Vasthouden aan Christus!

advertisement
Vastzitten aan het leven? Vasthouden aan Christus!
Preek over 2 Korintiërs 5:4,5
lezen: 2 Korintiërs 4:7 - 5:10
Lelystad, 29 december 2013
R.J.Vreugdenhil
Gemeente, we gaan het jaar 2013 uit met veel zorg.
Als ik het zo zeg, denkt u waarschijnlijk direct aan alle berichten van ziekte van de
laatste tijd. Met vaak de onzekerheid: is het te behandelen of is het ongeneeslijk?
Want je kunt als mens allerlei zorgen hebben, maar het ergst is het bericht ‘je bent
ongeneeslijk ziek’.
De dood is het ergste wat je kan overkomen.
Is dat zo? Is doodgaan het ergste wat er kan gebeuren?
Ja en nee.
Ja, we zitten vast aan het leven en dat leven willen we niet kwijt.
En tegelijk: nee, wie vasthoudt aan Christus kan het leven loslaten. En niet pas als je
ongeneeslijk ziek bent.
Dat is wel een boodschap die behoorlijk botst met ons gevoel.
Wat we vanmorgen meekrijgen, sluit niet aan bij wat wij graag willen.
Het is geen feel-good-verhaal. Maar dat is het evangelie nooit. Het is wel het beste
nieuws om mee te leven. En dan kun je ook rustig sterven.
VASTZITTEN AAN HET LEVEN? VASTHOUDEN AAN CHRISTUS!
1. leven achter Jezus aan is het sterven bij je dragen.
2. Toch zit ook een christen vast aan het leven, aan Gods schepping
3. Maar de Geest maakt je klaar om los te laten.
Is Paulus ook ziek? Is bij hem ook zo’n ernstige ziekte vastgesteld?
Nee. En hij is ook nog niet oud.
Waarom schrijft hij dan over zijn sterven?
Daar is een heel andere aanleiding voor: Paulus krijgt nogal wat kritiek.
Dit is een brief aan de gemeente in Korinte, en daar zijn heel wat mensen die moeite
hebben met Paulus. (We hebben dat aan het begin van het seizoen ook gelezen in 1
Korintiërs.)
Ze vinden Paulus maar een zwakke apostel.
Er zijn er die veel sterker zijn. Lichamelijk sterker. Maar ook sterker in hun optreden.
Goede sprekers. Mensen met uitstraling. Predikers die indruk maken, en succes
hebben. En terecht, want als je het verhaal van een sterke God wil preken, moet je zelf
toch ook kracht uitstralen?
Maar Paulus, dat is zo’n mislukker.
En mislukking, tegenslag, lijden - dat past toch niet bij het evangelie van Christus?
Tegenover die kritiek schrijft Paulus dit gedeelte.
Document1
1
Hij schrijft in vers 7: het evangelie van Christus is een geweldige schat, maar het zit
wel in een aarden pot. Het is goud en zilver in een heel breekbare kruik. Daarmee
bedoelt hij zichzelf.
Anders gezegd (vers 7b) : het evangelie is een overweldigende kracht. Maar het moet
duidelijk zijn dat die kracht niet van onszelf komt.
Zelf ben ik vooral zwak.
In vers 8 en 9 gebruik hij vier uitdrukkingen: we worden van alle kanten belaagd, aan
het twijfelen gebracht; we worden vervolgd en geveld (neergeslagen).
Paulus is er eerlijk in: zijn leven (en zijn werk als apostel) is vol van tegenslag,
zwakte, mislukking.
Maar elke keer is er ook dat andere. Er staan vier uitdrukkingen die toch iets van
overwinning laten zien. Belaagd, maar niet in het nauw; niet vertwijfeld, niet in de
steek gelaten; we gaan niet te gronde. Elke keer net niet.
Het leven van Paulus is voortdurend sterven maar net niet dood gaan.
Dat maakt hem geen slechte apostel van Jezus.
Juist niet.
Dit past juist bij apostel-zijn. In het leven van Paulus is zo juist te zien wat typisch is
voor christen-zijn.
Zo zegt hij het zelf, vers 10: we dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met
ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt.
In onze samenleving hebben wij het idee: je leven is geslaagd, als er zo min mogelijk
in te merken is van dood of tegenslag.
Maar Paulus schrijft: de dood en tegenslag in mijn leven houden me juist sterk
verbonden met Jezus. Want het leven van Jézus was dood en mislukking.
Hij was niet de sterke overwinnaar die probleemloos overal doorheen kwam.
Hij was de lijdende, de zwakke, de stervende.
Jezus Christus de gekruisigde (zo noemde Paulus hem in 1 Korintiers 2).
Het past dus ook bij een apostel van die Christus om zwak te zijn, te lijden, de dood
dichtbij te hebben, mislukkingen te ervaren.
