Mijn derde verjaardag. Mocht je kort willen weten hoe het nu met mij gaat, dan kan ik zeggen: de behandelingen beginen routine te worden, maar het went nooit helemaal. Afgelopen week in het ziekenhuis weer een infuuszak met een kuur en een spuit in mijn buik opgehaald. Het begint gewoon te worden, maar ik kan er nog steeds niet aan wennen. Toch ben ik dankbaar voor elke dag die ik krijg. Mocht je de blog verder willen lezen, dan neem ik je mee in een beknopte versie van de afgelopen drie jaren. Want het is vandaag precies drie jaar geleden dat ik in de spreekkamer van de chirurg te horen heb gekregen dat ik kanker heb. Het moment dat ik samen met Johan het ziekenhuis verlaat, zal ik nooit weer vergeten. Verslagen, verdriet, strijdlust, ongeloof en vooral saamhorigheid. Ik ben nooit alleen ziek geweest. Wij zijn samen ziek. Vanuit het ziekenhuis op weg naar huis. Mijn ouders, mijn kinderen. Als ik daar aan terug denk dan krijg ik hartkloppingen in mijn keel. Anderen deelgenoot maken van mijn kanker. De kleine kinderen van toen 5, 3 en 1 jaar heb ik verteld dat ik kanker heb. Operaties volgen en mijn borst wordt geamputeerd. De impact daarvan is groter dan wat ik toen had verwacht. Nooit meer het gevoel in mijn borstkasgebied, nooit meer die intense knuffel van mijn kinderen. Toch blij dat de kanker van mijn lijf wordt gesneden. Weg ermee! Amper hersteld van de amputatie en operatie als de chemokuren ingezet worden. Een hoofdstuk uit mijn leven wat ik het liefst over zou willen slaan. Doodziek is een woord wat hier bij past. Pas op dat moment heb ik echt beseft wat een dodelijke ziekte inhoudt. Verminkt, kapot, kaal. Dieptepunten, maar alles met een doel. Ik wil en zal beter worden! Dat heeft ons ook doen besluiten om preventief de andere borst te amputeren. Nog verder verminkt. Voor ons beiden een dagelijkse confrontatie. Ook de eierstokken worden verwijderd. Vanaf nu definitief in de overgang, wat tegennatuurlijk is. Maar alles met een doel. Ik wil beter worden. Na anderhalf jaar ploeteren, komt het einde in zicht. Nee, een nieuw begin breekt aan. Een periode van kanker wil ik afsluiten en mijn leven weer oppakken. Drie maanden later. Het is 22 november 2013 als mijn arts me verteld dat de kanker uitgezaaid is naar de ribben en in een ruggewervel. Het enige wat ik denk: ik ga dood. Het is zover. Nu al. Zo verschrikkelijk verradelijke rot-ziekte. Ik voel me goed en dan toch alweer uitzaaiingen. Kunnen de kuren en medicijnen mijn leven nog rekken? God zij dank, slaat de bestraling en medicatie aan. Afgelopen november was de uitslag van de scan: stabiel! Inmiddels heb ik mijn 100ste behandeling in het ziekenhuis gehad. Drie jaar lang non-stop in de kuren, onzekerheid en ziekenhuisbezoeken. Twaalf weken heb ik ‘rust’ mogen hebben, als ik dit allemaal van tevoren had geweten...Na ruim een jaar na de uitslag dat ik ongeneeslijk ziek ben, krijg ik nog elke drie weken een remmende kuur. Drie jaar lang kom ik over de vloer in het ziekenhuis, het voelt vertrouwd. Gelukkig maar, want als ik dan toch vaak heen moet, dan ben ik blij dat ik een persoon ben en geen nummer. De verpleging van Nij Smellinghe verdienen een lintje. Ongelooflijk wat ben ik dankbaar dat deze mensen mij helpen en ondersteunen. Ik hoop nog dat ik een lange tijd bij hen kan komen ‘kuren’. Het feit dat ik nog mag leven is een wonder. De medicatie slaat nog aan, maar de weg om stabiel te blijven valt me zwaar. Stel dat ik de wetenschap mee heb. Of als ik nog 10 jaar er bij zal krijgen...dan ben ik nog geen 40 jaar. Mijn leeftijd werkt niet echt mee. Misschien 5 jaar erbij of word ik toch 80? Hoe lang kan deze situatie nog goed gaan? Toch ervaar ik deze periode als een groot wonder. Een wonder waar ik nog elke dag dankbaar voor ben. Dankbaar wat ik nog mee mag maken met mijn gezin, familie en vrienden. Momenten en herinneringen creeeren. En nu? Nu mag ik nog leven, echt leven, bewust leven, dankbaar leven. Ik wel. Om mij heen zijn verschillende jonge mensen, jonge ouders van jonge kinderen gestorven of terminaal ziek. Velen zijn mij voorgegaan. Soms zegt men wel eens tegen mij: ben je niet te veel met afscheid en herinneringen creeen bezig? Ik heb in een korte tijd een paar keer meegemaakt dat de kanker bij iemand in alle heftigheid terug gekomen is. Binnen een paar dagen of weken is het afscheid nemen definitief. Keiharde werkelijkheid. Het kan zomaar omslaan. Confronterend, heftig, angstig, maar wel de realiteit. Op momenten dat ik te horen krijg dat iemand is overleden aan kanker, dan voelt