van saai naar speels

advertisement
team
Woordrijen lezen:
van saai naar speels
Woordrijen, wie kent ze niet? In de fase
van het aanvankelijk lezen worden ze
vaak gebruikt. Het rechttoe rechtaan
lezen van woordrijen is weliswaar nuttig,
maar voor veel kinderen ook al snel saai.
Met eenvoudige speelse werkvormen
Hanneke & Rob van Bree
Rob van Bree is leerkracht en
gezondheidspsycholoog. Hanneke
van Bree is leerkracht en taal- en
leescoördinator aan basisschool de
Rank in Helmond.
26
blijft het lezen van woordrijen leuk. Hoe
zulke werkvormen eruitzien? In dit artikel
worden er zes beschreven.
Leren lezen gaat niet vanzelf. Er is oefening
voor nodig. Kinderen moeten leren woorden
te decoderen. Anders gezegd, ze moeten leren
grafemen in woorden te herkennen, daaraan
klanken te koppelen en die klanken in goede
volgorde samen te voegen tot een betekenisvolle
eenheid (Huizenga, 2010). In de fase van het
aanvankelijk lezen, die loopt tot midden/eind
groep 3, staat het accuraat ontsleutelen van
woorden voorop. Het laten lezen van woordrijen
is in de fase van het aanvankelijk lezen een
geschikte didactische aanpak (Smits & Van
Koeven, 2014). Hoewel de meeste kinderen met
groot enthousiasme starten met aanvankelijk
lezen, leert de praktijk dat veel kinderen het
herhaald lezen van woordrijen al vrij snel saai
vinden. Steeds opnieuw dezelfde woorden in
dezelfde volgorde zorgt ervoor dat de aandacht
verflauwt. Simpele speelse werkvormen kunnen
de aandacht richten. Woordrijen lezen is ineens
niet alleen leerzaam, maar ook nog leuk!
Vergeetmuts
Bij de werkvorm vergeetmuts buigen alle kinderen
zich over dezelfde woordrij. Ieder kind kiest uit
de woordrij één woord dat het gaat overslaan
bij het hardop voorlezen van de woordrij. Dat
woord houdt het kind geheim. Daarna oefent
ieder kind voor zichzelf het lezen van de woordrij.
Dat gebeurt om faalervaringen te vermijden.
Onvoorbereid hardop voorlezen kan immers, zeker
bij zwakkere lezers, leiden tot faalervaringen
die het zelfvertrouwen ondermijnen (Smits &
Braams, 2006). Een aantal keer lezen de kinderen
de woordrij voor zichzelf. Iedere herhaling is
al een oefening. Daarna begint het hardop
voorlezen. Een van de kinderen krijgt een muts
op, de vergeetmuts. Dat kind leest de woordrij
voor en slaat daarbij dat ene, geheime woord
over. De andere kinderen lezen aandachtig mee
en luisteren geconcentreerd. Welk woord slaat
de klasgenoot over? Wie het weet, steekt zijn
vinger op. Wie de beurt krijgt, mag zeggen:
‘Hé, vergeetmuts, je vergeet …’. Daarna gaat
de muts over naar het kind dat het weggelaten
woord heeft ontdekt. U zorgt uiteraard voor een
evenwichtige spreiding van beurten over sterkere
en zwakkere lezers. Dan leest het kind met de
muts de woordrij voor en slaat op zijn beurt een
woord over. Naar wie gaat de vergeetmuts? Alle
kinderen willen hem hebben en lezen aandachtig
mee om het geheime woord te vinden. Steeds
weer, steeds opnieuw. Herhaling stapelt zich op
herhaling.
Praxisbulletin jaargang 34
... nummer 3 ... november 2016
li
e
d
a
mon
Verboden letter
Het principe van de werkvorm verboden letter is
dat woorden waarin de verboden letter voorkomt,
niet voorgelezen worden. Ieder kind kiest voor
zichzelf een verboden letter. De keuze is willekeurig. Daarna doorzoekt ieder kind de woordrij
op woorden met de gekozen letter. Het is verboden die woorden voor te lezen. Het screenen
leidt automatisch tot een enorm sterke focus op
de woorden. Geen kind wil immers een woord
over het hoofd zien! Ook nu weer krijgen de kinderen ruim de tijd om het lezen van de woordrij
te oefenen. Hoe vertrouwder kinderen zijn met
de inhoud, des te beter het voorlezen gaat. Dat
laatste is goed voor het zelfvertrouwen (Smits &
Braams, 2006). Dan krijgt een van de kinderen de
beurt en leest de woordrij voor. Wie ontdekt de
gemene deler in de overgeslagen woorden? Wat
is de verboden letter? Als echte detectives lezen
kinderen steeds weer speurend mee met hun klasgenoot. Iedere keer weer op zoek naar een andere
verboden letter. Ongemerkt wordt de woordrij
vaak, heel vaak gelezen. Dat is winst.
Hoe vertrouwder
kinderen zijn met de
inhoud, des
te
beter het
voorlezen
gaat
Roepletter
In plaats van woorden met een specifieke letter
over te slaan, zoals bij de werkvorm verboden letter
gebeurt, kunnen woorden met een specifieke
letter ook een speciaal accent krijgen. Dat is
precies wat gebeurt in de werkvorm roepletter.