En niet alleen een apostel.
Het past bij christen-zijn.
Jezus Christus willen volgen in dit leven, dat is hem volgen in dit kapotte leven.
Gods Zoon die nota bene mens werd om kapot te gaan.
Dan hoeven wij niet te schrikken als ons mensenleven kapot gaat.
Achter de stervende Jezus aan hoort de dood bij het leven.
En achter de levende Jezus aan krijgt de dood het leven niet kapot.
Het léven van Jezus mag ook in ons bestaan zichtbaar worden.
In Paulus’ leven was dat zichtbaar in de kracht die hij had ondanks zijn zwakheid. In
het steeds weer verder kunnen, door de innerlijke kracht die hij van Christus kreeg.
Het leven van Christus is zichtbaar in een christen voor wie z’n wereld niet instort als
zijn ziekte ongeneeslijk blijkt. Of als er blijvende handicap is.
Document1
2
Leven achter Jezus aan is het sterven bij je dragen. Leven met de dood.
De dood niet krampachtig ver bij je vandaan willen houden. De dood niet zien als het
ergste dat je kan overkomen. Jezus ging voor jou de dood in, en hij was nog maar
begin 30. Ga achter hem aan en draag zijn sterven mee in je leven. Dan leef je ermee
dat je leven kapot gaat, vroeg of laat, en dat je toch zult leven!
***
Toch zit ook een christen vast aan het leven.
Ik zei net: ‘in onze samenleving houden we de dood het liefst zo ver mogelijk uit het
leven’. Onze gezondheid gaat boven alles. Er gaan enorme bedragen om in de zorg, in
de farmaceutische industrie. Het zoeken naar medicijnen. Met de nodige discussies:
wat mag het kosten?
En het mag véél kosten, want is voor een mens meer waard dan zijn leven?
Zo zitten wij, mensen, aan het leven vast.
Mag je als christen ook zo aan het leven vastzitten? Of moet je zeggen: ‘het leven na
het sterven is veel mooier, dus sterven is niet moeilijk’?
Apostel Paulus zegt dat niet!
Hij schrijft in 5:4, Zolang wij in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een
zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken.
Onze aardse tent. Dat is de beeldspraak in 5:1. We hebben een aardse tent, het lichaam
waarin wij wonen. Je leven waarmee je geboren bent. Een lichaam. Mooi, sterk,
gezond - net als een nieuwe tent waarmee je gaat kamperen. Alles strak gespannen,
kwaliteit!
Maar wel een tent. Dat is niet om blijvend in te wonen.
Op den duur komen er gaten. Scheerlijnen vallen slap. En bij een flinke storm blijft er
van je tent niets over.
Dat is het leven. Zo is je lichaam. En we zien in de gemeente heel wat van die tenten
waar de gaten in vallen, die duidelijk slechter worden.
Maar weer vers 1: wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt
afgebroken, krijgen we van God een woning, een eeuwige, niet door mensenhanden
gemaakte woning in de hemel.
Kijk naar die tegenstellingen: dan is alles beter. Geen tent, maar een woning. Niet
tijdelijk maar blijvend, eeuwig. Niet door mensenhanden gemaakt maar van
Goddelijke kwaliteit. Niet hier op aarde, maar in de hemel.
Alles is dan beter.
Toch verlang je niet meteen naar het sterven.
Terug naar vers 4: zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een
zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er
nieuw over wordt aangetrokken.
Het nieuwe willen we wel, maar het uittrekken van het oude doet zoveel pijn.
Het gaat opeens over naar het beeld van kleding. Alsof je lichaam de kleren zijn die je
aanhebt. Je wilt best andere kleren. Je wilt dat hemelse leven. Maar het uittrekken van
dit lichaam is zo pijnlijk. Omdat het door het sterven heengaat.
Document1
3
En sterven doet pijn.
Naar de hemel gaan, is mooi. Maar dit aardse lichaam verlaten is zo zwaar.
Kon het maar in één keer.
Zoals Paulus aan het eind van vers 4 schrijft: werd het sterfelijke maar in één keer
door het leven verslonden.
Maar we zitten zo vast aan dit leven.
Het staat hier niet bij, maar ik geloof dat je mag zeggen: we zitten vast aan het leven,
aan dit lichaam, omdat het het lichaam is waarmee God ons heeft geschapen.
We zijn zo verbonden met die schepping van God de Vader.
Paulus schrijft in vers 4: we zuchten onder een zware last.
Over datzelfde zuchten schrijft hij in Romeinen 8:22, de hele schepping zucht en lijdt
als in barensweeën. De mooie schepping van God zucht. Zij wil niet kapot, maar ze
gaat wel kapot.
Zo zuchten wij ook, als geschapen mensen die ons lichaam niet kwijt willen.
