Begrippenverklaring

advertisement
Hoofdstuk 15
Rome: een bescheiden begin aan de Tiber
Begrip
Te beginnen vanaf pagina 81
Uitleg
Thyrrheense Zee
Ionische Zee
Adriatische Zee
Povlakte
Gallia Cisalpina
Van west naar oost de natuurlijke grenzen van het
Italiaanse schiereiland.
Campanië
Magna Graecia
Middellandse Zeeklimaat
Via Salaria
Het Capitool
De Palatijn
Cicero
Hineininterpretierung
Aeneas
Ascanius (= Julus in het Latijn)
Numitor
Rhea Silvia
Mars
Wolvin
Auspicium maiorum
Augur
haruspex
Auspicium minorum
753 v.C. (21 april)
Vergilius
Alluviale vlakte in het noorden van Italië
Lett: ‘Het gebied van de Kelten aan deze kant (:
Romeinse kant) van de Alpen
De vruchtbare Povlakte in het noorden
Vruchtbare vlakte aan de golf van Napels.
 Vruchtbaar door vulkanisch materiaal van de
Vesuvius.
(zie verder?)
Het klimaat dat heerst in het grootste deel van Italië
De zoutweg, die van de zoutpannen aan de kust ten
noordwesten van Rome naar de nederzettingen in de
Albaanse bergen liep en op de plek waar Rome
ontstond de Tiber overstak.
Heuvel van Rome
Heuvel van Rome
(schrijver?)
De interpretatie van Cicero: Romulus getuigde van
een zeer strategisch inzicht om Rome te stichten op
de plaats waar de wereldstad zich nu bevond.
Een Trojaanse held kon na de Trojaanse oorlog
ontsnappen.
Na jaren zwerven kwam hij aan op de kust van
Latium, waar hij met Lavinia trouwde
Stichtte ter ere van haar Lavinium
Zoon van Aeneas die samen met zijn vader kon
ontsnappen.
Stichtte de stad Alba Longa
Koning van de stad Alba Longa (vele generaties na
Julus).
Werd door zijn broer Aemulius van de troon gestoten
Dochter van Numitor
Werd een Vestaalse maagd gemaakt omdat Aemulius
niet wou dat er via zijn broer nog nakomelingen op
de wereld zouden komen.
God
Maakte Rhea Silvia (toch) zwanger
Tweeling
Moest hen van Aiemulius in de Tiber gooien
Vond de tweeling in het mandje en zoogde hen.
De augur observeerde de vlucht van vogels om
daaruit de wil van de goden af te leiden
Priester die het auspicium uitvoerde
Voerde de auspicium minorum uit
De wil van de goden word afgelezen uit de
ingewanden van geofferde vogels.
Stichtingsdatum Rome
Latijnse dichter (1e eeuw v.C)
Aeneis
Julische geslacht
Ovidius
Titus Livius
Epoche
Cloaca Maxima
Regia
Vestatempel
Muur van Servius Tullius
Hoofdstuk 16
epos van Vergilius
Afstammelingen van Julus
Dichter (1e eeuw v.C – 1e eeuw na C)
Geschiedschrijver (1e eeuw v.C – 1e eeuw n.C.)
Schreef Ab urbe Condita: geschiedenis van Rome
vanaf de stichting tot zijn tijd (ten tijde van keizer
Augustus)
Grote riool die overtollig water (van de Palatijn)
afvoerde naar de Tiber
Verblijfplaats van de koningen op de heuvel
(zie verder)
Ten laatste in de 4e v.C. werd het hele gebied (de
zeven heuvels) ommuurd door één stadsmuur.
Rome onder de koningen (8e eeuw v.C. – 509
v.C)
Sabijnse maagdenroof
Virtus, pietas en fides
Familia
Pater familias
Romeinse naamgeving
Praenomen
Agnomen
Nomen
Cognomen
Gens (mv. gentes)
Res publica
Patriciërs
Plebs
Mythologie die verwijst naar de vroege groei en de
etnische samenstelling van de stad.
Moed, toewijding ent rouw ten aanzien van de goden
en de Romeinse staat: Romeinse morele waarden
Sociale structuur, olv pater familias
Hele huishouden: vrouw, kinderen, hele
patrimonium, incl. slaven
Hoofd van de familie,
Mannelijk
Elke mannelijke Romein had minstens drie à vier
namen.
Hieruit kon men de sociala status en de familia
waartoe hij behoorde aflezen
Voornaam
Individuele naam
Eerste naam
Bijnaam
Facultatief
Verwijst naar bijzonder uiterlijk kenmerk of
belangrijke verdienste
Vierde naam
Verwijst naar sociale positie: de gens
Tweede naam
Verwijst ook naar sociale status: de familia
Derde naam
Lett: ‘geslacht’
Verzameling van familiae die teruggingen op één en
dezelfde stamvader
Publieke leven, eveneens met duidelijke sociale
stuctuur
Sociale elite
Grootgrondbezitters
Legitimatie van sociale positie obv afstamming
Rest van de vrije bevolking
Sloten zich vaak aan bij een patriciërs omdat die
Patronus
Cliens
Slaven
Vrijgelatenen
Romeinse koningen (rex)
Regia
Numa Pomilius
Tarquinus Superbus
Senaat
Curia
Volksvergadering
Comitium
economisch sterker stonden en dus meer te zeggen
hadden.
