Hoofdstuk 15 Rome: een bescheiden begin aan de Tiber Begrip Te beginnen vanaf pagina 81 Uitleg Thyrrheense Zee Ionische Zee Adriatische Zee Povlakte Gallia Cisalpina Van west naar oost de natuurlijke grenzen van het Italiaanse schiereiland. Campanië Magna Graecia Middellandse Zeeklimaat Via Salaria Het Capitool De Palatijn Cicero Hineininterpretierung Aeneas Ascanius (= Julus in het Latijn) Numitor Rhea Silvia Mars Wolvin Auspicium maiorum Augur haruspex Auspicium minorum 753 v.C. (21 april) Vergilius Alluviale vlakte in het noorden van Italië Lett: ‘Het gebied van de Kelten aan deze kant (: Romeinse kant) van de Alpen De vruchtbare Povlakte in het noorden Vruchtbare vlakte aan de golf van Napels. Vruchtbaar door vulkanisch materiaal van de Vesuvius. (zie verder?) Het klimaat dat heerst in het grootste deel van Italië De zoutweg, die van de zoutpannen aan de kust ten noordwesten van Rome naar de nederzettingen in de Albaanse bergen liep en op de plek waar Rome ontstond de Tiber overstak. Heuvel van Rome Heuvel van Rome (schrijver?) De interpretatie van Cicero: Romulus getuigde van een zeer strategisch inzicht om Rome te stichten op de plaats waar de wereldstad zich nu bevond. Een Trojaanse held kon na de Trojaanse oorlog ontsnappen. Na jaren zwerven kwam hij aan op de kust van Latium, waar hij met Lavinia trouwde Stichtte ter ere van haar Lavinium Zoon van Aeneas die samen met zijn vader kon ontsnappen. Stichtte de stad Alba Longa Koning van de stad Alba Longa (vele generaties na Julus). Werd door zijn broer Aemulius van de troon gestoten Dochter van Numitor Werd een Vestaalse maagd gemaakt omdat Aemulius niet wou dat er via zijn broer nog nakomelingen op de wereld zouden komen. God Maakte Rhea Silvia (toch) zwanger Tweeling Moest hen van Aiemulius in de Tiber gooien Vond de tweeling in het mandje en zoogde hen. De augur observeerde de vlucht van vogels om daaruit de wil van de goden af te leiden Priester die het auspicium uitvoerde Voerde de auspicium minorum uit De wil van de goden word afgelezen uit de ingewanden van geofferde vogels. Stichtingsdatum Rome Latijnse dichter (1e eeuw v.C) Aeneis Julische geslacht Ovidius Titus Livius Epoche Cloaca Maxima Regia Vestatempel Muur van Servius Tullius Hoofdstuk 16 epos van Vergilius Afstammelingen van Julus Dichter (1e eeuw v.C – 1e eeuw na C) Geschiedschrijver (1e eeuw v.C – 1e eeuw n.C.) Schreef Ab urbe Condita: geschiedenis van Rome vanaf de stichting tot zijn tijd (ten tijde van keizer Augustus) Grote riool die overtollig water (van de Palatijn) afvoerde naar de Tiber Verblijfplaats van de koningen op de heuvel (zie verder) Ten laatste in de 4e v.C. werd het hele gebied (de zeven heuvels) ommuurd door één stadsmuur. Rome onder de koningen (8e eeuw v.C. – 509 v.C) Sabijnse maagdenroof Virtus, pietas en fides Familia Pater familias Romeinse naamgeving Praenomen Agnomen Nomen Cognomen Gens (mv. gentes) Res publica Patriciërs Plebs Mythologie die verwijst naar de vroege groei en de etnische samenstelling van de stad. Moed, toewijding ent rouw ten aanzien van de goden en de Romeinse staat: Romeinse morele waarden Sociale structuur, olv pater familias Hele huishouden: vrouw, kinderen, hele patrimonium, incl. slaven Hoofd van de familie, Mannelijk Elke mannelijke Romein had minstens drie à vier namen. Hieruit kon men de sociala status en de familia waartoe hij behoorde aflezen Voornaam Individuele naam Eerste naam Bijnaam Facultatief Verwijst naar bijzonder uiterlijk kenmerk of belangrijke verdienste Vierde naam Verwijst naar sociale positie: de gens Tweede naam Verwijst ook naar sociale status: de familia Derde naam Lett: ‘geslacht’ Verzameling van familiae die teruggingen op één en dezelfde stamvader Publieke leven, eveneens met duidelijke sociale stuctuur Sociale elite Grootgrondbezitters Legitimatie van sociale positie obv afstamming Rest van de vrije bevolking Sloten zich vaak aan bij een patriciërs omdat die Patronus Cliens Slaven Vrijgelatenen Romeinse koningen (rex) Regia Numa Pomilius Tarquinus Superbus Senaat Curia Volksvergadering Comitium