijk is om ook maar iets te onderscheiden vanaf een luchtballon in het donker en de luchtballon eerst met de wind mee naar het kamp van de Zuidelijken vloog en daarna op magische wijze met de wind tegen weer het kamp van de Noordelijken bereikt vinden wij dit zeer ongeloofwaardig. Wij denken dan ook dat Cauvin in dit album het belang van een goed verhaal voorop liet staan, ten koste van historische waarheden en natuurwetten. De dromedarissen In 1836 stelde majoor George H. Crossman voor om kamelen te gebruiken in het zuidwesten van Amerika aan de “United States War Department”. Dit woestijngebied had een afschuwelijk klimaat en een ontoegankelijk terrein, wat een grote tol eiste van de paarden en muilezels die daar gestationeerd waren. Crossman‟ argumenten waren dat kamelen sterker waren, geduldiger bij het lossen en laden en konden leven op maar heel weinig water, voedsel en rust. Hun voeten waren uitermate geschikt voor moeilijk terrein en ze hadden geen hoefijzers nodig. Jefferson Davis, een senator uit Mississippi raakte overtuigd van de waarde van kamelen voor het leger en toen hij was aangesteld als de secretaris van oorlog (secretary of war) in 1852 beviel hij het gebruik van kamelen aan bij het congres. 3 maart 1852 stelde het congres 30.000 dollar beschikbaar voor het kamelenproject. Het schip, de U.S.S. Supply voer uit om in Noord-Afrika kamelen te zoeken en keerde 29 April 1856 weer terug met 32 kamelen plus een kalf dat onderweg geboren was. De dieren werden naar Camp Verde gebracht, daar werden enkele experimenten gedaan met de dieren om te testen of ze bruikbaar waren voor het leger. Er werd vastgesteld dat kamelen zonder probleem 600 pond konden dragen, dat ze mijlen konden lopen zonder water en dat ze zowat elke plant aten. Een jaar later arriveerden nog 41 kamelen in Amerika. Hoewel de kamelen zeer nuttig bleken hadden de soldaten er niet veel mee op. De kamelen stonken verschrikkelijk, paarden en ezels waren bang voor hen en de kamelen bleken te spugen en te bijten. In de volgende jaren werden de kamelen getest. Ze moesten lange reizen door Texas en Californië ondergaan samen met ezels ter vergelijking. Luitenant Beale die met 25 kamelen door Californië trok was zeer onder de indruk van de dieren. In zijn logboek schreef hij het volgende: “My admiration for the camels increases daily. The harder the test, the more fully they seem to justify all that is said about them. ”They pack water for others for days under a hot sun and never get a drop. They pack heavy 30 burdens of corn and oats for months and never get a grain. They eat worthless shrubs and not only subsist, but keep fat.”10 In 1858 stelde de toenmalige secretaris van oorlog voor om nog 1000 kamelen aan te schaffen, maar het congres was te druk bezig met de problemen tussen Noord en Zuid en de kamelen werden vergeten. In 1863 werden de dieren geveild, de meeste gingen naar dierentuinen en circussen of werden gekocht door mijnen, maar een paar gingen naar particulieren, waaronder ook Beale zelf. 14 kamelen werden gestolen door een spion van de Zuidelijken en 1 kameel werd gekocht door een kapitein van de infanterie die het dier gebruikte om de bagage te dragen van de gehele compagnie.11 In “De Blauwen en Bulten” krijgt Stillman het idee om kamelen te gebruiken in de oorlog, doordat er grote problemen zijn met de munitie bevoorrading vanwege het slechte weer. Er wordt een vermelding gemaakt van Wayne die in 1856 een uitgebreide studie maakte en het gebruik van kamelen aanbeval. Echter, er wordt gezegd dat in de discussie die hierop volgde de tegenstanders wonnen en dat er daarna nooit meer een woord is gesproken over de kameel. In de strip heeft Stillman zes dromedarissen gekocht met een begeleider en krijgen Blutch, Chesterfield en luitenant Lovelace de dieren op te halen, te trainen en een logboek bij te houden over hun vorderingen. Aanvankelijk zijn Blutch en Chesterfield vol 2.25 afschuw over de dieren, maar ze ontdekken al snel hoe nuttig ze zijn, maar luitenant Lovelace blijft negatief over de dieren. Wanneer hij hoort dat de generaals in aantocht zijn om te inspecteren, vernietigt hij het logboek van Blutch en laat hij de dromedarissen ontsnappen zodat ze de paarden van de generaals laten schrikken. Dit rijmt overduidelijk totaal niet met de werkelijke gebeurtenissen, de kameel is amper gebruikt tijdens de oorlog, maar hier wordt de suggestie gewekt dat dit de eerste keer is dat er met kamelen geëxperimenteerd wordt. De bevindingen van Blutch kloppen dan weer wel; dat kamelen stinken, dat paarden van ze schrikken, dat ze sterk zijn, dat ze door drassige gebieden kunnen lopen en zelfs zwemmen. Verder in het album worden de kamelen in de steek gelaten en vervolgens overgenomen door de Zuidelijken die daardoor eerder een heuvel weten in te nemen dan de Noordelijken, omdat ze de kamelen gebruikten. Blutch en Chesterfield helpen de kamelen te bevrijden en wijzen hun begeleider de weg naar de woestijn. De Alabama De Alabama was een slagschip van de Zuidelijken dat was gebouwd in Engeland. Het was een zogenaamde “Commerce Raider”. Deze schepen moesten de handelsvloot van de Noordelijken 2.26 aanvallen en zo hun economische positie verzwakken. Ze werden gebouwd in Engeland zonder dat Washington daar iets tegen kon doen, de schepen werden namelijk gebouwd als snelle handelsschepen, die pas werden bewapend en een oorlogskarakter kregen nadat ze Engelse wateren verlaten hadden. Washington had dus geen legale reden om de bouw en aflevering van deze schepen te voorkomen. De Alabama was de meest gevreesde en het succesvolste schip van de Zuidelijken, in totaal versloeg ze 64 schepen. Haar kapitein was Raphael Semmes.12 Het einde van de Alabama was de meest dramatische van alle commerce raiders. Ze werd achtervolgd door de Kearsage en uiteindelijk ingehaald voor de kust van Frankrijk. Daar cirkelden de schepen voor bijna een uur om elkaar heen. De Kearsage was beschermd voor kanonnen in tegenstelling tot de Alabama, die het dan ook moest ontgelden toen er vanaf 31 een korte afstand geschoten werd. Ze zonk en haar bemanning werd opgepikt door sympathieke toeschouwers van het gevecht. Na haar verwoesting had de Alabama nog belangrijke consequenties voor Engeland. Na het einde van de oorlog uitten de Verenigde Staten formeel een klacht tegen Engeland, omdat ze de bouw van Geconfedereerde schepen op hun bodem permitteerden, met name de Alabama. De Verenigde Staten wilden compensatie krijgen van Engeland voor de schade die de schepen veroorzaakt hadden, dit werd bekend onder de naam de “Alabama Claims”. Later probeerden zelfs enkele mannen uit Washington om de “Alabama Claims” te gebruiken om het Engelse gezag in Canada teniet te doen. Een internationaal tribunaal moest er aan te pas komen en die verklaarde dat Engeland de Verenigde Staten vijftien miljoen dollar schuldig was wegens ongepast gedrag.13 In “Duel in het kanaal” maken Blutch en Chesterfield deel uit van de bemanning van de Kearsage. Ze schepen juist af in Amsterdam en in een kroeg vertelt Blutch aan de andere matrozen hoe het komt dat ze van de cavalerie naar de marine zijn verplaatst. 2.27 (McClellan beging een blunder en zij kregen er de schuld van) Ondertussen krijgt de kapitein het bericht dat de Alabama in de buurt is en koerste in de richting van Cherbourg. De Kearsage vertrekt een uur later en zet de achtervolging in. Ze halen de Alabama in en het gevecht begint. De Kearsage maakt water, een lek, maar het is te dichten. Ondertussen geeft de kapitein het bevel recht op de Alabama af te koersen. Ze draaien net op tijd bij, zodat de schepen elkaar zo dicht mogelijk passeren. Op dat moment schieten ze beide hun kanonnen leeg. De Alabama zinkt, de Kearsage wint. Het gevecht zoals het beschreven wordt komt bijna letterlijk overeen met wat we in de boeken hebben gevonden, behalve dan dat de gebeurtenissen elkaar sneller opvolgen. Ook de schepen zijn met veel moeite zo accuraat mogelijk getekend. Wij hebben niet de Kearsage apart behandeld, omdat er over dat schip veel minder te vinden was, deze is in feite enkel bekend vanwege het feit dat hij de Alabama tot zinken bracht. 32 Deelconclusie Toen we begonnen met het verdelen van de deelvragen, besloten we om de twee onderwerpen wapens en voertuigen samen te voegen. We dachten dat het maar twee kleine onderwerpen waren die we gemakkelijk in één deelvraag zouden kunnen beantwoorden. Nu we klaar zijn met het beantwoorden van de deelvragen bleek het toch meer te omvatten dan we aanvankelijk dachten. De wapens zijn zeer waarheidsgetrouw weergegeven, er wordt veel gelet op details. Bijvoorbeeld worden de schedes voor de sabels en de bajonetten bijna altijd getekend. En zelfs de stok die gebruikt wordt om de musketten te laden wordt zeer vaak getekend, altijd eigenlijk behalve als het geweer zo klein is dat je het niet meer zou kunnen onderscheiden. Dit is zeer opvallend, omdat dit maar zo‟n klein detail is. De andere wapens, zoals de kanonnen, worden ook altijd weergegeven zoals we ze zijn tegengekomen op de verschillende schilderijen en foto‟s uit die tijd. Ook de voertuigen worden altijd zeer accuraat getekend met veel oog voor details. Lambil steekt hier ook veel tijd in, zo heeft hij voor in “Duel In Het Kanaal” een model van de Kearsage geleend om alle details zo goed mogelijk te onderzoeken en heeft hij zelfs met een camera foto‟s gemaakt van de verschillende invalshoeken op het schip. Zodat hij afbeeldingen vanuit een bepaald perspectief kon tekenen. Het blijkt nu wel dat het uiterlijk van de voertuigen altijd met veel aandacht voor detail worden weergegeven. Echter, de acties van die voertuigen worden met meer fantasie beschreven. Dit is te zien bij de avonturen met de luchtballon en de experimenten met kamelen. Dit komt doordat, in tegenstelling van de weergave van voertuigen, hun acties van invloed zijn op het verhaal en een scenarist probeert zijn verhaal altijd spannend of grappig te houden, of hij daarmee nu trouw is aan de historische werkelijkheid of niet. Het is wel duidelijk dat er goed onderzoek is gedaan naar zowel de wapens als de voertuigen gebruikt in de Amerikaanse Burgeroorlog. Hoogstwaarschijnlijk, omdat het uiterlijk van de leefwereld van de Blauwbloezen van geen invloed is op de spanningsboog van het verhaal waardoor dit zo precies mogelijk kan worden weergegeven. 33 “Te land, ter zee… en ergens anders” De veldslagen De veldslagen zijn een belangrijk onderdeel van de strips. Vaak gebruiken Lambil en Cauvin de veldslagen om te laten zien hoe slecht de oorlog is. Soms bestrijkt een veldslag maar enkele plaatjes. In dat geval wordt de naam van de veldslag meestal ook niet gegeven en zijn die veldslagen waarschijnlijk niet gebaseerd op echt veldslagen die echt hebben plaatsgevonden. Maar soms wordt de naam van de veldslag wel genoemd, twee veldslagen zullen we hier bespreken, namelijk de slag bij Bull Run en de slag om Vicksburg. Bull Run De eerste slag bij Bull Run is de meest uitgewerkte veldslag. Er is zelfs een heel stripboek aan gewijd.1 De slag bij Bull Run was de eerste grote slag van de Burgeroorlog. Dit speelde zich af op het westelijk front. Het doel van het Noorden was het bereiken van de Zuidelijke hoofdstad Richmond en de Zuidelijken wilden de Noordelijke hoofdstad Washington bereiken. Het Noorden dacht dat met deze slag de Burgeroorlog voorbij zou zijn. Ze waren er ook van overtuigd dat ze zouden gaan winnen, maar het pakte anders uit. Noordelijke reporters, congresleden en andere burgers waren aanwezig om de veldslag te bekijken.2 Ook in de strip vragen de congresleden aan Lincoln of ze, samen met hun gezin, bij de slag aanwezig mogen zijn. Een groot verschil is dat de burgers in de strip op den duur bijna meedoen aan de slag. 3.1 In het echt bleven ze uiteraard op een veilige afstand, maar waarschijnlijk zou dat niet grappig genoeg zijn. Het verloop van de strijd klopt wel redelijk met de werkelijkheid. Eerst lijken de Noordelijken te winnen, ze kunnen de Zuidelijken terugdringen tot over de „Stone Bridge‟ (in strip stenen brug) en ook de linkerflank van de Zuidelijken werd teruggedrongen. maar de Zuidelijken krijgen versterking en verslaan de Noordelijken. Het klopt ook dat veel sodaten hadden getekend voor 3 maanden en dat het contract afliep op de dag van de slag bij Bull Run, maar in de strips wordt dit nogal overdreven weergegeven. Hierbij willen de soldaten precies om drie uur weggaan, maar worden teruggestuurd door een generaal. De trompeter was zelfs al in burgerkleding, maar hij werd toch gedwongen weer terug te keren naar het slagveld. Er is nog iets in de strip, wat absoluut niet klopt. De Zuidelijken maakten tijdens deze slag honderden gevangenen. In de strip wordt Chesterfield ook gevangen genomen, maar daar zorgt Blutch ervoor dat alle gevangenen kunnen ontsnappen. Dit klopt dus niet volgens de bronnen die wij geraadpleegd hebben. Sommige aspecten van deze slag zijn wel goed weergegeven en andere zijn veranderd voor een beter verhaal. 34 Vicksburg: 3.2 Vicksburg was in handen van de Zuidelijken, maar de Noordelijken wilden Vicksburg, ook wel de sleutel tot de Mississippi genoemd, in bezit nemen, want dan hadden ze controle over de Mississippi en werd het Zuiden in tweeën gesplitst. Generaal Grant voor de Noordelijken stond tegenover Pemberton voor de Zuidelijken. Al vanaf midden oktober 1862 deed generaal Grant verschillende pogingen om Vicksburg in te nemen. De eerste Vicksburg veldtocht duurde van 2 november tot en met 20 december 1862. Deze poging tot de inname van Vicksburg mislukte, vooral door de zuidelijke cavalerie. 14 en 15 maart 1863 probeerde kapitein Porter via Steele‟s Bayou Vicksburg te bereiken, maar dat lukte ook niet. Bij de tweede veldtocht bij Vicksburg, die drie maanden duurde, werd het zuidelijke fort uiteindelijk ingenomen door de federalen. Toevallig zijn Blutch en Chesterfield ook bij de slag om Vicksburg. Het wordt niet duidelijk gezegd dat het om het eerste beleg van Vicksburg gaat, maar dat is wel het meest voor de hand liggende, want de lengte van de belegering klopt wel ongeveer. In totaal heeft de belegering van Vicksburg bijna zeven weken geduurd. Als de strip begint is het beleg al zes weken bezig en de gebeurtenissen daarna zouden best wel in een week gebeurd kunnen zijn. Aan het einde van de strip besluiten ze ook om af te wachten, al is het hier omdat de Pemberton een gijzelaar heeft, namelijk de afgezant van de president. Dit klopt absoluut niet. Het beleg stopte niet doordat Pemberton een gijzelaar had. Bovendien is de afgezant van de president, die de opdracht had gekregen te kijken hoe het zat met het alcoholisme van Grant, nooit gijzelaar geweest. Aan het begin van het stripboek wordt vooral duidelijk gemaakt dat er veel gewonden 3.3 en doden zijn. Grant heeft een idee om 35 Vicksburg in te nemen zonder dat er nog veel gewonden zullen vallen. Hij wil vlak onder de heuvel waar de Zuidelijken zich bevinden een ruimte uitgraven, volstoppen met kruit en vervolgens de lucht in laten vliegen. Daarom worden de nog gezonde manschappen ingezet om een tunnel te graven. Als die tunnel eenmaal klaar is en vol met kruid, krijgen Pemberton en zijn mannen de kans om zich over te geven, want anders zullen ze de lucht invliegen. Ze krijgen een nacht bedenktijd, maar in die nacht halen de Zuidelijken al het kruit weg en als Grant het kruit aansteekt gebeurt er niets. Het leek er eerst op dat het hele verhaal van de tunnel verzonnen was, want bijna nergens werd gesproken over de tunnel van Vicksburg. Toch is er echt een tunnel gegraven onder de plaats waar de Zuidelijken zaten.3 Zowel in de strip als in het echt waren de Zuidelijken op de hoogte van de werkzaamheden aan de tunnel, maar in het echt deden ze meer moeite om de werkzaamheden tegen te werken. Ze gooiden bijvoorbeeld hand granaten, rolden granaten met aangestoken lont naar beneden vlak voor de opening van de tunnel. Het is ook helemaal niet logisch dat je rustig blijft zitten als je weet dat je binnenkort in de lucht kan vliegen als je niets doet. Uiteindelijk doen de Zuidelijken ook wel iets: ze graven een gat naar de tunnel toe en halen het kruit weg, waardoor het idee mislukt. Maar in werkelijkheid was het wel gelukt om het kruit te laten ontploffen. Daarna was het fort een enorme puinhoop. Zeeslagen Slag om de Merrimac en de Monitor 8 maart 1862 waren de aanpassingen aan de voormalige U.S.S. Merrimac, maar nu omgedoopt tot de C.S.S. Virginia compleet. Ze verliet de loods waarin ze gebouwd was voor, wat de bemanning dacht dat het zou zijn, een proefrit. Maar al vlug begon ze aan het echte 3.4 werk. Vijf schepen van de Unie bewaakten de uitmonding van de James River: De Minnesota, Roanoke, St. Lawrence, Congress en de Cumberland. De St. Lawrence, Congress en de Cumberland waren zeilschepen. De Minnesota en de Roanoke waren stoomschepen. Er waren al weken geruchten dat de Merrimac, want zo bleven de Noordelijken haar noemen, haar haven zou verlaten. De dag dat de Merrimac kwam, 8 maart, richtte ze haar aandacht eerst op de Cumberland, ze schoot verschillende kogels af tegen zijn flank en ramde hem vervolgens, zodat er een groot gat ontstond in zijn romp. De Cumberland zonk. Onderwijl schoten de Cumberland en de Congress constant kogels naar de Merrimac, maar die hadden geen enkel effect. Ze ketsten simpelweg af. Dit was niet helemaal waar, twee kanonnen waren onbruikbaar 36 gemaakt door de kogels en veel van wat op het dek stond was weggeschoten, maar er was inderdaad geen blijvende schade veroorzaakt. Nadat ze de Cumberland gezonken was, richtte de Merimac haar aandacht op de Congress. Ze schoot enkele malen op de hulpeloze Congress, die schoten veroorzaakten branden op het schip die uiteindelijk de kruitvoorraad bereikten en het schip opbliezen. De Minnesota deed een poging om haar medeschepen te helpen, de Merrimac richtte vervolgens zijn aandacht op haar, maar kon de Minnesota niet bereiken vanwege zijn diepe ligging. Vervolgens besloot de Merrimac om het zo te laten voor vandaag en keerde terug naar de haven, om de rest van de schepen tot morgen te bewaren.4 Twee schepen van de marine waren verslagen in slechts een paar uur. Dit zorgde voor de nodige paniek in Washington, veel mannen begonnen te twijfelen aan de Monitor, het schip van de Noordelijken dat was ontworpen als een reactie op de Merrimac. Ze waren bang dat de Monitor niet sterk genoeg zou blijken of niet op tijd aan zou komen. Maar ze was op tijd. De Monitor kwam aan in de nacht van 8 op 9 maart toen de Merrimac al teruggekeerd was naar de haven. De bemanning was uitgeput door een storm waar ze kort daarvoor door gevaren waren en die de Monitor bijna tot zinken had gebracht.5 Op de ochtend van 9 maart ontdekten de bemanningsleden van de Merrimac verbaasd dat er een vreemd, plat schip naast de Minnesota lag. Vervolgens kwam de Monitor op hen af varen en begon zijn kannonnen leeg te schieten op de Merrimac. Voor twee uur cirkelden de schepen om elkaar heen, elkaar onderwijl bestokend met kogels. Geen van beiden kon de bepantsering van het andere schip doorboren. Vervolgens probeerde de Merrimac de Monitor te rammen, maar dit mislukte. Op dit punt waren de motoren van de Merrimac, die toch al niet veel voorstelden bijna compleet uitgeput. Ze werd steeds moeilijker om te besturen. De Monitor probeerde vervolgens om de Merrimac te rammen en zo haar propeller uit te schakelen, maar miste. Een kogel van de Merrimac sloeg in de uitkijkpost van de Monitor en verwondde zo de kapitein. De Monitor stopte het gevecht even. De Merrimac, uit vrees om weer vast te lopen stoomde terug de rivier op. Beide schepen dachten dat ze het gevecht gewonnen hadden, maar het was in feite gelijk spel.6 In “De Blauwe Groentjes” nemen Blutch en Chesterfield deel aan het gevecht tussen de Merrimac en de Monitor. Eerst maken ze deel uit van een van de schepen die als eerst in contact komt met de Merrimac, ze zien voor hun ogen hoe de Cumberland tot zinken wordt gebracht. Dit komt volkomen overeen met wat we onderzocht hebben. De Merrimac vuurt eerst enkele kogels af en ramt daarna de Cumberland. Vervolgens vuurt het schip waarop Chesterfield en Blutch dienen één enkele kogel af, op eigen initiatief van Chesterfield. Die kogel wordt door de Merrimac meteen beantwoord met een kanonsschot. Vervolgens richt de Merrimac zijn aandacht op de Congress en je kunt duidelijk zien hoe de Congress vervolgens in brand staat. Wat er hierna gebeurd klopt niet. Het schip waarop Blutch en Chesterfield dienen, een stoomschip, probeert te ontsnappen. Waarop de Merrimac het vuur opent op het schip. Iedereen aan dek sterft (Blutch en Chesterfield waren op het moment benedendeks) vervolgens loopt het schip aan de grond, Blutch kan horen dat de ketel op ontploffen staat en de beide soldaten rennen voor hun leven. Dit komt niet overeen met wat we gelezen hebben in de geschiedenisboeken, waarin duidelijk staat dat enkel de Congress en de Cumberland vernietigd worden en dat de Minnesota alleen maar vastloopt. Vervolgens schepen de twee vrienden zich in op de Monitor. Het gevecht tussen de Monitor en de Merrimac wordt maar heel kort beschreven. Je ziet hoe de twee schepen elkaar bestoken met kanonnen, maar dat geen van de twee enig vat heeft op de andere. Vervolgens wordt er op de commandopost van de Monitor gericht waarop commandant Worden gewond raakt. Dit klopt, er wordt echter een verkeerde volgorde van de gebeurtenissen aangehouden. In werkelijkheid probeerden de twee schepen elkaar eerst te rammen waarop vervolgens Worden gewond raakte. In het stripboek raakt Worden eerst 37 gewond, waarop de Monitor bijna geramd wordt doordat de officieren geen aandacht meer besteden aan de Merrimac. Vervolgens staken beide schepen het vuren. Slag tussen de Alabama en de Kearsage 11 juni 1864 arriveerde de C.S.S. Alabama bij Cherbourg in Frankrijk. Op 12 juni 1864 lag de U.S.S. Kearsage voor anker in de Schelde, bij Vlissingen. Plotseling werden alle mannen van het schip opgeroepen om terug aan boord te komen, de Kearsarge zou onmiddellijk uitvaren. De kapitein had net bericht gekregen dat de Alabama een dag van te voren te haven was gegaan in Cherbourg en hij wilde onmiddellijk vertrekken om de Alabama uit te dagen. Twee dagen later kwam de Alabama aan bij Cherbourg waar het schip van de Geconfedereerden nog steeds lag. De Kearsage begon vervolgens de doorgangen van de haven te bewaken totdat ze bericht kregen van kapitein Semmes (de kapitein van de Alabama) dat hij van plan was te vechten. Donderdag, vrijdag werden er voorbereidingen getroffen op de Kearsage voor het aankomende gevecht. Ook werden berichten vernomen van de voorbereidingen die plaatsvonden op de Alabama. Op zondag de 19de, toen de Alabama al niet meer werd verwacht, kwam ze plotseling de haven uit varen. Recht op de Kearsage af. Vervolgens stoomde de Kearsage op de zee af, gevolgd door de Alabama. Kapitein Winslow (kapitein van de Kearsage) had de Franse admiraal beloofd te vechten buiten de Franse vaarwateren. Toen de Kearsage zo‟n 7 mijl van de kust af was draaide ze en begonnen de twee schepen om elkaar heen te cirkelen. Beide schepen openden het vuur op elkaar, ondertussen probeerde kapitein Winslow om dichter bij de Alabama te komen, maar kapitein Semmes was vastbesloten om afstand te bewaren. De beschietingen van de Alabama waren vlug achter elkaar en wild, ze verbeterden naarmate het gevecht vorderde. De beschietingen van de Kearsage waren weloverwogen en al vanaf het begin verwoestend voor de Alabama. Behalve één serieus schot van de Alabama, die drie bemanningsleden van de Kearsage verwondde, raakte verder niemand gewond aan boord van de Kearsage. Het was zeer bijzonder dat er zo weinig gewonden vielen op de Kearsage aangezien de Alabama onafgebroken kogels bleef afvuren. Zelfs toen de Alabama door de precieze schoten van de Kearsage vaart moest minderen, bleef ze onafgebroken vuren. Op dit moment hadden de beide schepen hun zevende ronde volbracht en begonnen aan de achtste toen de Alabama plotseling alle zeilen bijzette en afkoerste op de Franse kust. Twee grote gaten gaapten in het schip waardoor water naar binnen stroomde. De Kearsage volgde en bespoedigde met een paar welgerichte schoten het zinken van de Alabama. De Alabama gaf zich over, na een gevecht dat één uur en twintig minuten geduurd had. De mannen die niet konden zwemmen en de officieren van de Alabama namen plaats in de reddingsboten de rest van de mannen