(baas)(beschermer)
Zorgde voor zijn clientes en verzekerde zich daardoor
van hun steun en dit leverde hem prestige voor zijn
politieke carrière
Aanhangers van een patronus
Konden rekenen op materiële en juridische bijstand
van hun patronus
Persoon die beschouwd werd als materieel bezit van
een andere persoon.
Eigenaar kon erin toestemmen om slaaf vrij te laten,
of zich vrij te kopen
Speciale categorie
Waren persoonlijk vrij, maar hadden geen
burgerrechten.
Hadden de functies van opperpriester, opperrechter
en opperbevelhebber
Werden voor het leven gekozen
Op het forum
Waar de Romeinse koningen verbleven
Eerste koning van Rome
Grondlegger van aantal Romeinse riten en gebruiken
Zou Vestatempel op het forum hebben gebouwd
Laatste koning van Rome
Werd omwille van machtsmisbruik door het
Romeinse volk in 509 v.C. afgezet
Stond koning bij
Gaf raad
Aanvankelijk wellicht samengesteld uit oudste patres
familias van de patricische gentes
Senaatsgebouw
Waar de senaat vergaderde
(oudste: Curia Hostilia, genoemd naar koning Tullius
Hostilius. Tijdens zijn regering zou de eerste curia
gebouwd zijn)
Samengesteld uit overige patres familias van de
patricische families die niet in de Senaat zetelden
Plaats waar de volksvergadering samenkwam.
Rond, open plein, voor de curia
Hoofdstuk 17
De Romeinse Republiek (509 – 27 v.C.)
Tarquinus Superbus
Laatste koning, verdreven omdat hij zijn macht
misbruikte
Staatssysteem
Verraad een wantrouwen jegens persoonsgebonden
en onbeperkte macht
Beheer van de staatsbelangen
Gekozen functionarissen oefenden gezag uit
Werden geadviseerd en gecontroleerd door de
Senaat
Gelegitimeerd door de Volksvergadering (althans in
Romeinse Publiek
Res Publica
Consul
Vetorecht
Pontifex Maximus
Toga praetesta
Lictores
Fasces
Dictator
Cursus honorum
Questor
Aediel
Praetor
Pontifex maximus
Censor
theorie)
Twee consuls vervingen de koning
Ambtstermijn: één jaar
Om beurt één maand actief
Andere controleert
Hadden vetorecht
Hoogste bestuurde
Opperbevelhebber van het leger
In theorie ook de hoogste rechterlijke macht, maar in
praktijk lag die bij de praetoren (zie verder)
Lett: ‘ Ik verbied’
De opperpriester
Oefende de priesterlijke functie uit.
Mogelijke stap in de cursus honorem (niet verplicht)
Fel geambieerd
Bepaalde kalender en gang van rituelen ( veel
invloed)
Purperen boord
Toga van de magistraten bij officiële gelegenheden
Voorafgegaan door twaalf lictores
Symbool voor magistraten met gezag
Hoe meer lictores, hoe meer gezag
Ceremoniële ordehandhavers
Droegen in een roedenbundel gewikkelde bijl
 Teken dat de magistraat besliste over leven
en dood
De bijl die gewikkeld was in een roedenbundel
Regeerde in uitzonderlijke omstandigheden
Was alleenheerser, met onbeperkte macht
Werd aangeduid door de Senaat
Maximum zes maanden
Bepaalde in welke volgorde de politieke carrière van
een mannelijk Romeins burger moest verlopen
Bepaalde vanaf welke leeftijd bepaalde magistrale
functies konden worden uitgeoefend
Eerste stap van de cursus honorum
Pas na aantal jaren legerdienst
Vanaf 25 jaar
Aanvankelijk vier, later tien
Functie bij de schatkist
Controleren van betalingen en inkomsten van
belastingen
Administratie
Volgende stap
Vier
Verantwoordelijk voor openbare ruimte: aanleg,
onderhoud van openbare gebouwen, organisatie van
markten en feesten
Volgende stap
Hoogste juridische gezagsdragers
Vaak eerste vertegenwoordiger van de consul
Eerst twee (stad/platteland), later tien
Na praetor: propraetor: bestuur van een provincie
Zie hoger
Na consul
Om de vijf jaar
Senaat
Nobiles
Equites
Senatus Populusque Romanus (SPQR)
Comitia Centuriata
Comitia Tributa
Tribus
Comitium
Lex Hortensia
“Uitwijking naar de Heilige Berg”
Volkstribuun
Vetorecht
Wet der Twaalf Tafelen
Equites
Nobiles
‘éminence grise’
Recht om burgers uit te sluiten uit de politiek en uit
het openbare leven
Stelden de Senaat samen
Adviesorgaan
Leden voor het leven benoemd
Steeds groter, er kwamen steeds magistraten bij
In principe niet langer exclusief patricisch
Ambtsadel
Kleine kring van aloude Romeinse families
Geldadel
Nieuwe rijken
Beperk aantal
Beperkten hun invloed tot de coulissen
Lett: ‘De Senaat en het Romeinse volk’
Één van de twee belangrijkste volksvergaderingen.
