PROJECTMANAGEMENT BASISHANDLEIDING VluchtelingenWerk Nederland Maart 2008 Inhoudsopgave 1 PROJECTEN: WAAROM EN VOLGENS WELKE METHODE 6 1.1 Kenmerken van een project 6 1.2 Vooronderzoek 6 1.3 Improviseren 7 1.4 Projectmatig werken 7 2 FASERING VAN PROJECTEN 8 2.1 Definitiefase 2.1.1 Doelstelling en resultaten formuleren 2.1.2 Beschrijven wat er nodig is om de resultaten te verwezenlijken 2.1.3 Een eerste risicoanalyse maken 2.1.4 Akkoord van opdrachtgever verkrijgen 2.1.5 Vragen tijdens de definitiefase 8 8 8 8 8 8 2.2 Planningsfase 2.2.1 Projectgroep samenstellen 2.2.2 Planning opstellen 2.2.3 Communicatieplan opstellen 2.2.4 Vragen tijdens de planningsfase 9 9 9 9 9 2.3 Uitvoeringsfase 2.3.1 Projectmanagement tijdens de uitvoering 2.3.2 Afsluiting 2.3.3 Vragen tijdens de uitvoeringsfase 9 10 10 10 3 11 DE OPDRACHTGEVER: POSITIE EN TAKEN 3.1 De rol van opdrachtgever 11 3.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de opdrachtgever 11 3.3 Taken opdrachtgever 3.3.1 Deeltaak 1: Keuze en positie projectleider 3.3.2 Deeltaak 2: Projectopdracht en totstandkoming projectcontract 3.3.3 Deeltaak 3: Beoordeling projectcontract 3.3.4 Deeltaak 4: Kiezen voor deelprojecten? 3.3.5 Deeltaak 5: Aansturing projectleider 3.3.6 Deeltaak 6: Beslissingen tijdens het project 3.3.7 Deeltaak 7: Evaluatie Project 3.3.8 Voorbeelden van valkuilen 11 11 12 13 13 13 14 14 14 4 16 PROJECTLEIDER: POSITIE EN TAKEN 4.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de projectleider 16 4.2 De projectleider in relatie tot de opdrachtgever 16 Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 Deeltaak 1: Opstellen projectcontract Deeltaak 2: Overleg en onderhandeling met de opdrachtgever Deeltaak 3: Rapporteren aan de opdrachtgever Deeltaak 4: Faciliteren van de opdrachtgever 16 18 18 18 4.3 De projectleider in relatie tot de projectgroep 4.3.1 Deeltaak 5: Samenstelling van de projectgroep 4.3.2 Deeltaak 6: Eerste projectgroepvergadering 4.3.3 Tips voor de projectleider 4.3.4 Voorbeelden van valkuilen 18 18 19 19 19 4.4 De projectleider in relatie tot de deelprojectleiders 4.4.1 Bevoegdheden en taken 4.4.2 Voorbeelden van valkuilen 20 20 20 5 21 PROJECTSTRUCTUUR 5.1 Stuurgroep 5.1.1 Positie stuurgroep 5.1.2 Taken en bevoegdheden stuurgroep 5.1.3 Communicatie stuurgroep projectgroep 5.1.4 Samenstelling stuurgroep 5.1.5 Stuurgroepgrootte 21 21 21 21 21 22 5.2 Klankbordgroep 5.2.1 De positie van de klankbordgroep 5.2.2 Taken en bevoegdheden klankbordgroep 5.2.3 Samenstelling en grootte klankbordgroep 5.2.4 Samenwerking klankbordgroep - projectgroep 22 22 22 22 22 5.3 23 Voorbeelden van projectstructuren 5.4 Samenwerking met externe bureaus vanuit een project 5.4.1 Werkwijze stapsgewijs 5.4.2 Aandachtspunten offertefase 5.4.3 Aandachtspunten werkafspraken 5.4.4 Voorbeelden van valkuilen 25 25 25 25 26 6 27 6.1 TOEPASSING VAN PROJECTMANAGEMENT IN DE DEFINITIEFASE Format projectcontract VWN 27 6.2 Stapsgewijze uitleg projectcontract 6.2.1 Overzicht 6.2.2 Doelstelling 6.2.3 Belangrijkste resultaten 6.2.4 Belangrijkste voorwaarden en beperkingen 6.2.5 Handtekening projectcontract 6.2.6 Overige tips bij het opstellen van een projectcontract: 28 28 29 29 29 30 30 6.3 Activiteitenstructuur 6.3.1 Kenmerken van een activiteitenstructuur 6.3.2 Maak in 8 stappen een activiteitenstructuur 6.3.3 Tips voor de projectleider 30 30 31 31 Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 3 6.4 Format Activiteitenstructuur voor het verdelen van verantwoordelijkheden 32 6.5 Begroting 6.5.1 Opstellen van de begroting 6.5.2 Vaststellen van de begroting 33 33 33 6.6 Risicoanalyse 33 6.7 Matrix Risicoanalyse 35 7 TOEPASSING VAN PROJECTMANAGEMENT IN DE PLANNINGSFASE 36 7.1 Projectplanning 7.1.1 Instructies 7.1.2 Invullen planningsoverzicht 