De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.

advertisement
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Lessen voor de toekomst, uit 99 dagen bemiddelen.
Gastcollege 17 februari 2011
Twitter mee #joganspeaks
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
1
Inleiding
• Geen terugblik op het verleden, wat goed of slecht was, juist of fout.
• Geen beoordeling van anderen.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
2
Dit dus morgen niet in de krant
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
3
Dit dus morgen niet in de krant
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
4
Inleiding
• Wel : proberen lessen te trekken over wat in de nabije of verdere
toekomst tot oplossingen kan leiden.
• Nabije of verdere toekomst ? *
• Met dit gastcollege zal ik de zelf opgelegde discretie niet doorbreken. Wat
vertrouwelijk is, blijft vertrouwelijk. Wat ik vandaag gebruik, is al publiek.
• Mijn documenten worden nu geïnventariseerd, worden voorlopig
bijgehouden en worden –als deze staatshervorming ooit afgewerkt wordtin het AMSAB geplaatst.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
5
Archivering
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
6
“Defensief gedrag leidt tot
beperkte nederlagen,
niet tot overwinningen.”
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Les 1 7
Les 1 : Defensief gedrag leidt tot beperkte nederlagen, niet tot overwinningen.
• Is het behoud van de bestaande situatie een verdedigbare situatie ?
• Eén voorbeeld : armoedecijfers.
Vlaanderen
Wallonië
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Inkomens 2003
11.3%
17.7%
Inkomens 2008
10.1%
18.4
8
Les 1 : Defensief gedrag leidt tot beperkte nederlagen, niet tot overwinningen.
• De beste dokter kan niet met hetzelfde medicijn twee verschillende
kwalen genezen.
• Dat geldt voor verschillende beleidsterreinen in ons land (bv.
armoedebeleid, arbeidsmarktbeleid *,…).
• Houden wat er is, is dan geen optie. Veranderen is dan geen
“overwinning” van de ene of de andere, behoudens in de –zelf
gecreëerde- perceptie*.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
9
Les 1 : Defensief gedrag leidt tot beperkte nederlagen, niet tot overwinningen.
• Verkondig geen gemakkelijke overwinningen : defederaliseren mag geen
excuus voor onmacht zijn.
• Als een federale regering niet slaagt in een bepaalde opdracht, moeten de
politieke partijen in de eerste plaats kijken naar het eigen functioneren,
niet naar het falen van de structuur.
• Onbewezen stelling van mijnentwege : een partij (of een coalitie) die er
op federaal niveau niet in slaagt een standpunt hard te maken en
resultaat te boeken, zal daar na een eventuele regionalisering ook niet in
lukken.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
10
“Nieuwe doelstellingen
vergen nieuwe middelen.”
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Les 2
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• De Vlaamse beweging was in oorsprong sterk gericht op culturele en
maatschappelijke ontvoogding.
• Sleutelmoment lag begin de jaren ‘60 : de zetels in het parlement moesten
worden aangepast aan de demografische verhouding en daardoor zou een
Nederlandstalige meerderheid in het parlement ontstaan. De Franstalige
partijen hielden deze aanpassing tegen.
• De Waalse beweging stelde de economische achteruitgang van Wallonië
vast (en had de eenheidswet moeten slikken) en vroeg economische
autonomie.
• Tegelijkertijd werden de Vlamingen geconfronteerd met een talentelling
die een verfransing van Brussel en de Rand zou aantonen. Culturele
autonomie en strikte taalwetten met een vaste taalgrens werden als
oplossing gezien.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
12
13
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• Dit alles resulteert in een globaal akkoord onder premier Theo Lefèvre.
• Dat akkoord leidt tot de eerste staatshervorming in 1970 onder premier
Gaston Eyskens.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
14
Staatshervorming 1970
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
http://video.canvas.be/het-onvoltooide-land-deel-2
15
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• De zetelverdeling in het parlement wordt aangepast, de parlementsleden
worden in taalgroepen ingedeeld, we krijgen de alarmbelprocedure (en in
1980 het belangenconflict).
• Voor institutionele hervormingen wordt de bijzondere
meerderheidsvereiste ingevoerd en we krijgen de pariteit van de
ministerraad (die bij consensus blijft beslissen).