Ingedeeld volgens cijnsklassen
Eerste klasse, allerrijksten, onderverdeeld in 98
centuriën met elk één stem
Andere volksvergadering
Besliste over oorlog en vrede, moest wetten goed- of
afkeuren
Stemming per tribus
Gaat terug op de oude stamverbanden binnen Rome
Tijdens republiek: geografische kieskringen (3 in de
stad, 31 op platteland)
Openbare plaats, waar de stemming gebeurde.
287 v.C.
Besluiten van de Volksvergadering waren ook
rechtsgeldig zonder de goedkeuring van de Senaat.
Opstand van de plebejers
Begin 5e eeuw voor Chr.
Gevolg: voortaan konden de plebejers jaarlijks twee
volkstribunen kiezen (later tien)
Kijkt nauwlettend toe of de politiek van de
magistraten en de Senaat niet botste met de
belangen van het volk.
Het recht om iets te verbieden.
Veto: ‘ik verbied’
451 voor Chr.
Romeinse wet werd op schrift gesteld.
Het doorbrak de monopolie van de patriciërs die
voordien de enige waren die toegang hadden tot de
wet.
Rijke plebejische geldadel
Nieuwe stand
Samensmelting van rijke plebejers met oude
patricische grondadel
Hoofdstuk 18
Rome wordt de machtigste staat in het
Middellandse Zeegebied
Bellum uistum
Lett: “Rechtvaardige oorlog”
Eerste oorlogen, gericht tegen mogelijke agressors en
met eigen veiligheid als prioriteit
Imperialisme
Triomftocht
Latium
Latijnse Bond
Sabijnen
“De Ganzen van het Capitool”
Etrusken
Umbriërs
Samnieten
Pyrrhus van Epirus
Een Pyrrhusoverwinning
Magna Graecia
Bondgenoot
Bevoorrechte steden
Divede et empera
Heirbanen
Via Appia
Via Aurelia
Via Flaminia
“Alle wegen leiden naar Rome”
Ostia
Kolonie (lat: Colonia, coloniae)
Romanisering
Diadochenrijken
Carthago
Dido
Puniërs
Eerste Punische oorlog
Provincie (lat: provinicia, provinciae)
Tocht door politieke en sacrale centrum van Rome
Indien je een grote overwinning op het slachtveld had
behaald met minimum 5.000 vijandelijke slachtoffers
gebied in Italië (?)
Verbond van Rome en naburige steden.
Italisch bergvolk
Verhaal ivm Rome bijna veroverd door Kelten (zie
documentenbundel?)
Volk
Volk
Volk
Koning van Noord-Griekenland
Verpletterde de Romeinen bij Tarente
Een moeilijke overwinning
Lett: ‘groot Griekenland’
Noorden van Griekenland onder Romeinse controle
Veroverd gebied door Romeinen
Hadden vrij verregaande autonomie, moesten geen
belastingen betalen, wel troepen leveren.
Genoten volledig Romeins burgerrecht
Lett: “Verdeel en heers”
Elke stad kon hopen op Romeinse promotie maar
opstandige steden moesten vrezen voor degradatie
(en dus minder autonomie en meer betalen)
Militaire wegen
Werden aangelegd om controle op veroverde
gebieden te versterken
Oudste heirbaan
Vanaf 312 voor Chr.
Censor Appius Claudius
Strijd tegen Samnieten
Rome – Capua – Beneventum – Tarente – Brindisi
Heirbaan
Rome – Tyrrheense kust
Rome – Adriatische kust
Uitdrukking afkomstig van de heirbanen die van
Rome vertrekken
Haven
Aanleg daarvan creëerde voor de Romeinen ook een
uitweg over zee
Officiële stichtingen van nieuwe nederzettingen door
de Romeinse staat in veroverd gebied
Verspreiding van Romeinse taal en gewoontes
Zie 12.4
Grootmacht in het westelijk bekken van de
Middellandse Zee
Lett: “de vluchtende”
Zou Carthago gesticht hebben
Poeni
Latijnse naam voor de Carthaagse Feniciërs
264 vc – 241 vc
Sicilië kwam onder Romeinse controle
Lett: “wingewest”
Proconsul
Tweede Punische oorlog
Titus Livius
Hannibal
Cannae
Scipio
Slag bij Zama
Scipio Africanus (major)
Derde Punische oorlog
Cato, Marcus Porcius
“Overigens ben ik van mening dat Carthago moet
worden verwoest”
Scipio Africanus Minor
Mare Nostrum
Zo goed als rechteloos gebied onder controle van de
Romeinen
Bestuurde de provincie
218 vc – 201 vc
Zie 15.2
Beschreef de tweede Punische oorlog
Carthaagse generaal die vocht in tweede Punische
oorlog
Gebruikte olifanten
Plaats waar Romeinse leger tijdens de tweede
Punische oorlog een verpletterende nederlaag leed
Generaal Publius Cornelius Scipio
Verlegde het front tijdens de 2e PO naar Spanje
202 v.C
Scipio versloeg uiteindelijk de Carthagers
 Twee nieuwe provincies
o Provincia Hispania citerior
o Provincia Hispania ulterior
Agnomen van Scipio, dankzij zijn successen in de 2e
PO
149 vc – 146 vc
Senator, sloot elke redevoering af met bekende
uistpraak
Uitspraak van Cato
Afstammeling van S A major
Lijfde Carthago in
 Provincia Africa
Lett: ‘Onze Zee’
De Punische oorlogen leverden de Romeinen de
controle over het westelijk bekken van de
Middellandse Zee.