7.1.3 Praktijkvoorbeelden planningsschema 7.1.4 Tips voor de projectleider 36 36 36 36 36 7.2 37 Urenregistratie 7.3 Communicatieplan 7.3.1 Instructies 7.3.2 Format Communicatieplan 7.3.3 Praktijkvoorbeeld Communicatieplan 8 8.1 37 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 39 40 TOEPASSING VAN PROJECTMANAGEMENT IN DE UITVOERINGSFASE Controle en overzicht houden 41 41 8.2 Financiële administratie, tijdsregistratie en verantwoording 8.2.1 Opnemen van het project in de financiële administratie 8.2.2 Opnemen van het project in het tijdregistratiesysteem 8.2.3 Rapportage en verantwoording 8.2.4 Financiële afsluiting van het project 8.2.5 Inbrengen van projecten in de begroting 41 41 41 41 42 42 8.3 Evaluatie van een project 8.3.1 Evaluatie van het project met de projectgroep 8.3.2 Evaluatie van het project met de opdrachtgever 42 42 43 BIJLAGE 1 44 VOORBEELDEN VAN DOEL/PROJECTOMSCHRIJVINGEN 44 Opmaakaanwijzingen voor het maken van een Activiteitenstructuur (WBS) 45 Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 4 Inleiding Voor u ligt de geactualiseerde basishandleiding projectmanagement, geschreven in opdracht van de directie van VluchtelingenWerk Nederland. Deze handleiding maakt deel uit van een pakket aan middelen om verenigingsbreed een uniforme methode van projectmanagement in de organisatie te implementeren. Zo zijn er trainingen projectmanagement om kennis te maken met de basisprincipes van projectmanagement, en kunnen opdrachtgevers en projectleiders advies vragen over de inrichting van hun projecten aan ervaren medewerkers. De voor u liggende handleiding, voor het eerst gepubliceerd in januari 2004 en geactualiseerd in september 2007, sluit hierop aan. Zonder adviesgesprekken en trainingen is de informatie in deze handleiding ook praktisch bruikbaar voor projectleiders en opdrachtgevers. Leeswijzer Deze handleiding is instructief opgesteld om de toepassing van de methode te vergemakkelijken. In het eerste hoofdstuk vindt u meer informatie over de kenmerken van een project en de keuze voor de gebruikte methode. In het tweede hoofdstuk komen de verschillende fasen van het projectmanagement en de daarbij te nemen stappen aan de orde. In hoofdstuk 3 en 4 is beschreven wat men van de opdrachtgever van een project en van de projectleider mag verwachten. De projectstructuur kan variëren en de keuzes die hierin mogelijk zijn worden besproken in hoofdstuk 5. Het daadwerkelijk toepassen van de managementinstrumenten in de drie fasen van een project komen aan de orde in de hoofdstukken 6 tot en met 8. In het trefwoordenregister vindt u een overzicht van de belangrijkste termen op alfabetische volgorde. Gemakshalve worden projectleiders, opdrachtgevers, projectmedewerkers en andere medewerkers in deze handleiding aangeduid met hij ; uiteraard is het geschrevene ook van toepassing op vrouwen. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 5 1 Projecten: waarom en volgens welke methode Werken in projectvorm geeft VluchtelingenWerk Nederland de mogelijkheid om op doelgerichte en efficiënte wijze de gewenste doelen en resultaten te behalen binnen de daarbij aangegeven voorwaarden zoals inzet van menskracht, tijdpad en toegekend budget. Met eenvoudige projectmanagementinstrumenten waaronder een projectcontract, wordt de in- en output van een project transparant voor iedereen die er bij betrokken is. Hierdoor is het eenvoudig de projectuitvoering op inhoud, planning en budgettering te volgen, te beheersen en waar nodig bij te sturen. Dit is van belang voor de organisatie zelf, maar zeker ook een vereiste in projecten waarvoor subsidies van derden gevraagd en verkregen zijn. Het belang van werken in projectvorm zal binnen VluchtelingenWerk Nederland in de toekomst nog sterker