• De gewesten worden in de grondwet voorzien, met de bedoeling “harde”
economische bevoegdheden te krijgen. Wordt pas in 1980 uitgevoerd.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
16
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• De “cultuurgemeenschappen” worden opgericht en worden bevoegd voor
de taalwetgeving (met uitzondering voor de tweetalige gebieden en de
faciliteiten) en voor cultuur.
• Later worden dit “gemeenschappen”, en worden ze ook bevoegd voor
onderwijs en welzijn (“persoonsgebonden materies).
• Voor de gemeenschappen geldt een specifieke territoriale bevoegdheid :
in Vlaanderen een volledige bevoegdheid, maar ook een bevoegdheid in
Brussel, zij het enkel t.o.v. “Nederlandstalige instellingen”. *
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
17
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• Het paradigma van de tweeledigheid !!!
• Dit paradigma past bij de culturele bevoegdheden, de
onderwijsbevoegdheid en in zekere mate ook bij de welzijnsdoelstellingen.
• Sinds de tachtiger jaren worden de doelstellingen van de Vlaamse
beweging meer sociaal-economisch.
• Past het paradigma daar nog bij? *
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
18
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• We moeten rekening houden met de andere doelstellingen, maar ook met
bijkomende externe “beperkingen” :
1.
Het afdwingbaar geworden gelijkheidsbeginsel in de Grondwet.
2.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en het nondiscrimatieverbod.
3.
De ontwikkeling van de EU , meer specifiek :het non -discrimatie
beginsel en het vrij verkeer van werknemers.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
19
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• De nationale definitie “welzijn” of “persoons- gebonden materie” is voor
het Europees recht niet relevant.
• Binnen één grondgebied een onderscheid maken wat individuele sociale
rechten of verplichtingen betreft, kan enkel op basis van aanvaardbare
criteria.
• Taalaanhorigheid of subnationaliteit zijn voor individuele sociale rechten
en voor dwingende bepalingen in het algemeen, meestal geen
aanvaardbare criteria.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
20
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• Conclusie : als de Vlaamse beweging haar sociaal economische ambities
wil waarmaken, is het oude paradigma juridisch niet meer adequaat. Meer
nog : het verhindert een echte verdieping van de staatshervorming.
• Gevolg : het onderscheid tussen en het samen gaan van Gewesten en
Gemeenschappen, is achterhaald. De nieuwe staatstructuur zal moeten
opgebouwd worden op deelstaten.
• Behalve Vlaanderen en Wallonië, zal Brussel ook een deelstaat zijn, en dat
geldt ook voor de Duitstalige Gemeenschap.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
21
Les 2: Nieuwe doelstellingen vergen nieuwe middelen.
• Er is geen wetmatigheid dat iedere deelstaat gelijk is aan de andere.
• Asymetrie is wel mogelijk.
• De bevoegdheid van Vlaanderen inzake onderwijs, cultuur en
Nederlandstalige welzijnsinstellingen staat niet ter discussie.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
22
“Federale staat, confederale
staat, of iets anders ?”
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Les 3
Les 3: Federale staat, confederale staat, of iets anders ?
• België is nu een federale staat. We zijn een beetje specifiek, maar de
meeste federale staten zijn specifiek.
• Indien we ingrijpende stappen zetten in de verdere staatshervorming,
waarbij de deelstaten meer bevoegdheden krijgen, is de term federale
staat misschien juridisch nog juist, maar dekt het toch niet meer volledig
te lading.
• De termen “confederale staat” en “confederalisme” worden nogal
lichtzinnig of omwille van politieke profilering gebruikt.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
24
Les 3: Federale staat, confederale staat, of iets anders ?
• Een confederale staat bestaat niet : een confederatie bestaat uit
onafhankelijke staten die samenwerken, het confederale verband heeft
geen grondwet, maar een verdrag tussen de staten, waar de staten
kunnen uitstappen*.
• De “Republiek der zeven Verenigde Nederlanden” heeft gedurende een
bepaalde periode als confederatie gefunctioneerd.
• Bij het ontstaan van de federatie in Amerika, die als confederatie was
gestart, werd veel aandacht aan de Nederlanden besteed (“The belgic
confederacy”).
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
25
Les 3: Federale staat, confederale staat, of iets anders ?
the federalist papers
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
26
“Such is the nature of the celebrated Belgic confederacy, as
delineated on parchment. What are the characters which
practice has stamped upon it? Imbecility in the government;
discord among the provinces; foreign influence and
indignities; a precarious existence in peace, and peculiar
calamities from war”
James Madison, 11 december 1787. The federalist, nr.20.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
27
Les 3: Federale staat, confederale staat, of iets anders ?