economisch sterker stonden en dus meer te zeggen hadden. (baas)(beschermer) Zorgde voor zijn clientes en verzekerde zich daardoor van hun steun en dit leverde hem prestige voor zijn politieke carrière Aanhangers van een patronus Konden rekenen op materiële en juridische bijstand van hun patronus Persoon die beschouwd werd als materieel bezit van een andere persoon. Eigenaar kon erin toestemmen om slaaf vrij te laten, of zich vrij te kopen Speciale categorie Waren persoonlijk vrij, maar hadden geen burgerrechten. Hadden de functies van opperpriester, opperrechter en opperbevelhebber Werden voor het leven gekozen Op het forum Waar de Romeinse koningen verbleven Eerste koning van Rome Grondlegger van aantal Romeinse riten en gebruiken Zou Vestatempel op het forum hebben gebouwd Laatste koning van Rome Werd omwille van machtsmisbruik door het Romeinse volk in 509 v.C. afgezet Stond koning bij Gaf raad Aanvankelijk wellicht samengesteld uit oudste patres familias van de patricische gentes Senaatsgebouw Waar de senaat vergaderde (oudste: Curia Hostilia, genoemd naar koning Tullius Hostilius. Tijdens zijn regering zou de eerste curia gebouwd zijn) Samengesteld uit overige patres familias van de patricische families die niet in de Senaat zetelden Plaats waar de volksvergadering samenkwam. Rond, open plein, voor de curia Hoofdstuk 17 De Romeinse Republiek (509 – 27 v.C.) Tarquinus Superbus Laatste koning, verdreven omdat hij zijn macht misbruikte Staatssysteem Verraad een wantrouwen jegens persoonsgebonden en onbeperkte macht Beheer van de staatsbelangen Gekozen functionarissen oefenden gezag uit Werden geadviseerd en gecontroleerd door de Senaat Gelegitimeerd door de Volksvergadering (althans in Romeinse Publiek Res Publica Consul Vetorecht Pontifex Maximus Toga praetesta Lictores Fasces Dictator Cursus honorum Questor Aediel Praetor Pontifex maximus Censor theorie) Twee consuls vervingen de koning Ambtstermijn: één jaar Om beurt één maand actief Andere controleert Hadden vetorecht Hoogste bestuurde Opperbevelhebber van het leger In theorie ook de hoogste rechterlijke macht, maar in praktijk lag die bij de praetoren (zie verder) Lett: ‘ Ik verbied’ De opperpriester Oefende de priesterlijke functie uit. Mogelijke stap in de cursus honorem (niet verplicht) Fel geambieerd Bepaalde kalender en gang van rituelen ( veel invloed) Purperen boord Toga van de magistraten bij officiële gelegenheden Voorafgegaan door twaalf lictores Symbool voor magistraten met gezag Hoe meer lictores, hoe meer gezag Ceremoniële ordehandhavers Droegen in een roedenbundel gewikkelde bijl Teken dat de magistraat besliste over leven en dood De bijl die gewikkeld was in een roedenbundel Regeerde in uitzonderlijke omstandigheden Was alleenheerser, met onbeperkte macht Werd aangeduid door de Senaat Maximum zes maanden Bepaalde in welke volgorde de politieke carrière van een mannelijk Romeins burger moest verlopen Bepaalde vanaf welke leeftijd bepaalde magistrale functies konden worden uitgeoefend Eerste stap van de cursus honorum Pas na aantal jaren legerdienst Vanaf 25 jaar Aanvankelijk vier, later tien Functie bij de schatkist Controleren van betalingen en inkomsten van belastingen Administratie Volgende stap Vier Verantwoordelijk voor openbare ruimte: aanleg, onderhoud van openbare gebouwen, organisatie van markten en feesten Volgende stap Hoogste juridische gezagsdragers Vaak eerste vertegenwoordiger van de consul Eerst twee (stad/platteland), later tien Na praetor: propraetor: bestuur van een provincie Zie hoger Na consul Om de vijf jaar Senaat Nobiles Equites Senatus Populusque Romanus (SPQR) Comitia Centuriata Comitia Tributa Tribus Comitium Lex Hortensia “Uitwijking naar de Heilige Berg” Volkstribuun Vetorecht Wet der Twaalf Tafelen Equites Nobiles ‘éminence grise’ Recht om burgers uit te sluiten uit de politiek en uit het openbare leven Stelden de Senaat samen Adviesorgaan Leden voor het leven benoemd Steeds groter, er kwamen steeds magistraten bij In principe niet langer exclusief patricisch Ambtsadel Kleine kring van aloude Romeinse families Geldadel Nieuwe rijken Beperk aantal Beperkten hun invloed tot de coulissen Lett: ‘De Senaat en het Romeinse volk’ Één van de twee belangrijkste volksvergaderingen. Ingedeeld volgens cijnsklassen Eerste klasse, allerrijksten, onderverdeeld in 98 centuriën met elk één stem Andere volksvergadering Besliste over oorlog en vrede, moest wetten goed- of afkeuren Stemming per tribus Gaat terug op de oude stamverbanden binnen Rome Tijdens republiek: geografische kieskringen (3 in de stad, 31 op platteland) Openbare plaats, waar de stemming gebeurde. 