Hoofdstuk 19
De veroveringen veranderden de Romeinse
samenleving.
Dienstplichtigen
Verplicht om legerdienst te doen
‘Mattheuseffect’
De baten van een oorlog gingen steeds naar een
kleine elitaire groep van grootgrondbezitters. De
armen werden alleen maar armer.
Grootgrondbezitters die de grond van de kleine, arme
boeren opkochten en zo dus nog meer grond in bezit
kregen
Gemeenschappelijke weidegronden
Latifundia (enkv. Latifundium)
Ager publicus
Plattelandsvlucht
Verarmde boeren trokken naar de stad, op zoek naar
een beter toekomst.
Proletariërs
Lett: ‘Zij die enkel hun kroost (proles) bezitten’. Fel
verarmde burgers die nauwelijks of geen bijdrage
leverden aan het economisch leven.
Equites
De geldadel, nieuwe rijken. Haalden financieel gewin
uit de handel en het bankwezen
Panem et circenses
Brood en spelen.
door brood en spelen te organiseren hielden de
politici de verarmde proletariërs zoet. Zo hielden ze
ze te vriend voor de verkiezingen.
Satiredichter die de term ‘brood en spelen’ uitvond
en in een hekeldicht beschreef hoe het volk ten tijde
van de keizers door deze aanpak compleet was
versuft.
Hervormingsplan: de akkerwet
Hervorming stootte op tegenstand en TG werd
gelyncht.
Door Tiberius Gracchus. Limiet voor de omvang van
de grond in het bezit van één familie. Indien
overtreden => onteigend. Vrijgekomen grond wordt
onder armen verdeeld, zo heeft iedereen een
minimum aan grond. Het ging vooral om de ager
publicus die de grondadel zich hadden toegeëigend
tijdens de expansie.
Broer van TG. Probeerde met gelijkaardig politiek
programma het volk gunstig te stemmen maar werd
eveneens vermoord.
Politieke strategie: traditionele politiek: beperkte
groep van aristocratische families hadden de
(politieke) touwtjes in handen
Nieuwe politiek: in de gunst van de massa/het volk
zetten om verkozen te worden voor hogere
magistraatfuncties
Juvenalis
Tiberius Gracchus (†133 v.C.)
De akkerwet
Gaius Gracchus (153-121vC)
Optimates
Populares
Hoofdstuk 20
De burgeroorlogen luiden het einde van de
republiek in.
Burgeroorlog
Politieke spanningen in de 1e eeuw v.C .
Politieke knokploegen.
Grof: tss optimates en populares
Was een equites: rijke handelaar.
Prototype van de ‘nieuwe man’: ° op het platteland,
niet aristocraat
Via huwelijk opgewerkt.
Grote militaire reputatie
Voerde belangrijke legerhervorming door.
Door G. Marius
Ipv dienstplicht en zelf voor de uitrusting te moeten
zorgen werd het een vrijwilligersleger die soldij
kregen.
 Beroepsleger
 Leger werd ook politiek macht
(zie legerhervorming)
Generaal op rust.
Kregen als beloning een stuk grond in een Romeinse
kolonie.
Opvolger van Marius.
patriciër (wél aristocraat)
Gaius Marius (157-86 v.C)
Legerhervorming
Beroepsleger
Veteraan
Sulla
Bondgenotenoorlog
Mithridates van Pontus
Eerste burgeroorlog (88-82 v.C)
Proscriptielijsten
Dictator
Gnaeus Pompejus (106 – 48 v.C.)
Slavenopstand (73-71 v.C)
Spartacus
Gaius Julius Caesar (100-44 v.C)
Marcus Licinius Crassus (115-53 v.C.)
Eerste triumviraat
Actief geweest in de Bondgenotenoorlog
Bondgenoten, bevoorrechte steden en onderworpen
steden waren in opstand gekomen tegen Rome om
een beter statuut te eisen.
 Alle vrije inwoners ten zuiden van de Po
kregen Romeins burgerrecht
Had aantal Romeinse vestigingen bezet op de KleinAziatische kust
Sulla stond op het punt om te vertrekken naar
Mithridates toen de expeditie op het laatste moment
aan Marius werd toegewezen.
Sulla trok met zijn soldaten naar Rome en onder
militaire druk kreeg hij de expeditie terug. Terwijl hij
weg was maakte Marius daar gebruik van om al wie
Sulla gesteund had van kant te maken. Tegen dat
Sulla terugkwam was Rome door Marius en de zijnen
geplunderd.
Daarop nam Sulla dan weer wraak door al diegenen
die verdacht werden van sympathie voor Marius op
proscriptielijsten te plaatsen. Deze
vogelvrijverklaarden werden zonder enige vorm van
proces terechtgesteld.
Sulla stelde politiek orde op zaken en riep zichzelf uit
tot dictator.