en kapitein Semmes sprongen overboord. De Kearsage nam een aantal gevangenen waaronder kapitein Semmes en enkele officieren, verder werden de mannen opgepikt door boten uit Frankrijk.7 3.5 38 In “Duel In Het Kanaal” maken Blutch en Chesterfield deel uit van de bemanning van de Kearsage. Over het algemeen wordt het gevecht goed weergegeven, maar er zijn wel enkele fouten. Zo lijkt 17 juni de datum die genoemd wordt waarop de strijd tussen de Kearsage en de Alabama begint. Verder wordt de omcirkeling door beide schepen wel heel mooi weergegeven, en ook de bewering van de kapitein van de Alabama, dat hun romp versterkt is met stalen platen, klopt. Wat alleen wel vreemd is, is het einde van het gevecht. In de strip komt de Kearsage plotseling recht op de Alabama af varen, draait op het laatste moment, zodat beide schepen vlak naast elkaar komen te liggen en opent dan het vuur. Beide schepen schieten al hun kannonnen leeg. Vervolgens zinkt de Alabama (en hier wordt wel als datum 19 juni gegeven) wat echter niet klopt is dat aan het dek van de Kearsage vele doden liggen, terwijl er in werkelijkheid maar drie gewonden waren. Verder worden er ook geen gevangenen gemaakt door de Kearsage, maar zet het schip meteen koers naar Amsterdam om de schade te herstellen. Ook schijnt de dokter overleden te zijn in de strip, hoewel de informatie die we hebben gebruikt het verslag is van de dokter van de Kearsage. Andere gebeurtenissen Oproer in New York: Eerst was het leger afhankelijk van vrijwilligers, die zich meestal voor drie jaar inschreven. Als er weer nieuwe soldaten nodig waren voor het leger stelde de regering voor elke staat een quota op van een bepaald aantal vrijwilligers waaraan ze moesten voldoen. Elke staat maakte weer quota voor elk afzonderlijk district. Als een district of staat genoeg vrijwilligers had, zou er niet geloot worden voor verplichte dienst. Aangezien de lotingen zeer impopulair waren, deed elke staat, stad en dorp zijn haar best om genoeg vrijwilligers te krijgen. Daardoor kreeg iedere vrijwilliger een premie bij het inschrijven. De staat gaf een bepaald bedrag, de afzonderlijke steden deden daar ook nog wat bij en de federale overheid gaf ook nog een deel. In sommige plaatsen kon de premie oplopen tot zo‟n duizend dollar.8 Dit had enorme kosten ten gevolg en bovendien kwamen er „Bounty Jumpers‟, dat waren mannen die zich inschreven, de premie in ontvangst namen, bij de eerst beste mogelijkheid deserteerden en daarna ergens anders onder een andere naam weer inschreven. Aan het eind van nummer 45 komt ook zo‟n „Bounty Jumper‟ voor. hij neemt de beloning in ontvangst en al voordat hij naar het leger gaat probeert hij te ontsnappen, dit lukt echter niet en hij zal toch echt 3.6 naar het leger moeten. De loting was vooral erg impopulair bij de onderlaag van de bevolking, doordat je je kon vrijkopen met 300 dollar. Voor rijke mensen was dat weinig, maar veel arme mensen konden het niet betalen. Tussen 13 en 17 juli was er een opstand in New York vanwege de lotingen. Dit was de ergste rel in de Amerikaanse geschiedenis. In andere plaatsen in het Noorden vonden ook rellen plaats, maar de opstand in New York was de meest gewelddadige en degene waarover het meest gepubliceerd is. De opstand begon enkele uren nadat de eerste mannen werden aangewezen voor het leger. Razende burgers verzamelden zich, totdat er uiteindelijk ongeveer vijftigduizend mensen, waarvan tweederde Iers was, deelnamen aan de opstand. De menigte terroriseerde drie dagen lang de oostkant van New York en plunderde winkels en huizen van belangrijke republikeinen en abolitionisten. Vooral de zwarte bevolking werd het slachtoffer van aanvallen op burgers. Een kerk en weeshuis voor zwarten werden platgebrand.9 39 3.8 3.7 Ook werden er rekruterings gebouwen en andere openbare gebouwen in brand gestoken. De opstandelingen probeerden ook bureaus van republikeinse kranten af te branden. Het lukte om de benedenverdieping van „The Tribune‟ af te branden. Het bureau van de „Times‟ had drie Gatlings gehuurd van het leger om hun gebouw te beschermen. De politie van New York bevocht de menigte maar ze hadden maar gedeeltelijk succes op 13 en 14 juli. Uiteindelijk stuurde Lincoln enkele troepen van „the army of the Potomac‟ naar New York om de opstandelingen in bedwang te houden. Ze gebruikten geweren en kanonnen. (met hetzelfde dodelijke effect tegen de Zuidelijken twee weken eerder bij de slag bij Gettysburg). In totaal heeft de menigte opstandelingen gezorgd voor een schade van 1,5 miljoen dollar en er waren minstens 105 doden.10 In nummer 45 van de Blauwbloezen zijn Blutch en Chesterfield vlak voor de opstand toevallig in New York gestationeerd. Zij moeten aanwezig zijn bij de lotingen. In werkelijkheid waren er de eerste dagen van de opstand geen soldaten aanwezig. De mensen kwamen in opstand en konden niet tegengehouden worden door het leger. Omdat Blutch en Chesterfield als enige 3.9 soldaten overblijven en zich niet veilig voelen in hun uniform, trekken ze burgerkleren aan en lopen mee met de opstandelingen. Hierdoor zijn ze er getuige van dat de opstandelingen een weeshuis van zwarte kinderen in brand steken en dat winkels en huizen leeggeplunderd worden en dat er bakstenen worden gegooid naar zwarten. Ze zijn er ook bij als de menigte opstandelingen een bezoekje brengt aan het bureau van „The Tribune‟. Hierbij is wel een fout gemaakt. Het is namelijk alleen te zien dat de opstandelingen de boel overhoop halen, maar de benedenverdieping wordt niet in brand gestoken. Als ze bij het bureau van de „Times‟ komen worde ze inderdaad 3.10 40 beschoten met de drie mitrailleurs. Chesterfield zegt tegen Blutch dat het leger waarschijnlijk voor de Gatlings heeft gezorgd en dat was ook echt zo. Als het leger is aangekomen in de stad, probeert Chesterfield duidelijk te maken dat hij ook bij het leger hoort, maar zonder succes. De opstandelingen worden beschoten met kanonnen, ze vluchten en de soldaten rennen achter hen aan. Uiteindelijk worden de opstandelingen ingesloten en de opstandelingen worden voor een keuze gesteld: of ze nemen meteen dienst, of ze worden gefusilleerd. Dit was waarschijnlijk niet zo, maar het is erbij verzonnen om het verhaal leuker te maken. Nancy Harts In “De Nancy Harts” maken Blutch en Chesterfield deel uit van de troepen van generaal LaGrange, die na de slag om fort Tyler langs het stadje LaGrange komen. Na onderzoek ontdekken de mannen dat het stadje verdedigd wordt door vrouwen. Ze proberen te onderhandelen, maar doordat de vrouwen agressief blijven probeert LaGrange ze af te 3.11 schrikken met een “nep” aanval. (De mannen schieten in de lucht.) Omdat dit ook niet lukt besluit LaGrange om een “echte” aanval uit te voeren. Maar een van de vrouwen komt naar het kamp van de Noordelijken gereden, om zich over te geven. Later blijkt dit ook een list te zijn, want ze vernietigt de munitievoorraad van de Noordelijken zodat die geen aanval meer kunnen uitvoeren op de vrouwen. Nu de krachten beter verdeeld zijn tussen de vrouwen en de Noordelijke soldaten doet de leidster van de Nancy Harts een voorstel. De Noordelijken mogen door de stad trekken wanneer ze beloven om geen van de huizen te plunderen. De generaal gaat akkoord, de Noordelijken trekken door de stad. Wanneer de Noordelijken weg zijn, zien we als lezer dat de Nancy Harts de Zuidelijken en zelfs generaal Lee in hun kelders verstopt 3.12 hadden. 3.9 De Nancy Harts Compagnie was een initiatief van Nancy Morgan, die opmerkte dat de stad volkomen hulpeloos was tegen vagebonden en dieven nu alle mannen naar de oorlog vertrokken waren. Nancy Morgan deed een oproep in de stad om een compagnie te vormen van vrouwen, veertig vrouwen reageerden op de oproep. Nancy Morgan werd gekozen tot kapitein, twee vrouwen werden haar luitenants en verscheidene andere vrouwen kregen lagere rangen toebedeeld als sergeant of korporaal. De vrouwen kwamen twee keer per week bij elkaar om te oefenen met schieten en marcheren. De compagnie werd de Nancy Harts genoemd naar een vrouw die in de Onafhankelijkheidsoorlog haar huis effectief verdedigd had tegen Britse soldaten. De Nancy Harts werden opgericht in 1862 en hadden drie jaar de tijd om te oefenen voor hun eerste en laatste confrontatie. 41 16 April 1865 stuurde generaal Tyler een telegram naar LaGrange, de Noordelijken waren op weg met 3000 man om het fort te veroveren en hij had manschappen nodig. LaGrange was al enige tijd een plek waar veel gewonden naartoe getransporteerd werden, doordat het aan een treinrails lag. Alle overgebleven mannen plus alle gewonden die nog konden staan vertrokken naar fort Tyler. LaGrange werd dus nu enkel nog maar verdedigd door de Nancy Harts. De Noordelijken wonnen bij Fort Tyler. Het nieuws was zeer verontrustend voor de Nancy Harts, vele van hun geliefden waren naar Fort Tyler vertrokken en ze waren ook bang dat de Noordelijken vervolgens naar LaGrange zouden trekken. Inderdaad waren enkele troepen van de Noordelijken op weg naar LaGrange. Vervolgens marcheerden de Nancy Harts naar de troepen van de Noordelijken en ze vormden linies. Ze waren bereid op het ergste. De Zuidelijke soldaten die gevangen genomen waren liepen voorop, waarop de Nancy Harts niet konden schieten. Vervolgens vroeg generaal LaGrange om de kapitein van de compagnie te ontmoeten. Hij beloofde Nancy Morgan om de huizen en bezittingen van LaGrange ongemoeid te laten als zij zich zouden ontwapenen, Morgan ging akkoord. Die avond nodigden de Nancy Harts LaGrange uit voor het diner, LaGrange nam ook enkele van de Zuidelijke soldaten met zich mee. De volgende dag vertrokken ze weer om de gevangenen naar een gevangenis te brengen, zo ver kwam het echter niet, want onderweg hoorde LaGrange van de overgave van generaal Lee (Lee had zich 12 April overgegeven) en hij liet de gevangenen vrij.11 Er zijn duidelijk grote verschillen tussen de twee Nancy Harts, om te beginnen vond hun confrontatie met LaGrange plaats terwijl de oorlog al voorbij was, terwijl zij in het stripalbum generaal Lee juist verborgen houden. Verder lopen de onderhandelingen in het album veel minder soepel. Maar dit is juist met opzet gedaan door Cauvin, hij vond de werkelijke gebeurtenissen veel te saai en zelfs ongeloofwaardig. Hij geloofde niet dat de confrontatie zo vreedzaam en soepeltjes verliep en hij wou het wat agressiever en spannender maken.12 Deelconclusie Vaak gebruikt Cauvin een historische gebeurtenis als aanleiding voor een stripverhaal, maar vervolgens wordt er wel veel veranderd om het verhaal aantrekkelijker te maken. Zo kan de volgorde van de gebeurtenissen veranderd worden, zodat de verhaallijn beter ten uiting komt, bijvoorbeeld bij de slag tussen de Merrimac en de Monitor. Waarbij de botsingen tussen beide schepen en de verwonding van commandant Worden omgedraaid worden om Blutch in staat te stellen het schip te “redden”. Ook komt het voor dat bepaalde zaken aangedikt of overdreven worden, dit komt terug in de slag bij Bull Run. Veel soldaten hadden slechts getekend voor drie maanden. Tijdens de slag bij Bull Run liep hun contract af, en in de strip stopten de soldaten om drie uur precies met vechten en gingen er meteen vandoor, als ze niet tegengehouden werden door de officieren. In het echt zullen ze niet midden in een slag zijn gestopt met vechten. Bovendien worden de Noordelijke gevangen door Blutch bevrijd, terwijl daar geen melding van wordt gemaakt. In de boeken staat juist dat de Zuidelijken honderden gevangenen maakten. Soms worden er ook gebeurtenissen bij verzonnen, zo doen de soldaten, in „de Nancy Harts‟ een schijnaanval op de stad die verdedigd werd door vrouwen. Bovendien speelde die gebeurtenis zich eigenlijk pas na de oorlog af. Cauvin gebruikt de historische gebeurtenissen vooral als inspiratiebron en hoewel hij in bepaalde gevallen wel probeert zich aan de feiten te houden, kan hij het gewoon niet laten om het verhaal spannender te maken. 42 “Kleren maken de man” Willy Lambil staat erom bekend een zeer precieze tekenaar te zijn en zich altijd goed te documenteren voordat hij begint met het tekenen van een album voor de Blauwbloezen. Hiermee bedoel ik dat hij oude foto‟s opzoekt, films kijkt, boeken koopt en in andere woorden zich simpelweg onderdompelt in de 19de eeuw voordat hij begint met het schetsen van de gebouwen, de voertuigen, de personages en de kleding. In deze deelvraag willen we de kleding van de personages bespreken. Wanneer je een album van de Blauwbloezen openslaat, valt je meteen op hoeveel aandacht Lambil besteed aan de kleding van de verschillende personages en ook de figuranten. De uniformen van de soldaten is altijd met zorg uitgebeeld met een oog voor detail en de kleding van de burgers is soms ronduit spectaculair. Soldaten De infanterie, artillerie en cavalerie Elke soldaat had een blauwe jas en een lichtblauwe broek. In de strips is de kleur van het uniform iets lichter dan eigenlijk het geval was. De cavaleristen hebben gele strepen op de broek en jas en ook het uiteinde van de mouwen is geel. De artilleristen hebben rode strepen op het uniform en het uiteinde van mouwen is rood, bovendien hebben de artilleristen onder hun jas een rode bloes. De infanteristen (van de Noordelijken) hebben geen speciale kleur strepen. In de strips wordt dit meestal wel goed gedaan, behalve dat de kleur van de uniformen altijd iets te licht is. Soms worden de strepen voor de cavalerie en artillerie niet getekend. Waarschijnlijk is dit een kwestie van onoplettendheid of het is gewoon te veel werk om dat elke keer te tekenen. Hieronder zijn enkele voorbeelden te zien waarbij het wel goed getekend en ingekleurd is. 4.2 4.1 4.3 Er is nog een verschil tussen cavalerie en artillerie/infanterie. Een verschil waar Lambil eerst geen rekening mee heeft gehouden. De cavaleristen hebben een kortere jas dan de infanteristen en de artilleristen, omdat het voor de cavalerie handiger is een kortere jas te hebben, aangezien ze een groot deel van de tijd op een paard zitten. Lambil wist eerst niet dat de cavaleristen kortere jassen hadden en heeft dat in het begin steeds fout getekend. Pas bij nummer 28 heeft hij dat aangepast. De Zuidelijke uniformen De hoofdkleur van de Zuidelijke uniformen was grijs. Net als bij de Noordelijken is er onderscheid tussen de uniformen van de infanterie, artillerie en cavalerie door middel van een bepaalde kleur strepen op de broek en jas, uiteindes van de mouwen en kragen. Ook bij de Zuidelijken zijn de kleuren voor artillerie en cavalerie respectievelijk rood en geel, maar een verschil met de Noordelijken is dat de infanterie blauwe strepen, mouwen etc. heeft op 43 het uniform. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de jassen van de Noordelijken al blauw zijn en lichtblauwe strepen daarbij niet echt opvallen. Duidelijk onderscheid? Zoals het tot nu toe is beschreven lijkt het heel overzichtelijk, maar aan het begin van de oorlog was het verre van duidelijk. Iedere staat moest voor de kleding van de eigen regimenten zorgen. Daar komt nog bij dat een staat verschillende leveranciers en kleermakers heeft. Er waren toen nog geen regels over hoe de uniformen eruit moesten zien. Bij de eerste slag bij Bull Run werd al duidelijk dat het absoluut niet handig is om allerlei verschillende uniformen te hebben en al helemaal niet als de uniformen van de twee verschillende partijen op elkaar lijken. Sommige Zuidelijken hadden blauwe uniformen en sommige Noordelijken hadden grijze uniformen, bovendien waren er ook nog uniformen in nog andere kleuren dan blauw en grijs. Het gebrek aan orde in de uniformen heeft voor vele tragische misverstanden gezorgd. In de strip van de eerste slag bij Bull Run word er op een vreemde manier omgegaan met het gegeven dat er nog veel verschillende uniformen waren. In deze strip hebben alle „gewone‟ Noordelijke soldaten allemaal hetzelfde blauwe uniform aan en de Zuidelijken hebben allemaal een grijs uniform aan, maar onder de immigranten is er een enorme diversiteit aan uniformen. Zo zijn er in de strip groene, witte, oranje, rode en gele uniformen en het model is ook nog eens anders bij elk uniform. Dit suggereert dat alle immigranten het uniform van het eigen lang heeft meegenomen en tijdens de Burgeroorlog aandoet. Dit slaat natuurlijk nergens op, want de meest immigranten die tijdens Bull Run vochten, waren al in Amerika voordat de 4.4 Burgeroorlog begon. Het is dus helemaal niet logisch om een uniform van je eigen land mee te nemen. En al zou iemand wel een uniform hebben van zijn eigen land, dan nog is het vreemd als ze dat uniform aan gaan doen als ze voor een ander land vechten. Een paar dagen na de eerste slag bij Bull Run werd besloten vaststaande eisen te stellen aan de uniformen, maar voordat overal de goede uniformen ook echt in gebruik werden genomen was er behoorlijk wat tijd verstreken. Zoaves Buiten de infanteristen, artilleristen en cavaleristen zijn er ook nog de Zouaves, dat zijn Algarijnse soldaten. Zij hebben een afwijkend uniform, dat bestaat uit een rode wijde broek met witte “kousen” erover, een blauwe jas met rode versiering en een rode tulband of muts, die een sjako heet. 4.5 Zomer en Winter Er zijn verschillen tussen een zomeruniform en een winteruniform. Alle uniformen op de plaatjes die op de twee bladzijden hiervoor te zien zijn, zijn de zomeruniformen. Deze uniformen worden het meest in de stripsgebruikt, maar de winteruniformen komen ook een aantal keer voor, bijvoorbeeld bij regenachtige dagen of bij sneeuw. Bij de winteruniformen is de jas een stuk langer (ongeveer tot of net over de knieën) en er hoort ook nog een cape over de jas heen. Bij de winteruniformen zijn de specifieke kleuren voor artillerie en cavalerie ook weer te zien. De binnenkant van de jas en cape en een streep op de buitenkant van de cape en jas van de cavalerie is geel en bij de artillerie is dat rood. Zoals hieronder te zien is 44 komen de winteruniformen, getekend door Lambil, goed overeen met de echte winteruniformen uit die tijd. 4.7 4.6 Verschillen in rangen: Aan de kleding waren verschillende aanwijzingen waaraan je kon zien wat voor rang iemand had. Ten eerste waren er natuurlijk de onderscheidingstekens op de mouwen en de strepen op de schouders. Op de schouders van de generaals stonden één, twee of drie sterren, afhankelijk van de rang. Voor kolonel, luitenant kolonel en een majoor waren andere afbeeldingen te zien op de schouderband. Respectievelijk en arend, twee zilveren bladeren en twee gouden bladeren. In de strips is dit vaak niet precies te zien omdat het zo een klein detail is. Soms is er wel een ster te zien, maar omdat de persoon vanaf de voorkant getekend is, is het niet met zekerheid te zeggen of het aantal klopt. Het was zelfs aan het aantal knopen te zien wat voor rang iemand had. Gewone soldaten hadden één rij van negen knopen. Een kolonel, luitenant-kolonel of majoor had twee rijen van zeven knopen. Een brigadier generaal had twee rijen van acht knopen en een majoorgeneraal had twee rijen van elk negen knopen, verdeeld in groepen van drie. Dus hoe meer knopen iemand had, hoe hoger de rang. In de eerste strips, die getekend zijn door Louis Salverius, worden de knopen vaak niet getekend en als je ze wel ziet, klopt het aantal niet, vaak zijn er maar drie knopen getekend in plaats van negen. Wel is het goed gedaan dat de hoge rangen twee rijen knopen hebben en de gewone soldaten één rij. Ook Lambil tekent vaak niet het aantal knopen dat eigenlijk zou moeten, behalve als de een jas van zeer dichtbij getekend wordt (een voorbeeld hiervan is hiernaast te zien). Hieraan is wel te zien dat Lambil het dus wel weet, het is alleen niet te doen om in een klein stukje negen knopen te tekenen. 4.8 De burgers Hoewel de Blauwbloezen natuurlijk een stripserie over soldaten is, komen Blutch en Chesterfield van tijd tot tijd ook burgers tegen en natuurlijk vroegen wij ons af of deze kleding representatief was voor de 19de eeuw. Bij de burgers hebben we onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen. - Vrouwen - Arbeidersklasse - Hogere klasse - Mexicanen - Indianen 45 Vrouwen In de 19de eeuw droegen vrouwen wijde, ruime jurken. Over het algemeen lopen vooral de rokken erg wijd uit, en komen ze ook tot op de grond. Terwijl de top iets strakker is, met soms wel wijdere mouwen. Er is ook een duidelijk verschil in de kleding van vrouwen met verschillende leeftijden. Zo is de kleding van weduwen donker en sober, dragen getrouwde vrouwen meer praktische kleding en dragen ze ook meer hoofddeksels. En proberen ongetrouwde vrouwen het meest op te vallen door vrolijke kleuren te dragen en ook meer aandacht te besteden aan accessoires. Als feestkleding dragen vrouwen nog grotere jurken, met overlappende rokken en 4.9 opvallende kragen en de kleuren zijn opvallender, ceinturen. Ook exotischer. Aangezien het moeilijk was om boeken te vinden over mode in de 19de eeuw hebben we ons vooral moeten beperken met het vergelijken van de platen in de stripboeken met de foto‟s en de tekeningen die we in 4.10 onze boeken vonden. We merkten dat de kleding van vrouwen redelijk klopte, ook op de foto‟s die we vonden is de kleding altijd heel wijd, met overlappende rokken en dragen de vrouwen meestal hoeden. Wat wel een opvallend verschil is, is dat de kleding van vrouwen in de stripboeken vrolijker, opvallender lijkt. In de strips zijn de jurken van vrouwen bedekt met strikken, bontkragen en andere accessoires. Dit was veel minder terug te vinden in de foto‟s en 4.11 andere afbeeldingen die we hebben gevonden, daar is de kleding van vrouwen veel soberder. Arbeidersklasse De arbeiders dragen hele praktische, sterke kleding in neutrale kleuren, meestal bruin, wit, groen of zwart. Het bedraagt meestal een eenvoudige broek, stevige schoenen, een hemd en een jas. In de strip „de Groene Jaren‟ zie je de uitvinding van de spijkerstof, dan loopt werkelijk iedereen in de stevige pakken van Levis. Natuurlijk is dit sterk overdreven, het is niet erg waarschijnlijk dat werkelijk iedereen ook kinderen en vrouwen in spijkerpakken rondlopen, maar het geeft wel een leuk effect. Het was erg moeilijk om afbeeldingen te vinden van de burgerklasse, aangezien ze niet zo‟n grote rol spelen in de burgeroorlog en meestal alleen 4.12 zichtbaar zijn in afbeeldingen van rellen, of protesten tegen de oorlog. In de paar foto‟s die ik heb kunnen zien blijkt wel dat arbeiders gewoon heel simpel gekleed gaan, oftewel precies zo als in de strips wordt afgebeeld. 4.13 4.14 46 Hogere klasse De hogere klasse (de mannen) dragen meestal nette, sobere pakken. Die bestaan uit een broek, nette schoenen, een hemd, vest, jas, hoed en meestal ook nog een stropdas of een slappe strik. De meeste foto‟s die ik heb kunnen vinden van de hogere klasse, zijn die van leden van het congres. De mannen dragen inderdaad over het algemeen sobere pakken, maar ook hier wordt meestal weer meer kleur gebruikt in de stripboeken. Er zijn wel twee verschillen tussen de stripboeken en de foto‟s. Op 4.15 de foto‟s dragen de mannen meestal hoge hoeden, iets wat niet vaak voorkomt in de strips en de typische strik die veel voorkomt in de strips, hierboven ook te zien op Blutch‟ pak zijn op de foto‟s meestal een das of een boord. 4.16 Mormonen In „Grumbler en zonen‟ komen Blutch en Chesterfield voor een opdracht bij een mormonengemeenschap. Ze moeten naar aanleiding van een nieuwe wet de mormonen overtuigen dat ze maar met één enkele vrouw mogen trouwen. De kleding van de mormonen is altijd erg net, maar heel sober. De mannen dragen meestal zwart, met breedgerande hoeden. De vrouwen zijn gekleed in eenvoudige, meestal bruine jurken en een witte muts. Het is niet gelukt om foto‟s te vinden van mormonen, schijnbaar leefden ze heel erg op zichzelf en werden niet 4.17 vaak gefotografeerd. Maar de simpele kleding die ze droegen lijkt wel veel op de kleding van gewone arbeiders, met als enige verschil dat de mormonen meer zwart en bruin dragen dan de “normale” arbeiders. Indianen De indianen in de blauwbloezen zijn altijd zeer verschillend gekleed, soms gaan ze volledig gekleed in hemd, broek en moccasins. Soms dragen ze enkel een broek. Waarbij die broek in sommige gevallen beperkt wordt door twee lange pijpen met een lendelap die ertussen hangt en soms dragen ze alleen een lendelap om hun middel. Het was moeilijk om foto‟s te 4.18 vinden over Indianen, er waren maar weinig boeken over dit onderwerp te vinden in de bibliotheek en ook op internet waren er niet veel betrouwbare afbeeldingen. De afbeeldingen die ik vond waren redelijk betrouwbaar. Ik heb enkel foto‟s gebruikt en geen schilderijen. Wat opvalt is dat hoewel de indianen in de strips meestal half naakt getoond worden, ze in de foto‟s altijd volledig gekleed zijn en vaak nog omwikkeld met dikke mantels ook. Het kan natuurlijk dat de indianen zich speciaal voor de foto‟s in vol ornaat vertoonden, maar dat indianen constant half naakt rondlopen zoals getoond in de strip lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Ik denk dat het aannemelijker is om ervan uit te gaan dat indianen rond 1850 over het algemeen niet 4.19 naakt rondliepen. 