het alsof ik bij mijn nekvel wordt gepakt en tegen de tafel aan geslagen wordt. Het schudt me kei-hard wakker. Kanker is willekeurig en een sluipmoordenaar. Dat is een wereld waar ik nu in leef. Een wereld waar iedereen in leeft. Er is zo ongelooflijk veel verdriet, pijn en gemis op deze wereld! Er zijn mensen die willen graag, uit bescherming, dat ik niet meer zoveel met kanker bezig ben. Dat ik mij niet te veel moet focussen op dat deel van mijn leven. Of ik de wereld en het leven met kanker los kan laten? Onlangs zei iemand: als je een kind krijgt kun je toch ook niet zeggen dat je even geen moeder meer bent? Dat slaat de spijker op de kop. Klarine en kanker horen bij elkaar. De ene keer hebben we een goede dag, de andere keer is het een gevecht. Aan de buitenkant zie je niet dat ik ziek ben. Wat kuren met mijn lijf doen, is moeilijk te omschrijven en niet altijd zichtbaar. Het is heel verradelijk en voor een ander ook moeilijk voor te stellen. Ik laat het graag zo, al is dat soms best confronterend. Naast kanker-leven heb ik ook een heel ander leven. Vrouw, moeder, dochter, vriendin… en zo beleven we ook allerlei leuke en gewone dingen. Ik durf best te zeggen dat mijn manier van denken en leven is veranderd. Het bewust leven. Dat had ik wat dat betreft wel eerder willen ontdekken, maar dan zonder dat de kanker zich in mij meester maakte. Ik kijk anders naar mijn kinderen, mijn huwelijk is bijzonder te noemen. Wat dat betreft mag men best jaloers op mij zijn. Met de prachtige mensen om mij heen voel ik me rijk! Ik leef in het nu, kijk naar de basis van het leven, de drukte van het leven ervaar ik niet meer. Wel de drukte om uberhaupt te kunnen leven. Hoe ziet de toekomst er voor mij uit? Het leven met de dag gaat mij, en Johan, bijzonder goed af. Uiteraard zijn er zaken die gepland moeten worden en kijken we soms best een beetje verder dan een dag. Toch leven we in het nu. Als je bij ons binnen zal stappen zal je een ‘gewoon’ gezin treffen. Behalve op de kuurdagen en de dagen erna, maar ook daar zijn we inmiddels op ingespeeld. Vooruitkijken kan ook niet. Ik durf ook niet aan te geven hoe lang ik het vol hou om elke drie weken volgepompd te worden door de medicijnen. Inmiddels drie jaar lang en niet wetende wanneer het stopt. Maar vooralsnog is het risico nog te groot om te stoppen met de behandelingen zoals ze nu ingezet worden, hoorden we in het gesprek afgelopen week. Ik zou zo nog een aantal pagina’s verder kunnen schrijven. Maar drie jaar samenvatten is niet mogelijk, wil ik ook niet. In de blogs schrijf ik lang niet alles op wat er in mij om gaat en wat er zich in ons gezin afspeelt. Wat ik wel graag wil benoemen is dat mijn eigen leven met kanker is verweven, maar dat ik nog steeds meer ben dan alleen kanker. En dat geldt ook voor de mensen om mij heen. Johan werkt, de kinderen gaan inmiddels allemaal naar school. Het mooiste moment van de dag zijn de gezellige gesprekken aan tafel als de kinderen uit school komen en als ze naar bed gebracht worden. Ook een mooi moment van de dag is als de kinderen op bed liggen, qualitytime met Johan, al is het soms maar een kwartier, maar zo waardevol. Als afluiting wil ik mensen bedanken voor de bijzondere steun in de afgelopen jaren. Ik ben dankbaar dat er mensen zijn die nog steeds om mij geven en aan ons denken. Sinds dat ik weet dat ik ziek ben, heb ik ook mensen verloren, we hebben geen of weinig contact meer. Maar ik heb juist ook mensen mogen leren kennen en er zijn dierbare vriendschappen ontstaan. Ik heb vriendinnen die om me heen staan, spontaan langskomen voor een kopje thee of een alternatieve knuffel . Familie die mij oppeppen en een arm om me heen slaan als ik verdrietig ben. Maar ook mensen die spontaan eten komt brengen, tijdens de kuur naast me zitten, berichten sturen, de kinderen afleiden, helpende handen, mensen die om ons denken in welke vorm dat ook. Steun van de mensen om me heen, zorgt er voor dat ik het nog steeds vol hou. Ik wil jullie allemaal bedanken! Daarom breng ik vandaag met een groep mensen deze dag door, ze slepen me er echt door heen. Ook een grote dank gaat uit naar de Gever van het leven. Hij die mij de regenboog heeft laten zien op momenten dat ik geen toeval meer kan noemen. Hij is er bij! In het bijzonder wil ik afsluiten met een woord voor mijn Johan en onze kinderen, die niet half beseffen hoe belangrijk zij voor mij zijn. Want zij laten mij lachen en zorgen ervoor dat mijn leven waardevol is. Johan, wat een held! In een volgende blog schrijf ik een ode aan hem!