worden, vooral ook door het toenemend aandeel van projectsubsidies in de financiering van activiteiten. Steeds vaker werken medewerkers van Regionale Afdelingen samen met collega s van het Landelijk Bureau in afdelingsoverstijgende projecten. Het inzicht dat het vele voordelen heeft als alle afdelingen volgens dezelfde methodiek werken, is door positieve praktijkervaringen aanzienlijk toegenomen. De kans op begripsverwarring daalt en rollen en taken worden duidelijker verdeeld. Ook wordt projectinformatie gemakkelijker uitwisselbaar. Deze handleiding is gebaseerd op de KT-methode, ontwikkeld door het Amerikaanse organisatiebureau Kepner Tregoe. Deze is in 1997 gekozen uit het grote aanbod van projectmanagementmethoden en geïntroduceerd op het Landelijk Bureau. De methode biedt een eenvoudige, systematische aanpak van projecten, zonder overbodige bureaucratie. Sinds de introductie is er bij de meeste afdelingsoverstijgende projecten met deze methodiek gewerkt. Ook veel Regionale Afdelingen hebben met de methodiek kennisgemaakt in projecten gesubsidieerd uit verenigingsfondsen, zoals het Fonds Vernieuwende Activitieiten. 1.1 Kenmerken van een project Niet alle activiteiten zijn geschikt om in projectvorm te realiseren. Werken in projectvorm wordt meestal afgezet tegen regulier werk . Toch is de projectaanpak niet voor elke nietreguliere klus geschikt. De basiskenmerken van een project zijn: Het doel is belangrijk voor de organisatie Het doel en de te behalen resultaten zijn van tevoren vastgesteld en deze zijn achteraf meetbaar. Het pakket aan activiteiten is eenmalig, bevat nieuwe, onbekende elementen en vertoont een onderlinge samenhang. Het tijdpad is begrensd met een begin- en einddatum en in de tussenliggende periode vindt aan de hand van een planningsoverzicht de uitvoering van activiteiten plaats. Bij projecten geldt vaak dat ze: de inzet vragen van meerdere deskundigheden en dus samenwerking van mensen die normaal gesproken niet met elkaar werken; risico en onzekerheid met zich meebrengen. 1.2 Vooronderzoek Als het doel en de te behalen resultaten van een activiteit niet van tevoren kunnen worden vastgesteld kan men kiezen voor een vooronderzoek om zo een beter beeld te krijgen van het probleem dat men wil oplossen en de mogelijke oplossingen daarvoor. Ook zo n vooronderzoek kan in de vorm van een project uitgevoerd worden. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 6 1.3 Improviseren Soms is het nodig gewoon aan het werk te gaan omdat de situatie niet de mogelijkheid biedt doel en resultaten van tevoren vast te stellen. Projectmatig werken is dan niet de aangewezen methodiek, men moet improviseren. In zo n geval is het verstandig wel kaders vast te stellen als budget, beschikbare menskracht, duur van de activiteiten en verslaglegging, om te voorkomen dat de zaken uit de hand lopen. Eventueel kan in een later stadium, als de situatie duidelijker geworden is, alsnog overgegaan worden op een projectmatige aanpak. 1.4 Projectmatig werken De werkwijze die gehanteerd wordt bij projecten kan ook voor activiteiten die niet aan bovenstaande kenmerken voldoen voordelen bieden. Projectmatig werken is transparant, gestructureerd en planmatig. Medewerkers die reguliere of terugkerende activiteiten projectmatig willen aanpakken, kunnen dan ook veel profijt hebben van de in deze handleiding opgenomen informatie en technieken. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 7 2 Fasering van projecten In de hier beschreven projectmanagementmethode wordt een project ingedeeld in drie fasen: de definitiefase, de planningsfase en de uitvoeringsfase. In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs ingegaan op iedere fase. Ook zijn bij iedere fase vragen opgesteld die de projectleider kunnen helpen om de rode draad vast te houden. In de hoofdstukken 6 tot en met 8 worden de formats en andere instrumenten voor projectmanagement die bij VWN in gebruik zijn nader besproken. 