47 Mexicanen Er komen twee soorten mexicanen voor in de blauwbloezen, rovers en de gewone boeren. De rovers gaan duidelijk anders gekleed, ze dragen meestal rijkgeborduurde vesten en breedgerande hoeden en hun kleding is ook veel kleuriger. De boeren zijn meestal gekleed in een eenvoudige witte broek en hemd, met een breedgerande hoed en soms dragen ze 4.20 over het hemd een wollen kleed. De vrouwen van de Mexicanen zijn daarentegen weer wel kleuriger gekleed, ze dragen meestal lange jurken in blauw, 4.21 rood of een andere kleur en bedekken hun haren dikwijls onder een hoofddoek. Ook bij Mexicanen is het me niet gelukt om foto‟s te vinden. In ieder geval, ik vond wel genoeg foto‟s van Mexicanen, maar niet van Mexicanen die in de 19de eeuw leefden. Deelconclusie Na de kleding in de stripboeken te hebben bestudeerd en dat te hebben vergeleken met de informatie die wij tegenkwamen in verscheidene boeken, zijn wij tot de volgende conclusie gekomen. Om te beginnen denken wij dat Lambil zich uitgebreid heeft gedocumenteerd voordat hij begon met het tekenen van de stripboeken. Dit kwam naar voren in de precisie waarmee hij de details in de uniformen weergaf, bijvoorbeeld het onderscheid tussen infanterie, artillerie en cavalerie en het aantal knopen op een jas. Maar aan de andere kant werden de details dikwijls veronachtzaamd. Zo was het dat de strepen op de broek en jas, die aangaven bij welke divisie een soldaat behoorde, vaak niet getekend werden en het aantal knopen was vaak een lager aantal, dan eigenlijk zou moeten. De verschillen in de zomer- en winteruniformen is wel goed weergegeven. Bij de kleding van de burgers in de verschillende stripboeken is ook zoveel mogelijk naar waarheid geschetst. Veel van de kleding kwam overeen met de foto‟s die we over de burgeroorlog hebben kunnen bemachtigen. Wat wel opviel, hoewel dit niet eens echt als een fout kan worden gerekend, is dat de kleding van burgers (met name vrouwen) uitbundiger was dan in de gevonden foto‟s en schilderijen. De kleuren waren feller, opvallender in de stripboeken dan in de schilderijen, verder hadden de vrouwen in de stripalbums meer tierlantijnen (strikken, boa‟s, hoeden) dan op de foto‟s getoond werd. We kunnen nu dus wel stellen dat de kleding getoond in de stripalbums inderdaad overeen kwam met de kleding die gedragen werd door burgers en soldaten ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog, op wat kleine details na. 48 “Doen wat je gezegd wordt” Discipline van soldaten In “De Blauwbloezen” gebeurt het meerdere keren dat een soldaat (voornamelijk Blutch) een bevel negeert of zelfs brutaal is tegen zijn meerderen. Zo zijn er vele keren in de serie dat Blutch, nadat hij een idioot of bijzonder sadistisch bevel hoort, in luid gevloek uitbarst en dat alleen tussenkomst van Chesterfield hem voor problemen behoedt. Ook haalde hij het ooit in zijn hoofd om in hongerstaking te gaan totdat Stark ontslagen werd. Verder haalt hij van tijd tot tijd nog andere stunts uit, zoals de staf officieren storen in een vergadering, de generaal beschuldigen van stompzinnigheid of simpelweg bevelen negeren. Nou, nu zou je toch denken dat zoiets niet gebeurt in een leger. Soldaten zijn er immers om bevelen uit te voeren en niet om te bekritiseren. Dat was ook onze eerste gedachte, maar nu blijkt dat soldaten in de Amerikaanse burgeroorlog helemaal niet zo gedisciplineerd waren. De rekrutenkampen leken niets op de kampen van de 20ste eeuw. Veel regimenten verzonnen hun eigen regels: Zo waren er regimenten die een kok inhuurden en geld inzamelden onder de mannen voor beter eten dan dat waar de overheid voor zorgde. In het Zuiden gebeurde het dat jonge aristocraten zich aanmeldden voor het leger met een bediende en een extra koffer met kleding. In het Noorden ontstonden er regimenten die meer weg hadden van een privé club, een rekruut mocht er alleen bij wanneer „leden‟ voor hem in konden staan. Zowel in het Noorden als het Zuiden werd het als degraderend beschouwd om orders meteen en zonder kritiek te gehoorzamen. Liever werd er eerst over de orders gedebatteerd of, op z‟n minst geëist dat ze uitgelegd zouden worden, voor ze gehoorzaamd werden. In het Zuiden kon een heethoofdige soldaat het zelfs in z‟n hoofd halen om een officier tot een duel uit te dagen wanneer hij zich daartoe gerechtigd voelde en hoewel er in het Noorden geen duels voorkwamen, kwamen vuistgevechten tussen officieren en soldaten wel regelmatig voor. Natuurlijk is dit wel heel erg extreem en het klopt ook dat deze wanorde niet lang voortduurde, anders was er van de hele burgeroorlog waarschijnlijk niet veel terechtgekomen.1 Na een paar maanden begonnen de soldaten zich te realiseren dat hun officieren letterlijk hun leven en dood bepaalden. Maar toch was het zo dat de soldaten in de burgeroorlog zich nooit de discipline eigen maakten die zo gebruikelijk was in Europese legers en nu is in moderne oorlogvoering. Er was nog altijd dat informele gevoel binnen de regimenten, de soldaten salueerden en zeiden “Sir”. Ze pasten zich aan aan de routine binnen het leger, maar ze bleven tot het einde van de oorlog nog altijd losjes. Ze hadden niet die precisie in discipline die Europese soldaten wel hadden. Een van de redenen voor dit gemis aan discipline is het feit dat de regiment officieren meestal gekozen werden door de manschappen zelf, of daar werden geplaatst vanwege politieke redenen. Deze officieren waren geliefd bij de mannen, of ze wilden geliefd zijn. Daardoor was het onwaarschijnlijk dat deze officieren hun manschappen hard onder de duim hielden. Verder moesten de meeste officieren hun baan leren terwijl ze hem uitvoerden, ze hadden geen enkele ervaring of studie. Sommigen van deze beginners namen zelfs militaire boeken mee om ‟s nachts te bestuderen. Zulke onervaren officieren hebben natuurlijk moeite om hun soldaten onder controle te houden.2 49 Lafaards Het is niet gemakkelijk voor een scenarist om zijn twee personages mee te laten vechten in een oorlog, naarmate de serie verder vordert raakt het steeds onwaarschijnlijker dat de karakters het er keer op keer levend afbrengen. In het geval van de “Blauwbloezen” heeft Cauvin er iets op gevonden, Blutch is erg op zijn leven gesteld en slaagt erin om bijna elke aanval te ontlopen. Dit gebeurt voor het eerst in “De Blauwe Groentjes” waarin hij zich zo‟n 100 meter voor de vuurlinie met een jammerlijke kreet van zijn paard laat vallen en levenloos in het gras valt. Wanneer de overlevende soldaten van de aanval zich hebben teruggetrokken staat hij simpelweg weer op en wandelt naar het kamp. Dit trucje perfectioneert hij over de jaren, later wanneer hij z‟n geliefde Arabesk krijgt. (Arabesk komt voor het eerst voor in de serie in album nummer 11 “De Blauwen In Zwart-wit” waarin ze nog geen naam heeft). In Bull-Run komt voor het eerst het trucje voor dat Blutch Arabesk geleerd heeft. Hij fluistert in haar oor en nog geen drie seconden later valt Arabesk neer alsof ze een flauwte heeft gehad. Later leert het paard om bij het gebrul van kapitein Stark‟s “Aanvallen!‟ op slag neer te vallen. Zo ontsnapt Blutch er keer op keer aan te moeten aanvallen. ij krijgt zelfs een heuse reputatie in het leger als de enige veteraan die aan geen enkele aanval heeft meegedaan. Dit is natuurlijk hoogst onwaarschijnlijk. Lafheid wordt meestal streng bestraft in een leger en de Amerikaanse Burgeroorlog was daar geen uitzondering op. Het zou dan ook niet kunnen dat Blutch keer op keer een aanval weet uit te zitten zonder dat iemand er iets aan probeert te doen. Maar wat gebeurde er dan wel met lafaards? De straffen die gegeven werden aan lafaards varieerden, soms was het slechts publieke vernedering (de soldaat moest in het kamp op een houten kist staan met een bordje om zijn nek waarop „Coward‟ stond, daar moest hij één of twee dagen staan, terwijl hij op zijn schouders een zwaar blok hout torste)3 soms werd zelfs de doodstraf gegeven (dit gebeurde alleen wanneer hij door de krijgsraad veroordeeld was). Ook kon het gebeuren dat een soldaat formeel gedegradeerd werd en uit het leger werd gestuurd. De strepen werden van zijn mouwen gescheurd, zijn zwaard werd doormidden gebroken en hij werd het kamp uitgestuurd, vaak met een bordje om zijn nek hangend waarop “Coward” stond. Maar dit was een straf die meestal aan officieren gegeven werden, normale soldaten kunnen immers niet gedegradeerd worden. 5.1 Soldaten werden als lafaard bestempeld wanneer ze van het 9.10 4 slagveld vluchtten in het heetst van de strijd, of wanneer ze weigerden aan te vallen. Deserteren Waar je Blutch ziet in de serie, is Chesterfield nooit ver weg en wanneer Chesterfield aankomt rijden kun je er vergif op innemen dat Blutch er met een nukkig gezicht achteraan rijdt. Wij, als lezer, weten dat dit natuurlijk komt door de onverbrekelijke vriendschap tussen de twee, maar zelf beweren ze iets heel anders. Volgens Chesterfield kan hij nergens heen zonder Blutch, omdat die anders gegarandeerd misbruikt maakt van zijn afwezigheid door te proberen om te deserteren en Blutch volgt Chesterfield, omdat hij zichzelf beloofd heeft te dansen op zijn graf. Maar goed, deserteren dus. Er gaat bijna geen album voorbij of Blutch doet wel een poging, om daarna gegarandeerd weer ingehaald te worden door Chesterfield die hem weer terug brengt. Deze mislukkingen hebben variërende redenen; Chesterfield doorziet zijn vermommingen (zoals in de albums vastgesteld worden vermommen deserteurs zich bijna altijd als zwarte katoenpluksters, waarbij ze altijd dezelfde fout maken: ze laten hun laarzen 50 aan), Chesterfield roept wanneer hij Blutch begint in te halen keihard “Aanvallen!” waarop Arabesk prompt neervalt of Chesterfield komt helemaal niet achter hem aan waarop Blutch dan maar uitzichzelf terug keert. Want zoals Blutch het zelf stelt, “gevaarloos deserteren is eerloos deserteren.” De straffen hiervoor die in de strip getoond worden varieren, over het algemeen is Blutch de enige die er regelmatig vandoor gaat en is Chesterfield degene die hem altijd weer terug 5.2 vindt. Maar in bepaalde albums zijn er constant grote groepen mannen die ervandoor 9.10 gaan. Dit komt voor in: “The Show Must Go On!” en “De Klopjacht”. Over het algemeen wordt deserteren niet bestraft in de strip, omdat het meestal alleen over Blutch gaat en Blutch een apart geval is in de ogen van de officiersstaf. Maar in “The Show Must Go On!” bepaalt generaal Alexander dat de hele groep deserteurs (waaronder Blutch natuurlijk) gefusilleerd moeten worden. (Natuurlijk vindt Chesterfield een manier om dit te verhinderen en brengt iedereen het er levend vanaf, maar dat is het punt nu niet) In de Klopjacht krijgen de teruggehaalde deserteurs een keuze, of weer meevechten voor de goede zaak of het vuurpeloton. Bij onderzoeken kwam eruit dat Cauvin, in het geval van deserteurs een keer niet heeft overdreven, hoewel dat eerst wel zo leek. De grote groepen deserteurs die Chesterfield terughaalde iedere dag leken ons zwaar overdreven. Honderd mannen die op een dag deserteren, dat kan nooit, dachten we. Maar na enkele boeken geraadpleegd te hebben bleek dat het nog veel erger was. Dieven en schoeljes In de zomer van 1864 liep het contract af voor vele van de veteranen van de Unie. Ze hadden nu 3 jaar gevochten. Washington vreesde echter dat wanneer het leger zijn veteranen zou verliezen de Zuidelijken de overmacht zouden krijgen. De veteranen werden overgehaald om zich opnieuw in te schrijven door ze eretekenen te beloven, een overheidspremie van 400 dollar met daarnaast nog staats- en lokale premies en de dankbaarheid en hoogachting van de politici thuis. 136.000 veteranen besloten om opnieuw te tekenen, 100.000 besloten om het niet te doen. Deze groep probeerde in de laatste weken van hun contract natuurlijk zo weinig mogelijk risico te lopen, en ondergraafden daardoor het moraal van de rest van de troepen en verminderde zo hun daadkracht. Om de dode, gewonde en afgezwaaide soldaten te vervangen werden mannen uit alle hoeken van het land gehaald. De dienstplichtigen, vervangers (mannen die in de plaats van een dienstplichtige het leger in gingen tegen een vergoeding) en premiemannen (mannen die enkel inschreven voor de geldpremie) waren hun vervangers. De soldaten keken meestal vol afschuw naar deze mannen, de veteranen bestempelden deze mannen als zwak, waardeloos en nutteloos. Verder waren er ook vele criminelen onder deze nieuwe rekruten, dieven en schurken. Veel van deze mannen deserteerden al in de eerste nacht nadat ze ingeschreven waren. De anderen deserteerden kort daarna of waren compleet nutteloos als soldaten.5 Het deserteren of rekruteren van dieven en misdadigers komt ook voor in de volgende stripboeken: “De 5 Schoeljes” en “Drummerboy.” In „De 5 Schoeljes” is er zo‟n tekort aan rekruten dat Blutch en Chesterfield zich genoodzaakt voelen om ter dood veroordeelden te rekruteren en in “Drummerboy” schrijven misdadigers zich in het leger in om zo gevangenisstraf te voorkomen. Bounty en Substitute Tijdens de burgeroorlog waren er in de Noordelijke staten vier grote oproepen voor dienstplichtigen (draft). Zoals het traditie was in het leger (het was ook al gebruikelijk in 51 Europa en tijdens de Onafhankelijkheid Oorlog) was het mogelijk om je eruit te kopen wanneer je gekozen werd, zodat een vervanger (substitute) je plaats in moest nemen. De Noordelijken hadden in een wet vastgesteld dat het bedrag voor een vervanger niet hoger mocht komen dan 300 dollar. Zo wilden ze het nog binnen het bereik houden van de lagere klassen die anders geen geld genoeg zouden hebben om zich een vervanger te kunnen veroorloven (in de Zuidelijke staten was het bedrag al opgelopen tot 1000 dollar). Toch waren er veel protesten onder de bevolking voor deze drafts. Wanneer je je vrijwillig inschreef voor het leger ontving je een premie van 300 dollar. Sommige mannen konden het niet weerstaan om zich steeds opnieuw en opnieuw in te schrijven, de premie in ontvangst te nemen en vervolgens weer te deserteren om zich ergens anders weer in te schrijven. Verder ontstonden er ook mannen die er hun beroep van maakten om de hoogste premie te vinden voor hun klanten in ruil voor een deel van de premie. Deze mannen die in het leger waren gegaan voor de premie, of gedwongen of afgekocht werden als vervanger werden vaak met minachting bekeken door de veteranen. Vele van deze mannen deserteerden ook; de bounty jumpers natuurlijk, maar ook de vele mannen die niet reageerden op de oproep voor dienstplichtigen of mannen die tegen hun wil als substitutes in het leger terecht waren gekomen en er vandoor gingen.6 Het deserteren van bounty jumpers en subsitutes komt voor in het album; “Oproer In New York” waarin er rellen ontstaan tegen de draft. Chaos Vele mannen deserteerden ook vanwege lage moraal in het leger. Dit bereikte zijn hoogtepunt na de slag om Fredericksburg. Vele soldaten en zelfs de officieren hadden geen vertrouwen meer in de legerleiding en soldaten deserteerden met honderd of meer man per dag. Duizenden anderen meldden zich ziek vanwege de lage discipline en de corruptie in de kampen, je moest mannen omkopen om aan voldoende voedsel te komen of sanitaire voorzieningen. Verder was ook de beruchte “Mud March” een klap voor het moraal. Na het bijzondere droge weer in januari kreeg generaal Burnside het idee om de Rappahannock over te steken om zo de Zuidelijken te dwingen tot een veldslag, maar zodra hij in beweging kwam begon het afschuwelijk te regenen. Artilleriewagens zakten tot hun assen in de modder, mannen tot hun knieën en ezels tot hun oren. Burnside hield dit twee dagen vol totdat hij het afblies. Pas toen Hooker, Burnside opvolgde begon de moraal weer te stijgen. Hij maakte een einde aan de corruptie in de kampen, verbeterde het voedsel en de hygiëne en creëerde badges voor elk corps om zo de mannen zich trots te laten voelen over hun unit. Hierdoor daalde het aantal zieken en werd er bijna niet meer gedeserteerd.7 Het deserteren ten gevolge van wanorde in het kamp komt ook voor in nummer 28 “The Show Must Go On!”. In deze strip deserteren veel mannen of proberen zich ziek te melden door zich door de voet te schieten, vanwege de grote wanorde en de demoralisering in het kamp. Het marcheren door de stromende regen zien we ook terug in nummer 25 “Blauwen En Bulten.” Straffen Deserteren werd zwaar bestraft. Zo kon de soldaat door de krijgsraad veroordeeld worden tot de dood, verhanging of fusilleren. Of de deserteurs konden gebrandmerkt worden, op hun heup of hun gezicht en vervolgens het kamp uitgezet worden in schande. In de artillerie of de cavalerie kwam het ook voor dat een soldaat voor uren aaneen gespreid vastgebonden werd aan een reservewiel.8 5.3 9.10 52 Fusilleren Naast hun ongelofelijke ontsnappingen op het slagveld, zodat ze het er keer op keer levend van af brengen, hebben Blutch en Chesterfield nog een tweede gebied waar ze het er keer op keer op wonderbaarlijke manier levend van afbrengen. Het is al vele keren gebeurd dat een van de twee of allebei veroordeeld is door de krijgsraad, gefusilleerd moet worden, maar dan net op het laatste nippertje ontsnapt. Nummer 13 “Blauwen In De Puree”, nummer 19 “The David”, nummer 28 “The Show Must Go On!”, nummer 30 “De Roos Van Bantry” en nummer 37 “Duel In Het Kanaal” zijn alle vijf albums waarin de twee officieel ter dood zijn veroordeeld door de krijgsraad, maar het toch op wonderbaarlijke wijze overleefden. Nu gebeurde het over het algemeen niet dat soldaten die door de krijgsraad veroordeeld waren, het er levend van af brachten. De enigen die een beslissing van de krijgsraad ongedaan kon maken was de bevelhebbende generaal van het regiment of de president. Fusilleren werd als straf gebruikt voor de ergste misdaden die een soldaat kon begaan: Lafheid, desertie, slapen tijdens de wacht, samenspannen met de vijand, spioneren, diefstal, moord en bounty jumping konden allemaal bestraft worden met de dood. Toch gebeurde dit niet altijd, wanneer er verzachtende omstandigheden waren, werd een lagere straf gegeven. Ook kon het gebeuren dat er simpelweg geen tijd was voor een krijgsraad om over de zaak te oordelen en dat een officier meteen een uitspraak moest doen. In dat geval moest die officier een lichtere straf geven, omdat hij zelf niet de volmacht had om een soldaat tot de dood te veroordelen.9 Verlofpasjes Het gebeurt enkele keren in de strip dat Blutch of Chesterfield met verlof gaan voor een aantal dagen (Blutch maakt meestal van de gelegenheid gebruik om te proberen te deserteren) Ze vertrekken voor een aantal dagen, meestal gaan ze op bezoek bij familie of Fort Bow en keren vervolgens terug naar het front. Wij hebben onze boeken en verschillende internetsites doorzocht, maar nergens was iets te vinden over het gebruik van verlofpasjes bij soldaten. De enige verwijzing die we vonden was in een artikel over generaal Lee, die vlak voor de oorlog uitbrak met verlof ging om na te denken of hij wel of niet ontslag moest nemen uit het leger van de Unie. Natuurlijk betekent het niet dat verloven niet bestonden tijdens de Burgeroorlog. Alleen omdat we er niets over hebben kunnen vinden, maar het is opvallend dat we over dit onderwerp niets tegen kwamen terwijl over zoveel andere onderwerpen (knippen van haren, straffen, discipline, etc) wel altijd iets te vinden was. Hierbij krijgen we het idee, dat het mogelijk is dat Cauvin de verloven alleen gebruikten om van tijd tot tijd Blutch en Chesterfield uit het leger te krijgen. Zodat een album zich buiten het legerkamp kon afspelen en dat hij er dus niet bepaald op lette of verloven nou wel of niet voorkwamen. 53 Deelconclusie 5.4 9.10 Na de verschillende aspecten van de regelgeving uit de Blauwbloezen te hebben vergeleken met de informatie die we hebben gevonden bleek dat Cauvin zich goed had gedocumenteerd. Vooral de verschillende straffen die beschreven worden in de strips hebben een goede overeenkomst met de informatie die we hebben gevonden. Zoals je hierboven kunt zien dat ook de degradatie van Blutch en Chesterfield heel precies volgens de regels gebeurt. Eerst de strepen, dan de sabel en vervolgens worden de twee soldaten het kamp uitgejaagd. Verder wanneer de twee soldaten ondervraagd worden door de krijgsraad, blijkt ook dat ook in de strips de krijgsraad uit drie officieren bestaat en dat alleen de president of de bevelhebbende officier de uitspraak van de krijgsraad teniet kan doen. Ook wordt er op één afbeelding ter illustratie een dief afgevoerd. Om zijn nek hangt een bordje met “Thief” en hij wordt waarschijnlijk afgevoerd om het kamp uitgejaagd te worden. Precies zoals dat ook in onze boeken beschreven staat. Toch blijkt ook dat hier de schrijvers zich van tijd tot tijd wat vrijheid veroorloven wanneer ze het verhaal in een bepaalde richting proberen te sturen. Bijvoorbeeld het gebruik van verlofpasjes: deze pasjes worden gebruikt, zodat de twee vrienden van tijd tot tijd het legerkamp verlaten en het verhaal zich in een andere setting kan afspelen. Zo kunnen Blutch en Chesterfield van tijd tot tijd Fort Bow bezoeken. Nergens hebben we ook maar een verwijzing kunnen vinden van het gebruik van verlofpasjes. Ook hier blijkt dus dat er toch wel door de schrijvers geprobeerd wordt om zich aan bepaalde historische feiten te houden, maar die feiten worden teniet gedaan zodra ze in de weg staan van het verhaal. 54 “Leven en lijden in het leger” Voedsel Als Blutch en Chesterfield weer eens een keer ruzie maken, krijgt Blutch keukendienst, zodat hij en Chesterfield niet te veel bij elkaar in de buurt zouden zijn. 1 De eerste keer serveert hij hutspot. Dit is nog niet zo vreemd, maar even later in de strip, vraagt iemand wat het eten voorstelt. Hij antwoordt dat het kippenkontjes in vleermuisragout met kikvorsniertjes is. Dit kan natuurlijk ook verzonnen zijn, maar dat wordt in de strip niet helemaal duidelijk. Het kan nog gekker, want bijna aan het eind van de strip staat hij, in een Zuidelijk uniform, de voorposten op flensjes te trakteren. Zo luxe zullen de soldaten het tijdens de oorlog echt niet gehad hebben. 6.1 Een standaard soldatenrantsoen uit die tijd bestond uit vlees, brood, aardappels, koffie en soms kregen de soldaten bonen of rijst erbij.2 Bij zo‟n rantsoen horen echt geen kippenkontjes, vleermuisragout, kikvorsniertjes of flensjes. Tenten Blutch en Chesterfield slapen soms met z‟n tweeën in een tent3 en soms met acht tot tien man.4 Dat er per twee soldaten een tent zou zijn is zeer ongeloofwaardig. Dan zouden er veel te veel tenten nodig zijn om iedereen een slaapplaats te geven. Het is veel geloofwaardiger dat ze de tent moeten delen met nog een aantal mannen. Medische zorg De Amerikaanse Burgeroorlog zorgde voor een mijlpaal in de ontwikkeling van de medische zorg. Deze veranderde namelijk van een dienstverlening tot een echt beroep. De oorlog zorgde voor enkele belangrijke veranderingen in de toepassing van de geneeskunde in het leger. Zo werden er hospikken, oftewel ziekendragers aangesteld. Zij zorgden ervoor dat de ernstig gewonden geëvacueerd werden naar de veldhospitalen. Bovendien werd er van burgers die paardenmenners waren, verwacht dat zij met paard en wagen dienst deden als ambulances. Dit systeem werkte niet echt, want zij kwamen niet altijd opdagen, of zij vluchtten uit angst, op het moment dat de aanval begon. Ook als iedereen wel kwam opdagen, waren er niet genoeg ambulances. Daarom brachten sommige soldaten, tegen de bevelen in, een bevriende gewonde tijdens de aanval naar de ziekenboeg. Later werd er verbetering gebracht in het tekort aan ambulances doordat de hospikken getraind werden voor hun taak. Dit werd voor het eerst ingevoerd bij „the Army of the Potomac‟ door J.K. 55 Letterman, daarna breide het uit naar andere legereenheden tot het in 1864 formeel verplicht werd in de wet. In de strips wordt dit redelijk goed weergegeven. In de meeste strips zijn de brancardiers gewone soldaten, die deze taak opgelegd gekregen hebben, maar in een van de latere nummers,5 zijn de brancardiers ziekenbroeders, die een training hebben gehad. In deze strip verloopt het meer geregeld, dan in de eerdere strips. Eerst worden de gewonden met een brancard naar een wagen gebracht en daarna werden meerdere gewonden in die wagens naar het veldhospitaal vervoerd. Dit verloopt veel sneller, omdat de hospikken niet alsmaar van het slagveld naar het hospitaal hoeven te lopen. De brancards die gebruikt worden door de hospikken in de albums lijken behoorlijk goed op degene die tijdens de Burgeroorlog echt gebruikt werden. 