Zo mógen wij zuchten.
Een christen hoeft niet gráág te sterven.
Je mag vast zitten aan het leven dat God geschapen heeft.
***
Maar dat is niet het laatste.
God is bezig te werken van schepping naar heerlijkheid. En hij neemt ons daarin mee.
De oude schepping (dus ook je lichaam, het leven waar je zo aan vast zit) zal
verdwijnen en er komt een nieuwe schepping.
Ik zit nog in Romeinen 8, vers 21: de schepping zelf zal bevrijd worden uit de slavernij
van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen
geschonken wordt.
We zijn op weg naar vrijheid en heerlijkheid. Op weg naar een nieuwe schepping, een
nieuwe werkelijkheid.
Die weg is wel zwaar, maar God weet dat.
Hij geeft ons voor onderweg zijn Geest.
Rom.8:23, wij hebben de Geest als voorschot ontvangen.
Dat is hetzelfde als hie rin 2 Korintiërs 5:5, God heeft ons de Geest als onderpand
gegeven.
God is bezig ons te brengen naar die hemelse toekomst, die nieuwe schepping, waar
we niet meer dit lichaam hebben zoals we het nu hebben.
Niet meer die oude tent, maar dat nieuwe gebouw, een geestelijk lichaam, een lichaam
zonder al die mogelijke ziektes.
God brengt ons daar naar toe - en hij heeft alvast iets daarvan aan ons gegeven: zijn
heilige Geest.
Als voorschot. Als onderpand. Als zekerheid: het gaat komen.
Maar ook om ons op die manier er al voor klaar te maken.
God maakt je klaar om het sterfelijke achter je te laten.
Document1
4
5:5, God heeft ons zelf hiervoor gereedgemaakt. Voor dat verslonden worden van het
sterfelijke door het leven.
God heeft ons klaargemaakt om dit leven los te laten.
Kan dat? Kun je als mens zover komen dat je zegt ‘ik zit niet meer aan dit leven vast’?
Dan moet je zeker wel heel ziek zijn, bijna dood gaan?
Nee, het kan door de Geest die Vader en Zoon je geven.
Ja, soms zie je die Geest heel sterk werken als iemand ziek is. Daar hebben we in onze
gemeente heel mooie voorbeelden van.
Maar God wil met die Geest in u en jou werken.
Wilt u, wil jij er door God voor klaargemaakt worden, zodat je gaat verlangen naar dat
echte Leven dat het sterfelijke zal verslinden. Verlangen naar een hemelse
heerlijkheid, dicht bij God. Los van het lichaam, los van het leven dat je nu hebt?
Het is één van de mysteries van het christelijk geloof.
Dit is wat christenen in de gevangenkampen in Noord-Korea overeind houdt.
Hiermee gingen Nederlandse christenen op de brandstapel, zingend!
Hiermee blijven gelovige jongeren moedig al weten ze dat ze nooit oud zullen worden
door die ziekte in hun lichaam.
Het mysterie van wel vastzitten aan deze schepping, waarvoor je God prijst en waar je
graag wilt blijven leven, maar toch los kunnen laten. Het is maar dit leven.
God is op weg naar veel meer, en je mag mee!
Dit mysterie wil God u leren.
Christus wil door zijn Geest dit in u werken.
In zieke mensen, in gezonde mensen. Als je oud bent, als je jong bent.
Christus wil zo door zijn Geest in je werken dat je niet meer zo vast hoeft te zitten aan
dit leven.
Door die Geest kun je, achter Jezus aan, zijn sterven bij je dragen; je leert er gelovig
nuchter mee leven dat de dood er voortdurend is in je leven. En vroeg of laat leg je dit
leven weer af. Dat is niet het ergste dat je kan overkomen.
Laat maar los. Je bent op weg naar die eeuwige woning, naar de heerlijkheid van Gods
kinderen.
Amen
Document1
5
Liturgie in Lelystad:
belijdenis van afhankelijkheid
zegengroet
Psalm 103:1,6,7
schuldbelijdenis-gebed
genadeverkondiging (Psalm 103:8-12)
LvdK 365
gebed
lezing 2 Kor.4:7 - 5:10
Gez. 113 (organist, wil je hem de gemeente aanleren door voor te spelen?)
verkondiging nav 2 Kor.4:10, 5:4,5
Gez.114: 1, 2, 3, 4 wisselzang, 6 wisselzang, 7
wisselzang vers 4: eerste twee regels: vrouwen, volgende twee regels: mannen, derde twee regels:
allen
wisselzang vers 6: eerste, derde en vijfde regel: vrouwen; tweede, vierde en zesde regel: mannen
Tien Woorden
Psalm 25:2,4
meeleven
gebed
mededelingen
collecte
Gez.115
zegen
Document1
6
Download