Grondrechten en de arbeidsongeschiktheidsverzekering Persoonlijkheidsrechten en de verplichtingen van verzekerden tot het ondergaan van controle en behandeling voor het opheffen van de arbeidsongeschiktheid. Zelfregulering Verbond van verzekeraars Persoonlijkheidsrechten Recht op leven, Recht op lichamelijke integriteit Recht op geestelijke integriteit (menselijke integriteit) Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Sociale verzekeringen Particuliere verzekeringen Rechtsgrond voor de verplichting Sociale verzekeringen Ongevallenwet 1903 Invaliditeitswet Ziektewet WAO AAW Wajong / WAZ WIA NWajong Rechtsgrond < 1900: Onrechtmatige daad; 1408 BW < WOI: Aanvulling arbeidsovereenkomst < WOII: Solidariteit met behoeftigen > WOII: Deelname aan het arbeidsproces. Maatschappelijke bijdrage Behandel en controle voorschriften Alle sociale verzekeringswetten bevatten bepalingen die betrekking hebben op de verplichtingen van de arbeidsongeschikte verzekerde heeft en hieronder zijn ook te verstaan het ondergaan van medisch onderzoek voor controle en het volgen van een (geneeskundige) behandeling ten einde de arbeidsongeschiktheid te beëindigen, verkorten of te verminderen. Wijzigingen hierin De Ongevallenwet Behandeling en controle in een hand Mogelijkheid van second opinion Redelijk gematigd wat betreft de verplichtingen Voorschriften waren niet opgenomen in de Ziektewet zelf maar in aanvullende regelingen Het resultaat was dat de arbeidsongeschikte huisarrest had en op een stoel moest wachten tot eventueel controle gebeurde. Na WOII ontstond snel het besef dat dergelijke voorschriften onredelijk waren. De gestrengheid van de voorschriften hing samen met de rechtsgrond van de verzekering. In de Ongevallenwet en daarvoor ziet men de verzekering als een compensatie voor een onrechtmatige daad of als een aanvulling op de arbeidsovereenkomst. In de Ziektewet ziet met de uitkering bij arbeidsongeschiktheid als een solidariteit met de behoeftige, die daarom aan strenge voorwaarden moet voldoen. WAO-AAW-WAJONG-WAZ-WIA Bij de invoering van de WAO waarmee de Ongevallenwet en de Invaliditeitswet werden opgeheven werd geen aandacht besteed aan de behandel- en controle voorschriften. Dit blijkt uit het ontbreken van gegevens hierover in de parlementaire stukken Bij de invoering van de AAW – Wajong – WAZ werd slechts verwezen naar de WAO. Bij de invoering van de wet WIA werd wel gesproken over de verplichtingen van de verzekerde. De bepalingen hierover werden aangescherpt. Geen aandacht voor de verhouding tussen deze bepalingen en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Dit had wel voor de hand gelegen gezien sinds 1993 deze bepalingen uit de Grondwet volledig van kracht zijn en de wetgever ervoor dient te waken dat de wetten in overeenstemming zijn me de Grondwet (art. 120 Gw.) Particuliere verzekeringen > WOII Geen automatisme Rechtsgrond is de verzekeringsovereenkomst 2 momenten Aanvang van de verzekering Voltrekken van het verzekerde risico Aanvang van de verzekering Initiatief bij de aspirant-verzekerde Verstrekken van gegevens zodat het risico bepaald kan worden Logische verplichting Raak ook een de persoonlijkheidsrechten Keuzemogelijkheid Offerte bij meerdere verzekeraars Voltrekken van het verzekerde risico Verzekerde moet zich onderwerpen aan controle teneinde het bestaan of voortbestaan van de arbeidsongeschiktheid vast te kunnen stellen. Geen keuzemogelijkheid voor de verzekerde De verzekerde heeft vanuit de verzekering een bereddingsplicht en dient een inspanning te plegen om de arbeidsongeschiktheid op te heffen of te verminderen. Botsing van belangen? Het belang van de verzekeraar kan in conflict komen met de persoonlijkheidsrechten van de verzekerde. Zo veel mogelijk proberen te vermijden, maar soms zal de verzekerde een beperking in zijn persoonlijkheidsrechten moeten aanvaarden. Persoonlijkheidsrechten Recht op leven, op lichamelijke en