2.1 Definitiefase In de definitiefase wordt het projectcontract opgesteld. In dit document worden doelen en resultaten van het project beschreven en worden afspraken over budget, kwaliteit, tijd, organisatie en communicatie vastgelegd. Het projectcontract is de basis voor alle vervolgstappen in de volgende fasen van het project en het projectmanagement. De projectleider stelt het concept projectcontract op en voert daartoe, al dan niet in samenwerking met de toekomstige projectgroep, de hieronder beschreven stappen uit. Daarbij overlegt hij zo vaak als nodig met de opdrachtgever. Ook raadpleegt hij inhoudelijk deskundigen, bijvoorbeeld over benodigde ureninzet, de kosten van apparatuur of het gebruik van programmatuur. Een uitgebreidere beschrijving van de definitiefase vindt u in hoofdstuk 6. 2.1.1 Doelstelling en resultaten formuleren Aan de hand van een of meer gesprekken over de op te lossen problemen, de wensen en/of de behoeften van de opdrachtgever beschrijft de projectleider de doelstelling en de resultaten van het project. 2.1.2 Beschrijven wat er nodig is om de resultaten te verwezenlijken De projectleider vertaalt de resultaten in noodzakelijke activiteiten, benodigde ureninzet, kosten, tijdspad, gewenste projectstructuur en overige randvoorwaarden. 2.1.3 Een eerste risicoanalyse maken De projectleider inventariseert de inhoudelijke, organisatorische en financiële risico s van het project. De uitkomsten kunnen leiden tot aanpassingen van het concept projectcontract, zoals het toevoegen van extra activiteiten, het aanpassen van het tijdpad of begroting, of het formuleren van een randvoorwaarde waarvoor de verantwoordelijkheid buiten het project ligt. In extreme gevallen kan de risicoanalyse zelfs leiden tot aanpassing van de resultaten van het project, bijvoorbeeld als er ernstige twijfel ontstaat over de haalbaarheid daarvan. 2.1.4 Akkoord van opdrachtgever verkrijgen Als het projectcontract klaar is, legt de projectleider het ter goedkeuring voor aan de opdrachtgever. De opdrachtgever besluit op dat moment of het project inderdaad uitgevoerd gaat worden. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld de kosten of de risico s dermate tegenvallen dat de opdrachtgever afziet van het project. Als de opdrachtgever akkoord is met de inhoud van het projectcontract, ondertekenen hij en de projectleider het contract. Daarmee stelt de opdrachtgever zich garant voor de beschikbaarheid van budget, mensen en middelen, en neemt de projectleider de verantwoordelijkheid voor de projectresultaten op zich. 2.1.5 Vragen tijdens de definitiefase Om het overzicht te behouden stelt de projectleider zichzelf tijdens de definitiefase de volgende vragen: Welke resultaten - kwantitatief en kwalitatief - zijn aan het eind van het project behaald? Wat heb ik in handen als het klaar is? Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 8 Welke beperkingen gelden hierbij? Let op inhoud, organisatie, budget, inzet menskracht en tijdpad. Op welke randvoorwaarden kan ik zelf invloed uitoefenen en waarvoor kan ik geen verantwoordelijkheid nemen? Sluiten de projectactiviteiten in de activiteitenstructuur goed aan bij de belangrijkste resultaten en deelresultaten uit het contract? Welke inzichten heeft de eerste risicoanalyse opgeleverd? Tot welke aanpassingen leidt dit? Denk hierbij aan de beoogde resultaten. 2.2 Planningsfase Als de definitiefase is afgerond, begint de planningsfase. In deze fase worden de voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van het project. De beoogde projectmedewerkers worden benoemd en zij krijgen te horen wat er van hen verwacht wordt. Verder wordt er een planningsschema gemaakt en een communicatieplan opgesteld. Hoofdstuk 7 biedt een uitgebreidere beschrijving van de planningsfase. 