Kroningslinde zijn is niet je-dat Op 6 september 1898 werd prinses Wilhelmina tot koningin gekroond. Voor veel gemeenten en particulieren was dit zo'n heugelijk feit, dat men besloot op een markante plaats een "herinneringsboom" te planten. Zo ook in Nijverdal. Een comité waarin onder meer A.J. van Leeuwen (later eigenaar van het vroeger zo bekende hotel Spijker, het huidige arbeidsbureau) zitting had, was verantwoordelijk voor de illegale aanplant van de Kroningslinde langs de Grotestraat. Linden zijn al eeuwen lang om diverse redenen populair bij de mensen. Ze stellen geen hoge eisen aan de bodem, groeien tamelijk snel en kunnen een hoge ouderdom bereiken. Ze schikken zich vaak volkomen naar de wil van de mensen en laten zich gemakkelijk snoeien, zonder hun groeikracht te verliezen. Ze zijn in de vorm van leilinden (geleide linden) nogal eens te vinden voor boerderijen en zorgen daar voor een prettige schaduw. Ook wordt de boom gewaardeerd vanwege het feit, dat de bloesem zoveel bijen lokt, die er heerlijke lindehoning uit bereiden. Dit was vroeger zeer belangrijk omdat honing voor het gebruik van suiker de voornaamste zoetstof was. Ik denk echter niet dat om die redenen Linden als "herinneringsboom" aangeplant werden/worden. Daarvoor moeten we dieper in de geschiedenis duiken. In vroeger tijden toen heil en tegenslag nog toegeschreven werden aan allerlei goede en kwade geesten, was de Linde een heilige boom. Daarin huisde de geest die vrede, bescherming en liefde bracht. Bij veel boerderijen, huizen, op pleinen etc. werden dan ook Linden aangeplant om zich te verzekeren van haar bescherming. Door het kiezen van een Linde als herinneringsboom zette men deze traditie voort. En of het nu door al die Kroningslinden kwam.....? Een zekere mate van vrede, geluk en voorspoed kan ons land tijdens de 50-jarige regeerperiode van koningin Wilhelmina niet ontzegd worden. De herinneringsboom tegenover het station is er nog steeds. Stond zij echter vroeger fier als een echte Kroningslinde te prijken met een mooi hekje om zich heen, nu staat zij, van al haar waardigheden ontdaan, verloren tussen het asfalt. Het is dat koning Willem III (de vader van koningin Wilhelmina) vanuit een nis al die jaren beschermend heeft toegezien, anders was zij al lang voor de bijl gegaan. Ze staat immers al jaren "in de weg". De meeste andere bomen zouden op zo'n standplaats zelf het bijltje er bij neer gegooid hebben, maar de Linde is een taaie boomsoort. De Kroningslinde is daar een goed voorbeeld van. De boom staat al jaren in het asfalt. De wortels die de boom moeten verankeren en moeten zorgen voor de opname van water en voedingsstoffen kunnen hun werk daardoor onvoldoende doen. Daar komt nog bij dat er geen zuurstof in de bodem kan doordringen, zodat de wortels ook nog onvoldoende kunnen ademhalen. De gevolgen zijn in de kruin nog het beste te zien. De meeste bladeren zijn afgevallen; de boom maakt een zieke indruk. Een nader onderzoek leerde mij dat de boom met nog meer aantastingen op haar bestaan te kampen heeft. De Kroningslinde in Nijverdal is een Hollandse linde. Dit soort heeft erg te lijden van bladluizen die in groten getale voornamelijk op de onderzijde van de blaadjes leven en daar gulzig het bladsap opzuigen. De voedingsstoffen die zij nodig hebben worden daaruit onttrokken. Met de suikers kunnen zij echter niets beginnen en die worden daarom geconcentreerd in de vorm van honingdauw afgescheiden. Dat "suikerwater" druipt in kleine druppeltjes omlaag en valt op de zich daaronder bevindende blaadjes (soms ook op auto's, zoals menig automobilist 's zomers wel eens ervaren heeft). De honingdauw is weer een prima voedingsbodem voor roetdauw. Dit is een zwarte schimmel, die zich daar dan ook snel op ontwikkelt, waardoor het blad er vies en teerachtig zwart gaat uitzien. Door die laagjes honing en roetdauw op de bladeren is het bladgroen minder goed in staat om uit het zonlicht, koolzuurgas en water, voedingsstoffen te maken (fotosynthese). Uit een serie proeven, vorig jaar uitgevoerd door het Rijksinstituut voor onderzoek in bosen landschapsbouw "De Dorschkamp", kwam naar voren dat de Linden daardoor danig verzwakt worden. Het blad valt voortijdig af, de groei vermindert, de wortelgroei stagneert, etc. Verschijnselen die ook bij de Kroningslinde goed waar te nemen zijn. Thuis heb ik het ongerief onder de stereomicroscoop nog eens beter bekeken. Ik merkte toen nog andere beestjes op, die mij in eerste instantie ontgaan waren. Het bleken spintmijten te zijn. Kleine spinachtige diertjes die zich genesteld hadden in de hoeken van de nerven, tussen de "haarbosjes". Ook deze diertjes schijnen zich in leven te houden door het uitzuigen van de lindeblaadjes. Van alle kanten wordt de Kroningslinde het leven dus zuur gemaakt en het is zeker de vraag of haar in deze omstandigheden nog een lang leven beschoren was geweest. Het was dan ook prettig om bij monde van de heer De Beer, hoofd van de gemeentelijke plantsoenendienst, te vernemen, dat de gemeente voorzieningen gaat treffen om de Kroningslinde te behouden. Dit gaat gebeuren in het kader van de reconstructie van de Grotestraat, die de komende tijd plaats zal hebben. Er is een reddingsplan gemaakt. Zo zal om de wortelontwikkeling weer op gang te brengen een systeem van luchtkokers in de bodem aangebracht worden. Hiermede kan men het zuurstofgehalte in de grond weer op peil brengen en houden. Tevens zal de bodem worden verbeterd door het inbrengen van humusrijke grond. Daarnaast zal de boom deskundig worden gesnoeid. Kortom de boom kan een "nieuw leven" van eeuwen beginnen. Wie weet steekt ze de oudste boom van Nederland, de ruim 1000jarige Linde uit het plaatsje Sambeek, nog eens naar de "kroon". In ieder geval zal zij wel, naast de kroning, ook de herinnering aan de gerooide Linden langs de Grotestraat levendig moeten houden. Deze bomen, die in 1949 geplant zijn, moeten helaas plaats maken voor een fietspad. Natuurlijk komen daar, waarschijnlijk volgend jaar, bomen voor terug. Vanwege de overlast die zij veroorzaken (het druipen), zullen dat geen Linden meer zijn. Men heeft de keuze laten vallen op Platanen. Ik weet echter niet of daarin ook goede geesten leven. augustus 1984 Jan van Rijn