geestelijke (menselijke) integriteit, op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (geheime, intieme, private en publieke sfeer) Voor-positieve en boven-statelijke rechten Codificatie is slechts declaratoir Menselijke waardigheid De persoonlijkheidsrechten vormen een uitwerking van de bescherming van de menselijke waardigheid dat het basis grondrecht is en dat tevens als een beginsel functioneert bij de uitwerking van de andere grondrechten. Verhouding van persoonlijkheidsrechten Schillenmodel Conditio sine qua non-verband Interpretatie door middel van gebruik van modellen Kern: Recht op leven Geen model: slechts ja of nee Eerste schil Recht op lichamelijke integriteit Model: Biologisch fysiologisch model Recht op geestelijke integriteit Model: Psycho fysiologisch model? Moeilijkheid: geen scheiding van lichaam en geest Tweede schil Persoonlijke levenssfeer Centrifugaal Geheime sfeer Alleen voor zichzelf, dagboek, psychologie Intieme sfeer Meest dierbaren Private sfeer Ongestoord zichzelf zijn Publieke sfeer Ontplooiing hobby-sport-werk Naarmate de afstand tot de kern groter wordt neemt de reikwijdte van het grondrecht exponentieel toe waardoor de objectiviteit van de te beschermen rechtsgoederen verminderd en de subjectiviteit toeneemt. Het aantal modellen dat kan worden toegepast vergroot eveneens Grotere beperkingen zijn daarom mogelijk naarmate de afstand tot de kern groter wordt. Verklaring Internationale recht Nationale recht Supranationale recht Internationale recht Universele Verklaring van de Rechten van de Mens UVRM 1948 Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (en de Fundamentele Vrijheden) EVRM 1953 Internationale Verdrag inzake de Burgerlijke en Politieke Rechten IVBPR Jurisprudentie EHRM Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens Preamuble: waardigheid en gelijkheid van de mens wordt vooropgesteld Dit is inherent aan het mens-zijn. Herhaald in artikel 1. Art.3: Onschendbaarheid van de persoon Art.5: Geen onmenselijke behandeling Art.12: Geen aantasting in de persoonlijke sfeer Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Preambule: Verdere uitwerking van de UVRM Artikelen 2, 3 en 8: Recht op leven, bescherming tegen foltering, onmenselijke behandeling of bestraffing en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten Preambule: Verdere uitwerking van de UVRM Artikelen 6, 7 en 17: Recht op leven, bescherming van de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer UVRM, EVRM en IVBPR dekken deze lading EVRM met EHRM is voor de Nederlandse rechtsorde van belang Jurisprudentie van het EHRM Jurisprudentie EHRM EVRM is een levend verdrag volgens het Hof daardoor evolueert de interpretatie van het verdrag met de maatschappelijke ontwikkelingen (doodstraf) Casuïstische benadering Drempelwaarde moet overschreden zijn alvorens een verdragsschending wordt aangenomen. Drempelwaarde Uit de jurisprudentie van het EHRM over de artikelen 2, 3 en 8 EVRM kan worden opgemaakt dat de vraag of de drempelwaarde overschreden is afhankelijk is van de mate waarin de menselijke waardigheid geraakt is. Hierbij wordt dan gebruikt gemaakt van de object-formule van Kant die ook in de jurisprudentie van het BverfG naar voor komt Nationale recht Nederlandse Grondwet Artikel 10 het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Artikel 11 de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam Nationale recht De totstandkoming van de artikelen 10 en 11 Gw. tijdens de grondwetsherziening De Duitse Grondwet (das Grundgesetz) De geschiedenis van grondrechten De Nederlands situatie De totstandkoming van de artikelen 10 en 11 Gw. 1946 > WOII: Grondwetsherziening Moeizaam en langdurig proces Midden van de jaren ‘70 Voorstel tot opneming in de Grondwet van een recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (in het algemene rechtsbewustzijn van de burger alom erkend als zeer belangrijk en wezenlijk voor een menswaardig