Douanerecht

advertisement
WEG EN WAGEN | Januari 2012 | Jaargang 26 | Nummer 65
Douanerecht
Indeling van goederen
1. Inleiding
Mr. R. Andringa,
advocaat bij
Douane Advocaat
Om vast te kunnen stellen welk tarief van toepassing is bij de
invoer van goederen, moeten de goederen worden ingedeeld
in de goederennomenclatuur die de douane hanteert. Dat is
niet altijd eenvoudig. Stel u wil een spelcomputer invoeren,
valt die dan onder de post ‘computers’ of onder de post
‘elektronisch speelgoed’? Stel u wil een glazen sokkel
invoeren die tevens functioneert als speaker. Valt die sokkel
onder ‘glaswerk’ of onder ‘geluidversterkers’? Een andere
indeling kan betekenen dat aanzienlijk meer of minder
invoerrechten verschuldigd zijn. De onderstaande bijdrage is
een inleiding op de systematiek van het indelen van goederen.
2. Goederennomenclatuur
De goederennomenclatuur is in feite een lijst met
categorieën van goederen. In Europa wordt gebruik gemaakt
Afdeling
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
XVI
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
hoofdstuk
1-5
6-14
15
16-24
25-27
28-38
39-40
41-43
44-46
47-49
50-63
64-67
68-70
71
72-83
84-85
86-89
90-92
93
94-96
97
van de Gecombineerde Nomenclatuur, en die is gebaseerd op
de in GATT verband overeengekomen goederennomenclatuur,
te weten het ‘Geharmoniseerd Systeem’. Dat ‘Internationaal
Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de
omschrijving en de codering van goederen’ bevat een lijst van
ca. 5.000 groepen van goederen, met de daarbij behorende
algemene- en specifieke indelingsregels. Met het Verdrag is
gepoogd om op mondiaal niveau een uniforme indeling van
goederen te maken. Het is voor de handel efficiënt als
goederen overal ter wereld een zelfde codering krijgen.
Het Geharmoniseerd Systeem bestaat uit afdelingen die zijn
onderverdeeld in hoofdstukken. Er zit een logische volgorde in
de opbouw van de afdelingen. De eerste afdelingen
hebben betrekking op grondstoffen; de volgende op bewerkte
producten, daarna halffabricaten en de laatste afdelingen op
complete producten. Om een indruk te geven heb ik hieronder
een verkorte versie van de afdelingen van het
geharmoniseerd systeem opgenomen.
Levende dieren, en dierlijke producten
Plantaardige producten
Vetten en oliën
Producten van de voedselindustrie; dranken
Minerale producten
Producten van de chemische en van de aanverwante industrieën
Kunststof en werken daarvan; rubber en werken daarvan
Huiden, vellen, leder en pelterijen, lederwaren en bontwerk
Hout, houtskool en houtwaren; kurk en kurkwaren
Houtpulp en papier en karton
Textielstoffen en textielwaren
Schoeisel, hoofddeksels, paraplu's, parasols, wandelstokken,
Werken van steen, gips en cement, van asbest, keramische producten en glas
Parels en (half)edelstenen, edele metalen
Onedele metalen en werken daarvan
Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel
Vervoermaterieel
Optische, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en meetinstrumenten
Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan
Diverse goederen en producten
Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
24
WEG EN WAGEN | Januari 2012 | Jaargang 26 | Nummer 65
Als voorbeeld van de indeling van goederen zouden
bijvoorbeeld ‘kunstnieren’ kunnen worden genomen.
Kunstnieren zijn medische apparaten die moeten worden
ingedeeld in hoofdstuk 90. Hoofdstuk 90 bevat onder
andere de volgende (verkorte) posten:
De gecombineerde nomenclatuur maakt derhalve gebruik
van 2 extra posities na de 6 posities van het geharmoniseerd
systeem. In de gecombineerde nomenclatuur is dus wel een
aparte post opgenomen voor kunstnieren, zodat de indeling
moet zijn 90189030.