287 v.C. Besluiten van de Volksvergadering waren ook rechtsgeldig zonder de goedkeuring van de Senaat. Opstand van de plebejers Begin 5e eeuw voor Chr. Gevolg: voortaan konden de plebejers jaarlijks twee volkstribunen kiezen (later tien) Kijkt nauwlettend toe of de politiek van de magistraten en de Senaat niet botste met de belangen van het volk. Het recht om iets te verbieden. Veto: ‘ik verbied’ 451 voor Chr. Romeinse wet werd op schrift gesteld. Het doorbrak de monopolie van de patriciërs die voordien de enige waren die toegang hadden tot de wet. Rijke plebejische geldadel Nieuwe stand Samensmelting van rijke plebejers met oude patricische grondadel Hoofdstuk 18 Rome wordt de machtigste staat in het Middellandse Zeegebied Bellum uistum Lett: “Rechtvaardige oorlog” Eerste oorlogen, gericht tegen mogelijke agressors en met eigen veiligheid als prioriteit Imperialisme Triomftocht Latium Latijnse Bond Sabijnen “De Ganzen van het Capitool” Etrusken Umbriërs Samnieten Pyrrhus van Epirus Een Pyrrhusoverwinning Magna Graecia Bondgenoot Bevoorrechte steden Divede et empera Heirbanen Via Appia Via Aurelia Via Flaminia “Alle wegen leiden naar Rome” Ostia Kolonie (lat: Colonia, coloniae) Romanisering Diadochenrijken Carthago Dido Puniërs Eerste Punische oorlog Provincie (lat: provinicia, provinciae) Tocht door politieke en sacrale centrum van Rome Indien je een grote overwinning op het slachtveld had behaald met minimum 5.000 vijandelijke slachtoffers gebied in Italië (?) Verbond van Rome en naburige steden. Italisch bergvolk Verhaal ivm Rome bijna veroverd door Kelten (zie documentenbundel?) Volk Volk Volk Koning van Noord-Griekenland Verpletterde de Romeinen bij Tarente Een moeilijke overwinning Lett: ‘groot Griekenland’ Noorden van Griekenland onder Romeinse controle Veroverd gebied door Romeinen Hadden vrij verregaande autonomie, moesten geen belastingen betalen, wel troepen leveren. Genoten volledig Romeins burgerrecht Lett: “Verdeel en heers” Elke stad kon hopen op Romeinse promotie maar opstandige steden moesten vrezen voor degradatie (en dus minder autonomie en meer betalen) Militaire wegen Werden aangelegd om controle op veroverde gebieden te versterken Oudste heirbaan Vanaf 312 voor Chr. Censor Appius Claudius Strijd tegen Samnieten Rome – Capua – Beneventum – Tarente – Brindisi Heirbaan Rome – Tyrrheense kust Rome – Adriatische kust Uitdrukking afkomstig van de heirbanen die van Rome vertrekken Haven Aanleg daarvan creëerde voor de Romeinen ook een uitweg over zee Officiële stichtingen van nieuwe nederzettingen door de Romeinse staat in veroverd gebied Verspreiding van Romeinse taal en gewoontes Zie 12.4 Grootmacht in het westelijk bekken van de Middellandse Zee Lett: “de vluchtende” Zou Carthago gesticht hebben Poeni Latijnse naam voor de Carthaagse Feniciërs 264 vc – 241 vc Sicilië kwam onder Romeinse controle Lett: “wingewest” Proconsul Tweede Punische oorlog Titus Livius Hannibal Cannae Scipio Slag bij Zama Scipio Africanus (major) Derde Punische oorlog Cato, Marcus Porcius “Overigens ben ik van mening dat Carthago moet worden verwoest” Scipio Africanus Minor Mare Nostrum Zo goed als rechteloos gebied onder controle van de Romeinen Bestuurde de provincie 218 vc – 201 vc Zie 15.2 Beschreef de tweede Punische oorlog Carthaagse generaal die vocht in tweede Punische oorlog Gebruikte olifanten Plaats waar Romeinse leger tijdens de tweede Punische oorlog een verpletterende nederlaag leed Generaal Publius Cornelius Scipio Verlegde