6.3 De hospitalen zijn in de strips meestal overvol. De gewonden moeten dan zelfs buiten neergelegd worden, omdat het binnen al vol ligt met gewonden. Vaak is het veldhospitaal alleen maar een tent, alleen in nummer 46, een van de latere strips, is het veldhospitaal een houten gebouw en daarnaast staat een tent voor de operaties. De omstandigheden zijn hier wel beter dan in de tenten, waar alle gewonden gewoon op de grond liggen, want in dit houten hospitaal staan tenminste nog bedden. Toch is het niet bepaald fijn hier te vertoeven. Dat blijkt wel uit het begin van deze strip. Chesterfield komt net bij en vraagt: “Waar ben ik? Waarop de dokter antwoord: “In de hel. … of beter gezegd in het veldhospitaal, maar dat maakt geen verschil.”6De hospitalen in het leger waren in die tijd ook inderdaad niet goed, vaak waren ze snel geïmproviseerd en niet goed aangepast aan de omstandigheden. Van november 1862 tot maart 1863 was er een inspectie van de hospitalen van het Noordelijke leger. Hierbij werd verklaard dat 589 goed waren en niet minder dan 303 slecht of zeer slecht.6 Mannen met baarden In de legerkampen was er niets georganiseerd voor het knippen van de haren van de soldaten of voor het scheren van hun baarden. Dus de soldaten moesten zelf iets regelen, of niet (laten) scheren of knippen.7 Lincoln liet zelf zijn baard staan, omdat veel soldaten in het leger zich ook niet konden scheren. Hiermee wilde hij laten zien dat hij een was met de soldaten. Met deze kennis valt het op dat de meeste soldaten in de strips wel heel netjes geknipt en geschoren zijn. Het is maar enkele keren, hoogstens drie keer, te zien dat iemand zich scheert, een van die keren is dat generaal Alexander.8 Van een generaal is het nog voor te stellen dat hij zijn eigen scheersetje en schaar heeft, maar voor al die gewone soldaten zal dat echt niet het geval zijn. Het klopt ook helemaal niet dat, wanneer Chesterfield drie dagen lang bewusteloos is geweest, er geen haartje op zijn wangen te bekennen is. Hij kon zichzelf niet scheren en de doctoren hebben echt geen tijd om ook nog eens 6.4 iedereen te gaan scheren. Waarschijnlijk is het hele gedoe met baarden een punt waar Lambil overheen gekeken heeft, of hij wist het wel, maar heeft ervoor gekozen geen baarden te tekenen, omdat gezichtsuitdrukkingen duidelijker te zien zijn bij gezichten zonder baard. 56 6.2 Entertainment Qua entertainment was er bijna niets georganiseerd. De soldaten moesten de tijd dat ze niet hoefden aan te vallen dus zelf invullen. De soldaten gebruikten hun vrije tijd gedeeltelijk om te schrijven. In totaal zijn er miljoenen brieven en tienduizenden dagboeken geschreven. De analfabeten konden hun brieven dicteren aan soldaten die wel konden schrijven, en op die manier konden zij ook 6.5 brieven naar huis sturen. in de strips is niet te zien dat iemand zelf een brief stuurt, maar wel dat er brieven ontvangen worden. Chesterfield krijgt bijvoorbeeld een brief van zijn ouders waarin staat dat zijn neven ook in het leger zijn gegaan.9 Degenen die konden lezen, deden dat, wanneer het mogelijk was, ook. Ze lazen bijna alles wat los of vast zat, bijvoorbeeld kranten, goedkope romans, de Bijbel, politieke uiteenzettingen en kranten, soms gedrukt door medesoldaten. In de strips is er ook 6.6 een keer een krantenverkoper te zien. Dat is in nummer 18: „hoe het begon‟. De wagen van de krantenverkoper lijkt zeer veel op een foto die we in een van de boeken gevonden hebben. Muziek was een andere manier om de tijd te verdrijven. In elke eenheid was er minstens één soldaat die een banjo, gitaar of viool kon bespelen. In sommige regimenten ontstonden er zelfs kleine bandjes en er waren ook zangverenigingen en toneelclubs. Een zuidelijke Kentucky brigade had zelfs een eigen debatteer vereniging. 6.7 In „the show must go on‟ nummer 18 van de Blauwbloezen, hebben de Zuidelijken al wekenlang niet aangevallen. Dit heeft ten gevolge dat de soldaten zich gaan vervelen en gaan denken aan thuis. Daardoor zijn er veel soldaten die deserteren, zichzelf in de voet schieten of zelfmoord plegen. Generaal Alexander bedenkt een oplossing voor het probleem. Hij laat een groep deserteurs kiezen: of zorgen voor entertainment of gefusilleerd worden. De deserteurs vormen een koor en een van de deserteurs begeleid de zang met een cello. Alles lijkt goed te gaan tot het koor gaat zingen. Hun lied is zo droevig dat een soldaat tijdens de voorstelling in zijn voet schiet. 6.8 De deserteurs moeten iets anders verzinnen. Ze komen op het idee om een toneelvoorstelling te geven. Deze is echter zo saai dat iedereen in slaap valt of wegloopt. Hierna krijgen de deserteurs nog een laatste kans. Ze moeten naar de stad om iets te zoeken dat leuk en ontspannend is voor de troep. In de stad kunnen ze niets geschikts vinden, maar op de terugweg komen ze een dans-ster tegen. Deze heeft net toegestemd om voor het leger op te treden als ze erachter komen dat de Zuidelijken hun kamp hebben bezet en ze 6.9 57 omsingeld zijn door de Zuidelijken. Ze worden gevangen genomen en Blutch en Chesterfield doen net of ze ook dans-sterren zijn, zodat ze niet in Robertsonville, het gevangenkamp van de Zuidelijken, terechtkomen. Om te bewijzen dat ze echt dans-sterren zijn, moeten ze die avond een dansvoorstelling geven. In deze strip komen dus veel verschillende soorten van entertainment voor: 6.10 muziek, zang, toneel en dans, maar het klopt eigenlijk niet dat die manieren van tijdverdrijf opgelegd zijn door de officieren. De rest van de tijd namen ze elk pleziertje wanneer het maar voor het grijpen was. Met een dik pak sneeuw zullen er meerdere malen sneeuwballengevechten zijn gehouden. In maart 1864 werd er een sneeuwballengevecht van enorme proporties gehouden in het leger van de Tennessee. Hierbij streden hele divisies tegen elkaar, er werden ook gevangenen gemaakt en er waren zelfs behoorlijk wat gewonden. Verder gingen de soldaten ook wel eens bowlen met kanonskogels en er werden allerlei wedstrijden gehouden en weddenschappen afgesloten, er werd cricket en honkbal gespeeld en wat ze ook veel deden was met z‟n allen koffiedrinken en praten over veldslagen die ze hebben meegemaakt.10 Deelconclusie Het leven van een soldaat is in sommige opzichten wel goed weergegeven, in andere juist niet. De manier waarop de medische zorg en het entertainment worden weergegeven klopt wel redelijk. Daar zijn misschien enkele dingen bij verzonnen, maar de grote lijnen komen wel overeen met de werkelijkheid. Aan de andere kant zijn er ook aspecten die absoluut niet met de werkelijkheid overeenkomen. Zo zijn de meeste soldaten altijd netjes geschoren en geknipt, terwijl de soldaten in het leger vaak hun baard lieten staan uit noodzaak, of uit gemakzucht. Over het voedsel van de soldaten wordt niet zo heel veel gezegd, maar wat wel in de strips voorkomt klopt voor het grootste gedeelte niet. De slaapplaats van de soldaten wordt de ene keer wel goed weergegeven, de andere keer niet. Alles bij elkaar zijn er ongeveer evenveel dingen die wel kloppen als dingen die niet kloppen. 58 “Tijdreizen” Toen we begonnen met het lezen van de strips viel ons al snel op dat bepaalde dingen niet klopten in de volgorde, zo liepen de datums niet goed en gebeurden bepaalde veldslagen niet in de goede volgorde. Daarom besloten we om te onderzoeken in hoeverre mate de volgorde van de stripserie nou overeenkomt met de gebeurtenissen in de oorlog en of er fouten zijn gemaakt door de auteurs. (Voor het gemak heb ik de belangrijkste veldslagen, en enkele minder belangrijke, op een rijtje gezet met de datum erbij. Deze lijst kan teruggevonden worden in de bijlage.) De volgorde van de strips In de meeste boeken in de serie wordt geen aandacht besteed aan datums, maar het komt voor in bepaalde stripboeken dat er een datum wordt genoemd. Of in sommige gevallen, een vermelding van een veldslag waarbij we een datum kunnen plaatsen. Deze strips heb ik even op een rijtje gezet: - nr. 4 Outlaw, “1863… De Amerikaanse Burgeroorlog woedt in volle hevigheid. Iedere slag tussen Noordelijke en zuidelijke staten is bikkelhard.” - Nr. 7 De Blauwe Groentjes, de strijd tussen de Merrimac en de Monitor. - nr. 16 Bronco Benny, als laatste veldslag wordt er gesproken over Kilbury. - Nr. 19 The David, voorkomen van duikboot de David. - Nr. 20 Black Face, opstand van de zwarten - Nr. 25 Blauwen En Bulten, gebruik van dromedarissen in het leger. - Nr. 27 Bull Run, slag om Bull Run - Nr. 30 De Roos Van Bantry, het vertrek van Jos Hogan naar Europa. - Nr. 33 Grumbler En Zonen, kort na de invoering van de wet van Morrill 8 juli 1862. - Nr. 36 Quantrill, jacht op Quantrill door de Noordelijken - Nr. 37 Duel In Het Kanaal, datum gegeven 10 juni 1864, verwijzing van Blutch half april veldslag meegevochten onder McClellan. - Nr. 39 Puppet Blues, komst van fotograaf William Sutton - Nr. 40, slag om de Potomac - Nr. 41 De Blauwen Nemen De Benen, kort na nummer 40 - Nr. 44 Het Oor Van Lincoln, de belegering van Vicksburg - Nr. 45 Oproer In New York, rellen in New York vanwege de draft - Nr. 47 De Nancy Harts, vlak na de slag om fort Tyler, de schermutseling in het dorpje Lagrange dat verdedigt wordt door vrouwen. - Nr. 52 De Blauwen In De Mist, de slag om Lookout Mountain. Chronologische volgorde van de stripalbums - Nr. 27 Bull Run, slag om Bull Run 21 juli 1861 - Nr. 25 mogelijke Mud March januari 1862 - Nr. 16 Bronco Benny, Lee krijgt zijn paard Traveller februari 1862 - Nr. 7 De Blauwe Groentjes, slag tussen de Merrimac en de Monitor 9 maart 1862 - Nr. 33 Grumbler En Zonen, wet van Morrill 8 juli 1862 - Nr. 4 Outlaw vermelding 1863, Amerikaanse Burgeroorlog woedt in volle hevigheid - Nr. 44 Het Oor van Lincoln, belegering van Vicksburg 19 mei tot 4 juli 1863 - Nr. 45 Oproer in New York, rellen om de draft 13 juli 1863 - Nr. 52 Blauwen in de Mist, slag om Lookout Mountain 24 november 1863 - Nr. 37 Duel In Het Kanaal, slag tussen Kearsage en Alabama 10 juni 1864 - Nr. 47 De Nancy Harts, slag om fort Tyler 16 april 1865 Het is heel moeilijk om exacte datums te vinden voor bepaalde gebeurtenissen, zo zijn er over bepaalde gebeurtenissen geen datums te vinden, omdat het niet zeker is of ze wel echt 59 gebeurd zijn Zoals in “De Roos Van Bantry” of “Black Face”. Sommigen zijn alleen heel vaag bekend. Verder is nu wel duidelijk gemaakt hoe weinig vermelding er gemaakt wordt van datums in de stripboekenreeks, het is zelfs bijna onmogelijk om met behulp van veldslagen de tijdsvolgorde van de reeks te bepalen. Doordat de meeste veldslagen simpelweg als slopend, verwoestend en dodelijk verbeeld worden, zonder een concrete naam te noemen. Hieronder behandelen wij enkele onderwerpen die ons opvielen toen we bezig waren met de volgorde van de gebeurtenissen tijdens de Burgeroorlog. Het zijn fouten die gemaakt zijn door de scenarist met betrekking tot de volgorde van gebeurtenissen. Het begin van de oorlog Het is nu wel duidelijk gebleken dat er in de stripreeks geen chronologische volgorde aangehouden wordt, maar dat kun je ook eigenlijk niet verwachten van een scenarist. Hoogstwaarschijnlijk werkt hij zijn scenario‟s uit naar aanleiding van bepaalde ideeën, grappen of verhalen die hij gehoord heeft en probeert hij zeker niet om een correcte, chronologische volgorde van de oorlog aan te houden. Waarom zou hij ook? In dat geval zou hij beperkt blijven tot een bepaald aantal strips, iets wat de meeste scenaristen altijd proberen te voorkomen. Wel hebben we een aantal fouten ontdekt in het verloop van de oorlog, die niets te maken hebben met het chronologische verloop van de gebeurtenissen. Om te beginnen, het begin van de oorlog, in de stripreeks worden er twee versies gegeven van de manier waarop Blutch en Chesterfield in de oorlog verzeild raken en in één daarvan zit een fout. Versie 1: Deze versie is heel oud en komt uit het album waarin voor het eerst vermeld wordt dat het Noorden en het Zuiden met elkaar in oorlog zijn. Album nr. 2 “Van Noord Naar Zuid.” Voordat Cauvin en Salverius begonnen met het uitgeven van albums, traden Blutch en Chesterfield op in het stripblad Robbedoes. Daarin speelden ze nog in korte verhalen, meestal één of twee pagina‟s lang, die zich afspeelden in Fort Bow en draaiden om gevechten met indianen. Ook het eerste album dat van hun verscheen “Wagen in ‟t Westen” draaide daar nog om. Maar in “Van Noord Naar Zuid” zien we Blutch, Chesterfield en hun toenmalige maten Tripps en Bryan op weg naar het front. Terwijl Chesterfield Bryan uitlegt dat er een oorlog is uitgebroken tussen Noord en Zuid en dat het hun plicht is om voor de goede zaak te vechten. Ondertussen ontpopt Blutch zich meteen tot een oorlogscynicus en een eersteklas held op sokken. Wat meteen opvalt is dit: toen de oorlog uitbrak waren Blutch en Chesterfield al meteen in het leger, ze waren al enige tijd gestationeerd op Fort Bow en ze moesten zich vervolgens melden aan het front toen de oorlog uit brak. Versie 2: Deze versie begint met album nr. 18 “Hoe het begon” in dit album ontmoeten we Blutch en Chesterfield tijdens de oorlog, in burger. Sergeant Chesterfield is hier Cornelius Chesterfield, een slagersjongen en korporaal Blutch is gewoon Blutch, een café eigenaar. Het vreemde is natuurlijk dat de oorlog al begonnen is, twee mannen in het café lezen erover in de krant. Ook trekt er een groep nieuwe rekruten door het stadje, een belevenis waar Chesterfield met grote ogen naar zit te kijken, omdat deze mannen “het land gaan verdedigen.” Blutch echter kijkt hier heel anders 7.1 tegenaan, hij ziet enkel een groep 60 mannen die binnenkort allemaal dood, vermist of zwaar gewond zullen zijn. Maar het is nu wel duidelijk, dat Blutch en Chesterfield in burger waren toen de oorlog uitbrak en niet gestationeerd op fort Bow, zoals in “Van Noord Naar Zuid” beweerd wordt. Enfin om een lang verhaal kort te maken, in een dronken bui tekent Chesterfield en hij vraagt Blutch om “getuige te zijn” en hij tekent ook. (Iets wat Blutch hem nog steeds niet heeft vergeven.) Ze komen terecht in hun eerste veldslag (hierin wordt meteen duidelijk gemaakt hoe compleet krankzinnig Cauvin deze oorlog vindt, aangezien de Noordelijken door een “foutje” hun eigen troepen beschieten met kanonnen) en vragen al vlug om overplaatsing naar de cavalerie, waar ze bevorderd worden tot sergeant en korporaal. Tot zover zou dit alles kunnen kloppen, het kan heel goed dat Cauvin niet bij de versie wou blijven die hij eerst verzonnen had. Die was immers heel lang geleden verzonnen toen de reeks nog zeg maar in de kinderschoenen stond. Ook was die niet erg uitgebreid en op die manier kon hij ook niet veel vertellen over de achtergrond van zijn twee hoofdpersonen. Toch zitten er fouten in deze versie. Bijvoorbeeld de gebeurtenissen in album nr. 27 “Bull Run” in dit album vraagt een nieuwe rekruut aan Blutch of hij er bij is geweest bij Bull Run (dit tot zeer ongenoegen van zijn maten, de staf en alle andere soldaten in de buurt die er niets over willen horen). Blutch vertelt het hem, hij vertelt dat aan het begin van de oorlog er veel vrijwilligers waren en dat hij en Chesterfield er zo‟n beetje ingerold waren. Vervolgens begint hij de slag te beschrijven. Het vreemde is alleen dat Bull Run de eerste grote slag was in de burgeroorlog, en dat Blutch en Chesterfield daar onmogelijk aanwezig konden zijn. Aangezien zij nog burgers waren toen de oorlog uitbrak, en zelfs in de krant konden lezen hoe de Noordelijken zo verschrikkelijk klop kregen van de Zuidelijken. Dat kan dus niet. Maar waarschijnlijk wilde Cauvin dit er in zetten, omdat een veldslag waar burgers heengaan alsof het een uitje is natuurlijk een heel leuk onderwerp is voor een stripboek! Verder zit er nog een eigenaardigheidje in de reeks die te maken heeft met het beginnen van de oorlog, we zijn nu twee versies tegen gekomen in de reeks. De versie van Blutch en Chesterfield in fort Bow, met hun vrienden Tripps en Bryan en miss Appletown, de grote liefde van Chesterfield. En de versie van de slagersjongen en de café-eigenaar die in een dronken bui tekenen, in de oorlog terechtkomen, zich laten overplaatsen naar de cavalerie en bevorderd worden waarna ze worden overgebracht in het 22ste cavalerie regiment. De eigenaardigheid is nu dat deze twee versies door elkaar worden gebruikt, na “Hoe Het Begon” keren Blutch en Chesterfield nog verscheidene keren terug naar Fort Bow, terwijl er tegelijkertijd ook opmerkingen gemaakt worden over Blutch‟ café en Chesterfields ouders. Duel in het kanaal Duel in het kanaal speelt zich af in juni van het jaar 1864, in de strip wordt er teruggeblikt op enkele maanden eerder, april. Daarin wordt beschreven hoe McClellan op het idee kwam om een charge uit te voeren met de cavalerie, terwijl het zo erg mistte dat de ruiters geen twee meter voor zich uit konden kijken! Natuurlijk mislukte dit compleet en ondertussen kregen Blutch en Chesterfield ook nog eens de schuld van de mislukte charge, omdat McClellan zo nodig een zondebok wilde. Nu is het wel historisch correct dat McClellan niet een van de slimste officieren was, hij heeft in april van het jaar 1862 keer op keer Richmond geprobeerd te veroveren, maar dit mislukte keer op keer. Maar dat is nu het vreemde in Duel In Het Kanaal, vanwege de vele blunders van McClellan werd hij op 5 november 1862 uit het commando verwijderd. Oftewel, ontslagen. Het is dus niet mogelijk dat hij in april van het jaar 1864, nog probeerde om een charge uit te voeren, want hij maakte geen deel meer uit van het commando. Het is maar een klein foutje, want de miskleun van McClellan is niet het eigenlijke verhaal, meer een excuus zodat Blutch en Chesterfield op de Kearsage terecht kunnen komen, maar het is wel in een fout in de volgorde van gebeurtenissen. 61 Nancy Harts 7.2 Bij de gebeurtenissen in de Nancy Harts zitten ook vreemde fouten in de volgorde. Niet alleen vond de schermutseling tussen de Nancy Harts en generaal LaGrange plaats ná de oorlog, ongeveer vier dagen nadat Lee zich over had gegeven. Ook blijken de vrouwen generaal Lee in hun kelders verborgen te houden, zodat hij aan de Noordelijken ontsnapt en opnieuw tegen ze kan vechten. Terwijl generaal Lee eigenlijk al vier dagen gevangen heeft gezeten en terug op weg was naar Richmond. Het is natuurlijk begrijpelijk dat de scenarist dit incident in de stripboekenreeks wou plaatsen, het is immers een zeer vermakelijk verhaal en zeker ook uniek in de oorlog. En het feit dat dit plaatsvond na de oorlog moet dan natuurlijk maar genegeerd worden, aangezien de reeks niet gewoon stopgezet kan worden. Het is alleen vreemd dat Cauvin het verhaal van de verborgen Lee er bij heeft verzonnen. Wou hij zo aantonen dat de oorlog nog niet voorbij was in de reeks? Of wou hij gewoon een grap maken en zo de stommiteit van de Noordelijken tonen? In ieder geval is het een zeer vreemd iets. Deelconclusie Cauvin blijkt overduidelijk niet geïnteresseerd te zijn in een ietwat chronologische volgorde aan te houden in zijn stripalbums, verder wordt er ook weinig aandacht besteed aan het vermelden van datums in de albums waardoor het meestal gissen wordt wanneer een bepaalde gebeurtenis plaatsvond. Dit is natuurlijk begrijpelijk, maar de bepaalde fouten die hij maakt in de volgorde van gebeurtenissen zijn soms nogal opvallend. Vooral de confrontatie met de Nancy Harts die plaatsvindt nadat Lee zich heeft overgegeven is opmerkelijk. Er wordt een confrontatie weergegeven om een man te verbergen die zich eigenlijk al dagen eerder heeft overgegeven. Het is niet duidelijk of deze fouten nu gemaakt worden uit onwetendheid, dat Cauvin simpelweg niet in de gaten had dat hij datums omwisselde. Of dat deze fouten bewust gemaakt worden en dat Cauvin simpelweg deze fouten maakte, omdat hij het verhaal op zijn manier wil vertellen. Ongeacht de geloofwaardigheid van de albums. Vooral de twee verledens van de personages zorgen ervoor dat de serie minder geloofwaardig wordt. Het ene waarin ze al veel langer in het leger zitten en uit Fort Bow komen en het andere waarin ze erin gerold zijn door in een dronken bui hun handtekening onder een contract te zetten zijn toch twee gigantisch verschillende verhalen, die toch door elkaar heen gebruikt worden. Dit is een fout die zelfs lezers die geen verstand hebben van de historische achtergrond van de Blauwbloezen opvalt. 