• De politieke partijen die het over confederalisme hebben in hun
programma, hebben het meestal over een verder gaande vorm van
federalisme, niet over confederalisme.
• Sowieso : noodzaak om de taken en vooral de doelstelling van het centraal
gedeelte van de staat duidelijker te omschrijven. Dus niet langer als een
restcategorie. Dus ook niet : datgene wat (voorlopig) nog niet werd
overgeheveld.
• Het ontbreken van dergelijk taakomschrijving is een factor van inertie en
van instabiliteit en verhindert een doorgedreven debat over
verantwoordelijkheden.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
28
Les 3: Federale staat, confederale staat, of iets anders ?
• Conclusie : de termen federale staat of confederatie zijn niet meer de
meest aangewezen. Samen met een nieuwe en duidelijke taakstelling
moet een nieuwe term gebruikt worden : de Belgische Unie.
• Deze term verwijst uitdrukkelijk naar de Europese Unie.
• Deze term houdt in o.a. dat er verschillende rechtstelsels zijn, met
duidelijke omschrijving van de bevoegdheden, regels inzake de onderlinge
hiërarchiën, verregaande, ook financiële autonomie en strikte
responsabilisering.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
29
“Territorialiteit en solidariteit ”
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
Les 4
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Territorialiteit betekent dat op één grondgebied, slechts één deelstaat
bevoegd is.
• Meest accuut : in de zes randgemeenten is enkel de Vlaamse overheid
bevoegd.
• Deze stelling is zeer absoluut en verhindert antinomieën (tegenstelling
tussen wetten).
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
31
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• “Een zodanig stelsel onderstelt dat het onderwerp van iedere regeling
welke een gemeenschapswetgever uitvaardigt, moet kunnen worden
gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is zodat iedere
correcte verhouding en situatie slechts door één enkele wetgever moet
worden geregeld”
(Arbitragehof, 26 maart 1986, nr. 13).
• Sinds het invoegen van de taalgebieden in de Grondwet (art. 4 GW), houdt
het territorialiteitsbeginsel ook in dat in het Nederlands taalgebied het
Nederlands grondwettelijk voorrang moeten hebben op andere talen. In
het gebied van de 19 Brusselse gemeenten beschermt het de
gelijkwaardigheid van de beide talen.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
32
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• “Artikel 4 van de Grondwet behelst tevens een beperking van de
bevoegdheid van de wetgevers inzake taalgebruik en vormt aldus de
grondwettelijke waarborg van de voorrang van de taal van het eentalige
gebied of van het tweetalige karakter van het gebied”
(Arbitragehof, 26 maart 1986, nr. 17).
• Discussie over de invulling : omzendbrief Peeters en de wisselvalligheid
van de geschiedenis.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
33
Taaldiscussie 1878
“Bij de parlementaire voorbereiding van de wet van 1878 verdedigde
volksvertegenwoordiger Primez de stelling dat als een inwoner van
Vlaanderen één maal het Frans had gebruikt in zijn contacten met de
overheid hij altijd in het Frans antwoord moest krijgen, zelfs als hij zich
later in het Nederlands tot het bestuur wendde.
Deze redenering werd in de Kamer verworpen. De Minister van
Binnenlandse Zaken kreeg algemene bijval voor zijn verklaring dat de
taalkeuze slechts voor één briefwisseling gold”
Geciteerd door Jan Clement uit : Hand. Kamer, 7 mei 1878, 813-814.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
34
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Territorialiteit betekent niet : homogeniteit !
• Het erkennen van andere talen/culturen en van aan die culturen/talen
verbonden rechten is niet strijdig met het territorialiteitsprincipe.
• Maar :
1. de streektaal heeft voorrang.
2. het is de “eigen gemeenschap” die hierover beslist.
(In ons stelsel : met uitzondering voor de faciliteitgemeenten).
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
35
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Ook hier ontstaat een internationaal kader, met name het
Minderhedenverdrag.
• Vlaanderen stelt zich hier traditioneel erg defensief en afwijzend op.
• Een houding waarbij de eigen taal en cultuur duidelijk beschermd wordt
en voorrang behoudt, gekoppeld aan een redelijker standpunt tegenover
minderheden, lijkt aangewezen.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
36
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Maar : dit doet niets af aan het belang van het territorialiteitsbeginsel.