het front tijdens de 2e PO naar Spanje 202 v.C Scipio versloeg uiteindelijk de Carthagers Twee nieuwe provincies o Provincia Hispania citerior o Provincia Hispania ulterior Agnomen van Scipio, dankzij zijn successen in de 2e PO 149 vc – 146 vc Senator, sloot elke redevoering af met bekende uistpraak Uitspraak van Cato Afstammeling van S A major Lijfde Carthago in Provincia Africa Lett: ‘Onze Zee’ De Punische oorlogen leverden de Romeinen de controle over het westelijk bekken van de Middellandse Zee. Hoofdstuk 19 De veroveringen veranderden de Romeinse samenleving. Dienstplichtigen Verplicht om legerdienst te doen ‘Mattheuseffect’ De baten van een oorlog gingen steeds naar een kleine elitaire groep van grootgrondbezitters. De armen werden alleen maar armer. Grootgrondbezitters die de grond van de kleine, arme boeren opkochten en zo dus nog meer grond in bezit kregen Gemeenschappelijke weidegronden Latifundia (enkv. Latifundium) Ager publicus Plattelandsvlucht Verarmde boeren trokken naar de stad, op zoek naar een beter toekomst. Proletariërs Lett: ‘Zij die enkel hun kroost (proles) bezitten’. Fel verarmde burgers die nauwelijks of geen bijdrage leverden aan het economisch leven. Equites De geldadel, nieuwe rijken. Haalden financieel gewin uit de handel en het bankwezen Panem et circenses Brood en spelen. door brood en spelen te organiseren hielden de politici de verarmde proletariërs zoet. Zo hielden ze ze te vriend voor de verkiezingen. Satiredichter die de term ‘brood en spelen’ uitvond en in een hekeldicht beschreef hoe het volk ten tijde van de keizers door deze aanpak compleet was versuft. Hervormingsplan: de akkerwet Hervorming stootte op tegenstand en TG werd gelyncht. Door Tiberius Gracchus. Limiet voor de omvang van de grond in het bezit van één familie. Indien overtreden => onteigend. Vrijgekomen grond wordt onder armen verdeeld, zo heeft iedereen een minimum aan grond. Het ging vooral om de ager publicus die de grondadel zich hadden toegeëigend tijdens de expansie. Broer van TG. Probeerde met gelijkaardig politiek programma het volk gunstig te stemmen maar werd eveneens vermoord. Politieke strategie: traditionele politiek: beperkte groep van aristocratische families hadden de (politieke) touwtjes in handen Nieuwe politiek: in de gunst van de massa/het volk zetten om verkozen te worden voor hogere magistraatfuncties Juvenalis Tiberius Gracchus (†133 v.C.) De akkerwet Gaius Gracchus (153-121vC) Optimates Populares Hoofdstuk 20 De burgeroorlogen luiden het einde van de republiek in. Burgeroorlog Politieke spanningen in de 1e eeuw v.C . Politieke knokploegen. Grof: tss optimates en populares Was een equites: rijke handelaar. Prototype van de ‘nieuwe man’: ° op het platteland, niet aristocraat Via huwelijk opgewerkt. Grote militaire reputatie Voerde belangrijke legerhervorming door. Door G. Marius Ipv dienstplicht en zelf voor de uitrusting te moeten zorgen werd het een vrijwilligersleger die soldij kregen. Beroepsleger Leger werd ook politiek macht (zie legerhervorming) Generaal op rust. Kregen als beloning een stuk grond in een Romeinse kolonie. Opvolger van Marius. patriciër (wél aristocraat) Gaius Marius (157-86 v.C) Legerhervorming Beroepsleger Veteraan Sulla Bondgenotenoorlog Mithridates van Pontus Eerste burgeroorlog (88-82 v.C) Proscriptielijsten Dictator Gnaeus Pompejus (106 – 48 v.C.) Slavenopstand (73-71 v.C) Spartacus Gaius Julius Caesar (100-44 v.C) Marcus Licinius Crassus (115-53 v.C.) Eerste triumviraat Actief geweest in de Bondgenotenoorlog Bondgenoten, bevoorrechte steden en onderworpen steden waren in opstand gekomen tegen Rome om een beter statuut te eisen. Alle vrije inwoners ten zuiden van de Po kregen Romeins burgerrecht Had aantal Romeinse vestigingen bezet op de KleinAziatische kust Sulla stond op het punt om te vertrekken naar Mithridates toen de expeditie op het laatste moment aan Marius werd toegewezen. Sulla trok met zijn soldaten naar Rome en onder militaire druk kreeg hij de expeditie terug. Terwijl hij weg was maakte Marius daar gebruik van om al wie Sulla