Lijsten van vogelvrijverklaarden
(zie ook ‘Eerste burgeroorlog’)
Alleenheerser.
Bestond vroeger al in tijden van crisis maar met
tijdsbeperking (6maand)
Niet bij Sulla.
Had op zijn 23e al een eigen leger.
Haalde veel militaire overwinningen als
legeraanvoerder onder Sulla
 Agnomen ‘Magnus’ (de Grote)
Hielp slavenopstand onderdrukken
Werd consul in 70 v.C en gaf meer zeggenschap aan
de volksvergadering en volkstribuun ( in de gunst
van het volk)
Reorganiseerde provincia Asia
Veroverde Syrië ( provincia)
Bracht Jeruzalem en Palestina onder Romeinse
controle
Olv Spartacus
Leidde de slavenopstand
Nieuwe politieke favoriet tijdens afwezigheid van
Pompejus.
Werkte samen met Pompejus en Marcus Licinius
Crassus: eerste triumviraat.
Werd consul
Veroverde Gallia Cisalpin, Illyricum, Gallia
Narbonensis, uiteindelijk heel Gallië
Schreef ‘De Bello Gallico’
Vormde samen met Pompejus en Caesar het eerste
triumviraat.
Caesar, Pompejus en Crassus.
Louter een onderhandse afspraak tot
De Bello Gallico
Rubico
Tweede burgeroorlog (49-48 v.C.)
Cleopatra
‘Veni, vidi, vici’
Politieke moord
Marcus Junius Brutus
Caius Cassius Longinus
Derde Burgeroorlog (44-27 v.C)
Marcus Antonius (82-30 v.C)
Marcus Aemilius Lepidus († 13/12 v.C.)
Gaius Octavius
Tweede triumviraat
Slag bij Actium
27 v.C.
Cicero
machtsverdeling.
Vervulden om beurten de hoogste
magistraatfuncties.
Waakten over te grote individuele ambities van hun
partners
Propagande van Caesar over zijn veroveringen in
Gallië.
Grensrivier tussen mandaatgebied van Ceaser en het
Italische gebied (bestuurd door de Senaat en de
consul
Toen Caesar bevel tot ontwapen negeerde en de
Rubico overstak op weg naar Rome
Caesar verbleef bij haar in Egypte, waarna hij orde op
zaken stelde in Provincia Africa en aan de Pontus
Had relatie met Marcus Antonius, die bijna Rome
uitleverde aan Egypte, maar Octavianus won
Lett: ‘ik kwam, ik zag, ik overwon’
Uitspraak van Caesar toen hij orde op zaken stelde bij
de Pontus
Werd gebruikt om politieke tegenstanders uit te
schakelen.
Vermoordde Caesar samen met Gaius Cassius
Longinus
Vermoorde Caesar samen met Brutus.
De politieke tegenstanders van Caesar hadden zijn
populariteit onderschat en zijn moordenaars kregen
heel het volk tegen zich.
Eerste van de drie figuren die op de voorgrond traden
tijdens de derde burgeroorlog.
Strijdmakker van Caesar.
Was nooit in publiek met de samenzweerders van de
moord gezien: voordeel van de twijfel
Was consul dus had alle macht.
Tweede figuur op de voorgrond.
Had bestuurd over provincies Spanje en Gallia
Narbonensis.
= Gaius Julius Caesar [Octavianus]
!!! = Augustus !!!
Neef van J.C, werd door J.C geadopteerd als zoon
Kreeg grootste deel van de erfenis van Caesar
Officiële machtsdeling
Elk kreeg een gebied:
 Octavianus: west-Romeinse Rijk
 Marcus Antonius: Oost-Romeinse Rijk
 Lepidus: Africa
Octavianus versloeg Egyptische vloot.
Marcus Antonius en Cleopatra †
Octavianus legde al zijn bijzondere bevoegdheden
neer: einde van de Republiek
(begin Romeinse Keizers)
Romeins redenaar en politicus
Schreef over deze periode.
Hoofdstuk 21
Augstus regeert als princeps over het
Romeinse Rijk
Augustus
Lett: ‘de verhevene’
= Octavianus, neef/zoon van J. Caesar
Propaganda voor Augustus
Was een ‘politiek testament’ dat hij zelf schreef:
beschrijving van het hij Rome heeft doen herleven na
de crisis van de burgeroorlogen.
Dichter die propaganda schreef voor Augustus
Dichter die propaganda schreef voor Augustus
Steunde materieel de dichters
Antieke geschiedschrijver
Antieke geschiedschrijver
Lett: ‘de vader des vaderlands’
Eretitel die Augustus kreeg voor uitzonderlijk
verdienstelijke burger.
Titel die Augustus kreeg
‘bevelhebber van het leger’
Augustus kreeg als consul de belangrijkste
grensprovincies.
De Senaat kreeg de gepacificeerde provincies
Lett: ‘de eerste burger’
Titel voor Augustus
Gaf hem net als de andere titels macht.
Oorspronkelijke lijfwacht van de praetor
Elite-legioen van 4 500 man.
Titel voor Augustus, om aan te duiden dat hij
alleenheerser was.
