Politieke_gesch_van_belgie_examen

advertisement
Politieke geschiedenis van België
bespreek en analyseer het Belgische partijwezen van 1918-1968 (1 bldz en half)
Mijn antwoord in hele grote lijnen:
de opkomst vn de massapartij (BWP en meer en meer ook de kath) met strakke hiërarchie en
partijdiscipline en indirecte structuur (BWP) , de opkomst van de KP (j 20), frontpartij (na oorlog), VNV,
rex, verdinaso in de jaren 30.
tijdens de oorlog het partijwezen dat verboden werd en de collaboratie van het vnv en rex
na de oorlog over de geleidelijke opkomst van de particratie (Koningskwestie, schoolpact, lefevrespaak,...) en dus meer en meer macht voor de partijen ten koste van het parlement
vanaf 68: einde unitaire partijen geleidelijk
- welke verschillende interpretaties over de aard van de belgische revolutie waren er doorheen de tijd?
mijn antwoord in grote lijnen: 'gestolen', burgerlijk (en dus ook liberaal), klerikaal, nationaal,...
- 10 begrippen of namen waarover ge 1 of 2 zinnen uitleg moet geven: Nolf, Société général,
Risquons-tout, "Nieuwe Politieke Cultuur", ... (de rest ben ik vergeten)
- Vergelijk de houdingen en de acties van de extreme politieke bewegingen in de periode 1935-1940
(Was denk ik vraag van resp.college)
1) Is pacificatie een grondtrek van de Belgische politieke geschiedenis? Beargumenteer.
2) a. Aanleiding en oorzaken voor de verkiezingsnederlaag van de CVP in 1999.
b. Aanleiding en oorzaken van de breuk tussen de regering en de koning in mei 1940.
c. Stromingen van de Vlaamse Beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vergelijken en in verband brengen met de
Belgische en Duitse overheden.
3) Begrippen:
-MNC
-Onafhankelijkheidsfront
-Max Buset
-DeVLag
-André Cools
-Eenheidswet
1. De partijverhoudingen in de jaren '60 van de twintigste eeuw (8 ptn.)
2.a. De twistpunten tussen katholieken en vrijzinnigen (liberalen en socialisten) inzake onderwijs (2 ptn.)
b. Vergelijk de twee paarse regeringen sinds 1999 (4 ptn.)
c. De regering Poullet-Vandervelde slaagde er in 1926 niet in de muntsanering door te voeren. Waarom en hoe pakte haar
opvolger het aan.
3. 9 begrippen waarvan je er acht moet beantwoorden
- André Cools
- André Renard
- Ultramontanisme
- Léon Delacroix
- Auguste Beernaert
- Constituante
- Cordon sanitaire
- Verklaring van Sainte-Adresse
constituante, Rapport Sauvy
1. Bespreek en analyseer de evolutie van het partijlandschap tussen 1918 en 1968 (8punten)
2. Geef de verschillende interpretaties over het karakter van de Belgische Revolutie
3. Begrippen: Renkin, Nolf, Constituante, MNC, Nieuwe Politieke Cultuur, Risquons-tout, Société-Generale, Jef Vandewiele, ?
4. vraag of paper: extreme politieke partijen bespreken eind jaren '30, rol, standpunt.
5. Vraag over Agalev (Scripta Politica p.306): gelijkenissen met mei '68 en sociale bewegingen
Download