2.2.1 Projectgroep samenstellen Als leidraad bij de selectie van projectgroepleden, die overigens ook al kan plaatsvinden in de definitiefase, geldt behalve inhoudelijke deskundigheid ook of iemand constructief in groepsverband kan functioneren. Een projectgroep kan bestaan uit medewerkers van diverse afdelingen van een organisatie, medewerkers van verschillende organisaties (bijvoorbeeld Landelijk Bureau en een of meer regionale afdelingen), eventueel aangevuld met externen. Ook medewerkers die zorgen voor secretariële ondersteuning, projectassistentie en/of projectmanagement (bij complexe projecten) maken deel uit van de projectgroep. 2.2.2 Planning opstellen Op basis van de eerder gemaakte inventarisatie van noodzakelijke activiteiten stelt de projectmanager een planning op. Hierin wordt op overzichtelijke wijze weergegeven welke activiteit wanneer gereed is. Daarbij wordt rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van activiteiten en met de beschikbaarheid van projectmedewerkers. Een planningsschema is essentieel om een project beheersbaar te maken en te houden. 2.2.3 Communicatieplan opstellen Bij het opstellen van het communicatieplan wordt vastgelegd welke doelgroep op welk moment geïnformeerd dient te worden over het project. Er bestaat dus een verband tussen de planning en het communicatieplan. In het plan staat ook welke communicatiemiddelen worden ingezet en wat de aard van de informatie is die wordt verspreid. 2.2.4 Vragen tijdens de planningsfase Welke mijlpalen zijn er in de planning? Zijn deze in het schema gemarkeerd? Is duidelijk wie voor welk onderdeel uit het project verantwoordelijk is? Zijn de desbetreffende medewerkers op de hoogte van hun verantwoordelijkheden? Zijn deelprojectleiders, werkgroepleden en externen ervan op de hoogte wanneer zij hun activiteiten gereed dienen te hebben? Zijn de data in de planning en in het communicatieplan op elkaar afgestemd? Leveren planning en/of communicatieplan inzichten op die effect hebben op het budget, het tijdpad, de projectstructuur? Moet het projectcontract in overleg met de opdrachtgever aangepast worden? 2.3 Uitvoeringsfase Wanneer alle hiervoor genoemde stappen in de definitie- en planningsfase zijn afgerond, kan het project worden uitgevoerd. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 9 2.3.1 Projectmanagement tijdens de uitvoering In de uitvoeringsfase stimuleert en bewaakt de projectleider de voortgang in projectuitvoering, grijpt in daar waar nodig, rapporteert met regelmaat aan de opdrachtgever en schept condities zodat de projectgroep goed kan functioneren. De risico s die gesignaleerd zijn bij de eerste risicoanalyse worden bewaakt, en er wordt gelet op nieuwe risico s die ontstaan tijdens het project. 2.3.2 Afsluiting De projectleider sluit het project af door de projectresultaten over te dragen aan de opdrachtgever en een eindafrekening op te stellen. Het project wordt geëvalueerd met de betrokkenen en er wordt gezorgd dat ook anderen gebruik kunnen maken van de ervaringen en geleerde lessen in het project. 2.3.3 Vragen tijdens de uitvoeringsfase Voor een succesvolle uitvoering van het project stelt de projectleider zichzelf regelmatig de volgende vragen: Functioneert de projectgroep goed? Waar kan het nog beter? Wat is daarvoor nodig? Zitten projectleider en deelprojectleiders nog op één lijn? Moet het projectcontract worden aangepast? Loopt de besteding van het budget conform de begroting? Is de planning voldoende bijgewerkt en actueel? Is het communicatieplan nog actueel? Is er voldoende terugkoppeling aan en feedback van de opdrachtgever? Is het gewenst om een tussentijdse evaluatie te houden met de projectgroep? Is het nodig om de risicoanalyse te herhalen op het niveau van de uitvoerende taken/activiteiten? Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 10 3 De opdrachtgever: positie en taken In dit hoofdstuk staat omschreven wat men van de opdrachtgever van een project mag verwachten. Voor het welslagen van een project is het van belang dat de opdrachtgever goed op de hoogte is van zijn rol. Dit hoofdstuk beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de (gedelegeerd) opdrachtgever. Er worden enkele voorbeelden gegeven van valkuilen. 3.1 De rol van opdrachtgever Bij interne projecten is de opdrachtgever meestal de directeur van de organisatie of de manager van de meest betrokken afdeling van de organisatie. Soms komt de opdracht van een groep mensen, bijvoorbeeld een meerhoofdige directie of een stuurgroep. Eén persoon uit die groep, meestal de voorzitter, treedt dan op als contactpersoon voor de projectleider. Deze contactpersoon wordt ook wel gedelegeerd opdrachtgever genoemd. Ook als de formele opdrachtgever te weinig tijd heeft of te ver afstaat van het project kan een gedelegeerd opdrachtgever benoemd worden. Ook bij projecten waarvoor externe financiering is verkregen, is de directie van de organisatie opdrachtgever en daarmee eindverantwoordelijk voor het project. Correcte verantwoording naar subsidiënten en financiers maakt deel uit van de resultaten van het project. 3.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de opdrachtgever De opdrachtgever: benoemt de projectleider; ondertekent na goedkeuring het projectcontract; stelt verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de projectleider vast; zorgt voor middelen, mensen en overige randvoorwaarden; zorgt voor draagvlak in de organisatie voor het project; is eindverantwoordelijk voor eindbeslissingen (go/no go) in het project; onderhoudt periodiek overleg met de projectleider. Een gedelegeerd opdrachtgever heeft in principe dezelfde verantwoordelijkheden en bevoegdheden als de opdrachtgever. Hij is daarnaast verantwoordelijk voor adequate informatieverstrekking aan de formele opdrachtgever. Het is van groot belang dat duidelijk is welke beslissingen de gedelegeerd opdrachtgever kan nemen zonder last of ruggespraak met de opdrachtgever(s). 3.3 Taken opdrachtgever De taken van de opdrachtgever zijn onderverdeeld in een aantal deeltaken: het kiezen en aansturen van de projectleider, het verstrekken van een projectopdracht en het tot stand doen komen van een projectcontract, het beoordelen van het projectcontract, het overleggen met de projectleider over de keuze voor deelprojecten, het nemen van beslissingen tijdens het project en het evalueren van het project. 3.3.1 Deeltaak 1: Keuze en positie projectleider De opdrachtgever weegt bij de keuze van een projectleider enkele belangen af: het belang van het project; het belang van de organisatie; het belang van de betreffende medewerker. Bij de positie van de projectleider houdt de opdrachtgever er rekening mee dat deze medewerker: Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 11 op een niveau in de organisatie zit van waaruit hij/zij effectief kan handelen; rechtstreeks kan overleggen met en rapporteren aan de (gedelegeerd) opdrachtgever; de bevoegdheid en het vertrouwen krijgt om snel beslissingen te kunnen nemen. De opdrachtgever laat ook sterke en minder sterk ontwikkelde vaardigheden van een potentiële projectleider meewegen. Verwacht mag worden dat een projectleider competent is op de volgende gebieden: Toepassing van de bij VWN gebruikte methodiek voor projectmanagement; Verantwoordelijkheid nemen en geven; delegeren; Gestructureerd