gesteund had van kant te maken. Tegen dat Sulla terugkwam was Rome door Marius en de zijnen geplunderd. Daarop nam Sulla dan weer wraak door al diegenen die verdacht werden van sympathie voor Marius op proscriptielijsten te plaatsen. Deze vogelvrijverklaarden werden zonder enige vorm van proces terechtgesteld. Sulla stelde politiek orde op zaken en riep zichzelf uit tot dictator. Lijsten van vogelvrijverklaarden (zie ook ‘Eerste burgeroorlog’) Alleenheerser. Bestond vroeger al in tijden van crisis maar met tijdsbeperking (6maand) Niet bij Sulla. Had op zijn 23e al een eigen leger. Haalde veel militaire overwinningen als legeraanvoerder onder Sulla Agnomen ‘Magnus’ (de Grote) Hielp slavenopstand onderdrukken Werd consul in 70 v.C en gaf meer zeggenschap aan de volksvergadering en volkstribuun ( in de gunst van het volk) Reorganiseerde provincia Asia Veroverde Syrië ( provincia) Bracht Jeruzalem en Palestina onder Romeinse controle Olv Spartacus Leidde de slavenopstand Nieuwe politieke favoriet tijdens afwezigheid van Pompejus. Werkte samen met Pompejus en Marcus Licinius Crassus: eerste triumviraat. Werd consul Veroverde Gallia Cisalpin, Illyricum, Gallia Narbonensis, uiteindelijk heel Gallië Schreef ‘De Bello Gallico’ Vormde samen met Pompejus en Caesar het eerste triumviraat. Caesar, Pompejus en Crassus. Louter een onderhandse afspraak tot De Bello Gallico Rubico Tweede burgeroorlog (49-48 v.C.) Cleopatra ‘Veni, vidi, vici’ Politieke moord Marcus Junius Brutus Caius Cassius Longinus Derde Burgeroorlog (44-27 v.C) Marcus Antonius (82-30 v.C) Marcus Aemilius Lepidus († 13/12 v.C.) Gaius Octavius Tweede triumviraat Slag bij Actium 27 v.C. Cicero machtsverdeling. Vervulden om beurten de hoogste magistraatfuncties. Waakten over te grote individuele ambities van hun partners Propagande van Caesar over zijn veroveringen in Gallië. Grensrivier tussen mandaatgebied van Ceaser en het Italische gebied (bestuurd door de Senaat en de consul Toen Caesar bevel tot ontwapen negeerde en de Rubico overstak op weg naar Rome Caesar verbleef bij haar in Egypte, waarna hij orde op zaken stelde in Provincia Africa en aan de Pontus Had relatie met Marcus Antonius, die bijna Rome uitleverde aan Egypte, maar Octavianus won Lett: ‘ik kwam, ik zag, ik overwon’ Uitspraak van Caesar toen hij orde op zaken stelde bij de Pontus Werd gebruikt om politieke tegenstanders uit te schakelen. Vermoordde Caesar samen met Gaius Cassius Longinus Vermoorde Caesar samen met Brutus. De politieke tegenstanders van Caesar hadden zijn populariteit onderschat en zijn moordenaars kregen heel het volk tegen zich. Eerste van de drie figuren die op de voorgrond traden tijdens de derde burgeroorlog. Strijdmakker van Caesar. Was nooit in publiek met de samenzweerders van de moord gezien: voordeel van de twijfel Was consul dus had alle macht. Tweede figuur op de voorgrond. Had bestuurd over provincies Spanje en Gallia Narbonensis. = Gaius Julius Caesar [Octavianus] !!! = Augustus !!! Neef van J.C, werd door J.C geadopteerd als zoon Kreeg grootste deel van de erfenis van Caesar Officiële machtsdeling Elk kreeg een gebied: Octavianus: west-Romeinse Rijk Marcus Antonius: Oost-Romeinse Rijk Lepidus: Africa Octavianus versloeg Egyptische vloot. Marcus Antonius en Cleopatra † Octavianus legde al zijn bijzondere bevoegdheden neer: einde van de Republiek (begin Romeinse Keizers) Romeins redenaar en politicus Schreef over deze periode. Hoofdstuk 21 Augstus regeert als princeps over het Romeinse Rijk Augustus Lett: ‘de verhevene’ = Octavianus, neef/zoon van J. Caesar Propaganda voor Augustus Was een ‘politiek testament’ dat hij zelf schreef: beschrijving van het hij Rome heeft doen herleven na de crisis van de burgeroorlogen. Dichter die propaganda schreef voor Augustus Dichter die propaganda schreef voor Augustus Steunde materieel de dichters Antieke geschiedschrijver Antieke geschiedschrijver Lett: ‘de vader des vaderlands’ Eretitel die Augustus kreeg voor uitzonderlijk verdienstelijke burger. Titel die Augustus kreeg ‘bevelhebber van het leger’ Augustus