bestaan en tevens als een van de grondslag van de Nederlandse rechtsorde) Parlementaire behandeling van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Kappeyne van de Coppello VVD amendement om een afzonderlijke bepaling in de Grondwet op te nemen om het recht op lichamelijke integriteit te verzekeren (voorbeeld van de Duitse Grondwet) Staatssecretaris Zeevalking wist geen raad Van Mierlo D’66 stelde voor om de regering een studie te laten verrichten naar de wenselijkheid van het voorstel. Verkiezingen en langdurige regeringsformatie Eerste kabinet Van Agt Bij enkele maatschappelijke gebeurtenissen werd door kamerleden opgemerkt dat de regeringsstudie nog op zich liet wachten (affaire Buikhuizen en Huize Assisie) Ratificatie van het IVBPR Wiegel liet weten dat hard gewerkt werd aan de studie Drie maanden later (twee jaar na het amendement) verscheen het verslag (6 1/2 blz. en enkele bijlagen) Korte samenvatting van enkele Duitse handboeken staatsrecht Studie: Geen noodzaak tot een afzonderlijke bepaling over lichamelijke integriteit in de Grondwet Tweede Kamer unaniem vond het wel nodig Tweede amendement Delegatie van de beperkingsbevoegdheid Discussie: Geen enkele duidelijkheid met betrekking tot de inhoud van deze bepaling. Een kamerlid merkte tijdens de stemming, wel op dat het recht op lichamelijke integriteit in een ruimer kader gezien moest worden De Duitse Grondwet; das Grundgesetz 1948 Bezetting Duitsland Filosofische inslag van het GG Opstellers zonder dagelijks bestuurlijke beslommeringen Hiërarchie in het GG Klassieke natuurrecht Thomas van Aquino Paulskirche Verfassung 1848 BundesVerfassungs Gericht Preambule: Voor-positieve en boven-statelijke karakter van grondrechten Artikel 1: De menselijke waardigheid als hoogste goed is onaantastbaar De overheid moet respecteren en beschermen Basis voor de samenleving Artikel 2: Recht op vrijheid van de ontplooiing van de persoonlijkheid, het recht op leven, op lichamelijke integriteit en op vrijheid van de persoon. Beperkingen van deze grondrechten Bescherming van de menselijke waardigheid Geen Vrije ontplooiing van de persoonlijkheid Rechten van anderen, de grondwettelijke ordening en de zedelijkheid Recht op leven, lichamelijke integriteit en vrijheid Slechts door een wet in formele zin Uitwerking binnen het Duitse recht Bundes Verfassungs Gericht Object-formule van Kant De menselijke waardigheid wordt gekwetst wanneer de mens slechts als object wordt beschouwd. Evenals EHRM wordt een drempelwaarde gehanteerd Kernrecht-theorie Geschiedenis van grondrechten Duitse Grondwet: Persoonlijkheidsrechten centraal Teruggegrepen naar historisch gegroeide situatie Geschiedenis van grondrechten < Staatsrechttheorieën Val Romeinse rijk Volksverhuizingen Opkomst christendom en de Rooms katholieke kerk Samenwerking paus en de keizer Karel de Grote Wereld als een aards tranendal Kerkvader Augustinus van Hippo Griekse filosoof Plato >1000 Rustiger Herovering van het Iberische schiereiland Contacten met de Arabische geleerden Kennis van de Griekse filosofen Aristoteles Andere visie op het aardse bestaan Komst van het koninkrijk Gods Voorheen had de mens slechts plichten tegenover God Monotheïstische godsdienst Verhoudingen tussen mensen onderling moesten geregeld worden Meer afstand tussen de mensen onderling Grotere mobiliteit Grondrechten: Persoonlijkheidsrechten Recht op vrijheid, leven, lijf en eer Spanje (adel) Romeins recht Vervolgens in de rest van Europa Magna Charta Libertatum Afbrokkelen van het eenduidige theocratische wereldbeeld Maatschappelijke bewegingen Katharen Fransiscus van Assisië Maarten Luther – Reformatie Godsdienstoorlogen Persoonlijkheidsrechten konden niet gewaarborgd worden Problematisch wanneer de machthebbers daar last van hebben Absolutisme Overal in Europa Katholiek – Luthers Calvinisme (aristocratie) Verenigde Republiek John Locke- Rationele natuurrecht- Engeland Amerikaanse onafhankelijkheid