Spreek voorafgaand aan het lezen van de woordrij
met de kinderen af wat de roepletter is. Tijdens
27
w
u
e
e
het klassikaal lezen worden alle woorden waarin
de roepletter voorkomt hard geroepen. Dat is
niet alleen maar leuk. Het stimuleert de
kinderen ook tot grondige analyse
van de woorden uit de
woordrij.
l
Door
bij eenzelfde
woordrij steeds
weer andere roepletters te
kiezen blijft iedere herhaling een
uitdaging. Sterkere lezers blijven geboeid
door de verrassing en zwakkere lezers profiteren
op een aantrekkelijke manier onbewust van de
vele herhaling in vlot tempo. Er zijn variaties
mogelijk. De werkvorm roepletter kan al in het
beginstadium van het aanvankelijk lezen een
mooie plaats krijgen. In de latere stadia kan
de werkvorm uitgebreid worden. Woorden met
specifieke lettercombinaties (bijvoorbeeld aai,
eeuw of nk) worden dan roepwoorden. Daarnaast
is een welhaast eindeloze variatie in accenten
mogelijk. Naast roepletters kunnen immers
ook fluisterletters, zingletters, wiebelletters,
zwaailetters en springletters gebruikt worden.
Keuze genoeg!
Naast roepletters kunnen
ook fluisterletters,
zingletters,
wiebelletters, zwaailetters en
springletters gebruikt worden
28
Woordrijen lezen: van saai naar speels team
Wisseldans
Een gerichte focus op een specifieke
letter of op een specifieke leesmoeilijkheid staat centraal in de werkvorm
wisseldans. De werkvorm is toepasbaar op woordrijen waarin specifieke
letters of leesmoeilijkheden niet in
ieder woord voorkomen. De klas
wordt verdeeld in twee groepen,
bijvoorbeeld in jongens en meisjes of
in linker- en rechterhelft. De afspraak
luidt dat de ene groep begint met het hardop
lezen van de woordrij tot een specifieke letter
of leesmoeilijkheid bereikt wordt. Dan neemt de
andere groep het over, liefst zonder hapering of
tempowijziging. Vaak zal dat niet lukken, maar
het streven moet er zijn! De beurt gaat weer
terug als de letter of leesmoeilijkheid opnieuw
in een woord voorkomt.
De volle aandacht gaat bij deze werkvorm uit
naar de te leren letter of leesmoeilijkheid. U
kunt het tempo bepalen en ervoor zorgen dat de
balans tussen accuraat verklanken en vlot lezen
bij iedere herhaling bewaard blijft. De werkvorm
is ook prima toepasbaar bij het lezen in tweetallen.
Navigatielezen
Navigatiesystemen helpen gebruikers met het
bepalen van hun richting. In de werkvorm
navigatielezen verandert de leesrichting keer op
keer. Opletten geblazen dus voor de kinderen!
Om verwarring bij kinderen te voorkomen is het
aan te raden de werkvorm alleen toe te passen
bij kinderen die de lees-schrijfrichting volledig
geautomatiseerd hebben. In de praktijk betekent
dit dat de werkvorm alleen in de latere stadia
van het aanvankelijk lezen doordacht ingezet kan
worden. Hoe ziet die inzet eruit? De werkvorm
gaat uit van meerdere woordrijen die naast
elkaar staan. Klassikaal of groepsgewijs wordt
gestart met het lezen van de woordrij. Het startpunt is, zoals gebruikelijk, linksboven. De leesrichting is van boven naar beneden. Althans,
totdat er een belletje klinkt. Dan kondigt u met
robotachtige stem een nieuwe richting aan. Naar
rechts bijvoorbeeld. In die richting wordt verder
gelezen. Tot het belletje wederom klinkt en een
nieuwe richting wordt bepaald. Naar links, naar
rechts, naar boven of naar beneden. De werkvorm laat kinderen vaak dezelfde woorden lezen,
maar in verschillende volgordes. Dat voorkomt
geheugeneffecten. Kinderen moeten aandachtig
blijven lezen. En natuurlijk zorgen dat ze de
goede afslagen nemen!
Treinlezen
Hoewel bij het aanvankelijk lezen de nadruk
moet liggen op accuraat verklanken (Smits & Van
Koeven, 2014), speelt tempo ook een rol.
De werkvorm treinlezen zet in op het stapsgewijs
vlotter gaan lezen van een woordrij. De kinderen
lezen de woordrij in koor zonder onderbreking.
Eerst gaat dat langzaam, als een stoptrein. Dan
vlotter, als een sneltrein. Als de kinderen in de
intercity stappen gaat het tempo nog verder omhoog om ten slotte een topsnelheid te bereiken
in de hogesnelheidstrein. Maar let op, tempo
mag niet ten koste gaan van het correct verklanken en de juiste uitspraak! Zijn de verschillen
tussen de leesniveaus van kinderen te groot, pas
deze werkvorm dan toe in homogenere tempogroepjes en pas de vlotheid van lezen aan het
niveau aan. Streef naar succeservaringen en zorg
dat niemand op het perron achter moet blijven.
succeservaringen en
zorg dat
niemand
op het perron
achter moet
blijven
Tot slot
Literatuur
• H. Huizenga, Aanvankelijk en technisch lezen,
Noordhoff, Groningen/Houten, 2010.
• Smits & E. van Koeven, Voortgezet lezen: losse
woorden oefenen of tekst?, Logopedie 85 (6),
16-18, 2014.
• Smits & T. Braams, Dyslectische kinderen leren
lezen, Boom, Amsterdam, 2006.
Praxisbulletin jaargang 34
Streef naar
... nummer 3 ... november 2016
Woordrijen lezen hoeft niet saai te zijn! Dat laten
de zes beschreven werkvormen duidelijk zien.
Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze het
vaak en aandachtig lezen van woorden koppelen
aan een positieve beleving. Dat is van groot
belang. Plezier in lezen is immers een groot goed.
Voor nu en voor later.
Praxisbulletin jaargang 34
... nummer 3 ... november 2016
29
Download