kreeg als consul de belangrijkste grensprovincies. De Senaat kreeg de gepacificeerde provincies Lett: ‘de eerste burger’ Titel voor Augustus Gaf hem net als de andere titels macht. Oorspronkelijke lijfwacht van de praetor Elite-legioen van 4 500 man. Titel voor Augustus, om aan te duiden dat hij alleenheerser was. Ook de opvolgende keizers droegen de titel Caesar, als eerbetoon aan Julius Caesar van wie ze allemaal door adoptie afstamden. ‘keizer’ is afgeleid van Caesar Emperor (Eng.) < imperator Term voor regeringsvorm van Augustus Stiefzoon van Augustus die hem opvolgde. Toegangsweg tot Rome Lett: ‘De Romeinse Vrede’ Twee eeuwen van vrede in Romeinse Rijk Relatieve rust, met wapens afgedwongen. Elke opstand werd neergeslagen. Res Gestae Divi Augusti Publius Vergilius Maro Quintus Horatius Flaccus Gaius Cilnius Maecenas Suetonius Tacitus Pater Patriae Imperator Keizerlijke en senatoriële provincies Princeps Praetoriaanse Wacht Caesar Principaat Tiberius Ara Pacis Pax Romana Hoofdstuk 22 Bloei en verval van het Romeinse Rijk Tiberius Praetoriaanse wacht Caligula Opvolger van Augustus Zie hoofdstuk 21 Opvolger van Tiberius Claudius Nero Flavische dynastie Adoptiefkeizers Claudius Britannia Vespasianus & Titus Triomfboog van Titus Diaspora Germania Limes Trajanus Zuil van Trajanus Parthen Hadrianus De Muur van Hadrianus Marcus Aurelius Soldatenkeizers Muur van Aurelianus Diocletianus Dominus Dominaat Tetrarchie Constantijn de Grote Opvolger van Caligula Opvolger van Claudius Vespasianus en Titus Keizers die als zoon geadopteerd waren en daarom opvolgers waren Trajanus Hadrianus Marcus Aurelius Keizer Veroverde Britannia Veroverd door Claudius Vader en zoon Keizers Onderdrukten opstand in Judea, verwoestten de Joodse tempel Beeldhouwwerk waarin gebeurtenissen werden vastgelegd. Joodse diaspora Verspreiding van de joden, Jeruzalem was verwoest. Veroverde door Domitianus. Kunstmatige grensversterking: grachten, wallen, palissades. Veroverde Dacië (Roemenië) Beeldt de verovering van Dacië uit. Volk dat Trajanus probeerde te veroveren. Hij won met veel moeite en na zijn dood moest het gebied weer worden prijsgegeven. Bouwde limes in noorden van Britannia = Hadrian’s Wall De limes in N-Britannia. Grensoorlog aan de Donau Standhouden maar met moeite Romeinse Rijk had limiet bereikt. Keizers die door hun legioenen naar voor geschoven werden als kandidaat voor het keizerschap. Muur rond Rome (vanaf 271) 19 km Hervormingen: Herstelde orde aan de grenzen Reorganisatie van belastinginning Keizer: Dominus (ipv princeps) Titel van de keizer Toonde dat keizer definitieve alleenheerser was Keizer als effectieve alleenheerser. Keizer had medekeizer die deel vh Rijk regeerde Beide keizers hadden elk mederegent. Opnieuw alleenheerser Griekse polis Byzantion wordt Constantinopel. Theodosius Splitsing van Oost- en West-Romeinse Rijk 476 Oostelijk deel van het rijk 313: godsdienstvrijheid voor de christenen. Controleerde zo de uitbouw van de Kerk Keizer In 395 Na dood van Theodosius Oost-Romeinse Rijk bleef christelijk keizerrijk tot 1453 Keizer Romulus Augustulus werd afgezet. Definitieve einde van West-Romeinse Rijk Hoofdstuk 23 Religie bij de Romeinen Traditionele Romeinse religie Animisme Animisme Alles is bezield, alles heeft een geest. Elke geest en god moet gunstig gestemd worden door offers. Een god word als menselijke figuur voorgesteld. Er zijn meerdere goden. Voorgeschreven riten moesten punctueel op de juiste plaats op het juiste moment uigevoerd worden om de god/godin gunstig te stemmen. Mannelijke beschermgeest Vrouwelijke beschermgeest. Hier offerde men voor de beschermgeesten Beschermgeest van de hele familia: beschermen het huis en het territorium van de familia Beschermgeest van de familia: beschermen de huisvoorraad en de haard. Drie hoofdgoden van de staat. Lares en penates op niveau van de staat. Jupiter, Juno & Minerva Een van de drie hoofdgoden van de staat Tempel op het Capitool Ook wel: Jupiter Capitolinus of Jupiter Optimus Maximus. Waakt over de staat en de wetten. Vgl: Zeus bij de