M O NA R C H I E België is een grondwettelijke monarchie De Belgische Omwenteling in 1830 lag internationaal moeilijk. Grote mogendheden waren tegen de oprichting van een nieuwe staat gekant. Niet dat de presidentiële optie echt ter sprake kwam, maar door te kiezen voor een Engelse vorst van Duitse komaf (Leopold I) creëerden de nieuwe machthebbers de nodige goodwill. Het Nationaal Congres, het eerste Belgische parlement, was liberaal geïnspireerd en beperkte via de grondwet de macht van de koning. Strikt genomen is hij onbekwaam om alleen te handelen. De koning kan zijn bevoegdheden enkel samen met de ministers – die hij zelf benoemt – uitoefenen. De huidige koning, Albert II, heeft geen reële macht, maar wel invloed. Via informele contacten weegt hij op het beleid. Tijdens de regeringsvorming speelt de koning via de aanstelling van een informateur en een formateur een belangrijke rol. Toen koning Boudewijn in 1990 weigerde de wet rond de gedeeltelijke depenalisering van abortus te tekenen, versterkte dat de roep om een monarchie met enkel protocollaire bevoegdheden. De opvolging wordt erfelijk bepaald. Begin jaren negentig liet Boudewijn de Salische wet afschaffen, ook vrouwen kunnen nu worden geroepen. Dankzij wijlen haar grootoom wordt prinses Elisabeth de eerste vrouwelijke kroonpretendent in de Belgische geschiedenis als haar vader, prins Filip, de troon bestijgt. GRAFIEK 1 DE TROONOPVOLGERS ALBERT II Koning der Belgen º1934 OO Paola Ruffo di Calabria 1 1 FILIP º1960 OO Prinses Mathilde d'Udekem-d'Acoz 3 ASTRID º1962 OO Aartshertog Lorenz van Oostenrijk-Este 2 ELISABETH º2001 4 AMEDEO º1986 5 MARIA LAURA º1988 6 JOACHIM º1991 7 LUISA MARIA º1995 8/9 LAURENT º1963 verloofd met Claire Coombs 8 Astrids vijfde kind Plaats in de lijn voor de troonsopvolging De grondwet De grondleggers van de jonge staat België stelden in 1830 een van de meest vooruitstrevende grondwetten van die tijd samen. Sindsdien is deze tekst maar zes keer aangepast, om het stemrecht uit te breiden en om België om te vormen tot een federale staat. 1893 1920 1970 1980 1988 1993 Het cijnskiesrecht wordt vervangen door het algemeen meervoudig stemrecht. Het algemeen enkelvoudig stemrecht wordt ingevoerd, enkel voor mannen. De deelstaten krijgen een eerste, bescheiden vorm van autonomie. De rol van de deelstaten wint aan belang. De federalisering wordt verder uitgediept. Artikel 1: „België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.” | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | || | | | | | | | < 8 februari 2003 | De Standaard | 4 >