Ook de opvolgende keizers droegen de titel Caesar,
als eerbetoon aan Julius Caesar van wie ze allemaal
door adoptie afstamden.
 ‘keizer’ is afgeleid van Caesar
 Emperor (Eng.) < imperator
Term voor regeringsvorm van Augustus
Stiefzoon van Augustus die hem opvolgde.
Toegangsweg tot Rome
Lett: ‘De Romeinse Vrede’
Twee eeuwen van vrede in Romeinse Rijk
Relatieve rust, met wapens afgedwongen.
Elke opstand werd neergeslagen.
Res Gestae Divi Augusti
Publius Vergilius Maro
Quintus Horatius Flaccus
Gaius Cilnius Maecenas
Suetonius
Tacitus
Pater Patriae
Imperator
Keizerlijke en senatoriële provincies
Princeps
Praetoriaanse Wacht
Caesar
Principaat
Tiberius
Ara Pacis
Pax Romana
Hoofdstuk 22
Bloei en verval van het Romeinse Rijk
Tiberius
Praetoriaanse wacht
Caligula
Opvolger van Augustus
Zie hoofdstuk 21
Opvolger van Tiberius
Claudius
Nero
Flavische dynastie
Adoptiefkeizers
Claudius
Britannia
Vespasianus & Titus
Triomfboog van Titus
Diaspora
Germania
Limes
Trajanus
Zuil van Trajanus
Parthen
Hadrianus
De Muur van Hadrianus
Marcus Aurelius
Soldatenkeizers
Muur van Aurelianus
Diocletianus
Dominus
Dominaat
Tetrarchie
Constantijn de Grote
Opvolger van Caligula
Opvolger van Claudius
Vespasianus en Titus
Keizers die als zoon geadopteerd waren en daarom
opvolgers waren
 Trajanus
 Hadrianus
 Marcus Aurelius
Keizer
Veroverde Britannia
Veroverd door Claudius
Vader en zoon
Keizers
Onderdrukten opstand in Judea, verwoestten de
Joodse tempel
Beeldhouwwerk waarin gebeurtenissen werden
vastgelegd.
Joodse diaspora
Verspreiding van de joden, Jeruzalem was verwoest.
Veroverde door Domitianus.
Kunstmatige grensversterking: grachten, wallen,
palissades.
Veroverde Dacië (Roemenië)
Beeldt de verovering van Dacië uit.
Volk dat Trajanus probeerde te veroveren. Hij won
met veel moeite en na zijn dood moest het gebied
weer worden prijsgegeven.
Bouwde limes in noorden van Britannia
= Hadrian’s Wall
De limes in N-Britannia.
Grensoorlog aan de Donau
Standhouden maar met moeite
Romeinse Rijk had limiet bereikt.
Keizers die door hun legioenen naar voor geschoven
werden als kandidaat voor het keizerschap.
Muur rond Rome (vanaf 271)
19 km
Hervormingen:
 Herstelde orde aan de grenzen
 Reorganisatie van belastinginning
Keizer: Dominus (ipv princeps)
Titel van de keizer
Toonde dat keizer definitieve alleenheerser was
Keizer als effectieve alleenheerser.
Keizer had medekeizer die deel vh Rijk regeerde
Beide keizers hadden elk mederegent.
Opnieuw alleenheerser
Griekse polis Byzantion wordt Constantinopel.
Theodosius
Splitsing van Oost- en West-Romeinse Rijk
476
Oostelijk deel van het rijk
313: godsdienstvrijheid voor de christenen.
Controleerde zo de uitbouw van de Kerk
Keizer
In 395
Na dood van Theodosius
Oost-Romeinse Rijk bleef christelijk keizerrijk tot 1453
Keizer Romulus Augustulus werd afgezet.
Definitieve einde van West-Romeinse Rijk
Hoofdstuk 23
Religie bij de Romeinen
Traditionele Romeinse religie
Animisme
Animisme
Alles is bezield, alles heeft een geest. Elke geest en
god moet gunstig gestemd worden door offers.
Een god word als menselijke figuur voorgesteld.
Er zijn meerdere goden.
Voorgeschreven riten moesten punctueel op de juiste
plaats op het juiste moment uigevoerd worden om de
god/godin gunstig te stemmen.
Mannelijke beschermgeest
Vrouwelijke beschermgeest.
Hier offerde men voor de beschermgeesten
Beschermgeest van de hele familia: beschermen het
huis en het territorium van de familia
Beschermgeest van de familia: beschermen de
huisvoorraad en de haard.
Drie hoofdgoden van de staat.
Lares en penates op niveau van de staat.
Jupiter, Juno & Minerva
Een van de drie hoofdgoden van de staat
Tempel op het Capitool
Ook wel: Jupiter Capitolinus of Jupiter Optimus
Maximus.
Waakt over de staat en de wetten.
Vgl: Zeus bij de Grieken
Statige man met baard
Adelaar en bliksemschicht.