Grieken Statige man met baard Adelaar en bliksemschicht. Een van de drie hoofdgoden van de staat Tempel op het Capitool < Etruskische Uni Licht- en maangodin Echtgenote van Jupiter Beschermde de vrouwen en hun vruchtbaarheid Juno Moneta: beschermde muntslag; (moneire: waarschuwen: Juno Moneta: waarschuwster voor valsmunterij) Vgl: Griekse Hera Antropomorf Polytheïsme Ritualistisch Genius Juno Huisaltaar (lat: Lararium) Lares (enkv: lar) Penates Trias Jupiter Juno Minerva Vesta Vestatempel Vestaalse maagden Mars Marsveld Venus Neptunus Diana Vulcanus Ceres Pluto Bacchus Mercurius Janus Apollo Een van de drie hoofdgoden van de staat Tempel op het Capitool. < Etrusken (wss) Beschermster van de stad, vnl: ambachtslieden en handwerkers Vgl: Griekse Athena. Haardgodin Beschermster van de voorraden Vestatempel Voor vesta Volgens traditie al door Numa Pompillius gebouwd. Eeuwig brandend vuur van Rome Bewaakt door Vestaalse maagden. 6: Bewaakten het vuur in de Vestatempel. Waren 30 jaar in dienst, moesten maagd blijven Indien niet: levend begraven. Meisjes werden nog voor puberteit uitgekozen. Nauwgezet uitvoeren van taken = garantie voor het welzijn van Rome Aard- en vegetatiegod (oorspronkelijk) Bewaakte akkers en vee militair karakter beschermer van Romeins leger Vgl: Griekse oorlogsgod Ares Legerterrein dat de Romeinen als oefenterrein gebruikten Genoemd naar oorlogsgod Mars Liefdesgodin Vgl Gr Afrodite Watergod Vgl: Gr Poseidon Maangodin, woont in heilige woud Vgl: Gr Artemis Vuurgod Vgl: Gr Hephaestus Beschermd Romeinse graanvoorraden Vgl: Gr Demeter Beheerde de onderwereld Vgl: Gr Hades God van de wijn/feesten Vgl: Gr. Dionysus. God van de handel, handelaars en reizigers Reisstaf, gevleugelde voeten, gevleugelde helm, goedgevulde beurs Vgl: Gr Hermes Typisch Romeinse god God van begin en einde, toekomst en verleden Twee gezichten. Via Cumae naar Rome gebracht Orakelgod, god van de geneeskunde Aesculapius Lupercalia Saturnalia Lustrum Auspicium en haruspicium Cumae Sibille Sibillijnse boeken Pontifex Maximum Mysteriegodsdiensten Cybele Magna Mater Isiscultus Mithrascultus Mithraeum Keizercultus Divus Caesar Genius Apotheose Divus Augustus Sol Invictus Jezus Christus Petrus en Paulus Romeinse versie van Asclepius Op Tibereiland Naar Rome gebracht na pestepidemie Wolvenfeest, 15 februari Vruchtbaarheidsfeest Als wolven verkleed Carnavalsfeest, midden december Rollen werden omgedraaid; Vijfjarig wijdingsfeest. Overgenomen van de Etrusken Waarzeggerij (Zie 2.5 en 15.2) Belangrijkste Romeinse orakelplaats Romeinse waarzegster (vgl: Griekse Pythia) Deed haar profetieën bij de orakelplaats Boeken waarin de profetieën van de Sibille opgetekend werden. Opperpriester van de staat Voerde zoals de pater familias thuis, de offers voor de staat uit. In de keizertijd was dit de keizer zelf. Men moest een vormingsperiode ondergaan en ingewijd worden om te mogen deelnemen. Frygische vruchtbaarheidsgodin Mysterie-cultus. Lett:’ Grote Moeder’ Cultus van Cybele toen ze officieel werd. Cultus van Isis < Egypte Mithras: Perzische zonnegod. Vooral populair onder de soldaten Zonnecyclus Plaats waar ingewijden in de mithrascultus samenkwamen. Keizers werden (eerst) na hun dood, en (daarna) tijdens hun leven als een god vereerd Lett ‘ vergoddelijkte keizer’ Eerste: Caesar, na zijn dood. Omdat het moeilijk lag in Rome om een keizer al tijdens zijn leven als een god te vereren werd niet de keizer zelf maar zijn genius vereerd Het ten hemel dragen Keizer werd na zijn dood via de apotheose in de godenwereld opgenomen De god Augustus, de vergoddelijkte keizer Augustus. Lett: ‘de onoverwinnelijke zon’ Zoon van God Vanaf 1e eeuw n.C. Hun marteldood wordt als eerste christenvervolging gezien. Marteldood Catacomben Monotheïsme Diocletianus Constantijn de Grote Edict van Milaan Concilie van Nicaea Bisschoppen Aartsbisschoppen Paganus Theodosius Staatsgodsdienst Sterven voor je godsdienst. Ondergrondse begraafplaatsen van de christenen. Geloof in één god. Vervolgde de christenen. Opvolger van Diocletianus. Godsdienstvrijheid in 313, edict van Milaan ‘eerste christelijke keizer’ : liet zich wss (pas) op zijn sterfbed dopen. 