62 “Immigranten en Wallstreet” We hebben nu verschillende aspecten behandeld van de oorlog; de gebruikte voertuigen en wapens, de kleding van de soldaten en hoe hun leven was in het leger. Maar nu willen we kort een beeld schetsen van de economische en sociale achtergronden in de Verenigde Staten van het deel van de bevolking dat niet sterk betrokken was in de oorlog. Economie De economie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog De Amerikaanse Burgeroorlog was de grootste oorlog die gevochten werd in de westerse wereld na de slag om Waterloo in 1815 en voor de Eerste Wereldoorlog in 1914. De oorlog was verspreid over een half continent met troepen die bewogen over treinrails en hun bevelen kregen via telegrammen. De burgers werden op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen door de kranten. Verder was de Amerikaanse Burgeroorlog het eerste grote conflict van het industriële tijdperk. Het is dan ook niet vreemd dat deze oorlog van grote invloed was op de economie en dat de economie van beide kanten grote invloed had op het verloop van de oorlog. Zo had het noorden een grotere economie en een overheid met een belastingtechnisch systeem dat kant-en-klaar was op het moment van het uitbreken van de oorlog. Tijdens het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog, 15 april 1861, spendeerde de regering ongeveer 172.000 dollar per dag in elk departement. Drie maanden later, rond de tijd van de eerste slag om Bull Run gaf alleen het oorlogsdepartement al een miljoen dollar per dag uit. Aan het eind van het jaar was dit al 1.5 miljoen per dag. Er moest natuurlijk wel een manier worden gevonden om al dat geld op te brengen. Nu heeft een regering drie manieren waarop hij aan geld kan komen: belastingen, leningen of het geld zelf drukken. De federale en de geconfedereerde regeringen gebruikten beide een mix van deze drie mogelijkheden. Alleen de verschillen tussen beide regeringen in het verkrijgen van geld bleken later van groot belang te zijn.1 De Noordelijken verkrijgen hun geld… 1 juli 1861, drie maanden voor de slag om Bull Run, was de staatsschuld 91 miljoen dollar. Meteen na de slag voorzag Chase “the secretary of treasury” dat dit een lange oorlog zou worden daarom leende hij 50 miljoen dollar van de banken. Chase verwachtte dat na een jaar de overheidsschuld zou oplopen tot 517 miljoen dollar, een ongekend hoog bedrag in die tijd. Hij realiseerde toen dat het geld voor de oorlog niet op de oude manier verzameld kon worden. De oude manier was om het geld voor een oorlog simpelweg te lenen. Gelukkig voor hem en het land was hij bekend met een jonge bankier genaamd Jay Cooke. Cooke werd in overheidsdienst gesteld. Cooke ging obligaties verkopen namens de overheid, zogenaamde five-twenties. Die zo genoemd werden, omdat ze afbetaald werden tussen de vijf en twintig jaar en ondertussen 6% rente betaalden in goud. In plaats van naar de banken te gaan richtte Cooke zich direct op de bevolking, hij zorgde er voor dat het voor iedereen mogelijk was om een obligatie te kopen (de kleinsten waren ter waarde van 50 dollar) Zo zorgde Cooke ervoor dat zo‟n 5% van de federale bevolking investeerde in de overheid. Dit plan van Cooke was zo succesvol dat in 1864 de overheid in staat was evenveel geld op te nemen als de War en Navy Department het konden uitgeven, rond 2 miljoen dollar per dag. Zo waren de Noordelijken in staat om twee-derde van het benodigde geld voor de oorlog te verkrijgen door het verkopen van obligaties. Deze verkoop van obligaties zorgden er echter wel voor dat de staatsschuld aanzienlijk verhoogd werd, (In 1864 stond de schuld op zo‟n 75 dollar per persoon) het verkregen geld 63 moest immers wel allemaal terugbetaald worden met rente. Maar de kosten voor de oorlog werden wel op de toekomst afgeschoven.2 Verder werden de belastingen aanzienlijk verhoogd en vermeerderd. In Augustus van 1861 werd de eerste wet doorgevoerd voor belasting op het inkomen, het belastte alle inkomsten “wether derived from any kind of property, rents, interests, dividends, salaries, or from any trade, employment or vocation carried on in the United States or elsewhere, or from any source whatever.” In de oorspronkelijke wet was de belasting 3 procent op een inkomen van meer dan 800 dollar, tot 5 procent op een inkomen van meer dan 10.000 dollar. In 1864 was de belasting voor inkomens van meer dan 10.000 dollar verhoogd tot 10 procent. Op bijna alles werden verder ook belastingen geheven. Er ontstonden postzegel belastingen voor juridische documenten. Er werd accijns geheven op de meeste goederen. De accijns voor sterke drank steeg tot 2,50 dollar, terwijl de prijs onbelast ongeveer 0,20 dollar was geweest. Kaartjes voor de trein, veerboten, stoomboten en tolbruggen werden belast, ook adverteren werd belast.3 Op deze manier was de overheid in staat om 21% van hun vermogen te verkrijgen via belastingen. En hoewel de belasting hoger was dan ooit in de Amerikaanse geschiedenis was er weinig protest. Het scheen dat mensen bereid zijn om zonder klagen hoge belastingen te betalen in oorlogstijd. Voor een deel verkreeg het Noorden ook zijn inkomen door geld te drukken. De overheid begon zogenaamde Greenbacks te printen, die zo genoemd werden doordat ze op de achterkant van het biljet in groene inkt geprint werden. Er werd zo rond de 450 miljoen dollar geprint, een hoog bedrag in die tijd, maar in totaal maar 11 procent van wat de overheid spendeerde in die jaren. Natuurlijk ontstond hierdoor inflatie, maar die was slechts 75 procent en kon in de hand gehouden worden.4 …en de Zuidelijken. De Zuidelijke staten hadden grotere problemen om geld bij elkaar te krijgen. Ze hadden een veel kleinere middenklasse (minder mensen die hun geld konden investeren in de overheid), hadden maar weinig grote banken en weinig ervaring in financiën. Zij konden maar 40% van het benodigde geld bij elkaar schrapen door te lenen.5 Verder was de welvaart van de Zuidelijken minder gemakkelijk om te zetten in geld. Voor het uitbreken van de oorlog hadden de Zuidelijken zo rond de 30% van het vermogen van de Verenigde Staten, 12% van de wisselkoers (circulating currency) en 21% van het bank vermogen. Dit betekende dat de geconfedereerde staten aanzienlijk armer waren dan de federale staten. Het was voor de Zuidelijken ook niet mogelijk om veel geld voor de oorlog te verkrijgen via belastingen, vanwege hun kleinere populatie. De Zuidelijken waren slechts in staat om 6% van hun vermogen te verkrijgen via belastingen.6 Zodoende hadden de geconfedereerde staten enkel de mogelijkheid nog om hun geld te verkrijgen met het drukken van geld. Op deze manier maakten ze in feite meer dan de helft van hun vermogen. Tegen het einde van de oorlog hadden de Zuidelijken op deze manier meer dan anderhalf biljoen dollars in papier gedrukt. Natuurlijk was deze methode niet zonder gevolgen, mensen begonnen hun „goede‟ geld (goud en zilver) thuis te houden en te bewaren en gaven alleen het zogenaamde geld uit dat de overheid printte. Verder ontstond er een snelstijgende inflatie, meer dan 700 procent in de eerste twee jaren van de oorlog. Op deze manier raakte het land in een neerwaartse spiraal, er ontstonden grote tekorten, zwarte markten die goede zaken deden, terwijl geld bijna niets meer waard werd.7 De Bloei van Wallstreet Ondanks het feit dat de federale overheid geen problemen hadden met het betalen van hun schulden in de door henzelf geprinte greenbacks eisten ze dat de belastingen betaald werden in goud. Hierdoor bleef er gehandeld volgens de waarde van goud en niet die van de greenbacks. Hierdoor moest natuurlijk ook een manier worden verzonnen om greenbacks om te ruilen tot goud. The New York Stock and Exchange Board verhandelde al vlug goud met greenbacks, maar doordat de prijs van goud in verband stond met de successen van het leger, verbood de Exchange deze handel als onpatriottisch.8 64 Hierop organiseerden de aandelenhandelaars een plaats die Gilpin‟s News Room werd genoemd. Iedereen die bereid was een bijdrage van 25 dollar per jaar te betalen was welkom om hier te handelen. Koopmannen gebruikten deze plek wanneer ze goud nodig hadden voor hun zaken of wanneer ze zich wilden dekken tegen de wisselende waarde van de greenbacks. Naast deze koopmannen kwamen ook honderden gokkers op Gilpin‟s af, die hoopten een fortuin te vergaren met behulp van de oorlog. Deze gokkers waren niet populair en werden gezien als “General Lee‟s left wing in Wall Street.” Deze gokkers kon het allemaal niet schelen hoe ze genoemd werden, er was te veel geld dat verdiend kon worden door geluk of goede informatie. Ze gingen zelfs zover om agenten in te huren die ze in beide legers plaatsen om zichzelf zo te verzekeren van informatie. Wallstreet was zelfs eerder op de hoogte van de uitslag van Gettysburg dan President Lincoln zelf. In 1864 probeerde het Congres Gilpin‟s te laten sluiten door te verbieden dat er goud verhandeld werd buiten de kantoren van aandeelhouders. Het enige resultaat van deze wet was echter dat de waarde van greenbacks nog verder daalde. Waardoor de wet weer werd teruggetrokken en Gilpin‟s opnieuw opende.9 In de herfst van 1864 openden enkele leden van Wall Street de New York Gold Exchange. Deze nieuwe handelsplaats voor goud stond in beter aanzien en de regels werden beter nageleefd, waardoor Gilpin‟s al vlug genoodzaakt was te sluiten. Wall Street bloeide ongekend ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog. Al het geld van de overheid ging naar munitiefabrieken, treinrails, telegraaf-, textiel- en schoenbedrijven. Terwijl deze bedrijven hun winsten weer investeerden in Wallstreet. Wallstreet groeide door tot een van de grootste markten ter wereld, alleen Londen was groter. Er werden fortuinen gemaakt in deze jaren. The Mining Exchange die in 1857 was ingestort kwam in deze jaren er weer boven op en begon weer volop te handelen, ondertussen opende ook de Petroleum Board die aandelen verhandelde van oliebedrijven. In 1864 werd de Open Board van Brokers geopenend, een handelsplek die begon in een kelder die bekend stond als de Coal Hole. Dit Board gebruikte niet de twee dagelijkse veilingen zoals gebruikelijk was, maar veilde de hele dag door. In 1865 was het vermogen van Wallstreet ruim boven de 6 biljoen dollar. Er konden duizenden dollars per dag verdiend worden. De gehele bevolking profiteerde van deze welvaart, kleermakers en juweliers deden gouden zaken. Overal in New York werd de welvaart duidelijk gemaakt door de uitbundige feesten, diners en recepties.10 De Industrialisatie Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog vergrootte de industrialisatie van de Amerikaanse economie exponentieel. De eisen van het leger en de marine stimuleerden de productie. Zodoende was de Amerikaanse economie, hoewel nog op veel punten minder efficiënt dan dat van Engeland in staat om op veel punten zelfvoorzienend te worden. Het aantal geïmporteerde goederen daalde sterk. Daartegenover was er een sterke stijging in het aantal Amerikaanse bedrijven. Zowel de industrieën die van groot belang waren voor de economie, als industrieën die minder centraal stonden werden gestimuleerd door de oorlog. De tekorten in arbeidskrachten die ontstonden door de vele mannen die meevochten in de oorlog werden verholpen door de vele immigranten uit Europa. Ook het Zuiden zag een verhoging in zijn industrialisatie, echter op een kleinere schaal dan het Noorden. Zo bouwde het Zuiden de grootste buskruit fabriek van Noord-Amerika. Het Zuiden was in staat zijn krachten van munitie te voorzien en was zelfs zelfvoorzienend op het gebied van handvuurwapens. Ook waren de Zuidelijken in staat 50 schepen te bouwen voor hun zeemacht waaronder 21 Ironclads. De Burgeroorlog had wel een negatief effect op de eerste grote Amerikaanse industrie. Vanwege de blokkade vielen zowel Noordelijke als Zuidelijke schepen Amerikaanse koopschepen aan, waardoor die al vlug besloten om onder een Engelse vlag te varen om immuniteit te verkrijgen. Vele van die schepen kwamen niet terug, waardoor in 1865 minder dan 48 procent van de schepen in Amerikaanse havens Amerikaans was en dat aantal zakte na de oorlog nog verder in.11 65 Economie in de Blauwbloezen Na het lezen over de Amerikaanse economie tijdens de Burgeroorlog, begonnen we ons af te vragen of er nu echt zo´n duidelijk verschil was tussen de Zuidelijken en de Noordelijken. Volgens onze geschiedenisboeken was er een aanzienlijk verschil in welvaart tussen de twee kampen en hadden de Zuidelijken regelmatig last van geldproblemen. Vervolgens probeerden we te onderzoeken of dit verschil ook in de stripalbums duidelijk werd gemaakt. We vonden wel enkele voorbeelden: Zo wordt in „Canadees Goud‟ melding gemaakt van een goudzoeker die zijn hele vergaarde fortuin wilt nalaten aan de Zuidelijken. De Noordelijken willen hier een stokje voor steken, maar niet omdat ze zelf behoefte hebben aan het goud. Nee, ze zijn bang dat wanneer de Zuidelijken het goud krijgen ze er wapens en munitie van zullen komen, zodat er nooit een einde aan de oorlog komt. Verder wordt in „de 5 Schoeljes‟ ook vermelding gemaakt van de hoge premies die de Noordelijken uitgaven voor vrijwilligers, de Zuidelijken gaven zulke premies niet aan vrijwilligers, waarschijnlijk omdat ze het zich niet konden veroorloven. Wat ook weer zo is in de 5 Schoeljes is dat de soldaten de uniformen moeten hergebruiken van hun dode voorgangers, zolang het insigne nog zichtbaar is. Maar dit wordt meer aangewezen als een grapje in de strip, deze regel geldt alleen in het 22ste cavalerieregiment waarin de mannen onder leiding van Stark vlugger sterven dan hij Aanvalleuh! kan roepen. Verder worden door Blutch en Chesterfield in „De Roos Van Bantry‟ en „Grumbler En Zonen‟ veelvuldig gebruikt gemaakt van de rekening van Lincoln. Ze geven heel gemakkelijk geld uit zonder schijnbaar te hoeven letten op een bepaald budget. Verder wordt er niet echt vermelding gemaakt van de verschillen in welvaart tussen de Noordelijken en Zuidelijken. Verder hebben we ook gekeken of in de stripreeks duidelijk wordt gemaakt dat op dat moment de Verenigde Staten een bloeiende periode beleefde wat hun welvaart en industrialisatie betreft. Wat wel meteen op valt wanneer je de strips doorbladert: alle burgers zien er keurig verzorgd uit. Alle burgers, zelfs de armsten zijn allemaal keurig gekleed met broek, hemd, vest, halsdoek en pet. De rijke burgers zien er nog spectaculairder uit, vooral de vrouwen zien er piekfijn uit in kleurige jurken en behangen met sieraden. De enigen die gekleed in rafels voorkomen in de strip zijn de zwarte slaven of vrije zwarte arbeiders. Het is natuurlijk waar dat de zwarte arbeider een van de weinige bevolkingsgroepen was die niet profiteerden van de opkomende welvaart, maar ook de blanke arbeiders profiteerden niet veel van de opkomende welvaart, aangezien zij geen deel namen in de beleggingen van Wallstreet of de vaardigheden bezaten voor een betere baan. Ook de vele mannen die naar de oorlog vertrokken hielpen de blanke arbeiders niet veel, de lonen werden juist laag gehouden door de vele aankomende migranten. Als laatst hebben we de strips nog doorgekeken op tekenen van de opkomende industrialisatie in de Verenigde Staten, maar dit viel heel erg tegen. Er wordt bijna nooit melding gemaakt van fabrieken of fabrieksarbeiders. Verder komen Blutch en Chesterfield nooit een fabriek tegen in hun avonturen, ze passeren wel ontelbaar veel boerderijen, of ze komen mijnwerkers tegen of goudzoekers en ook de middenklasse wordt vertegenwoordigd (winkelbedienden, dokters, dominees), maar nooit wordt er zelfs maar melding gemaakt van een fabriek of fabrieksarbeiders. 66 Sociaal Nu we de economische achtergronden van de Verenigde Staten in de 19de eeuw hebben bekeken gaan we nu de sociale achtergronden behandelen. We concentreren hierbij ons op de nieuw aangekomen immigranten, hun problemen bij het integreren in Amerika en hun betrokkenheid bij de Amerikaanse Burgeroorlog. De Ieren De Ieren waren de eerste blanke immigranten in de Verenigde Staten die problemen ondervonden bij hun integratie in de Amerikaanse maatschappij en zelfs hun aanwezigheid in het land. Tussen 1820 en 1860 arriveerden 2,5 miljoen Ieren in Amerika, de meesten vestigden zich in het Noordoosten van het land, in de stedelijke gebieden. Er waren Amerikanen die bezorgd waren over de impact die de Ieren konden hebben op hun land, dit had te maken met hun geloof (ze waren katholiek), maar ook met de omstandigheden van hun aankomst. Sinds 1840 waren er in Ierland grote problemen geweest met de aardappeloogst, waar de meesten Ieren van leefden. Velen verlieten het land, nog meer verhongerden. De Ieren die naar Amerika kwamen waren over het algemeen zeer arm en ongeschoold. Hierdoor kwamen ze onderaan de sociale en de economische ladder terecht. Zij namen banen aan die niemand anders wilde. Wat opvallend was aan de Ierse immigranten is dat het grootste deel bestond uit vrouwen, deze vrouwen kwamen naar Amerika omdat hier banen voor hun beschikbaar waren. Bijna alle Ierse vrouwen kwamen terecht in de huishoudelijke dienstverlening. Verder kwamen ze terecht in de textiel industrie. Vele Amerikanen wantrouwden de Ieren vanwege hun katholicisme. Hoewel er al eerder katholieken in de Verenigde Staten waren, groeiden hun aantal enorm door de komst van de Ieren. Verder begonnen de Ieren ook hun eigen scholen te eisen. Dit wekte alarm onder veel Amerikanen. De Ieren kregen een reputatie van alcoholisme, criminaliteit en armoede waardoor de oppositie tegen hun aanwezigheid groeide. De Ieren werden vaak geassocieerd, en associeerden zichzelf met Afro-Amerikanen. Ze woonden in dezelfde wijken en concurreerden voor dezelfde banen. Hoewel de Ieren als een blanke bevolkingsgroep, natuurlijk wel rechten genoten die niet waren weggelegd voor nietblanken. De Ieren begonnen deel uit te maken van de Democraten om zo meer politieke macht te verkregen, in die tijd waren de Democraten uitgesproken anti-zwart. Verder gebruikten de Ieren ook hun arbeid om opgenomen te worden in de maatschappij. Vele Ieren werden lid van een vakbond. Dit lidmaatschap en de kracht die ze kregen van de Katholieke kerk verhoogde hun status in Amerika. Velen realiseerden zich ook dat wanneer ze zich tegen de zwarten keerden dit tot hun voordeel kon werken. In New York werden aanvallen van Ieren op zwarten zo normaal dat bakstenen “Irish Confetti” genoemd werd. Maar hoewel sommigen Ieren hun agressie tegen zwarten gebruikten om geaccepteerd te worden in de Amerikaanse maatschappij, hadden anderen nobelere manieren. Duizenden katholieke Ieren vochten voor de Unie in de Amerikaanse Burgeroorlog.12 De Duitsers Duitsers waren, samen met de Ieren, de grootste groep van blanke immigranten in Amerika in die periode. De Duitsers hadden echter veel minder problemen dan de Ieren. Zij waren over het algemeen goed opgeleid, protestants en ze vestigden zich in het grootste deel op het platteland, waar ze in staat waren minder aandacht op zichzelf te vestigen. Hierdoor was de aanpassing aan de Amerikaanse maatschappij veel gemakkelijker voor Duitsers en worden ze ook veel gemakkelijker geaccepteerd, zelfs de Duitse joden werden tamelijk succesvol in het bankwezen en de detailhandel. 67 De Duitsers migreerden voor het grootste deel om economische redenen, niet omdat zij net als de Ieren verhongerden of in grote armoede leefden. Maar omdat het vanwege enkele economische veranderingen in Duitsland voordeliger was om naar Amerika te vertrekken. Toch waren er ook enkele Duitsers die migreerden vanwege religieuze oorzaken. Zo migreerden Lutheranen, omdat ze gediscrimineerd werden in Duitsland. Verder migreerden er ook enkele vanwege politieke redenen, zoals de kleine groep vluchtelingen van de mislukte revolutie in 1848. Duitse immigranten vielen op vanwege hun uitzonderlijke goede opleiding en bekwaamheid. Hierdoor werden vele Duitsers ambachtsman, geschoolde arbeider of ze startten een klein bedrijf. Duitse vrouwen vonden werk van huishoudelijke hulp, bakker, hotelhoudster tot verpleegster. Verder settelden de Duitsers zich over het algemeen weg van het stedelijke gebied in het Noordoosten. Velen trokken naar het westen om daar een boerderij te beginnen. Hoewel de Duitsers lang niet zo veel problemen hadden als de Ieren bij het aanpassen in de maatschappij waren er wel enkele punten die voor consternatie zorgden. Zo weigerden veel Duitsers te stoppen met drinken op een zondag en waren er bepaalde Duitsers die veel met zwarten omgingen. Hoewel de Ieren lang niet eensgezind voor de Unie waren tijdens de Burgeroorlog kregen de Duitsers al vlug een reputatie voor het ondersteunen van de Unie. Tijdens de oorlog werden er al enkel in New York tien Duitse regimenten opgericht.13 De Chinezen De Chinezen arriveerden niet in zulke grote getale als de Ieren en de Duitsers en ze concentreerden zich op de west kust. Maar hun status als niet blank zorgden ervoor dat hun aanwezigheid in Amerika zowel betekenisvol als bestreden was. De eersten Chinezen waren goudzoekers die arriveerden in 1848 kort nadat er goud was gevonden in California. In 1852 arriveerden er steeds meer Chinezen, nog steeds voor het overgrote deel in California. De meeste Chinese immigranten waren mannen, vanwege culturele tradities reisden Chinese vrouwen niet vaak naar het buitenland. Verder werden Chinese vrouwen nog verder ontmoedigd door de Page Law, een wet waardoor elke Chinese vrouw als potentiële prostituee gezien werd. De Chinezen hadden veel problemen bij het uitoefenen van hun werk. Vaak was het geval dat zij extra belasting moesten betalen vanwege hun niet blank zijn. Veel Chinezen begonnen te werken in goud mijnen. Hun aantal liep later terug, omdat blanke mijnwerkers de staat California overgehaald hadden om de Chinezen uit de mijnen te verwijderen. Zo moesten Chinezen als mijnwerkers een belasting betalen van 3 dollar per maand, omdat ze niet kwalificeerden voor een staatsburgerschap. Later werd er nog een wet aangenomen in California die ervoor zorgden dat Chinezen een maandelijkse belasting moesten betalen, simpelweg omdat ze in de staat verbleven. Chinezen vonden echter vlug ander werk. Ze werden aangenomen voor het bouwen van de transcontinentale treinrails. Ook hier eisten de blanke arbeiders al vlug het ontslag van de Chinezen, maar hier werd het conflict anders opgelost. Het hoofd van de treinrails, moe van de strubbelingen met de blanke arbeiders, besloot enkel nog Chinezen te gebruiken voor dit project. Dit was niet enkel als waarschuwing tegen de blanke arbeiders bedoeld, maar ook omdat de Chinezen heel gemakkelijk uit te buiten waren. Ze waren bereid onder de meest erbarmelijke omstandigheden te werken. Nadat het werk voor de rails compleet was zochten de Chinezen werk in twee verschillende richtingen. Velen gingen werken als landarbeiders. Anderen trokken naar de stad, waar ze eerst gingen werken voor bedrijven. Maar al vlug gedwongen waren hun eigen bedrijven op te richten, vanwege protesten van blanke arbeiders. De Chinezen begonnen restaurants, maar openden vooral veel wasserettes. Chinezen ondervonden veel protest van blanken voor hun aanwezigheid in Amerika en het leven werd hun ook continu moeilijk gemaakt. Er zijn zelfs documenten bekend waarin vermeld wordt dat Chinese mijnwerkers zijn vermoord door boze blanke mijnwerkers. Ook worden er vele pogingen gedaan om Chinezen te ontmoedigen naar Amerika te immigreren. 68 Al deze oppositie tegen de Chinezen heeft er toe bijgedragen dat ze een zeer afgezonderde bevolkingsgroep werden binnen de Verenigde Staten. Ook hebben ze geen bijdrage geleverd tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.14 Immigranten in de Blauwbloezen 8.1 Nu we de problemen en eigenschappen van verschillende immigrantengroepen hebben gezien is nu natuurlijk de vraag of we die ook terug kunnen vinden in de Blauwbloezen. De Ieren zien we in twee strips terug: In “Oproer In New York” zijn ze inderdaad de groep arme opstandelingen die het tegen de zwarte bevolking van New York hebben gemunt. Dit komt dus goed overeen met de informatie die we over ze hebben gevonden. Verder is er nog maar één enkele verwijzing naar een Ier en dat is in “De Groene Jaren” waarin een opvliegende Ier de praktijk van een dokter kort en klein slaat. Er worden geen vermeldingen gemaakt van Ieren in het leger. Duitsers komen zelfs helemaal niet voor in de stripreeks. Wat eigenlijk toch wel opvallend is, omdat het één van de grootste immigrantengroepen uit die periode was. Het kan natuurlijk dat Cauvin simpelweg dacht dat Duitsers te saai waren om als immigranten te vermelden. Vooral omdat hij zoveel meer aandacht besteed aan immigranten van buiten West-Europa, zoals Russen die in verscheidene strips terugkeren. Chinezen komen echter wel vaker voor. Zo wordt er in Bull Run melding gemaakt van een Chinese soldaat. (Hoewel dit wel waarschijnlijk als grap was bedoeld, de soldaat valt drie seconden na de veldslag dood neer vanwege een verkeerd verstaan bevel) Verder komen we ook een groep Chinezen tegen in “De Neven Aan De Overkant”, waarin ze een groep arbeiders zijn die treinrails komen leggen. Een Chinees in “De Groene Jaren” die werkt als goudzoeker en in “Kapitein Nepel” en verscheidene andere strips die afspelen in Fort Bow is het altijd een Chinees die gaat over de was. Deze drie beroepen waarin we Chinezen tegenkomen komen allemaal overeen met wat we gelezen hebben over Chinese immigranten. Een duidelijk teken dat Cauvin echt zijn research doet voor hij begint aan een album. 69 Deelconclusie We hebben nu onderzoek verricht naar zaken die meer buiten de stripboeken vallen. Hierdoor is het moeilijker om een goede vergelijking te maken, aangezien we niet veel vergelijkingsmateriaal hebben. Uit de kleine aanwijzingen die we in de stripreeks terug hebben kunnen vinden is het moeilijk om een goed beeld te vormen van de economische en sociale situatie in de Verenigde Staten in die periode. De Blauwbloezen is natuurlijk in de eerste plaats een stripreeks over de Amerikaanse Burgeroorlog en er wordt niet veel aandacht besteed aan de rest van Amerika. Wat wel opvallend is, is dat hoewel er maar weinig aanwijzingen zijn terug te vinden over de economische of sociale situatie in de Verenigde Staten, degenen die er wel zijn over het algemeen toch wel kloppen. Dit is wel meer te zien in de sociale aspecten van de Verenigde Staten, maar daar zijn ook veel meer aanwijzingen van terug te vinden omdat Blutch en Chesterfield daar veel meer mee te maken hebben. Zij komen zelf ook veel in contact met mensen en schetsen zo al een beeld van de sociale verhoudingen. Zo werken de Chinezen in de stripalbums inderdaad ook voor de spoorwegen, hebben ze een wasserette of zijn ze goudzoeker. In economische zin zijn er veel minder verwijzingen die op waarheid berustten. Dit komt omdat Blutch en Chesterfield eigenlijk maar heel weinig te maken hebben met de economie van hun land, het zijn maar soldaten. De enkele verwijzingen in de albums dat de Zuidelijken vaak zonder munitie of wapens zitten kloppen over het algemeen, maar verder is er maar weinig in de albums waaruit de economie van de Verenigde Staten in die periode duidelijk gemaakt wordt. 70 “Cauvin en de oorlog” Bij een oorlogsstrip zou je kunnen verwachten dat in de strips één van de partijen afgeschilderd wordt als de goeden en de andere partij als de slechten, maar dat is in deze stripserie absoluut niet zo. Zowel bij de Noordelijken als bij de Zuidelijken zitten goede en slechte mensen en aan beide kanten worden dingen gedaan die eigenlijk niet door de beugel kunnen. Ook gaan we kijken of de afkomst van de schrijver invloed heeft op de stripserie. Held of verrader Cauvin bekijkt de oorlog niet alleen vanuit Noordelijk perspectief. Vaak relativeert hij bepaalde gebeurtenissen, door het te bekijken vanuit de kant van de Zuidelijken. Zo ook in nummer 31, waar een jongen, genaamd Pucky, dienst neemt in het Noordelijke leger. Hij wordt drummerboy, maar stiekem seint hij met zijn trommel inlichtingen over de aanvalsplannen door aan de Zuidelijken. Als Chesterfield erachter komt dat Pucky een spion was, noemt hij hem ook een verrader. De plaatjes erna laat Cauvin, via Blutch zien dat je hier op verschillende manieren naar kan kijken. Blutch legt uit dat wanneer Pucky hetzelfde had gedaan voor de Noordelijken, hij een held was geweest. 