Paragraaf 7.1 ‘Absolutisme’ Kenmerkend aspect: ‘Het streven van vorsten naar absolute macht’ Nederlanden staatsvorm: republiek Rest van Europa staatsvorm: monarchie met absolute vorsten = ‘Alle macht in handen van de vorst’ Engeland constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet, dus géén absolute macht voor vorst) Rusland absolute monarchie onder Peter de Grote Pruisen absolute monarchie onder keurvorst Frederik Willem Frankrijk absolute monarchie onder Lodewijk XIV!!!!! Lodewijk XIV = koning van 1643 (1661) – 1715 politiek cultuur economie Centralisatie door: o Macht van de adel + steden te verkleinen (i.v.m. o.a. ‘Fronde’) o Bureaucratisch apparaat opzetten: Intendanten (ambtenaren) bestuur / rechtspraak / belastingen o Vergroting + verandering v/h leger rust en vrede in Frankrijk Herroepen van het ‘Edict van Nantes’ Franse calvinisten (Hugenoten) worden vervolgd + katholieke geloof = staatsgodsdienst Centralisatie van kunst en wetenschap Mercantilisme (door Colbert) = versterken van de nationale economie. o Afschaffing interne toltarieven o Aanleg van een wegennet o Export bevorderen o Import belasten Deze ideeën werden gerechtvaardigd door de denkers / filosofen: Thomas Hobbes autoriteit met absoluut gezag is goed, anders anarchie (wanorde) Jacques Bossuet ‘droit divin’ = goddelijk recht (1. Het koninklijk gezag is heilig, 2. God stelt koningen aan als zijn ministers, 3. Hij regeert door Hen over de volkeren.)