Bestuurlijke collaboratie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Over het scharnierjaar 1942 Prof. Dr. Herman Van Goethem Rector-elect Universiteit Antwerpen 1942 is een scharnierjaar in de Tweede Wereldoorlog. Begin ’42 liggen de kaarten slecht voor de geallieerden, het perspectief van een onderhandelde compromisvrede met het Derde Rijk lijkt goed denkbaar. Einde ’42 is het duidelijk dat het Reich de oorlog zal verliezen: Rommel is in Oost-Afrika verslagen en in de Sovjet-Unie is de nederlaag van de Wehrmacht bij Stalingrad nabij. De internationale evolutie had al vanaf het begin van de bezetting een grote invloed op de officiële bestuurlijke samenwerking met de bezetter in België zelf. Die samenwerking zou steunen op de Haagse Conventies uit 1907, maar einde 1940 accepteerden de hoogste Belgische autoriteiten zonder protest een eerste manifeste illegaliteit, de Jodenvervolging. Tot in ’42 is in dat dossier de opstelling van de ambtenarij dan ook grondig ‘fout’. Een ander dossier is dat van het illegale verzet. Strikt juridisch moet het wel degelijk worden vervolgd. Zolang de Duitse overwinning zeker lijkt is er weinig voorbehoud om te vervolgen, maar dan wordt alles anders. Hoe slechter de Duitsers er voor staan, hoe meer terughoudend de magistratuur wordt om op te treden tegen het verzet. In dat alles zijn er geen significante communautaire verschillen. Wel komt in het arrondissement Brussel al vanaf juli 1941een beperkte tegenbeweging op gang, die in de zomer van 1942 zal resulteren in een (beperkte) weigering om mee te werken aan de Jodenvervolgingen (razzia’s). Einde ’42 keert alles in elk geval. Het is een ommekeer die voor de Joodse bevolking te laat komt. Ongeveer 17.000 Joden zijn al gedeporteerd, met de medewerking van de Belgische overheden. Het onderscheid tussen de ‘witten’ en de ‘zwarten’ breekt nu helemaal door in het Belgische bestuur. Het voortouw in het administratieve en legale verzet tegen de bezetter wordt genomen in Antwerpen, uitgerekend de stad die voordien zo ver was gegaan. Het lijkt er ten slotte ook op dat ook de Belgische regering te Londen onder invloed stond van de internationale evolutie. In tegenstelling met wat algemeen wordt aangenomen was het engagement van de oorlogsregering-Pierlot in Londen in 1940-1942 in het kamp van de geallieerden niet zo absoluut dan nadien. Er is in elk geval een belangrijke koerswijziging vanaf december ’42. Zou dat toeval zijn? Literatuur - August De Schryver. Oorlogsdagboeken 1940-1942. Met een inleiding en commentaar over de Belgische ministers in Frankrijk en Londen, H. Van Goethem (ed)., Tielt, Lannoo, 1998, 478 p. - VAN DOORSLAER R. (red.), Gewillig België. Overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, Antwerpen-Amsterdam, Meulenhoff-Manteau, 2007, 1163 p. - VAN GOETHEM, H., “La Convention de La Haye, la collaboration administrative en Belgique te la persécution des Juifs à Anvers, 1940-1942 », Cahiers d’Histoire contemporaine – Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, 2006, p. 117-197.