9.1 Smerige rotoorlog Het voorafgaande laat zien dat Cauvin in ieder geval geen partij kiest, maar wel zelf heel erg tegen oorlog is. Het komt vaak voor dat een van de personages iets zegt als: rottige oorlog, smerige oorlog, pokke oorlog of iets wat daar op lijkt. Het toppunt wordt bereikt wanneer zelfs sergeant Chesterfield kritiek uit op de oorlog. 9.2 9.3 9.4 Een goed begin… Soms begint de strip al erg oorlogkritisch. Nummer 6, 12, 15 en 20 beginnen allemaal met een sarcastische overzichtsplaat. In nummer 6 zie je een slagveld met daarboven de tekst: “omdat ‟t nu eenmaal in de mode is, en om hun onderlinge verstandhoudingen nog eens duidelijk te tonen, voeren de Zuidelijke en Noordelijke staten oorlog; een verbeten oorlog.” 71 nummer 12 begint met een aanval van de Noordelijken met de tekst erboven: “op een mooie lentemorgen…”. Even later in die strip, na de Noordelijke aanval brengt kapitein Stark verslag uit aan generaal Alexander. Daar probeert Cauvin het nutteloze van de oorlog te laten zien. Generaal Alexander vraagt Stark uit hoeveel man zijn afdeling bestond. Hieronder is het vervolg te zien. 9.5 Nummer 15 begint met een slagveld vol doden en gewonden en de tekst: “geen commentaar” (dit plaatje is ook te zien in de introductie van de Blauwbloezen). Deze afbeelding benadrukt het aantal slachtoffers van de oorlog. Nummer 20 begint ook met een slagveld met zowel Noordelijke als Zuidelijke doden met daarboven de tekst: “Die dag tijdens een korte pauze…” (hiernaast te zien) Ook deze plaat is erg kritisch over de grote aantallen slachtoffers en het feit dat er na een grote slag met een groot aantal doden even later weer gevochten wordt. 9.6 Bevel is bevel Het is ook over het algemeen zo dat Chesterfield bevelen altijd opvolgt, ook als het eigenlijk niet moreel verantwoord is. Maar Blutch durft wel in opstand te komen. Blutch word er vaak gek van dat Chesterfield altijd maar bevelen opvolgt, hoe onredelijk ze ook zijn. Sergeant Chesterfield, de trouwe soldaat, die erg patriottisch is en wil vechten voor zijn vaderland wordt 9.7 tegelijkertijd ook weergegeven als een heel dom en naïef persoon. Blutch daarentegen is ontzettend antioorlog en probeert constant te deserteren, maar hij is wel heel slim. Een voorbeeld: Blutch en Chesterfield zijn op patrouille. Ze komen een jonge vrouw in uniform tegen die vertelt dat haar broer vermist wordt en dat zij zijn plek wil innemen. Blutch heeft al snel door dat zij een spionne is, maar Chesterfield wil hem maar niet geloven. Waardoor de spionne haar gang kan blijven gaan. Op den duur komt Chesterfield er wel achter, maar dan is het eigenlijk al te laat.1 In een ander verhaal krijgen Blutch en Chesterfield de gevechtsstrategie tot in detail te horen. Vervolgens wordt Blutch bevorderd tot luitenant. Daarna moeten Blutch en 72 Chesterfield een luchtballonverkenning doen, waarbij „toevallig‟ het touw breekt en er veren in de zandzakken zitten, waardoor ze in het vijandelijke kamp terechtkomen. Blutch gebruikt zijn hersens en komt tot de conclusie dat het de bedoeling was dat ze in de handen van de vijand zouden vallen en dat ze de gevechtsstrategie, die dan waarschijnlijk nep was, zouden verklappen. Als de Zuidelijken Blutch ondervragen, vertelt hij ook gelijk alles, maar Chesterfield blijft koppig en vertelt precies het tegenovergestelde. Zonder dat hij het weet heeft hij eigenlijk de echte strategie verklapt, daardoor verpest hij het hele plan.2 Allemaal marionetten Cauvin is ook erg kritisch over de blindelingse gehoorzaamheid van soldaten. Hij laat dit in het begin van nummer 35 duidelijk merken. In deze strip kijken Blutch en Chesterfield toe terwijl iemand rekruten aan het trainen is. Blutch vind het verschrikkelijk om te zien hoe de rekruten afgetuigd worden, maar Chesterfield wijst hem op het “belang van soldaten die goed luisteren, want daar worden oorlogen mee gewonnen.” “of verloren” zegt Blutch en hij geeft Chesterfield een voorbeeldje. Hij schreeuwt: “kwartslag naar rechts…rechts! Vooruit … Mars!” en alle rekruten marcheren, zonder er over na te denken het water in. Vervolgens wordt Chesterfield boos op hem en rent achter Blutch aan. En dan gebeurt dit: 9.8 Chesterfield luistert gewoon naar het bevel van iemand uit een lagere rang, omdat hij geleerd heeft te gehoorzamen zonder erover na te denken. Natuurlijk is dit een overdreven weergave van de werkelijkheid maar het geeft wel aan hoe Cauvin over zogenaamd trouwe soldaten dacht. Vrij of niet? Het is ook duidelijk dat Cauvin niet vindt dat de slavernij de reden van de oorlog is. In een van de strips laat hij dit zelfs zeggen door de officieren. En in nummer 20: „Black Face‟ komt het erg duidelijk naar voren dat de zwarten in het Noorden het niet veel beter hadden dan de slaven in het Zuiden. Zwarte soldaten kregen altijd de vieze klusjes, zoals doden begraven en wc‟s graven en ze werden nog minder betaald ook. Ook in andere strips zijn de doodgravers altijd zwarte soldaten.3 In de strip „Black Face‟ wordt een van de zwarte soldaten, Black Face genaamd, naar zuidelijk gebied gestuurd om ervoor te zorgen dat de slaven op de plantages in opstand komen. Dit zou tot gevolg hebben dat het Zuidelijke leger zich minder kan concentreren op het slagveld. Dit lukt niet doordat Black Face samen met de opstandige slaven ook naar het Noorden trekt. Want Black Face wil niet alleen in opstand komen tegen de slavenhouders, maar ook tegen de onderdrukkers in het Noorden. 73 9.9 9.10 De belg van de blauwbloezen De scenarist, Cauvin, woont in Walonië, het Franstalige deel van België. Dit heeft toch wel enkele invloed op de stripserie, aangezien hij de Amerikaanse Burgeroorlog anders zal zien dan een Amerikaan. Zijn West-Europese achtergrond is te zien in verschillende onderdelen. Ten eerste is het te zien in de personen die hij kiest voor de strips. Natuurlijk zijn de meeste personen Amerikanen, maar er zijn ook buitenlanders, bijvoorbeeld François D‟Orléans, een Fransman die naar Amerika is gekomen om te vechten in de oorlog,4 Een Schotse ingenieur, en natuurlijk Jean-Marie Le Pen. Als Cauvin niet in België zou wonen, maar in Amerika, zou hij nooit op het idee zijn gekomen om Jean-Marie Le Pen te gebruiken voor een personage in een strip. In de strips gaan de Amerikanen niet echt goed om met de immigranten. Een voorbeeld: in nummer 12 wordt een groep Russen, die naar Amerika waren gelokt met een belofte voor hoge lonen voor werk in de mijnen, gedwongen zich in te schrijven voor het leger. Ook in sommige andere strips worden immigranten niet goed behandeld. Een Amerikaan zou dit nooit zo sterk benadrukken. Ten tweede is zijn achtergrond ook te zien in de gebeurtenissen en plaatsen die hij kiest. Nummer 37 : „Duel in het kanaal‟ speelt zich af in Nederland, de Noordzee en aan de kust van Frankrijk. Als Blutch en Chesterfield in Amsterdam aanleggen, wordt de stad uitgebreid getoond. Cauvin heeft deze gebeurtenis misschien zelfs wel uitgekozen, omdat hij het verhaal dan een keer in Europa kon laten afspelen. Deelconclusie Ook al zijn de hoofdpersonen soldaten in het Noordelijke leger, de strips zijn niet pro Noordelijk en anti Zuidelijk. De hele stripserie is niet tegen één van de twee partijen, maar tegen de hele oorlog. Daarom worden sommige gebeurtenissen ook vanaf de andere kant bekeken, zoals bij Drummer Boy. Voor de Noordelijken is hij een verrader, maar voor de Zuidelijken een held. De strips zijn ook erg kritisch over het blindelings gehoorzamen van bevelen. Er wordt zelfs beweerd dat soldaten eigenlijk marionetten zijn. In de strips wordt ook duidelijk dat Cauvin de slavernij niet als reden van de oorlog ziet. Vooral in de strip „Black Face‟ is dit te zien. De West-Europese achtergrond van Cauvin is terug te zien in zijn keuze voor bepaalde personages en gebeurtenissen en de manier waarop hij deze afschildert. 74 Conclusie Nadat we alle deelonderwerpen hebben onderzocht en ze tegen elkaar hebben afgewogen zijn we tot de volgende conclusie gekomen: Als strip zijnde is de Blauwbloezen bijzonder, omdat het zoveel aandacht besteed aan historische feiten. Terwijl het eigenlijk in eerste instantie een humoristische strip is. Dit is heel zeldzaam, aangezien de meeste historische strips enkel gericht zijn op het zo goed mogelijk weergeven van de geschiedenis zonder enige vorm van humor. Natuurlijk is het niet zo dat de Blauwbloezen enkel uit historische feiten bestaan, vaak wordt er afgeweken van de werkelijkheid al of niet bewust. Zo worden er bewust veranderingen aangebracht in bepaalde gebeurtenissen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, om zo het verhaal spannender te maken. Ook worden er soms onbewust fouten gemaakt. Dit is terug te zien in het gebruik van negatieven voor het produceren van foto‟s terwijl er ten tijde van de Burgeroorlog met glasplaten gewerkt werdt. Verder was plakband (voor het aan elkaar plakken van een foto) en dynamiet (voor het opblazen van rotsen) nog niet uitgevonden in die tijd. De uiterlijkheden van de strips, die niet van belang zijn voor het verloop van het verhaal, zijn wel altijd met veel oog voor detail en historische correctheid weergegeven. De personen, voertuigen, wapens en kleding zijn zeer goed uitgewerkt. In andere gevallen wordt er meer aangehouden aan wat de schrijver het beste uitkomt. Wanneer een bepaald gegeven hem bevalt gebruikt hij het in de strip, wanneer het hem niet bevalt of het niet goed uitkomt verandert hij het. Zo wordt de medische zorg die beschikbaar was voor de soldaten heel waarheidsgetrouw weergegeven, maar wordt wel altijd het slechtste van het slechtste afgebeeld. Wel wordt een (op zich) klein detail verwaarloosd, alle mannen lopen er keurig geschoren en gekapt bij. Terwijl daar eigenlijk geen gelegenheid voor was en geen attributen voor beschikbaar waren. Dit is natuurlijk in het belang van de tekenaar, want het is moeilijker gezichtsuitdrukkingen weer te geven wanneer iemand een baard heeft. Dit is ook het geval bij disciplinaire acties. Zo worden bepaalde straffen heel precies geschreven in de stripboeken, zoals ze ook beschreven staan in ooggetuigen verslagen en dergelijke. Terwijl andere zaken, zoals bijvoorbeeld het verlofpasje, nergens kan worden teruggevonden en alleen genoemd wordt om het verhaal een bepaalde wending te geven. Bepaalde onderwerpen worden ook niet goed weergegeven, omdat ze niets of weinig te maken hebben met de leefwereld van de Blauwbloezen. Het is in eerste instantie een strip over een oorlog, waarin geen ruimte is om veel aandacht te besteden aan de economie van de Verenigde Staten of aan de sociale leefwereld bij burgers. Wel worden er kleine aanwijzingen gegeven die aantonen dat er wel onderzoek naar is gedaan, dit wordt echter niet zeer uitgebreid behandeld omdat dat het verhaal zou vertragen. Ook wordt er geen rekening gehouden met de volgorde van gebeurtenissen. Dit heeft natuurlijk te maken met het feit dat Cauvin zijn verhalen bedenkt rondom één onderwerp en die vervolgens meteen uitgeeft. Op die manier kan de volgorde later niet meer veranderd worden, om het later te laten kloppen. Verder worden er simpelweg te weinig datums vermeldt om een goede volgorde aan te houden. Verder speelt ook de visie van Cauvin een rol op de manier hoe wij als lezer de oorlog beleven. Die blijkt uit de vele sarcastische opmerkingen van de personages over de oorlog en de vele grappen die gemaakt worden over de absurditeit van de oorlog. Al met al is de Blauwbloezen een stripreeks die voor een humoristische strip uitzonderlijk historisch getint is. Hoewel hij ook naar maatstaven van de historische strip zich te veel vrijheden veroorlooft aangaande historische feiten. Hierdoor is een vrijwel zeker unieke strip ontstaan met een geslaagde combinatie van historische feiten en humor, die ervoor zorgen dat het voor iedereen een plezier is om te lezen. 75 Voetnoten en Herkomst gebruikte afbeeldingen Voetnoten Introductie van het onderwerp 1 De Blauwbloezen Nr. 50 „De Klopjacht„ dossier‟; blz. VIII 2 De Blauwbloezen Nr. 37 „Duel In Het Kanaal, The Making Of‟; blz. 14 3 De Blauwbloezen Nr. 50 „De Klopjacht„ dossier; blz. VIII 4 De Blauwbloezen Nr. 37 „Duel In Het Kanaal, The Making Of‟; blz. 22 5 http://www.civilwarhome.com/civilwarnames.htm 6 Jan van Ouheusden, blz 50 7 A. Kaspi, de geschiedenis van de Verenigde Staten, deel 1, blz. 163 8 The Civil War, Blood and Honor Personages 1 De Blauwbloezen Nr. 27: blz 4,5 en nummer 19 blz 4,5 2 De Blauwbloezen Nr. 2: “van Noord naar Zuid” 3 American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton: blz. 433 4 Battle Cry of Freedom, James M. McPherson; blz 588 5 Battle Cry For Freedom, James M. McPherson; blz. 588 6 Battle Cry For Freedom, James M. McPherson; blz. 580 7 Battle Cry Of Freedom, The Civil War Era, by James M. McPherson; blz. 348 t/m 350 8 Battle Cry Of Freedom, The Civil War Era, by James M. McPherson; blz. 358 t/m 365 9 www.volkskrant.nl 10 www.volkskrant.nl 11 The American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton; blz. 364 12 The American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton; blz. 365 13 The American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton; blz. 367 14 The American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton; blz. 114 15 The American Civil War, 365 days ; 10/24 Voertuigen/Wapens 1 The American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton: blz 347 2 Battles of the Civil War 3 Civil War Album blz. 55 4 Civil War Album blz. 55 5 Bruce Catton,The American Heritage, New History Of The Civil War: blz 345 6 The American Heritage new history of the Civil War blz. 157 & 169 t/m 180 7 The American Heritage new history of the Civil War blz. 157 & 169 t/m 180 8 American Heritage new history of the Civil War blz. 169 / www.stripverhalen.net 9 American Heritage New History of the Civil War Blz. 130 10 http://www.tshaonline.org/handbook/online/articles/CC/quc1.html 11 http://www.transchool.eustis.army.mil/Museum/Camel.htm 12 American Heritage New History Of The Civil War Blz. 189, 190 13 American Heritage New History Of The Civil War Blz., 194, 246, 247, 254 Gebeurtenissen 1 De Blauwbloezen Nr. 27 „Bull Run‟ 2 James M. McPherson, Battle Cry of Freedom 3 http://www.civilwarhome.com/vicksburgmine.htm 4 Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, By James M. McPherson; blz. 375 76 5 6 7 8 9 10 11 12 Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, By James M. McPherson; blz. 376 Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, By James M. McPherson; blz. 377 http://www.civilwarhome.com/duel.htm by John M. Browne surgeon of the Kearsage American heritage blz 468 www. civilwarhome.com/draftriots.htm Battle Cry of Freedom blz 610 http://www.trouparchives.org/harts.html De Nancy Harts Album van het Album Nr 47 bis Kleding We hebben in deze deelvraag geen gebruik gemaakt van voetnoten, aangezien we bij ons onderzoek voor een groot deel beperkt waren tot het vergelijken van foto‟s en afbeeldingen. Regelgeving 1 American Heritage History of the Civil War blz. 334, 335 2 American Heritage History of the Civil War blz. 336,337 3 American Heritage History of the Civil War blz. 360 4 http://www.civilwarhome.com/discipline.htm 5. Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, James M. McPherson; blz. 720, 721 6 . Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, James M. McPherson; blz. 605 t/m 607 7 . Battle Cry For Freedom, The Civil War Era, James M. McPherson; blz. 584, 585 8 . http://www.civilwarhome.com/discipline.htm 9. http://www.civilwarhome.com/discipline.htm Leven Van De Soldaat 1 De Blauwbloezen Nr. 31 “Drummerboy” 2 www.civilwarhome.com 3 De Blauwbloezen Nr. 13 “De Blauwen In Puree” 4 De Blauwbloezen Nr. 53 „Blauw bloed bij de blauwen‟ 5 De Blauwbloezen Nr. 46 “Requiem Voor Een Blauwbloes” 6 nummer 46 blz 3 7 www.civilwarhome.com/hospitalssurgeonsnurses.htm 8 www.civilwarhome.com/haircut.htm 9 De Blauwenbloezen Nr. 53 “Blauw Bloed Bij De Blauwen” 10 De Blauwbloezen Nr. 23 „De neven van de overkant‟ 11 www.civilwarhome.com/entertainment.htm Volgorde Ook bij deze deelvraag hebben we geen gebruik gemaakt van voetnoten, aangezien we enkel de verschillende albums vergeleken hebben. We hebben wel bronnen gebruikt bij onze bijlage, die terugslaan op deze deelvraag. Maar die worden apart in de bijlage vermeld. Sociaal-Economisch 1 An Empire Of Wealth, Gordon: Blz. 191, 192 2 An Empire Of Wealth, Gordon: Blz 193 3 An Empire Of Wealth, Gordon: Blz 194 4 An Empire Of Wealth, Gordon: Blz 194, 195 5 An Empire Of Wealth, Gordon: Blz 193 The Epic History Of American Economic Power, John Steele The Epic History Of American Economic Power, John Steele The Epic History Of American Economic Power, John Steele The Epic History Of American Economic Power, John Steele The Epic History Of American Economic Power, John Steele 77 6 7 8 9 10 11 12 13 14 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 195 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 197 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 199 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 200,201 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 201,202 An Empire Of Wealth, The Epic History Gordon: Blz 203,204 The Columbia Documentary History Of Bayor; Blz. 225 t/m 228 The Columbia Documentary History Of Bayor; Blz. 228 t/m 230 The Columbia Documentary History Of Bayor; Blz. 230 t/m 233 Of American Economic Power, John Steele Of American Economic Power, John Steele Of American Economic Power, John Steele Of American Economic Power, John Steele Of American Economic Power, John Steele Of American Economic Power, John Steele Race And Ethnicity In America, Ronald H. Race And Ethnicity In America, Ronald H. Race And Ethnicity In America, Ronald H. Standplaatsgebondenheid 1 De Blauwbloezen Nr. 13: „de Blauwen in de puree‟ 2 De Blauwbloezen Nr. 40: „de stromannen‟ 3 De Blauwbloezen Nr. 46: “Requiem Voor Een Blauwbloes” 4 De Blauwbloezen Nr. 53: „Blauw bloed bij de blauwen‟ 5 De Blauwbloezen Nr. 23: „Neven van de overkant‟ Lijst Van Gebruikte Afbeeldingen Introductie van het onderwerp 0.1: 0.2: 0.3: 0.4: 0.5: 0.6: 0.7: 0.8: 0.9: 0.10: 0.11: De Blauwbloezen Nr. 47 bis “de nancy harts het album van het album” blz * De Blauwbloezen Nr. 47 bis “de nancy harts het album van het album” blz * De Blauwbloezen Nr. 43 “De Blauwblues” blz. 3 De Blauwbloezen Nr. 26 “Canadees Goud” blz. 4 De Blauwbloezen Nr. 41 “De Blauwen Nemen De Benen” blz. 4 De Blauwbloezen Nr. 49 “Een Huwelijk In Fort Bow” blz. 4 De Blauwbloezen Nr. 14 “De Melkmuil” blz. 3 De Blauwbloezen Nr. 37 “Duel In Het Kanaal” blz. 14 De Blauwbloezen Nr. 48 “Arabesk” blz. 4 De Blauwbloezen Nr. 15 “Rumberley” blz. 3 Henry Clay in de Senaat www.stripverhalen.net Personages 1.1: . American Heritage, New History Of The Civil War; Blz. 89 1.2: De Blauwbloezen Nr. 11 “De Blauwen In Zwart-Wit” blz. 13 1.3: American Heritage, New History Of The Civil War, blz. 430 en De Blauwbloezen Nr. 1.4: 44 “Het Oor Van Lincoln” Blz. 19 1.5: De Blauwbloezen Nr. 44 “Het Oor Van Lincoln” Blz. 8 1.6: American Heritage, New History Of The Civil War; Blz. 141 1.7: Battle Cry For Freedom, New Era Civil War, James M. McPherson: Blz. 332 1.8: De Blauwbloezen Nr. 37 “Duel In Het Kanaal”: Blz. 14 78 1.9: www.wikipedia.org De Blauwbloezen Nr. 35 “Kapitein Nepel” blz. 6 De Blauwbloezen Nr. 35 “Kapitein Nepel” blz. 14 www.volkskrant.nl De Blauwbloezen Nr. 22 “Blauwen En Vrouwen” blz. 14 American Heritage, New History Of The Civil War; Blz. 114 De Blauwbloezen Nr. 31 “Drummerboy” blz. 12 De Blauwbloezen Nr. 11 “De Blauwen In Zwart-Wit”: Blz. 6 www.civilwarhome.com De Blauwbloezen Nr. 11 “De Blauwen In Zwart-Wit”: Blz. 12 De Blauwbloezen Nr. 39 “Puppetblues”: Blz. 11 De Blauwbloezen Nr. 39 “Puppetblues”: Blz. 13 De Blauwbloezen Nr. 39 “Puppetblues”: Blz. 24 De Blauwbloezen Nr. 39 “Puppetblues”: Blz. 33 De Blauwbloezen Nr. 39 “Puppetblues”: Blz. 35 Voertuigen/Wapens 2.1: De Blauwbloezen Nr. 11 “Blauwen In Zwart-Wit” blz. 15 2.2: De Blauwbloezen Nr. 11 “Blauwen In Zwart-Wit”b blz 13 2.3: De Blauwbloezen Nr. 27 “Bull Run”blz 27 2.4: Civil War Album blz. 55 2.5: De Blauwbloezen Nr. 40 “De Stromannen” blz 12 2.6: De Blauwbloezen Nr. 31 “Drummerboy”blz 3 2.7: De Blauwbloezen Nr.. 18 “Hoe Het Begon” blz 22 2.8: De Blauwbloezen Nr. 11 “De Blauwen In Zwart-Wit”blz 25 2.9: De Blauwbloezen Nr. 7 “De Blauwe Groentjes” blz 14 D1, 2.10: Civil War Album blz 137 2.11: De Blauwbloezen Nr. 44 “Het Oor Van Lincoln” blz 10 2.12: The American Heritage, blz 126 2.13: De Blauwbloezen Nr. 32 “Te Gek Om Los Te Lopen” blz 46 2.14: 365 days 3/9 2.15: De Blauwbloezen Nr. 37, “Duel In Het Kanaal” voorkant 2.16: 365 days 05/27 2.17: De Blauwbloezen Nr. 16 “Bronco Benny” blz 26 2.18: The American Heritage blz. 158 2.19: The Civil War, 365 days, 5/19 2.20: De Blauwbloezen Nr. 7 Blauwe Groentjes blz. 39 2.21: De Blauwbloezen Nr. 19 The David, blz. 23 2.22: civil war album, blz. 96 2.23: american heritage new history of the civil war, Bruce Catton: blz. 130 2.24: De Blauwbloezen Nr. 8 de hoogvliegers van de cavalerie blz. 11 2.25: De Blauwbloezen Nr. 25 blauwen en bulten blz. 22 2.26: De Blauwbloezen “duel in het kanaal the making of” blz. 25 2.27: De Blauwbloezen Nr. 37 “duel in het kanaal” blz. 27 Gebeurtenissen 3.1: De Blauwbloezen Nr. 27 “Bull Run”blz 20 3.2: De Blauwbloezen Nr. 44 “Het Oor Van Lincoln” blz 3 3.3: 365 days 05/17 3.4: 365 days 05/11 3.5: De Blauwbloezen Nr. 37 „Duel In Het Kanaal” blz. 35 3.6: 365 days, 10/22 3.7: American heritage blz. 467 3.8: De Blauwbloezen Nr. 45 Oproer In New York blz. 15 79 3.9: 3.10: 3.11: 3.12: De Blauwbloezen Nr. 45: Oproer In New York blz. 22 De Blauwbloezen Nr. 45: Oproer In New York blz. 31 De Blauwbloezen Nr. 47: Nancy Harts blz. 24 De Blauwbloezen Nr. 47: Nancy Harts blz.16 Kleding 4.1: De Blauwbloezen Nr. 7 De Blauwe Groentjes blz 13 4.2: De Blauwbloezen Nr. 8 De Hoogvliegers Van De Cavalerie blz 24 4.3: De Blauwbloezen Nr. 44 Het Oor Van Lincoln blz 3 4.4: De Blauwbloezen Nr. 27 Bull Run blz 26 4.5: De Blauwbloezen Nr. 47 De Nancy Harts blz 23 4.6: 365 days, 04/09 4.7: De Blauwbloezen Nr. 23 De Neven Aan De Overkant blz 30 4.8: De Blauwbloezen Nr. 43 De Blauwblues blz 25 4.9: De Blauwbloezen Nr. 34: „De Groene Jaren‟ blz. 11 4.10: De Blauwbloezen Nr. 43: „De Blauwblues‟, blz. 30 4.11: Civil War Album, blz. 184 4.12: American Heritage, New History Of The Civil War, Bruce Catton blz. 2 4.13: De Blauwbloezen Nr. 34: „De Groene Jaren‟, blz. 35 4.14: De Blauwbloezen Nr. 45: „Oproer In New York‟, blz. 13 4.15: De Blauwbloezen Nr. 30: „De Roos Van Bantry‟, blz. 34 4.16: American Heritage, New History Of The Civil War blz. 34 4.17: De Blauwbloezen Nr.33: Grumbler En Zonen blz. 11 4.18: De Blauwbloezen Nr. 35: Kapitein Nepel blz. 28 4.19: De Indianen Van Noord-Amerika blz. 78 4.20: De Blauwbloezen Nr. 17 El Padre blz. 16 4.21: De Blauwbloezen Nr. 17 El Padre blz. 33 Regelgeving 5.1. American Heritage blz. 360 5.2. De Blauwbloezen Nr. 50 “De Klopjacht”: Blz. 13 5.3. www.civilwarhome.com 5.4. De Blauwbloezen Nr. 4 “Outlaw”; Blz. 13 Leven Van De Soldaat 6.1: De Blauwbloezen Nr. 31 Drummerboy blz 46 6.2: De Blauwbloezen Nr. 46 De Nancy Harts blz 18 6.3: www.civilwarhome.com/woundedtransportation.htm 6.4: De Blauwbloezen Nr. 53 Blauw Bloed Bij De Blauwen blz 11 6.5: De Blauwbloezen Nr. 18 Hoe Het Begon blz. 29 6.6: 365 days, 08/11 6.7: cwa, blz 143 6.8: De Blauwbloezen Nr. 28, The Show Must Go On! blz 17 6.9: De Blauwbloezen Nr. 28, The Show Must Go On! blz 23 6.10: De Blauwbloezen Nr. 28, The Show Must Go On! blz 41 De Volgorde 7.1: De Blauwbloezen Nr. 18 “Hoe het begon” blz. 7 7.2: De Blauwbloezen Nr. 47 “De Nancy Harts” blz. 16 Sociaal-Economisch 8.1: De Blauwbloezen Nr. 23 “Neven aan de Overkant” blz. 14 80 Standplaatsgebondenheid 9.1: De Blauwbloezen Nr. 31 Drummerboy blz 32 9.2: De Blauwbloezen Nr. 15 Rumberley blz 4 9.3: De Blauwbloezen Nr. 15 Rumberley