FACULTEIT LETTEREN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN CAMPUS SINT-ANDRIES SINT-ANDRIESSTRAAT 2 2000 ANTWERPEN, BELGIË Reglement Toelatingsproeven KU Leuven Campus Antwerpen Enkel houders van een academische Master (240 of 300 ECTS-credits) worden toegelaten tot de opleiding. Doel van de toelatingsprocedure is te achterhalen of de kandidaat een gerede kans maakt om te slagen voor het eindexamen conferentietolken, dit wil zeggen dat hij of zij beschikt over de competenties die nodig zijn om aan de opleiding te beginnen: uitstekende actieve beheersing van het Nederlands, uitstekende passieve beheersing van tenminste 2 vreemde talen met hun culturen, algemene kennis (op politiek, economisch, juridisch, … vlak), motivatie en flexibiliteit. Om te slagen moet een kandidaat tenminste 50/100 halen op de proef Algemene Kennis en slagen voor de reproductieproeven voor beide vreemde talen en het retour. Deze competenties worden getoetst tijdens een toelatingsproef. Deze proef bestaat uit: 1) Een kennismakingsgesprek over de achtergrond en motivatie van de kandidaat; 2) Een schriftelijke proef algemene kennis: 100 multiple choice vragen over algemene kennis en actualiteit; 3) Een improvisatie-oefening in het Nederlands: de kandidaat krijgt de keuze uit 4 actuele onderwerpen, mag 10 minuten schriftelijk voorbereiden en moet dan gedurende 5 minuten in goed Nederlands een interessante speech over het gekozen onderwerp kunnen houden; 4) Twee mondelinge reproductieproeven: een per vreemde taal. De kandidaten luisteren naar een verhaal van ongeveer 4 minuten over een algemeen onderwerp dat met een normale spreeksnelheid wordt voorgedragen (niet voorgelezen), ze mogen aantekeningen maken en moeten de inhoud correct kunnen reproduceren in goed Nederlands. De jury bestaat uit tolkdocenten en beroepstolken. Om te slagen moet een kandidaat de boodschap getrouw en zo volledig mogelijk weergeven, niets toevoegen of veranderen en blijk geven van een uitstekende beheersing van de doeltaal. 5) Een mondelinge reproductieproef in de B-taal (optioneel): De kandidaten luisteren naar een verhaal van ongeveer 3 minuten over een algemeen onderwerp dat met een normale spreeksnelheid in het Nederlands wordt voorgedragen (niet voorgelezen), ze mogen aantekeningen maken en moeten de inhoud correct kunnen reproduceren in hun B-taal. De jury bestaat uit tolkdocenten en beroepstolken. Om te slagen moet een kandidaat de boodschap getrouw en zo volledig mogelijk weergeven, niets toevoegen of veranderen en blijk geven van een uitstekende beheersing van de doeltaal. De jury beoordeelt deze proeven en beslist volgens bovenstaande criteria of de kandidaat wordt toegelaten tot de opleiding. Kandidaten die voor alle proeven slagen kunnen zich met een ACC- of een ABC-combinatie inschrijven. Kandidaten die niet slagen voor de retourproef maar wel voor alle andere proeven kunnen enkel met een ACC-combinatie inschrijven. De jury voor de toelatingsproef bestaat uit beroepstolken die aan de opleiding lesgeven, moedertaalsprekers van de geteste vreemde talen en een vertegenwoordiger van de Nederlandse cabine bij de Europese Commissie. De jury beslist bij eenvoudige meerderheid van stemmen of de boodschap uit de brontekst getrouw en volledig, zonder weglatingen en toevoegingen is weergegeven en de kandidaat hierbij blijkt heeft gegeven van een uitstekende beheersing van de doeltaal.