Een van de drie hoofdgoden van de staat
Tempel op het Capitool
< Etruskische Uni
Licht- en maangodin
Echtgenote van Jupiter
Beschermde de vrouwen en hun vruchtbaarheid
Juno Moneta: beschermde muntslag;
(moneire: waarschuwen: Juno Moneta:
waarschuwster voor valsmunterij)
Vgl: Griekse Hera
Antropomorf
Polytheïsme
Ritualistisch
Genius
Juno
Huisaltaar (lat: Lararium)
Lares (enkv: lar)
Penates
Trias
Jupiter
Juno
Minerva
Vesta
Vestatempel
Vestaalse maagden
Mars
Marsveld
Venus
Neptunus
Diana
Vulcanus
Ceres
Pluto
Bacchus
Mercurius
Janus
Apollo
Een van de drie hoofdgoden van de staat
Tempel op het Capitool.
< Etrusken (wss)
Beschermster van de stad, vnl: ambachtslieden en
handwerkers
Vgl: Griekse Athena.
Haardgodin
Beschermster van de voorraden
Vestatempel
Voor vesta
Volgens traditie al door Numa Pompillius gebouwd.
Eeuwig brandend vuur van Rome
Bewaakt door Vestaalse maagden.
6: Bewaakten het vuur in de Vestatempel.
Waren 30 jaar in dienst, moesten maagd blijven
Indien niet: levend begraven.
Meisjes werden nog voor puberteit uitgekozen.
Nauwgezet uitvoeren van taken = garantie voor het
welzijn van Rome
Aard- en vegetatiegod (oorspronkelijk)
Bewaakte akkers en vee  militair karakter 
beschermer van Romeins leger
Vgl: Griekse oorlogsgod Ares
Legerterrein dat de Romeinen als oefenterrein
gebruikten
Genoemd naar oorlogsgod Mars
Liefdesgodin
Vgl Gr Afrodite
Watergod
Vgl: Gr Poseidon
Maangodin, woont in heilige woud
Vgl: Gr Artemis
Vuurgod
Vgl: Gr Hephaestus
Beschermd Romeinse graanvoorraden
Vgl: Gr Demeter
Beheerde de onderwereld
Vgl: Gr Hades
God van de wijn/feesten
Vgl: Gr. Dionysus.
God van de handel, handelaars en reizigers
Reisstaf, gevleugelde voeten, gevleugelde helm,
goedgevulde beurs
Vgl: Gr Hermes
Typisch Romeinse god
God van begin en einde, toekomst en verleden
Twee gezichten.
Via Cumae naar Rome gebracht
Orakelgod, god van de geneeskunde
Aesculapius
Lupercalia
Saturnalia
Lustrum
Auspicium en haruspicium
Cumae
Sibille
Sibillijnse boeken
Pontifex Maximum
Mysteriegodsdiensten
Cybele
Magna Mater
Isiscultus
Mithrascultus
Mithraeum
Keizercultus
Divus Caesar
Genius
Apotheose
Divus Augustus
Sol Invictus
Jezus Christus
Petrus en Paulus
Romeinse versie van Asclepius
Op Tibereiland
Naar Rome gebracht na pestepidemie
Wolvenfeest, 15 februari
Vruchtbaarheidsfeest
Als wolven verkleed
Carnavalsfeest, midden december
Rollen werden omgedraaid;
Vijfjarig wijdingsfeest.
Overgenomen van de Etrusken
Waarzeggerij
(Zie 2.5 en 15.2)
Belangrijkste Romeinse orakelplaats
Romeinse waarzegster (vgl: Griekse Pythia)
Deed haar profetieën bij de orakelplaats
Boeken waarin de profetieën van de Sibille
opgetekend werden.
Opperpriester van de staat
Voerde zoals de pater familias thuis, de offers voor de
staat uit.
In de keizertijd was dit de keizer zelf.
Men moest een vormingsperiode ondergaan en
ingewijd worden om te mogen deelnemen.
Frygische vruchtbaarheidsgodin
Mysterie-cultus.
Lett:’ Grote Moeder’
Cultus van Cybele toen ze officieel werd.
Cultus van Isis < Egypte
Mithras: Perzische zonnegod.
Vooral populair onder de soldaten
Zonnecyclus
Plaats waar ingewijden in de mithrascultus
samenkwamen.
Keizers werden (eerst) na hun dood, en (daarna)
tijdens hun leven als een god vereerd
Lett ‘ vergoddelijkte keizer’
Eerste: Caesar, na zijn dood.
Omdat het moeilijk lag in Rome om een keizer al
tijdens zijn leven als een god te vereren werd niet de
keizer zelf maar zijn genius vereerd
Het ten hemel dragen
Keizer werd na zijn dood via de apotheose in de
godenwereld opgenomen
De god Augustus, de vergoddelijkte keizer Augustus.
Lett: ‘de onoverwinnelijke zon’
Zoon van God
Vanaf 1e eeuw n.C.
Hun marteldood wordt als eerste christenvervolging
gezien.
Marteldood
Catacomben
Monotheïsme
Diocletianus
Constantijn de Grote
Edict van Milaan
Concilie van Nicaea
Bisschoppen
Aartsbisschoppen
Paganus
Theodosius
Staatsgodsdienst
Sterven voor je godsdienst.
Ondergrondse begraafplaatsen van de christenen.
Geloof in één god.
Vervolgde de christenen.
Opvolger van Diocletianus.