blz 12 9.4: De Blauwbloezen Nr. 22 Blauwen En Vrouwen blz. 8 9.5: De Blauwbloezen Nr. 12 Blauwbloezen Pakken Kozakken blz 5 9.6: De Blauwbloezen Nr. 20 Black Face blz 3 9.7: De Blauwbloezen Nr. 7 De Blauwe Groentjes blz. 18 9.8: De Blauwbloezen Nr. 35 Kapitein Nepel blz 5 9.9: De Blauwbloezen Nr. 20 Black Face blz 17 9.10: De Blauwbloezen Nr. 20 Black Face blz 18 81 Literatuurlijst Boeken Bayor, Ronald H. _ The Columbian Documentary History Of Race And Ethnicity In America Gebruikte bladzijden: 225 t/m 233 Bell, David; Douglas Johnson en Peter Morris _ A Biographical dictionary of French political leaders since 1870 Gebruikte bladzijden: 248, 249 Cotton, Bruce _ The American Heritage, New History of the Civil War Gebruikte bladzijden: 114, 157, 169 t/m 180, 189, 190, 194, 246, 247, 254, 334 t/m 337, 364 t/m 367. Verder het gehele boek voor achtergrond informatie. Gordon, John Steele _ An Empire Of Wealth: The Epic History Of American Economic Power Gebruikte bladzijden: 191 t/m 204 Kaspi, André _ Geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika 1 Gebruikte bladzijden: 151-173 McPherson, James M. _ Battle Cry of Freedom, the Civil War Era Gebruikte bladzijden: 339-345, 348 t/m 350, 358 t/m 365, 375, 376, 377, 584, 585, 605 t/m 607, 609-61, 720, 721 Oudheusden, Jan van _ De Amerikaanse geschiedenis in een notendop Gebruikte bladzijden: 47 - 52, 66 - 68 Robotham, Tom _ The Civil War album gebruikte bladzijden: 1-3, 6, 23, 26, 35-43, 47, 52, 54-58, 82-87, 96, 132, 133, 170, 172-175, 182-189, 195, 196-198, 224, 235, 242, 243 Vogtschmidt, Jeroen _ De Indianen Van Noord-Amerika: Krijgers, Zieners en Diplomaten: Portretten Van Een Aantal Grote Indiaanse Leiders Gebruikte bladzijden: blz. 78 Wagner, Margereth E. _ The American Civil War, 365 days Gebruikte bladzijden: 1/1, 1/21, 1/22, 1/24, 2/12 – 2/14, 2/27, 2/28,3/9, 3/16, 3/23, 3/30, 4/11,4/14, 5/8, 5/17, 5/19, 5/27, 8/3, 8/11, 8/17,8/24, 10/22, 10/24, 12/9 (dit boek had geen bladzijde nummers maar twee bladzijden per datum, het zijn Amerikaanse data) DVD’s The Civil War, Blood and Honor Great Battles of Civil War 82 Websites www.civilwarhome.com/index.html http://www.outwestnewspaper.com/camels.html www.stripverhalen.net/ http://www.transchool.eustis.army.mil/Museum/Camel.htm www.trouparchives.org/harts.html http://www.tshaonline.org/handbook/online/articles/CC/quc1.html www.volkskrant.nl/archief 83 Bronbeoordeling Boeken The Columbian Documentary History Of Race And Ethnicity In America _ Ronald H. Bayor Betrouwbaarheid: Dit boek is betrouwbaar, omdat het door een groep Amerikaanse historici is geschreven onder leiding van Bayor. Verder bevat elk hoofdstuk zijn eigen bibliografie en enkele documenten geschreven in die tijd (brieven etc.) waarvan de herkomst altijd vermeld wordt. Deze documenten zijn geschreven door ooggetuigen uit die tijd, het zijn brieven die naar huis zijn geschreven, opgemaakte verslagen of toespraken. In de bibliografie wordt altijd vermeld waar de desbetreffende werken over gaan. Representativiteit: Dit boek was representatief voor het beantwoorden van de deelvragen, omdat het goede informatie gaf over immigranten in die periode. Standplaatsgebondenheid: Dit boek is geschreven door een groep professors aan verschillende universiteiten. Van elke professor wordt zijn of haar werk weergegeven en de boeken en of films die hij of zij gemaakt heeft. De professors hebben elk hun eigen specialiteit, zo geeft iemand les in de geschiedenis van Afro-Amerikanen in Amerika terwijl een ander zich meer heeft gespecialiseerd op de geschiedenis van de vrouwen. Bruikbaarheid: Dit boek was bruikbaar, omdat het goede betrouwbare informatie verschafte over een onderwerp die niet in onze andere boeken voorkwamen. A Biographical dictionary of French political leaders since 1870 _ David Bell, Douglas Johnson en Peter Morris Betrouwbaarheid: De schrijfster van dit stukje, Michalina Vaughan is zelf onder andere gespecificeerd in de Franse maatschappij en politiek. Omdat het onderwerp waar ze over schrijft valt onder haar specificatie, zal ze er behoorlijk wat verstand van hebben en dat maakt de bron best betrouwbaar. De schrijfster heeft voor het stukje van Jean Marie Le Pen twee boeken gebruikt, namelijk: „Le Pen sans bandeau‟ door J. Marcilly en „L‟effet Le Pen‟ door E. Plenel en A. Rollat. Omdat er twee hele boeken, speciaal over het onderwerp, zijn gebruikt voor een stukje tekst en omdat de schrijfster er zelf ook verstand van heeft denken wij dat deze bron betrouwbaar is. representativiteit: Dit boek is niet echt belangrijk voor het beantwoorden van de hoofdvraag. We hadden het boek eigenlijk alleen nodig voor het beantwoorden van een deel van een deelvraag. Toch hebben we het wel nodig gehad voor het beantwoorden van die deelvraag. Standplaatsgebondenheid: Dit boek is geschreven door veel verschillende schrijvers. Het stuk over Jean Marie Le Pen is geschreven door Michalina Vaughan. Zij komt zelf uit Frankrijk en dat kan wel meespelen bij de manier waarop ze dit stukje heeft geschreven. Het stuk is redelijk objectief geschreven, omdat het vooral over de feiten gaat, maar toch komt haar mening ook af en toe naar voren, bijvoorbeeld als ze het heeft over de Holowcaust blunder. Hieruit blijkt dat ze het daar niet mee eens is. Bruikbaarheid: Dit is een erg bruikbaar boek. Eerst hadden we ook op internet gezocht naar informatie over Jean Marie Le Pen, maar we konden eerst geen sites vinden die zowel bruikbaar en als betrouwbaar waren. Dit boek was handiger dan andere boeken die we in de bibliotheek zagen, omdat er één stukje stond over Jean Marie Le Pen. Alle informatie over hem stond allemaal geconcentreerd in een stukje en niet verspreid over het hele boek. The American Heritage: New History Of The Civil War _ Bruce Catton Betrouwbaarheid: Dit boek is betrouwbaar, omdat de bibliografie van elk hoofdstuk vermeldt wordt, bij alle afbeeldingen vermeldt wordt waar ze vandaan komen. Het boek is geschreven door Bruce Catton een journalist, historicus van de Burgeroorlog en winnaar van de Pulitzer Prize voor zijn studie over de laatste campaign in Virginia. Catton heeft naast dit boek nog 84 vele andere boeken geschreven over de Burgeroorlog. Verder is hij nog één van de stichters van het American Heritage Magazine, een tijdschrift over de geschiedenis van Amerika. Representativiteit: Dit boek is representatief voor de gebeurtenissen van de Burgeroorlog, omdat het een gedetaïlleerd verslag geeft van de gebeurtenissen tijdens de Burgeroorlog. Het geeft veel informatie over zowat elk onderwerp en komt overeen met onze andere bronnen. Standplaatsgebondenheid: Bruce Catton is geboren in Michigan, in het Noorden van de Verenigde Staten. Hij begon zijn carriere als journalist. Later ging hij voor de overheid werken wat hem inspireerde voor zijn eerste boek. In 1952 werd hij een full-time schrijver. Uit het boek spreekt niet een bepaalde voorkeur voor het Noorden of Zuiden, hij vertelt de gebeurtenissen zo objectief mogelijk. Verder zorgt zijn achtergrond als journalist en historicus ervoor dat het verhaal goed leesbaar is, maar ook zakelijk en kloppend volgens de feiten. Bruikbaarheid: Dit boek was zeer bruikbaar. Het behandelt bijna elk onderwerp waarnaar we onderzoek hebben verricht en was een goede bron voor achtergrond informatie over de oorlog. Verder waren de vele afbeeldingen en platen een goede aanvulling en verhelderde ze bepaalde veldslagen. Het is verreweg het meest complete boek wat we gebruikt hebben. An Empire Of Wealth: The Epic History Of American Economic Power _ John Steele Gordon Betrouwbaarheid: Dit boek leek heel betrouwbaar vanwege de vele lovende kritieken die het ontving van onder andere The New York Times en de Washington Post. Verder is het boek zeer accuraat en schetst het een duidelijk beeld van de economische situatie in Amerika. Verder bevat het boek een uitgebreide bibliografie van geraadpleegde werken. Representativiteit: Dit boek was zeer zeker representatief voor het beantwoorden van de deelvraag. Het schetst een duidelijk beeld van de Amerikaanse economie tijdens de Burgeroorlog. Verder komt de informatie overeen met verschillende andere bronnen. Standplaatsgebondenheid: John Steele Gordon is een column schrijver voor het tijdschrift American Heritage. Hij heeft vele boeken geschreven aangaande de Amerikaanse economie waaronder A Thread Across The Ocean, The Great Game en vele andere. Hij heeft zich gespecialiseerd in business en financial history. Bruikbaarheid: Dit boek was zeer zeker bruikbaar voor het beantwoorden van de deelvraag over economie en was ook nog eens zeer interessant om te lezen. Geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika 1 _ André Kaspi Betrouwbaarheid: A. Kaspi heeft geschiedenis van de VS gedoceerd aan de Universiteit van Paris III. Hij heeft dus veel verstand van de geschiedenis van de Verenigde Staten en daarom vinden wij dit een betrouwbare bron. Representativiteit: Dit boek is niet heel erg representatief voor ons onderzoek, maar voor een gedeelte wel. Standplaatsgebondenheid: André Kaspi is een Franse historicus. Dat hij in Frankrijk woont heeft waarschijnlijk geen invloed op de manier waarop hij de geschiedenis van de Verenigde Staten beschrijft, behalve dan misschien dat hij iets objectiever naar het onderwerp kan kijken dan een Amerikaan. Bruikbaarheid: Omdat dit boek over een groot gedeelte van de geschiedenis van de VS gaat, (dit deel gaat namelijk over de jaren 1607 t/m 1945) is er maar een klein gedeelte over de Amerikaanse Burgeroorlog. Het was wel handig om te oriënteren en meer te weten te komen over de Amerikaanse Burgeroorlog. Battle cry of freedom: the Civil War era _ James M. McPherson Betrouwbaarheid: James McPherson is Emiriterus Professor van de geschiedenis van de Verenigde Staten. “Battle cry of freedom” is zijn bekendste boek en heeft de Pulizer prijs gewonnen. Beide dingen maken dat wij dit een betrouwbare bron vinden. Bovendien is aan de vele voetnoten en verwijzingen naar andere boeken te zien dat McPerson veel onderzoek heeft gedaan naar de Burgeroorlog. 85 Representativiteit: Standplaatsgebondenheid: McPherson is geboren in Valley City en woont nu in New Jersey. Beide plaatsen behoorden tijdens de burgeroorlog bij het Noorden. Bruikbaarheid: De Amerikaanse geschiedenis in een notendop _ Jan van Oudheusden Betrouwbaarheid: Jan van Oudheusden is historicus en heeft ook andere boeken geschreven. Maar hij heeft zich niet speciaal in de burgeroorlog gedocumenteerd, de informatie is wel betrouwbaar, maar niet erg uitgebreid. Representativiteit: De informatie uit dit boek komt grotendeels overeen met informatie uit andere boeken. Standplaatsgebondenheid: Jan van Oudheusden komt uit Nederland. Zijn mening over de Amerikaanse Burgeroorlog komt niet echt naar voren in het boek, omdat het voornamelijk bij de feiten blijft. Bruikbaarheid: Er is maar een klein gedeelte van het boek dat gaat over de Amerikaanse Burgeroorlog. Wel is het duidelijk geschreven en geeft het een duidelijk beeld van de oorlog. We hebben uit dit boek ook informatie over de indianen kunnen gebruiken. The Civil War album _ Tom Robotham Londen 1992 Betrouwbaarheid: In dit boek zijn veel bronnen gebruikt die gemaakt zijn tijdens de burgeroorlog, zoals foto‟s, tekeningen, cartoons en pamfletten. Dat maakt het wel redelijk betrouwbaar, al kunnen sommige afbeeldingen wel een bepaald beeld van de oorlog geven Representativiteit: De informatie uit deze bron komt overeen met de ander bronnen die we hebben gebruikt en komt ook zeer goed overeen met de informatie die we nodig hadden voor ons verslag. Standplaatsgebondenheid: Tom Robotham woont in Virginia. Dit kan meespelen met de informatie die hij geeft, omdat Virginia tijdens de Burgeroorlog bij het Zuiden hoorde, maar het is niet echt te merken in het boek dat hij de kant van het Zuiden kiest. Dat hij woont in het land waar de Burgeroorlog zich heef afgespeeld, heeft waarschijnlijk wel meegespeeld in zijn interesse in het onderwerp. Bruikbaarheid: Dit is een erg bruikbaar boek. Er staan veel bruikbare foto‟s en andere afbeeldingen in. Ook staat er bij elke afbeeldingen informatie, zodat je waar de afbeelding over gaat. De Indianen Van Noord-Amerika: Krijgers, Zieners en Diplomaten: Portretten Van Een Aantal Grote Indiaanse Leiders _ Jeroen Vogtschmidt Betrouwbaarheid: Dit boek is enkel gebruikt voor de foto‟s die er in aanwezig waren van Indianen en niet voor de tekst. De foto‟s waren betrouwbaar, doordat bij elke foto vermeld wordt wie er wordt afgebeeld, wanneer en bij enkele ook door wie. Ook wordt de bibliografie van de gebruikte bronnen gegeven. Verder zijn alleen de foto‟s gebruikt voor het onderzoek en niet de schilderijen. Representativiteit: Er waren niet veel foto‟s beschikbaar van Indianen. Degenen die we konden vinden correspondeerden wel met elkaar. Als geheel zijn de foto‟s niet representatief voor de Indianen, aangezien alleen de chiefs en hun vrouwen en kinderen gefotografeerd worden en niet de “gewone” Indianen. Standplaatsgebondenheid: Het boek is geschreven door een kunstenaar die achtergrondinformatie zocht voor zijn schilderijen. De kunstenaar heeft geprobeerd een zo accuraat mogelijk beeld te schetsen van de Indianen. Verder zijn de foto‟s van de Indianen allen staatsie portretten. Waarin de Indianen meestal in vol ornaat afgebeeld worden. Bruikbaarheid: Dit boek was redelijk bruikbaar. Alleen de foto‟s van het boek waren nodig om de kleding van de Indianen uit de albums te vergelijken, verder zijn ze nergens voor gebruikt. The American Civil War, 365 days _ Margereth E. Wagner Betrouwbaarheid: De informatie die Wagner in haar boek heeft gebruikt, komt uit „the Library of Congress‟ aangezien hier zeer veel betrouwbare bronnen te vinden zijn en vooral ook 86 bronnen uit die tijd, zoals dagboeken, letters, memoirs, tekeningen en foto‟s, vinden wij deze bron zeer betrouwbaar. Representativiteit: De informatie is zeer representatief voor het profielwerkstuk en komt voor het grootste deel overeen met de informatie in de andere boeken. Standplaatsgebondenheid: we hebben niet terug kunnen vinden waar Margeret E. Wagner vandaan komt of wat haar achergrond is, en kunnen dus ook niet zo veel zeggen over haar standplaatsgebondenheid. Bruikbaarheid: Het boek is opgedeeld in thema‟s. Dat is best handig, want zo staat alle informatie over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld „leven in het leger‟ of „oorlog op zee‟ bij elkaar. Verder staan er ook erg bruikbare afbeeldingen in. DVD’s The Civil War, Blood and Honor Betrouwbaarheid: Voor deze dvd zijn veel authentieke brieven, foto‟s, rapporten en dagboeken gebruikt. Dat maakt deze bron tamelijk betrouwbaar Representativiteit: Standplaatsgebondenheid: Op deze dvd wordt vanuit het oogpunt van de Zuidelijken gekeken. Dat wil niet zeggen dat de dvd heel erg pro-zuidelijk is, maar er worden bijvoorbeeld wel de namen van veldslagen en schepen die de Zuidelijken eraan gegeven hebben, gebruikt. Bruikbaarheid:Het is handig om meer de weten te komen over de Amerikaanse Burgeroorlog, maar het is nogal lastig de afbeeldingen die in beeld te gebruiken voor het werkstuk Great Battles of Civil War Betrouwbaarheid: Dit is een documentaire over de Burgeroorlog, bestaande uit zeven episodes. Omdat er normaliter voor een documentaire goed onderzoek gedaan wordt en omdat er veel historici aan hebben meegewerkt vinden wij dit een betrouwbare bron. Representativiteit: Op deze dvd komen redelijk wat onderwerpen aan bod, die ook in ons profielwerkstuk naar voren komen, bijvoorbeeld belangrijke gebeurtenissen, personen, het leven van een soldaat, wapens en voertuigen. Standplaatsgebondenheid: Enkele namen van historici die hebben meegewerkt zijn: John Hill, John Bruning, Dana Lombardy, Gary Rhay en Dr. Christopher Gabel. Omdat er zoveel verschillende historici meewerken, is er niet één mening over een bepaald onderwerp, maar kan een onderwerp van verschillende kanten worden belicht. Daardoor is de standplaatsgebondenheid van een van de historici niet bepalend voor de informatie die gegeven wordt. Bruikbaarheid: De dvd is erg handig voor informatie over een bepaalde veldslag, maar tussendoor wordt ook andere bruikbare informatie gegeven, bijvoorbeeld over de kleding en de wapens. Websites www.civilwarhome.com/index.html Betrouwbaarheid: Ik vond deze site zeer betrouwbaar. Onderaan elk artikel staat de herkomst van de tekst. De titel van het boek en de schrijver worden vermeld. Net als de naam van de webmaster. Verder wordt ook onderaan elk artikel vermeldt wanneer hij voor het laatst geupdated is. Representativiteit: De site bevat heel veel verschillende aspecten over de burgeroorlog over de meest uiteenlopende onderwerpen. De informatie die we al eerder tegen waren gekomen 87 kwam overeen met de informatie uit onze boeken. Verder was deze site heel handig voor kleinere onderwerpen die niet gemakkelijk te vinden zijn. Standplaatsgebondenheid: De oprichter van de site is een zekere Dick Weeks. Een Amerikaan die 22 jaar in het Amerikaanse leger gediend heeft. Hij is geen historicus of een expert maar simpelweg een enthousiasteling over de Civil War. Hij heeft zijn artikelen geplaatst, zodat moeilijk te vinden informatie makkelijker beschikbaar zou zijn. Bruikbaarheid: Deze site was zeer bruikbaar, het behandelde vele onderwerpen. Het was goede gedetailleerde informatie, wat ook nog eens heel leuk was om te lezen. http://www.outwestnewspaper.com/camels.html Betrouwbaarheid: Dit is de site van een krant die in Texas wordt uitgegeven, Out West. Er staan verschillende artikelen op met onderwerpen die over Texas gaan. Dit artikel betreft een soortement monument ter aanleiding van het graf van Hi Jolly, een van de arabieren die met de kamelen meekwamen naar Amerika. Doordat dit een krant is, die mensen wil informeren, leek hij me redelijk betrouwbaar. Representativiteit: In dit geval is het een krant over Texas die natuurlijk de gebeurtenissen zoveel mogelijk in het zicht op Texas verbeeldt. Maar ook hier komt de informatie overeen met die op andere sites. Standplaatsgebondenheid: Zoals ik al eerder zei, zal een krant uit Texas, zoveel mogeljik het verhaal uit hun standpunt proberen te vertellen. Verder werd er in dit artikel meer gefocust op Hi Jolly en zijn leven, dan op de kamelen. Bruikbaarheid: Ik heb dit artikel niet zozeer gebruikt voor het beantwoorden van de deelvraag, maar meer ter controle van andere deelvragen. www.stripverhalen.net Betrouwbaarheid: Deze site is gemaakt door een stripboekenverzamelaar die informatie verzamelde over zijn stripreeksen. Aangezien er geen bronnen vermeld worden is hij net heel erg betrouwbaar, maar de site is vooral gebruikt ter controle. Representativiteit: Deze site was representatief voor het beantwoorden van de deelvraag en de informatie de we vonden kwam overeen met informatie die we al eerder tegengekomen waren. Standplaatsgebondenheid: De webmaster Peter Croughs, is geen specialist aangaande de burgeroorlog. Maar hij is een stripboekenfanaat die randinformatie verzamelt over stripreeksen. Hij heeft onderzoek gedaan naar bepaalde aspecten van de geschiedenis van de Blauwbloezen, omdat die hem interesseerde. Bruikbaarheid: De site was redelijk bruikbaar, doordat er maar weinig informatie aanwezig was over de David en de Hunley in de door ons gevonden boeken. http://www.transchool.eustis.army.mil/Museum/Camel.htm Betrouwbaarheid: Dit is de site van een transport museum in Amerika. Er zijn enkele teksten over de Amerikaanse Burgeroorlog, maar ook teksten uit andere periodes. Deze site leek met betrouwbaar, omdat een museum wel correcte informatie op internet zal zetten. Aangezien het doel van een museum is om mensen te informeren. Representativiteit: Aangezien de informatie uit een museum kwam, nam ik aan dat het representatief zou zijn voor het gebruik van kamelen. Maar ter controle heb ik nog verschillende andere sites opgezocht en de informatie op die sites kwam overeen met de informatie op deze site. Standplaatsgebondenheid: Het museum ligt in Amerika en het is gespecialiseerd in voertuigen, het is dus logisch dat het informatie bevat over de ontwikkeling van voertuigen in de Verenigde Staten. Een museum probeert natuurlijk ook om een zo onpartijd mogelijk beeld te schetsen van de geschiedenis. Bruikbaarheid: Deze site is redelijk bruikbaar geweest. Hij was goed te gebruiken voor het beantwoorden van de paragraaf over kamelen in de deelvraag over voertuigen. Hoewel hij vooral is gebruikt ter controle. 88 www.trouparchives.org/harts.html Betrouwbaarheid: De site van Troup County History bevat enkele artikelen over het stadje LaGrange. Enkele zijn ten tijde van de burgeroorlog, maar niet allemaal. Het leek met een betrouwbare site, doordat het de geschiedenis van een bepaald gebied bespreekt. Verder wordt vermeld dat het artikel afkomstig is uit Civil War Illustrated en geschreven is door Chris Cleaveland. Cleaveland zelf woont in LaGrange. Representativiteit: De inhoud van dit artikel komt overeen met de inhoud van een kleiner artikel dat we al gevonden hadden in een boek. Maar het is veel uitgebreider. Verder was het representatief voor het beantwoorden van de deelvraag, doordat het een goed verslag gaf van de confrontatie met generaal LaGrange. Standplaatsgebondenheid: De schrijver van het artikel komt uit LaGrange en werkt daar nog steeds. Hij probeert dus gewoon de geschiedenis van zijn geboortestreek te vertellen. Hij zou de gebeurtenissen misschien kunnen idealiseren om LaGrange belangrijker te doen lijken, maar dit lijkt me onwaarschijnlijk. Bruikbaarheid: Deze site was zeer bruikbaar voor het beantwoorden van de deelvraag over de Nancy Harts. Het artikel was zeer uitgebreid en erg gedetailleerd. http://www.tshaonline.org/handbook/online/articles/CC/quc1.html Betrouwbaarheid: Deze site is van het online handbook of Texas. Een boek met allerlei artikelen over de geschiedenis van Texas. Dit is de meest betrouwbare site die ik heb gevonden over dit onderwerp. De site geeft een zeer professionele indruk en verder zijn de schrijvers van elk artikel bekend en de boeken die ze geraadpleegd hebben. Representativiteit: Deze site geeft nogal de indruk van een geschiedenisboek en ik denk dan ook dat de gebeurtenissen die beschreven worden representatief zijn voor het experiment met kamelen. Verder komt het overeen met andere sites die we hebben geraadpleegd. Standplaatsgebondenheid: De site is een online handboek van de geschiedenis van Texas. Het is logisch dat deze geschiedenis zo accuraat mogelijk opgetekend wordt, omdat het deel uitmaakt van hun geschiedenis. Verder worden de artikelen door een verscheidenheid van auteurs geschreven. Bruikbaarheid: Deze site was zeer bruikbaar aangaande het beantwoorden van de deelvraag over kamelen. Er stonden veel feiten in en de informatie was zeer uitgebreid. http://www.volkskrant.nl/ betrouwbaarheid: redelijk betrouwbaar. Representativiteit: deze site is niet echt belangrijk voor het beantwoorden van de hoofdvraag, maar we hadden de informatie nodig voor extra informatie over Jean-Marie Le Pen. Standplaatsgebondenheid: we hebben geen informatie kunnen vinden over de schrijver van dit artikel: Marjon Bolwijn. Behalve dat ze buitenlandredacteur bij de Volkskrant was in de tijd dat ze dit artikel schreef. Het artikel is wel een beetje subjectief, maar er worden ook meningen van anderen gegeven. bruikbaarheid: uit een boek hadden we al informatie over Jean-Marie Le Pen, maar dit artikel was heel handig als aanvulling. Hier stond bijvoorbeeld informatie over het ooglapje. 