Zonder respect voor dit principe is de Belgische constructie zinloos. De
Nederlandse cultuur is in Europa een minderheidscultuur. Zonder
bescherming is die minderheidscultuur bedreigd. Geen enkele cultuur kan
daarmee omgaan. Dat heeft niets met beslotenheid of eng nationalisme te
maken, maar met een basisbehoefte van mensen en gemeenschappen.
• Conclusie : het verzet tegen het territorialiteitsbeginsel van Franstalige
kant moet eindelijk opgeheven worden. Iedere “definitieve” hervorming,
zal hier anders op vastlopen.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
37
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Solidariteit staat niet in de Grondwet verankerd net zo min als in de
Bijzondere Wetten tot hervorming der instellingen.
• Vlaanderen en Wallonië hebben een verschillend niveau van welvaart.
Voor Brussel is dat verschil zelfs deels structureel door de positie van
Brussel als hoofdstedelijk gewest*.
• Een staatstructuur is niet houdbaar als het principe van solidariteit
voortdurend ter discussie wordt gesteld.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
38
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• In de Belgische federatie is de solidariteit sterk georganiseerd : de sociale
zekerheid is federaal en berust op interpersoonlijke solidariteit.
• Bij de verdeling van de middelen voor de Gewesten is er een sterk – zelfs
pervers - solidariteitsmechanisme.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
39
40
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• De Gemeenschappen hebben een dubbele financiering : de algemene
dotatie en de onderwijsdotatie.
• De algemene dotatie voor de Gemeenschappen is gebonden aan de fiscale
draagkracht van de inwoners : per inwoner ontvangt de Vlaamse
Gemeenschap 591 euro, de Franse Gemeenschap 477 euro. Hier speelt
geen solidariteitsmechanisme.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
41
42
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Tot 2000 was de financiering van het onderwijs gebaseerd op het aantal
leerlingen. Iedere gemeenschap kreeg evenveel per leerling.
• Door de Lambermontwet krijgt Vlaanderen in 2010 per leerling 3.3% meer
middelen dan de Franse Gemeenschap.
• Volgens de bestaande financieringswet zou het verschil in 2020 oplopen
tot 9.8%. In het bemiddelingsvoorstel (“de turbo stoppen”) werd dit
beperkt tot 5.9%. Dit zorgt uiteraard voor discussie.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
43
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Solidariteit is minder eenduidig te definiëren als territorialiteit. Het zal
daarom vooral vorm krijgen door de financieringsmechanismen.
• Solidariteit staat niet haaks op responsabilisering : als iedere entiteit per
kind evenveel krijgt voor de kinderbijslagen is dat een andere, maar
evenwaardige responsabilisering als bijvoorbeeld fiscale autonomie.
• Voor welke materie de ene vorm gebruiken (en dus inkomensverschillen
laten doorwerken) en voor welke materie de andere vorm (gelijke
enveloppen met bestedingsautonomie en bestedingsverantwoordelijkheid), is de kerndiscussie.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
44
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Het meest delicaat zijn de sociale rechten.
• Solidariteit lijkt zich hier enkel te kunnen vertalen door “financiering naar
behoefte”.
• Voor zover deze “behoefte” kan geobjectiveerd worden, is –naar mijn
oordeel- een defederalisering van de inkomsten wel en van de uitgaven
niet strijdig met het solidariteitsmechanisme.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
45
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Een objectivering lijkt op vandaag mogelijk voor de kinderbijslagen en is
reeds gebeurd voor de uitgaven in de ziekteverzekering, zij het via de
mutualiteiten. Ook in de welzijnssector is objectivering voor een aantal
onderdelen (bijvoorbeeld ouderenzorg) mogelijk. Voor
werkloosheidsuitkeringen is dat veel moeilijker.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
46
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
• Het is belangrijk dat bij de toewijzing niet alleen solidariteit in acht
genomen wordt, maar ook dat de economisch-monetaire unie die België
is, wordt gerespecteerd en dat de mobiliteit van de werknemers
gestimuleerd wordt. Daarom worden bijvoorbeeld de pensioenen en
arbeidsreccht beter op het niveau van de Unie bewaard.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
47
Les 4: Territorialiteit en solidariteit
Conclusie
1.
Solidariteit is moeilijk te omschrijven.