Godsdienstvrijheid in 313, edict van Milaan
‘eerste christelijke keizer’ : liet zich wss (pas) op zijn
sterfbed dopen.
313
CdG gaf de christenen godsdienstvrijheid.
325
Door CdG bijeengeroepen: einde aan de theologische
disputen binnen christendom
 Één leer en één Kerk
In de belangrijke steden
In de provinciehoofdsteden.
‘plattelandsbewoner, heiden’
Christendom vooral in steden, plattelandsbewoners
niet  heidenen in de christelijke ogen.
392 of 394
Maakte christendom staatsgodsdienst
De traditionele Romeinse godsdienst werd zelfs
verboden
Christendom als enige (en ‘verplichte’) geloof in
Rome
Hoofdstuk 24
De bouwkunst van het Romeinse Rijk
Representatieve gebouwen
Forum Romanum
Marsveld
Gebouwen als representatie van macht en aanzien
Centrale plein in Rome
Oefenterrein van het leger
Genoemd naar oorlogsgod Mars
Hoe een Romeins gebouw er moet uitzien
Opgetekend door architect Vitruvius
Constructie < Etrusken
Maakten grotere constructies mogelijk omdat de
verticale druk worde afgeleid.
Boog waaronder keizer binnenkwam als ie een grote
veldslag, oorlog, … gewonnen had.
Je moest wel een minimum aan vijandige slachtoffers
gemaakt hebben
Uitbreiding van de rondboog. Zo konden ook grotere
ruimtes overspannen worden.
Zij bakten echt hun stenen (lieten ze niet drogen in de
zon zoals Mesopotamië en Egypte)
Hadden dus grotere weerstand.
Mengeling van zand, water en pozzolaanaarde.
Romeinse bouwcanon
Rondboog
Triomfboog
Gewelfbouw
Bakstenen
Beton
Opus testaceum
Vestatempel
Tholos
Fortuna Virilis
Maison Carrée
Pantheon
Rostra
Curia
Basilica
Keizersfora
Markten van Trajanus
Domus Aurea
Mausoleum van Augustus
Mausoleum van Hadrianus
Romeinse theater
Theater van Marcellus
Amfitheater
Amfitheatrum Flavium
Circus Maximus
Thermen
Techniek waarbij beton in een bakstenen bekisting
werd gegoten als constructie-element.
Op forum Romanum
Eerste tempels waren rond
Ronde tempel
= Portunus
Beschermgod van de Tiberhaven.
In Nîmes (Fr.)
Zuilen zijn er niet langer: halfzuilen of pilasters
worden tegen volle muren aangebouwd.
Ultieme voorbeeld van Romeinse architectuur
Veel typerende elementen in één gebouw.
Spreekgestoelte op het Forum Romanum
Vergaderplaats voor de senatoren
Zou al door Tullius Hostilius (de 3e koning) gebouwd
zijn
Grote rechthoekige zaal
Voor ruim publiek
(Basisvorm voor latere kerken)
Keizers lieten nieuwe fora bouwen (forum romanum
was vol)
Voorbeeld van keizersforum
Alle functies:
 Ontmoetingsplein
 Portieken
 Basilica voor vergaderingen en rechtszaken
 Tempel voor de goddelijke keizer
 Winkelcentrum
Tegen want van de Quirinaal
5 verdiepingen
Lett: ‘Gouden Huis’
Paleis van Nero
Keizersgraf
Vaak monumentale bouwwerken
Pag 127
Burcht voor pausen in onrustige tijden 
Engelenburcht.
Basis: Grieks
Door rondbogen midden in de stad
Halfronde orchestra afgesloten door hoge
scènemuur.
p. 128
Voor gladiatorengevechten en ander (boertige)
spektakels
= Collosseum
Voor paardenrennen
Op de vlakte tussen de Palatijn en de Aventijn
Afgesloten met Triomfboog van Titus
Warmwaterbaden
Cloaca Maxima
Latrine
Aquaducten
Romeinse wegen
Ondergrondse riolering om afvalwater uit Rome naar
de Tiber te voeren
Ook de latrines waren hierop aangesloten
Openbare toiletten
Boven-en ondergrondse waterleidingen. Zorgden
voor de aanvoer van vers, zuiver water
Technisch heel hoogstaand
Hoofdstuk 25
Aspecten van het dagelijks leven bij de
Romeinen.
Tunica
Basiskledingsstuk voor de Romeinen
2 rechthoekige lappen wollen stof
Bovenaan vastgenaaid of bijeengehouden door
fibulae
Rond de middel een gordel
Speld om de tunica samen te houden bij de
schouders.
Dikkere wollen doek die als mantel over de tunica
kon worden gedragen.
Voor de hogere status
Één groot, halfrond doek
Hoge kwaliteit
4 à 6 m breed
Volgens strikte voorschriften rond de schouders
gedrapeerd
Als een jongen volwassen werd legde hij zijn
kinderkleding af en droeg zijn eerste toga.
Voor de Senators
Wit met purperen boord
Vrouwelijke variant van de tunica
Tot op de grond
Manteldoek voor over de stola
Fibulae
Pallium
Toga
Toga virilis
Toga praetexta
Stola
Palla
Hoofdstuk 26: zie pag. 138 en bundel Bavay-Velzeke
Download