Op basis van deze gecombineerde nomenclatuur heeft de
Europese Commissie een verordening met een geïntegreerd
tarief opgesteld, ook wel Tarif Intégré Communautaire
(“TARIC”). Het TARIC is eenvoudig te raadplegen via de website
van de Europese Commissie:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric.
TARIC bevat het tarief dat geldt bij invoer, maar bevat ook alle
andere relevante communautaire maatregelen voor de
betreffende goederen. In TARIC zijn nog extra
onderverdelingen aangebracht, op grond waarvan 2 extra
posities aan de goederencode worden toegevoegd, plus
2 maal 4 posities voor aanvullende TARIC codes
Postnr. Omschrijving van de post
9011 Optische microscopen,
9012 Microscopen, andere dan optische;
9013Lasers, andere dan laserdioden; elementen met
vloeibare kristallen
9014 Kompassen; toestellen voor de navigatie
9015Instrumenten, apparaten en toestellen voor de
geodesie, topografie, hydrografie
9016 Precisiebalansen
9017 Tekeninstrumenten,
9018 Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde en chirurgie
9019 Toestellen voor mechanische therapie
4. Gebruikstarief
De kunstnieren vallen onder post 9018, wat dus staat voor
hoofdstuk 90 en post 18. Post 9018 kent een aantal
onderverdelingen, maar geen van die onderverdelingen heeft
specifiek betrekking op kunstnieren en daarom vallen
kunstnieren onder de sluitpost ‘andere’ met
onderverdelingsnummer 90. De GS code voor kunstnieren is
daarom 901890.
Het Geharmoniseerd Systeem gaat zo tot een onderverdeling
tot op 6 cijfers. Voor het douanerecht is dat vaak nog niet
specifiek genoeg en daarom heeft de Europese Unie voor de
heffing van douanerechten de GS overgenomen en verder
uitgewerkt tot op 8 cijfers in de Gecombineerde
Nomenclatuur. De aanduiding ‘gecombineerd’ is gekozen
omdat de nomenclatuur ook wordt gebruikt voor
statistiek-doeleinden.
3. De gecombineerde nomenclatuur en TARIC
De gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd op Verordening
2658/87 en bevat een verdergaande indeling. In de
Gecombineerde nomenclatuur is post 901890 bijvoorbeeld
uitgewerkt naar:
901890 10
901890 20
901890 30
901890 40-75 901890 84
bloeddrukmeters
endoscopen
kunstnieren
(...)
andere
Tot slot zijn er bij de invoer ook een aantal nationale heffingen
van toepassing. In Nederland zijn die heffingen verwerkt in
het zogeheten “Gebruikstarief”. Het Gebruikstarief is daarom
een Nederlands overzicht van de invoerrechten en andere
regelingen betreffende de in- en uitvoer van goederen, zoals
het toepasselijke BTW-tarief en accijnzen. Het gebruikstarief
is eenvoudig te raadplegen via de website:
http://gebruikstarief.douane.nl
5. Indelingsregels
De indeling van goederen in het Geharmoniseerd Systeem en
daarmee ook in de Gecombineerde Nomenclatuur verloopt
volgens een vaste methodiek. Die methodiek is vastgelegd
in indelingsregels. Elke afdeling en elk hoofdstuk bevat
specifieke indelingsregels. Maar nog belangrijker zijn de zes
algemene indelingsregels. De volgorde van de regels moet
aangehouden worden. De algemene hoofdregel (regel 1)
houdt in dat slechts de bewoordingen van de posten (en de
aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken) wettelijk
bepalend zijn voor de indeling van goederen.
In regel 2a is bepaald dat goederen in niet-complete of in
niet-afgewerkte staat toch als een compleet of wél afgewerkt
goed moeten worden ingedeeld, voor zover de goederen reeds
de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte
product vertonen. Bijvoorbeeld een fiets waarvan de lamp
ontbreekt, wordt toch ingedeeld als een fiets, omdat het
ingevoerde product reeds alle kenmerken van een fiets
vertoont.
