Oefeningen lineaire verbanden p3 1 2 3 4 Bepaal de vergelijking van de lijn g: y=ax+b door de punten A(3,4) en B((7,12) Waar snijdt de lijn g de y-as en waar de x-as ? Voorspel de hoogte van de lijn bij x= 123 Geef de vergelijking van de lijn h die 2 hoger loopt dan g en evenwijdig is. 5 Schets het verloop van de lijn j : x =3y-6 Ontdek zelf: 3 x 4 Welk van de volgende punten ligt op de lijn (probeer zonder rekenmachine) M(0,0) N(1,1) P(4,3) R(6,8) S(8,6) of T(400,300) U(-12,9) V (-12,-9) 6 Schets de lijn k : y 7 Voor welke x is de hoogte van de lijn gelijk aan 9 ? 8 Draai de lijn k 90o met de klok voor de nieuwe lijn Waar komt punt P(4,3) terecht en geef zijn coordinaten Q(x,y) 9 Maak een rechthoekige driehoek van OQ en zet de lengte vban de zijden erbij. Hoe groot is de helling a ? Bereken de vergelijking van de loodlijn met (0,0) en Q Geef de vergelijking van deze loodlijn. y= …. 10 Piet ligt op de grond en mikt met een laserpointer op een boom. De laserstraal raakt een boomtop op 23 meter hoogte en daarna de haan op een kerktoren die 100 meter verder staat.en 120 meter hoog is. Hoever ligt Piet van de boom?