1.
Het centraal innen van inkomsten is een belangrijk element.
1.
De uitgaven verdelen op basis van objectiveerbare behoeften, als die
definieerbaar zijn, is dat ook.
1.
De regels duidelijk bepalen en structureel vastleggen en ze niet in vraag
stellen, is – net als het territorialiteitsprincipe – een bepalende factor
voor een stabiele staatshervorming.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
48
Parenthese : begrippen
• Autonomie : zelf beslissen.
• Fiscale autonomie : zelf over de belastingen beslissen.
• Responsabiliseren : zelf de gevolgen dragen van beslissingen.
• Juste retour : middelen krijgen in verhouding tot bijdrage.
• Worden vaak dooreen gebruikt en dat is niet zo onschuldig. Indruk wordt
gewekt dat autonomie geven ook per definitie responsabiliseert.
• Tegendraadse (maar wel juiste) stelling : hoe meer fiscale autonomie, hoe
meer schulden en hoe hoger de belastingen. Dit is geen pleidooi tegen
fiscale autonomie, wel een desacralisering.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
49
De Belgische Unie
De Belgische Unie is samengesteld uit vier deelstaten :
Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Duitstalige Gemeenschap.
Artikel 1 van de Grondwet
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
50
De Belgische Unie
• Artikel 1 van de Nieuwe Grondwet.
De Belgische Unie is samengesteld uit vier
deelstaten : Vlaanderen, Wallonië, Brussel en
de Oostkantons.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
51
De Belgische Unie
Kerntaken voor de Unie
1.
Defensie.
2.
Buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking*.
3.
Migratie en asiel.
4.
Veiligheidsbeleid.
5.
De financiering van de sociale zekerheid en het verzekeren van de
financiële houdbaarheid van dit stelsel.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
52
De Belgische Unie
Kerntaken voor de Unie
6.
Het beheer van de uitgaven in de sociale zekerheid (bv. de pensioenen)
met uitzondering van die onderdelen waarvan de middelen op een
geobjectiveerde manier aan de deelstaten worden toegewezen (bv.
gezinsbijslagen).
7.
De financiering van de deelstaten, voor dat deel waarvoor ze geen
eigen fiscale bevoegdheid hebben.
8.
Het garanderen van de minderheidsrechten.
9.
Het garanderen van de economisch monetaire unie.
10. De coördinatie van de internationale, in hoofdzaak Europese
verplichtingen.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
53
De Belgische Unie
Kerntaken voor de deelstaten
1.
De bestaande bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten, die
verder gehomogeniseerd worden.
1.
Aangevuld met het volledig economisch en werkgelegenheidsbeleid.
1.
Justitie.
2.
Het beheer van de uitgaven in de sociale zekerheid, waarvoor de
middelen objectief toewijsbaar zijn (bv. gezinsbijslagen).
3.
Het bepalen van de eigen inkomsten via autonome fiscale bevoegdheid.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
54
De Belgische Unie
• De deelstaten kunnen asymetrisch georganiseerd worden, zoals dat in
andere landen gebeurt.
• Vlaanderen blijft in de deelstaat Brussel bevoegd voor de Nederlandstalige
instellingen voor cultuur, welzijn en voor het Nederlandstalig onderwijs.
• De organisatie van Brussel moet herdacht worden, waarbij de
gegarandeerde aanwezigheid van de Brusselse Vlamingen in het beleid,
gekoppeld wordt aan het wegwerken van structurele remmen in het
werking van de deelstaat Brussel.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
55
De Belgische Unie
Kerntaken voor de deelstaten
• Tussen de deelstaten wordt een cultureel samenwerkingsakkoord
gesloten, dat het territorialiteitsbeginsel expliciet erkent en waardoor ook
binnen de Unie culturele samenwerking eindelijk mogelijk wordt.
• Binnen de Unie mag de mobiliteit van de werknemers niet verhinderd
worden, integendeel.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
56
Twee slotopmerkingen
• Het onderdeel “politieke vernieuwing” is geen bijkomstigheid in de
hervorming. Dat geldt in het bijzonder voor de omvorming van de senaat
naar een niet –permanent orgaan.
• Gelijktijdige verkiezingen zijn misschien staatkundig vreemd. Voor de
welvaart van de bevolking zijn ze essentieel.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
57
Einde
“Bedankt voor uw aandacht”
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten.
58
Download