25
WEG EN WAGEN | Januari 2012 | Jaargang 26 | Nummer 65
Datzelfde geldt voor goederen die worden ingevoerd in
gedemonteerde staat. Zo moet bijvoorbeeld een container
vol met niet-gemonteerde televisies (bijvoorbeeld
50 beeldbuizen, 50 tuners, 50 mainboards) toch als complete
televisies worden ingedeeld. Voor het compleet gemonteerde
product geldt vrijwel altijd een hoger invoerrecht, voor
complete televisies bijvoorbeeld 14%. Toch hoeven onderdelen
niet altijd gezamenlijk in ogenschouw te worden genomen
voor de indeling. Daarover heeft de Hoge Raad geoordeeld in
een arrest van 19 november 2004. De Hoge Raad oordeelde
dat als onderdelen in afzonderlijke containers en in
afzonderlijke aangiften ten invoer worden ingeklaard, deze wél
zelfstandig moeten worden beoordeeld (en niet gezamenlijk
kunnen worden ingedeeld als gereed product).
Indelingsregel 2b stelt dat onder een in een post vermelde
stof, niet alleen die stof in zuivere vorm moet worden
verstaan, maar ook vermengd met andere stoffen.
Deze algemene regel leidt tot verruiming van de posten, maar
mag niet zodanig worden verruimd, dat onder een post ook
goederen kunnen worden ingedeeld, die niet overeenkomstig
de hoofdregel aan de omschrijving van die posten
beantwoorden.
Indelingsregel 3 voorziet vervolgens in drie regels voor
indeling van de goederen die op enigerlei wijze onder
meerdere posten zouden kunnen worden ingedeeld. Regel
3a houdt in dat wanneer goederen vatbaar zijn voor indeling
onder twee of meer posten, de post met de meest specifieke
omschrijving voorrang heeft boven posten met een meer
algemene strekking. Meestal bevat een post voor een bepaald
product een specifiekere omschrijving dan een post voor een
groep van producten. In veel gevallen wordt overigens in de
aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken, dwingend
bepaald welke post voorrang geniet.
Indien echter twee of meer posten, elk afzonderlijk, slechts
betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of
estanddelen van een product, dan worden die posten,
aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de posten
daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft.
In dat geval moet het product worden ingedeeld met behulp
van indelingsregel 3b. Op grond van indelingsregel 3b worden
dergelijke goederen ingedeeld naar de stof of naar het goed,
waaraan de mengsels de samengevoegde goederen of de
assortimenten hun wezenlijke karakter ontlenen.
Een recent voorbeeld uit de jurisprudentie over toepassing
van regel 3b gaat over de indeling van een plastic eendje dat
fungeert als een zaklampje. Het eendje was bevestigd aan
een metalen ring en daarom zou het eendje kunnen worden
ingedeeld onder de post voor werken van metaal (732690),
als een draagbare elektrische lamp (851310) of als een
poppetje (950300). Volgens de Rechtbank ontleende het
product zijn wezenlijke kenmerk aan het lampje en moet het
daarom onder 851310 worden ingedeeld als draagbare lamp
(nr. 10/5916).
Voor de gevallen waarin de indeling aan de hand van regel
3a of 3b niet mogelijk is, is voorzien in een tie-breaker rule
(regel 3c). In dat geval wordt van de verschillende posten die
in aanmerking komen, eenvoudig de post met het hoogste
nummer gepakt. Bijvoorbeeld een rol stof die is samengesteld
uit natuurlijke en syntetische weefsels, waarvan niet kan
worden bepaald welk weefsel het wezenlijke kenmerk aan de
stof geeft, wordt ingedeeld naar de stof die het laatst in de GN
is genoemd. Voor een ander voorbeeld kan worden gewezen
op de recente uitspraak over een multifunctioneel apparaat
waarmee het mogelijk is om te printen, scannen, faxen, en
kopiëren (Gerechtshof Amsterdam 10/484). Uiteindelijk
moest het Gerechtshof vaststellen dat alle functies even
belangrijk waren en dat het daarom onmogelijk was om vast
te stellen, welke functie aan het apparaat zijn wezenlijke
kenmerk verleende. Indeling aan de hand van regel 3b
(wezenlijk karakter) was daarom niet mogelijk, zodat het Hof
de tie-breaker- regel toepaste en oordeelde dat het apparaat
moest worden ingedeeld onder de post die in nummering het
laatste was geplaatst. Dat is vaak niet zo gunstig omdat voor
posten die verder in de Gecombineerde nomenclatuur zijn
opgenomen een hoger invoerrecht geldt.