313 CdG gaf de christenen godsdienstvrijheid. 325 Door CdG bijeengeroepen: einde aan de theologische disputen binnen christendom Één leer en één Kerk In de belangrijke steden In de provinciehoofdsteden. ‘plattelandsbewoner, heiden’ Christendom vooral in steden, plattelandsbewoners niet heidenen in de christelijke ogen. 392 of 394 Maakte christendom staatsgodsdienst De traditionele Romeinse godsdienst werd zelfs verboden Christendom als enige (en ‘verplichte’) geloof in Rome Hoofdstuk 24 De bouwkunst van het Romeinse Rijk Representatieve gebouwen Forum Romanum Marsveld Gebouwen als representatie van macht en aanzien Centrale plein in Rome Oefenterrein van het leger Genoemd naar oorlogsgod Mars Hoe een Romeins gebouw er moet uitzien Opgetekend door architect Vitruvius Constructie < Etrusken Maakten grotere constructies mogelijk omdat de verticale druk worde afgeleid. Boog waaronder keizer binnenkwam als ie een grote veldslag, oorlog, … gewonnen had. Je moest wel een minimum aan vijandige slachtoffers gemaakt hebben Uitbreiding van de rondboog. Zo konden ook grotere ruimtes overspannen worden. Zij bakten echt hun stenen (lieten ze niet drogen in de zon zoals Mesopotamië en Egypte) Hadden dus grotere weerstand. Mengeling van zand, water en pozzolaanaarde. Romeinse bouwcanon Rondboog Triomfboog Gewelfbouw Bakstenen Beton Opus testaceum Vestatempel Tholos Fortuna Virilis Maison Carrée Pantheon Rostra Curia Basilica Keizersfora Markten van Trajanus Domus Aurea Mausoleum van Augustus Mausoleum van Hadrianus Romeinse theater Theater van Marcellus Amfitheater Amfitheatrum Flavium Circus Maximus Thermen Techniek waarbij beton in een bakstenen bekisting werd gegoten als constructie-element. Op forum Romanum Eerste tempels waren rond Ronde tempel = Portunus Beschermgod van de Tiberhaven. In Nîmes (Fr.) Zuilen zijn er niet langer: halfzuilen of pilasters worden tegen volle muren aangebouwd. Ultieme voorbeeld van Romeinse architectuur Veel typerende elementen in één gebouw. Spreekgestoelte op het Forum Romanum Vergaderplaats voor de senatoren Zou al door Tullius Hostilius (de 3e koning) gebouwd zijn Grote rechthoekige zaal Voor ruim publiek (Basisvorm voor latere kerken) Keizers lieten nieuwe fora bouwen (forum romanum was vol) Voorbeeld van keizersforum Alle functies: Ontmoetingsplein Portieken Basilica voor vergaderingen en rechtszaken Tempel voor de goddelijke keizer Winkelcentrum Tegen want van de Quirinaal 5 verdiepingen Lett: ‘Gouden Huis’ Paleis van Nero Keizersgraf Vaak monumentale bouwwerken Pag 127 Burcht voor pausen in onrustige tijden Engelenburcht. Basis: Grieks Door rondbogen midden in de stad Halfronde orchestra afgesloten door hoge scènemuur. p. 128 Voor gladiatorengevechten en ander (boertige) spektakels = Collosseum Voor paardenrennen Op de vlakte tussen de Palatijn en de Aventijn Afgesloten met Triomfboog van Titus Warmwaterbaden Cloaca Maxima Latrine Aquaducten Romeinse wegen Ondergrondse riolering om afvalwater uit Rome naar de Tiber te voeren Ook de latrines waren hierop aangesloten Openbare toiletten Boven-en ondergrondse waterleidingen. Zorgden voor de aanvoer van vers, zuiver water Technisch heel hoogstaand Hoofdstuk 25 Aspecten van het dagelijks leven bij de Romeinen. Tunica Basiskledingsstuk voor de Romeinen 2 rechthoekige lappen wollen stof Bovenaan vastgenaaid of bijeengehouden door fibulae Rond de middel een gordel Speld om de tunica samen te houden bij de schouders. Dikkere wollen doek die als mantel over de tunica kon worden gedragen. Voor de hogere status Één groot, halfrond doek Hoge kwaliteit 4 à 6 m breed Volgens strikte voorschriften rond de schouders gedrapeerd Als een jongen volwassen werd legde hij zijn kinderkleding af en droeg zijn eerste toga. Voor de Senators Wit met purperen boord Vrouwelijke variant van de tunica Tot op de grond Manteldoek voor over de stola Fibulae Pallium Toga Toga virilis Toga praetexta Stola Palla Hoofdstuk 26: zie pag. 138 en bundel Bavay-Velzeke