Franse revolutie Deelname aan de macht Garantie van persoonlijkheidsrechten Maatschappelijke ladder Napoleontische oorlogen Restauratie 1848 Europese revoluties WO I Algemeen kiesrecht WOII UVRM Uitdijende werking van grondrechten en dan met name de persoonlijkheidsrechten Sociale grondrechten Parallel Revolutie deelname van onderste lagen van de samenleving Levellers Amerikaanse onafhankelijkheid Eerste grondwetten van de Franse republiek Tijdelijk Russische revolutie Persoonlijkheidsrechten vormen de essentie binnen de grondrechten Andere grondrechten zijn hiervan afgeleid of zijn nodig om de persoonlijkheidsrechten te garanderen (klassiek en sociale grondrechten) Uitbreiding van grondrechten heeft betrekking op het feit dat iedereen uiteindelijk beschermd wordt in zijn persoonlijkheidsrechten Nederlandse situatie Wetgeving Rechtsliteratuur Jurisprudentie Wetgeving Grondwet en de geschiedenis geeft weinig richting voor de interpretatie van persoonlijkheidsrechten Strafrecht: doodslag, mishandeling, belediging, smaad Strafvordering: bescherming van de rechten van de verdachte Privaatrecht: Onrechtmatige daad, redelijkheid en billijkheid, bescherming van zwakkere partijen in het overeenkomstenrecht, WGBO Publiekrecht: regelingen omtrent wetenschappelijk onderzoek en orgaandonatie Op basis van de bestaande wetgeving kunnen we stellen dat de persoonlijkheidsrechten niet slechter worden beschermd dan in andere west – europese landen. Jurisprudentie Lichamelijke integriteit Hoge Raad 1999-2009 rechtspraak.nl 60 uitspraken waarin de term voorkomt TBS, vaak wordt de term niet door de Raad gebezigd Persoonlijke levenssfeer Hoge Raad 10 jaar – 300 uitspraken Meer invulling aan het begrip Edamse bijstandsmoeder Valkenhorst arrest Algemeen persoonlijkheidsrecht Rechtsliteratuur Termen: lichamelijke integriteit, persoonlijke levenssfeer, menselijke waardigheid, persoonlijkheidsrechten Door elkaar gebruikt en bij de onderbouwing van een mening over een maatschappelijke ontwikkeling of gebeurtenis. Struycken 1915: eeuwige en onveranderlijke rechten, bepalend een voor-constitutionele individuele rechtskring, ook door de grondwetgevende macht te eerbiedingen Van der Ven 1957: Sociale grondrechten De Brauw 1965: Persoonlijke levenssfeer ruimer dan de privé-sfeer die door het huisrecht wordt beschermd. Weinig aandacht voor niet materiële rechten. Persoonlijkheidsrechten Regeling bij een grondwetsherziening Aubel 1968: leven, eer, vrijheid supra-subjective rechten De Graaf 1977: Rechtsvergelijking Weinig theorievorming in Nederland Voor-positieve en boven-statelijke rechten Derdenwerking Van Till 1970/72: Abortus en euthanasie Recht op leven en lichamelijke integriteit als onderdeel van het persoonlijkheidsrecht Periode na de grondwetsherziening Lichamelijke integriteit HIV prevalentie-onderzoek Leenen: Zelfbeschikkingsrecht Persoonlijke levenssfeer Informationele privacy Verwarring van begrippen DNA onderzoek Wangslijmvlies Orgaandonatie – Besnijdenis Lichamelijke integriteit Niet louter accent op zelfbeschikking liberale visie – christelijke visie Humane biotechnologie Menselijke waardigheid Persoonlijkheidsrecht Supra-national recht Handvest voor de Grondrechten van de EU Art. 1: Menselijke waardigheid Art. 2: Recht op leven Art. 3: Lichamelijke integriteit en verbod van eugenetische praktijken Lijkt erg op het GG Beperking van persoonlijkheidsrechten Rechtsgrond is eveneens de bescherming van de menselijke waardigheid Kernrecht-theorie Niet de regeling van de bijzondere beperkingen Past niet bij voor-positieve en boven-statelijke rechten Praktische toepassing Model om situaties te onderscheiden en weloverwogen keuzen te maken zonder dat met toverspreuken gegoocheld wordt Conclusie Model is geldend recht Inspiratie kan uit de Duitse rechtsliteratuur gehaald worden Bruikbaar in de afweging van belangen bij de verplichtingen die bestaan in geval van arbeidsongeschiktheid