De algemene indelingsregels bevatten ook nog een regel 4,
die een oplossing bevat voor het geval waarin zelfs de
tie-breaker van 3c geen oplossing biedt.Regel 4 bepaalt dat in
dat geval moet worden ingedeeld onder de post die van
toepassing is op goederen waarmee zij de meeste
overeenkomst vertonen. Regel 5 gaat over de indeling van
verpakkingsmiddelen, en regel 6 bepaalt dat dezelfde
onderverdelingsregels ook gelden voor de indelingen binnen
de posten.
6. Ontwikkelingen in de recente jurisprudentie
In de jurisprudentie van de laatste tijd zijn verschillende
uitspraken verschenen over de indeling van multifunctionele
apparaten.Ook waren er uitspraken over de indeling van
onderdelen van machines. Onder andere over de indeling
van kunststof opvangzakken voor dialyseapparaten die
zouden kunnen worden ingedeeld als kunststofzakken van
post 39269099 (tegen 6,5%) of als ‘delen of toebehoren’ van
dialyseapparaten van post 90189030 (tegen 0%).
26
WEG EN WAGEN | Januari 2012 | Jaargang 26 | Nummer 65
Volgens het Hof van Justitie is slechts sprake van een deel
van een apparaat of machine, als het onderdeel onmisbaar is
voor de werking van het apparaat, en van toebehoren als het
apparaat met behulp daarvan geschikt wordt voor speciale
werkzaamheden. Hoewel de dialysemachines niet
functioneren zonder dat deze zakken waren aangesloten,
oordeelde het Hof van Justitie dat de opvangzakken niet
onmisbaar zijn voor de werking van de machine (zaak
C-152/10). De opvangzak was volgens het Hof niet essentieel
voor het proces van bloedzuivering. In dezelfde zin oordeelde
de Rechtbank recentelijk in een geschil over de indeling van
tilbanden voor patiëntenliften. De banden zouden kunnen
worden ingedeeld onder delen van personenliften (tegen 0%)
en als andere geconfectioneerde artikelen (tegen 12%).
Volgens de Rechtbank konden de banden niet worden
ingedeeld als onderdelen van patiëntenliften omdat het voor
de goede mechanische werking van de patiëntenlift niet
noodzakelijk is dat de tilband er aan bevestigd is
(zaak 10/3151)
7. Onduidelijkheid over de juiste indeling
De indeling van de goederen, en daarom het toepasselijke
tarief, is vaak onderwerp van geschil. Als door een onjuiste
indeling te weinig invoerrecht is betaald, kan de douane de
douanerechten navorderen. Daarbij kan het om aanzienlijke
bedragen gaan. Het probleem is vaak dat de extra
douanerechten ten tijde van de invoer nog wel doorberekend
hadden kunnen worden in de prijzen naar de klanten, maar
dat zulks een paar maanden of jaren later, niet meer mogelijk
is, waardoor de navordering een fikse kostenpost wordt. Als
er twijfel bestaat over de indeling dan kan die onduidelijkheid
worden weggenomen door een Bindende Tarief Inlichting (BTI)
aan te vragen. Naar mijn mening gebeurt dat nog te weinig,
omdat importeurs vaak vertrouwen op de kennis van de
expediteur, terwijl de expediteurs vaak afgaan op de
goederencode die de importeur op de inklaringsopdracht
vermeldt. Juist in die situatie dat partijen er op vertrouwen
dat de andere partij er goed naar heeft gekeken, biedt een
BTI uitkomst. Op de website van de douane is eenvoudig het
formulier te downloaden aan de hand waarvan een BTI kan
worden aangevraagd.
27
Download