89 Bijlage 1 De volgorde van de oorlog – gebruikte bron “The Civil War Album” 1861 - - De Amerikaanse Burgeroorlog brak uit met de beschieting van Fort Sumter, 12 april 1861. Niemand raakte echter gewond en er was enige tijd nog valse hoop dat een oorlog voorkomen kon worden. Maar de meeste politici begrepen dat het onontkoombaar was. Blz. 14 In Juli was de eerste grote slag tussen de noordelijke en zuidelijke legers, de slag bij Bull Run (een klein riviertje dat door het gebied stroomde) tijdens die slag kwamen ook veel burgers uit het noorden naar het slagveld om te kijken naar het spektakel. Het werd een van de vernederendste verliezen van de Noordelijken. Dat was 21 Juli 1861. Blz. 63 1862 - - - - - - - 6 Februari 1862, veroverde Grant fort Henry, één van zijn eerste overwinningen in de oorlog. Blz. 74 8 maart 1862, de Merrimac (een gepantserd schip van de Zuidelijken) valt schepen van de Noordelijken aan. Terwijl de dag vordert lijkt het schip onoverwinnelijk, maar die nacht arriveert het gepantserde schip van de Noordelijken de Monitor. De volgende morgen (9 maart 1862) vind de grote strijd tussen de Merrimac en de Monitor plaats. Beide schepen zijn gepantserd en slagen er dus ook niet in de ander ernstige schade toe te brengen. Blz. 83 In april van ‟62 probeerde McClellan herhaaldelijk Richmond te veroveren, dit resulteerde in een aantal weken van herhaaldelijke veldslagen dicht bij Richmond, waarbij McClellan er niet in slaagde om Lee te overtroeven. Blz. 74 6 April 1862, slag om Shiloh, meer dan 10,000 doden aan de beide kanten, bij de Noordelijken een paar duizend meer. Wie de winnaar was, is onduidelijk. De Noordelijken zijn niet doorgebroken naar Richmond, maar verder is er niet veel bereikt. Blz. 80 4 mei was de slag om Williamsburg, een van de slagen waarin de onhandigheid van McClellan duidelijk werd uit zijn onhandige pogingen om het zuidelijke leger te achtervolgen na hun terugtrekking uit York Town. Blz. 93 31 mei de slag om Fair Oaks, in de weken na deze slag kwam McClellan het dichtst bij Richmond tijdens deze campagne. Blz. 98 25 juni begon de Seven Days Battle na deze slag lukte het Lee om door de legers van de Noordelijken door te breken. Na deze week waren rond de 20,000 zuidelijke soldaten en 11,000 noordelijke soldaten dood of gewond. In deze dagen was de slag bij Savage Station (29 juni), slag om White Oak Swamp (30 juni) en de slag om Malvern Hill (1 juli en de laatste dag) en enkele andere schermutselingen. Lee had in deze 7 dagen niet echt een grote overwinning behaald, maar het was hem wel gelukt om de vijand te laten terugtrekken en hun moraal te verzwakken. Blz. 102-105 31 augustus vond de tweede slag om Bull Run plaats, die opnieuw resulteerde in een nederlaag voor de Noordelijken, de Zuidelijken waren in het begin met minder troepen, maar kregen tegen de avond versterkingen zonder dat de Noordelijken het wisten en konden daardoor de volgende dag de Noordelijken verdrijven. Blz. 115 17 september raakte de twee legers slaags vlak bij “Antietam Creek” buiten het stadje van Sharpsburg, het werd een van de bloedigste dagen van de oorlog. Een overwinning was het niet te noemen, aangezien de verliezen aan beide zijden 90 - - gigantisch waren, maar omdat de Rebellen uit Maryland getrokken waren besloot Lincoln om zijn “Emancipation Proclamation” te publiceren (hij had hem al enkele maanden eerder geschreven, maar wou hem pas publiceren na een overwinning van het Noorden) Deze proclamatie zou de volgende januari ingaan. Blz. 74 Op 5 november 1862 werd McClellan verwijderd uit het commando en werd Ambrose Burnside aangesteld als hoofd van het leger van de Potomac. Blz. 75 De maand daarna leidde deze nieuwe ´commander´ zijn leger in de slag om Fredericksburg, wat een gigantisch verlies bleek voor de Noordelijken. Blz. 75 1863 - - - - In de eerste maanden van 1863 zat Grant met zijn leger vast ten westen van de Mississippi vlakbij Vicksburg door de vele regens. Blz. 132 In april vocht en won Grants leger 4 veldslagen ten oosten van Vicksburg Blz. 132 2 mei de slag om Chancellorsville, een overwinning voor de Zuidelijken doordat ze erin slaagden om de Noordelijken te verrassen tijdens hun avondeten, maar de zuidelijke generaal Stonewall Jackson werd per ongeluk neergeschoten door een nerveuze zuidelijke soldaten. Een groot verlies voor de Zuidelijken. Blz. 151 19 mei begon de belegering van Vicksburg zelf. Blz. 141 1 tot 3 juli was de slag om Gettysburg, de bekendste slag van de burgeroorlog en ook een van de bloedigste hij resulteerde in 51,000 doden en gewonden. Blz. 152 4 juli gaf generaal Pemberton van de Zuidelijken zich over. (belegering van Vicksburg) Blz. 141 13 juli rellen in New York bij een protest tegen de draft, deze rellen duurden wel 4 dagen, meer dan een dozijn zwarten werden vermoord en enkele gebouwen werden in brand gestoken, onder andere het „draft‟ gebouw, een weeshuis voor zwarte kinderen en het kantoor van de New York Tribune. Blz. 174 10-17 september was de slag om Chattanooga Blz. 163 20 september de slag om Chickamauga Blz. 163 24 november slag om Lookout mountain als een onderdeel van de Chattanooga campaign. Noordelijken wonnen, Grant was aanwezig. Blz. 170 25 november slag om Missionary Ridge Blz. 169 1864 - - - Maart, Ulysses Grant wordt opperbevelhebber van het leger Blz. 202 5 mei de slag om de wildernis, een slag die uitgevochten werd in dichte bossen waar je amper voor je amper zicht had en het vechten werd nog chaotischer toen ook delen van de bossen in brand vlogen. Blz. 205 8 mei was de slag om Dug Gap gevochten door de legers van Sherman (n) tegen die van Johnston (z) deze gevechten in Atlanta waren niet zo heftig als die in Virginia, omdat Sherman probeerde om niet frontaal aan te vallen. Blz. 215 rond 11 mei, nadat Grant met zijn legers de wildernis uitgemarcheerd trok hij zich niet terug, maar bleef vechten bij Spotsylvania. Blz. 210 15 Juni werd Petersburg aangevallen door generaal Smith, Smith had zowat gewonnen, maar aarzelde door te wachten op versterkingen wat Lee de kans gaf zijn 91 - - - eigen versterkingen in positie te brengen. Zodat Grant geen andere keus had dan een beleg te beginnen. Blz. 227 27 juni de slag om Kenesaw Mountain, ook gevochten door de troepen van Sherman in de buurt van Atlanta, het was een van de weinige gevechten van die campagne waarin Sherman echt teruggedrongen werd. Blz. 221 Juni het gevecht tussen de Alabama en de Kearsage. Blz. 251 30 juli was de slag om Crater, Een noordelijke kolonel Pleasants kreeg een briljant idee. Om door de verdedigingen van de Zuidelijken bij Petersburg heen te breken zou hij een mijnschacht onder de linies door laten graven die laten vullen met munitie en zo de versterkingen opblazen. Het ging alleen mis, de noordelijke soldaten gingen chaotisch door het ontstane gat en kwamen in de krater terecht, waar de Zuidelijken ze gemakkelijk konden raken. Blz. 237 19 september slag om Winchester. Blz. 247 17 december Sherman eist overgave van de stad Savannah, hoewel eerst geweigerd begonnen de Zuidelijken drie dagen later uit de stad te trekken, doordat generaal Hardee begreep dat hij de stad nooit kon houden. Blz. 256 1865 - 2 april, de Noordelijken nemen Fort Gregg, het laatste bolwerk van de Zuidelijken bij Petersburg. Blz. 267 3 april Lee trekt zich terug uit Richmond en Petersburg achtervolgt door Grant Blz. 269 9 april Lee geeft zich over Blz. 269 92 Bijlage 2 Wagen in 't Westen: speelt zich af in Fort Bow, gevechten met indianen Van Noord naar Zuid: eerste nummer waarin de burgeroorlog vermeldt wordt, Blutch en Chesterfield worden naar het front gestuurd. Voor 1500 dollar extra: Voor een premie van 1500 dollar moeten de vrienden een levensgevaarlijke missie volbrengen achter de zuidelijke linies Outlaw: Blutch en Chesterfield worden gedegradeerd, om te horen te krijgen dat ze een spionage opdracht moeten volbrengen bij een groep veedieven De deserteurs: In Fort Bow besluit een groep soldaten te deserteren, Blutch en Chesterfield proberen ze te achterhalen. De nor in Robertsonville: De vrienden worden door de Zuidelijken gevangen genomen en komen in de beruchte gevangenis van Robertsonville terecht. De blauwe groentjes: Na een reeks overplaatsingen vinden Blutch en Chesterfield zichzelf in de legendarische strijd tussen de Monitor en de Merrimac. De hoogvliegers van de cavalerie: Blutch en Chesterfield worden aangewezen als de eerste ballonverkenners van de oorlog. De grote patrouille: Een terugblik met verschillende korte verhalen uit de tijd van Salverius Blauw en uniformen: Een terugblik met verschillende korte verhalen uit de tijd van Salverius Blauwen in zwart-wit: De fotograaf Matthew Brady is aangesteld foto‟s te maken van de oorlog, Blutch en Chesterfield moeten hem assisteren. Pakken kozakken: Het 22ste cavalerieregiment heeft geen soldaten meer! Chesterfield wordt aangesteld om een groep net aangekomen kozakken klaar te stomen voor de oorlog. De blauwen in de puree: Blutch en Chesterfield ontmoetten een vrouw die als soldaat verkleed op zoek is naar haar broer. Maar ze is niet wat ze lijkt. De melkmuil: In Fort Bow tijdens de verjaardag van Mathilde ziet Chesterfield haar met een andere man dansen. Hij raakt woedend van jaloezie, met alle gevolgen van dien. Rumberley: Een groep gewonden, waaronder de twee vrienden worden zonder bescherming achter gelaten in een zuidelijk dorpje. Met de Zuidelijken in de buurt. Bronco Benny: Een paardentemmer moet een groep wilde paarden klaarstomen voor de cavalerie, Blutch en Chesterfield moeten hem vergezellen. El Padre: De twee vrienden zitten vast in Mexico en zijn verplicht zich als een priester en boer te verkleden om niet ontdekt te worden door rovers wanneer ze een wel heel vreemde ontdekking doen. Hoe het begon: Een terugblik op het leven van de vrienden voor ze in de oorlog terechtkwamen en hoe het kwam dat ze tekenden en uiteindelijk in de cavalerie terechtkwamen. The David: Blutch en Chesterfield moeten als spionnen een duivelse nieuwe uitvinding van de Zuidelijken onderzoeken, een onderzeeboot. Black face: Een zwarte soldaat wordt aangewezen om de zuidelijke slaven tot opstand te drijven. Hij keert zich echter ook tegen de Noordelijken. De vijf schoeljes: Wegens gebrek aan soldaten moeten Blutch en Chesterfield nieuwe rekruten ronselen, dit is alleen niet zo eenvoudig. Blauwen en vrouwen: Om het moraal op te krikken stelt generaal Alexander een groep vrouwen aan om te werken in het hospitaal, maar dit leidt natuurlijk tot vele problemen. De neven van de overkant: De twee vrienden moeten helpen een spoorrails te herbouwen wanneer Chesterfield twee wel heel bekende gezichten ziet tussen de zuidelijke soldaten die hun het leven zuur maakt. Baby Blue: Een serie korte verhalen over een vondeling die Blutch en Chesterfield tegenkomen en die ze in Fort Bow onderbrengen. Blauwen en bulten: Stillman heeft een idee om problemen met de bevoorrading te voorkomen: de kameel. De twee vrienden worden aangewezen de beesten te trainen. Canadees goud: Een goudzoeker wil zijn goud nalaten aan de Zuidelijken, Blutch en Chesterfield moeten hier een stokje voor steken. 93 Bull Run: De beruchte slag om Bull Run en één van de grootste vernederingen voor de Noordelijken. The show must go on!: Om het moraal te verbeteren moet een groep deserteurs nu voorstellingen voor de soldaten geven. Buiten westen: Na een slag is Blutch volledig zijn verstand kwijt, Chesterfield doet al het mogelijke om het terug te brengen. De roos van Bantry: Jos Hogan vertrekt naar Europa om voor de zuidelijke zaak te pleitten. Blutch en Chesterfield moeten ervoor zorgen dat hij nooit aankomt. Drummer boy: Een jongen wil perse in het leger en wordt aangesteld als drummer. Zeer tot ongenoegen van Blutch. Te gek om los te lopen: Blutch belooft een bezorgde vader om zijn zoon uit het gekkenhuis te halen die een sprekende vergelijking met Blutch vertoont. Maar komt Blutch er nu wel uit? Grumbler en zonen: Om de mormonen van een nieuwe wet te overtuigen reizen de twee naar Utah waar Blutch en zeer aparte familie tegen komt. De groene jaren: Een zwervende dronkenlap vertelt Chesterfield het vreemde verhaal van de jeugd van Blutch. Kapitein Nepel: Commandant Appletown is ziek. Kapitein Nepel moet hem vervangen maar stelt een aantal verontrustende veranderingen in. Quantrill: De Noordelijken houden een verbeten jacht tegen de bandiet Quantrill, waarin Chesterfield op een wel heel gevaarlijke positie moet opereren. Duel in het Kanaal: De twee vrienden komen terecht op het schip de Kearsage en zijn op weg naar het gevecht tegen de Alabama. De onderduikers: Chesterfield krijgt zijn eigen regiment aangewezen maar het blijkt toch wel anders dan ze verwachtten. Puppet blues: Een nieuwe fotograaf probeert met trucage zijn foto‟s te verbeteren, zeer tot onvrede van de soldaten. De stromannen: De twee vrienden worden expres in zuideljik gebied achtergelaten met valse informatie, in de hoop dat ze de Zuidelijken vals informeren. Maar dan kennen ze Chesterfield nog niet? De blauwen nemen de benen: Na de grote ramp in nr. 40 moesten de twee vrienden vluchtten. Nu proberen ze zich te verbergen in een circus, maar de Zuidelijken komen eraan. Blutch, zweet en tranen: Er wordt een aanslag op het leven van Grant beraamd en Blutch is de enige die hij vertrouwt. De blauwblues: De zus van Stillman is aan Stark verknocht, zeer tot Stillman‟s woede. Hij probeert haar van gedachten te veranderen door haar naar wat andere officieren te sturen. Het oor van Lincoln: Lincoln hoorde van de grote drankzucht van Stark en stuurt een afgevaardigde om hem te controleren. Oproer in New York: In New York breken rellen uit om de draft, Blutch en Chesterfield raken erin verzeild. Requiem voor een blauwbloes: Wanneer Chesterfield weer bijkomt blijkt zijn vriend als een held gestorven. Of toch niet? De Nancy Harts: In de buurt van LaGrange, stuit generaal LaGrange op een wel heel vreemd verschijnsel. Een stad verdedigt door vrouwen! Arabesk: Deze serie korte verhalen is geweid aan het trouwe paard van Blutch Een huwelijk in Fort Bow: De zoon van Gekke Hengst wil met Mathilde trouwen en commandant Appletown heeft geen andere keuze dan een schijnhuwelijk te organiseren. De klopjacht: Mannen deserteren aan een stuk door, de twee vrienden moeten ze terughalen en komen oog in oog met een oude bekende. Een steekje los bij Stark: Een oude vriend van Stark vertelt de vrienden dat Stark vroeger een heel normale man was. Zullen ze hem weer terug kunnen halen? De blauwen in de mist: Bij de slag om Lookout Mountain moeten de vrienden veel onmogelijke toestanden overleven om de heuvel te kunnen veroveren. Blauw bloed bij de blauwen: Wegens gebrek aan Zuidelijken hebben de soldaten niets te doen, tot een fransman hen overtuigd om aquarellen te gaan proberen. 94 Logboek Werkplan: Week 29 t/m 36 (zomervakantie): voorbereidend werk: strips lezen, informatieboeken lezen over Amerikaanse Burgeroorlog, aantekeningen maken, foto‟s verzamelen. Week 37: informatie uitwisselen/vergelijken + informatie zoeken Week 38: informatie categoriseren + informatie zoeken Week 39: bronnen beoordelen, literatuurlijst maken + informatie zoeken Week 40: schrijven: introductie onderwerp + informatie zoeken Week 41: schrijven: inleiding + informatie zoeken Week 42: deelvraag 1 Week 43: deelvraag 2 Week 44: deelvraag 3 Week 45: deelvraag 4 Week 46: deelvraag 5 Week 47: deelvraag 6 Week 48: deelvraag 7 Week 49: deelvraag 8 Week 50: afronden deelvragen Week 51: schrijven conclusie Week 52: in elkaar zetten verslag 95 Werkverslag: 17 juni 2009: Onderwerp + onderzoeksvraag bedacht 22 juni 2009: Deelvragen bedacht Aantekeningen Blauwbloezen 6 t/m 11 23 juni 2009: Aantekeningen Blauwbloezen 12 t/m 13 24 juni 2009: Informatie zoeken op internet 26 juni 2009: Werkplan maken 2 juli 2009: Naar de bibliotheek voor boeken Boek lezen en aantekeningen maken 7 juli 2009: Kijken DVD: `the Civil War, blood and honor` 8 juli 2009: Strips lezen, nummer 1 en 12 11 juli 2009: Strip lezen, nummer 2 Informatie lezen uit `The Civil War Album` 12 juli 2009: Strips lezen, nummer 3 en 5 DVD `Great Battles of Civil War` deel 1,2 en 3 13 juli 2009: Informatie lezen over de Merrimac en de Monitor Strips lezen, nummer 6, 7 en 8 14 juli 2009: Informatie over en foto`s van M. Brady zoeken Strips lezen, nummer 13, 14 en 15 16 juli 2009: Strip lezen, nummer 20 DVD kijken: `Great Battles of Civil War`, deel 4 17 juli 2009: DVD kijken: `Great Battles of Civil War`, deel 5 17 juli 2009: Strip lezen, nummer 21 18 juli 2009: Strips lezen, nummer 22, 19 Informatie over ´the David´ lezen 19 juli 2009: Strips lezen, nummer 23, 24, 25, 26, 28 20 juli 2009: Strips lezen, nummer 31, 32, 33, 34 21 juli 2009: Strips lezen, nummer 35, 36 22 juli 2009: Strips lezen, nr. 38, 39, 40, 42 23 juli 2009: Strips lezen, nr. 43, 46 24 juli 2009: Strips lezen, nr. 47, 27 27 juli 2009: Strips lezen, nr. 37 31 juli 2009: lezen American Heritage 1 aug 2009: lezen American Heritage 2 aug 2009: lezen American Heritage 3 aug 2009: lezen American Heritage 5 aug 2009: lezen American Heritage 13 aug. 2009: DVD kijken: `Great Battles of Civil War`, deel 6 en 7 24 aug. 2009: DVD kijken: `the Civil War, blood and honor` 29 aug. 2009: Strip lezen, nr. 48 08 sept. 2009: DVD kijken: `the Civil War, blood and honor` 10 sept. 2009: Strip lezen, nr. 50 American Heritage lezen 11 sept. 2009: informatie zoeken informatie categoriseren 15 sept 2009: American Heritage lezen 17 sept. 2009: afbeeldingen + informatie zoeken American Heritage lezen 18 sept. 2009: informatie zoeken American Heritage lezen 22 sept. 2009: bronnen beoordelen American Heritage lezen 24 sept 2009: American Heritage lezen 96 J+N J+N J J N J+N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N J J J J J N N N N N J J+N N J N J N J N J J 30 MIN 30 MIN 180 MIN 30 MIN 60 MIN 15 MIN 30 MIN 70 MIN 140 MIN 60 MIN 30 MIN 10 MIN 60 MIN 170 MIN 80 MIN 100 MIN 10 MIN 90 MIN 30 MIN 60 MIN 55 MIN 30 MIN 55 MIN 10 MIN 50 MIN 120 MIN 60 MIN 105 MIN 55 MIN 55 MIN 30 MIN 200 MIN 90 MIN 30 MIN 120 MIN 60 MIN 30 MIN 80 MIN 20 MIN 60 MIN 20 MIN 45 MIN 45 MIN 60 MIN 45 MIN 70 MIN 45 MIN 90 MIN 45 MIN 45 MIN 45 MIN 45 MIN 25 sept. 2009: strip lezen, nr. 51 American Heritage lezen 27 sept. 2009: bronnen beoordelen, informatie zoeken American Heritage lezen 29 sept. 2009: strip lezen, nr. 47 bis (met extra informatie) Schrijven introductie 30 sept 2009: schrijven introductie 1 okt. 2009: introductie Amerikaanse Burgeroorlog maken Introductie uitwerken 2 okt. 2009: strip lezen, nr. 29 introductie Amerikaanse Burgeroorlog maken 5 okt 2009: introductie uitwerken 6 okt. 2009: introductie Amerikaanse Burgeroorlog maken Inleiding schrijven 7 okt. 2009: strip lezen introductie Amerikaanse Burgeroorlog maken Afbeeldingen scannen 8 okt. 2009: Bronbeoordeling 9 okt. 2009: overzicht bijwerken, informatie categoriseren Introductie afwerken introductie Amerikaanse Burgeroorlog 10 okt. 2009: strips doorbladeren, letten op kleding 12 okt. 2009: lezen in „Battle cry of freedom, the Civil War Era‟ 13 okt. 2009: bespreken deelvraag kleding 16 okt. 2009: werken aan deelvraag over kleding strips lezen, nr. 30 en 52 20 okt. 2009: werken aan deelvragen over kleding en wapens 23 okt. 2009: werken aan deelvragen over kleding en wapens Deelvraag kleding 29 okt. 2009: deelvraag voertuigen bespreken 30 okt. 2009: American Heritage lezen 31 okt. 2009: strips lezen, nr. 9, 10 en 53 3 nov. 2009: werken aan deelvraag over wapens Werken deelvraag/kleding voertuigen 4 nov. 2009: strips doorbladeren, letten op oorlogkritische dingen Afbeeldingen scannen 5 nov. 2009: werken aan deelvraag over standplaatsgebondenheid 6 nov. 2009: werken aan deelvraag over standplaatsgebondenheid Deelvraag kleding en volgorde 7 nov. 2009: plaatjes scannen 10 nov. 2009: werken aan de deelvraag over personages, Nepel Deelvraag volgorde 11 nov. 2009: deelvraag voertuigen 12 nov. 2009: deelvraag voertuigen en volgorde 13 nov. 2009: werken aan verschillende deelvragen Deelvraag voertuigen 16 nov. 2009: informatie opzoeken over Kearsarge en Alabama Scannen + deelvraag kleding 17 nov. 2009: Werken aan deelvraag 5: belangrijke gebeurtenissen Deelvraag volgorde + bronbeoordeling 18 nov. 2009: werken aan deelvragen 19 nov. 2009: werken aan deelvraag 5 Deelvraag voertuigen en scannen 20 nov. 2009: werken aan de deelvragen 24 nov. 2009: werken aan deelvraag 5 97 N J N J N J J N J N N J N J N N J N N J N N N J N N N N J J J N N J N J N N J N N J J J N J N J N J N N J N N 20 MIN 45 MIN 45 MIN 45 MIN 35 MIN 90 MIN 30 MIN 60 MIN 45 MIN 25 MIN 100 MIN 90 MIN 90 MIN 45 MIN 20 MIN 15 MIN 45 MIN 40 MIN 30 MIN 45 MIN 120 MIN 40 MIN 50 MIN 45 MIN 135 MIN 45 MIN 75 MIN 40 MIN 60 MIN 60 MIN 60 MIN 70 MIN 45 MIN 45 MIN 60 MIN 45 MIN 180 MIN 75 MIN 105 MIN 60 MIN 30 MIN 105 MIN 50 MIN 110 MIN 90 MIN 150 MIN 120 MIN 90 MIN 80 MIN 120 MIN 150 MIN 30 MIN 75 MIN 100 MIN 45 MIN Deelvraag volgorde 25 nov. 2009: info zoeken in bieb over uniformen, gebeurtenissen enz. Deelvraag regelgeving 26 nov. 2009: deelvraag 5 27 nov. 2009: werken aan verschillende deelvragen 1 dec. 2009: werken aan verschillende deelvragen Deelvraag regelgeving 8 dec. 2009: werken aan verschillende deelvragen Deelvraag regelgeving en soc-ec 11 dec. 2009: werken aan deelvraag over kleding Deelvraag regelgeving en soc-ec 16 dec. 2009: werken aan bronbeoordeling 20 dec. 2009: deelvraag soc-ec 21 dec. 2009: verschillende deelvragen + bronbeoordeling 22 dec. 2009: www.volkskrant.nl beoordelen werken aan deelvraag over personen 23 dec. 2009: deelvraag over personen plaatjes scannen + in tekst voegen Deelvraag personages 25 dec. 2009: strips doorzoeken naar wapens 26 dec. 2009: strips doorzoeken naar wapens 27 dec. 2009: verscheidene deelvragen + bronbeoordeling 28 dec. 2009: werken aan deelvraag over wapens Verscheidene deelvragen + bronbeoordeling 29 dec. 2009: werken aan verscheidene deelvragen Verscheidene deelvragen 30 dec 2009: deelvraag personages 31 dec. 2009: werken aan deelvraag over standplaatsgebondenheid plaatjes scannen werken aan deelvraag over leven in het leger 1 jan 2010: werken aan deelvraag over leven in het leger volgorde deelvragen vaststellen, deelconclusies maken Afspraken maken over opmaak van het verslag 3 jan 2010: opmaak veranderen en werken aan deelvraag wapens 4 jan 2010: werken aan verschillende deelvragen 5 jan 2010: werken aan deelvraag over personen Deelvraag soc-ec J N J N N N J N J N J N J J N N N N J N N J N J N J J N N N N 45 MIN 60 MIN 60 MIN 60 MIN 90 MIN 45 MIN 60 MIN 30 MIN 45 MIN 60 MIN 45 MIN 25 MIN 110 MIN 120 MIN 20 MIN 110 MIN 40 MIN 50 MIN 150 MIN 50 MIN 40 MIN 270 MIN 80 MIN 260 MIN 140 MIN 150 MIN 60 MIN 120 MIN 30 MIN 50 MIN 120 MIN J+N N N N J 180 MIN 120 MIN 150 MIN 90 MIN 45 MIN 6 jan 2010: N J J+N J+N J N J+N 150 MIN 190 MIN 300 MIN 240 MIN 450 MIN 400 MIN 300 MIN werken aan deelvragen over wapens en personen Deelconclusies 7 jan 2010: Afronden 8 jan 2010: Afronden 10 jan 2010: Afronden 11 jan 2010: Afronden Totaal: Jorine: 5990 minuten, maakt 99 uur en 48 min Nadieh: 7315 minuten, maakt 121 uur en 55 minuten 98 Nawoord Ons profielwerkstuk is eindelijk klaar. Als het goed is heeft u het resultaat nu gezien en hopelijk heeft u ervan genoten. Achteraf zijn we heel blij met de keuze van het onderwerp, aangezien het leuk bleef eraan te werken. Natuurlijk was het niet allemaal even leuk en zijn er ook stukken geweest waar we doorheen moesten zwoegen, maar als we dan weer een strip lazen werden we weer opgevrolijkt. Ons werkproces is niet helemaal verlopen volgens de planning. De deelvragen bleken namelijk toch meer werk dan we dachten en we konden niet een deelvraag afkrijgen per week. We hebben ook meer de deelvragen verdeeld, dan we eerst van plan waren, maar dat was eigenlijk ook wel handiger, want dat werkt veel sneller. Ook al hebben we de meeste dingen afzonderlijk van elkaar gedaan, de samenwerking liep goed. We hadden regelmatig een „bespreking‟ en we informeerden elkaar over de dingen die we ontdekt hadden bij het onderzoek. We hebben wel een beetje onderschat hoeveel werk het nog was en daardoor moesten we nog best veel op het laatst doen, terwijl we eigenlijk gepland hadden twee van te voren klaar te zijn, om het zo nog rustig door te kunnen lezen en verbeteringen aan te brengen. We hadden eigenlijk niet verwacht dat we twee weken van te voren klaar zouden zijn, maar we wilden het gewoon ruim plannen. Onze kennis van de Amerikaanse Burgeroorlog is gigantisch toegenomen. Toen we begonnen met het profielwerkstuk wisten ze eigenlijk nog niets af van de Amerikaanse Burgeroorlog. Nu aan het einde van dit traject zijn wij bijna experts op dit gebied. We zijn volledig bekend met verschillende campaigns, de grootste en bloedigste veldslagen en de hoofdrolspelers van de oorlog. Verder hebben we een grote diversiteit aan anekdotes aangetroffen waaruit bleek dat in sommige gevallen er zelfs geen stripboek voor nodig was om te kunnen lachen om de Amerikaanse Burgeroorlog. Veel grote moeilijkheden hebben we niet ondervonden behalve misschien de opmaak van het werkstuk waarin we van tijd tot tijd in onze eigen burgeroorlog verwikkeld waren om word te laten doen wat wij wilden. Uiteindelijk hebben we met veel plezier aan dit project gewerkt en we hopen dat u er met net zoveel plezier over heeft gelezen. 99