en planmatig werken; Het toegekende budget beheren; Hoofd- en bijzaken onderscheiden, verbinden en voor anderen inzichtelijk maken; Zelfstandig werken en besluiten nemen; Improviseren; Onderhandelen met projectgroep, opdrachtgever en externe opdrachtgevers; Een constructieve houding binnen bestaande werkverhoudingen en mogelijke belangentegenstellingen; Groepsprocessen leiden; Helder communiceren; Presentaties verzorgen. Voor het effectief managen van een project is het niet nodig dat een projectleider zich goed thuis voelt in de inhoud van het project; enige affiniteit is wel nodig. Naarmate een projectleider meer deskundig is op het onderwerp zal deze naast het technisch managen van het project ook inhoudelijk bijdragen aan de output. Naarmate de projectleider minder afweet van de inhoud van het project - en zich dus concentreert op managementtaken - is het van belang dat de vereiste inhoudelijke deskundigheid aanwezig is bij de overige projectgroepleden. Bij sommige organisaties zijn twee aparte functies gecreëerd: die van projectontwikkelaar en die van uitvoerend projectleider. De projectontwikkelaar houdt zich bezig met de definitie en de globale planning van het project, de projectleider zorgt na goedkeuring van het projectcontract door de opdrachtgever voor de invulling van de diverse functies, de concrete planning en de uitvoering van het project. Deze werkwijze is vooral van toepassing als er voor projecten externe financiering moet worden geworven; daarvoor zijn specifieke competenties vereist. 3.3.2 Deeltaak 2: Projectopdracht en totstandkoming projectcontract Voor de totstandkoming van een projectcontract geeft de opdrachtgever een opdracht aan een projectleider een projectcontract op te stellen. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de projectleider voldoende informatie heeft over de reden voor het project: een probleem dat opgelost moet worden, de wens om een nieuwe activiteit uit te voeren, de behoefte om iets te veranderen. Als de opdrachtgever een duidelijk idee heeft over de manier waarop het probleem moet worden opgelost, de activiteit moet worden uitgevoerd of de verandering vormgegeven moet worden, dan geeft hij ook die informatie aan de projectleider. Daarbij moet de opdrachtgever ervoor waken dat niet alle creativiteit van de projectleider en eventuele projectgroepleden in de kiem gesmoord wordt. Het is belangrijk dat er in deze fase voldoende communicatie is tussen opdrachtgever en projectleider, om te voorkomen dat activiteitenplan en begroting worden uitgewerkt terwijl de geformuleerde doelen en resultaten niet aan de verwachtingen van de opdrachtgever voldoen. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 12 3.3.3 Deeltaak 3: Beoordeling projectcontract Het behoort tot de eindverantwoordelijkheid van de opdrachtgever een concept projectcontract te beoordelen en goed te keuren. Daartoe gaat de opdrachtgever na of het concept projectcontract voldoet door te kijken naar: Het doel van het project: In concrete bewoordingen en in één of enkele zinnen is geformuleerd wat aan het eind van het project is bereikt. Als de tekst voor meer dan een uitleg vatbaar is, is er iets mis met de formulering. De belangrijkste resultaten: In concrete bewoordingen is aangegeven welke resultaten en deelresultaten er aan het eind van het project zijn bereikt. De resultaten en deelresultaten moeten zo geformuleerd zijn dat bij afsluiting van het project gemeten kan worden of ze bereikt zijn. De belangrijkste voorwaarden: Bij dit onderdeel zijn minimaal de volgende onderdelen kort en bondig terug te vinden: o De projectgroep: profiel van de deelnemers, al dan niet aangevuld met namen van medewerkers; o De stuurgroep (indien van toepassing): positie en bevoegdheden, profiel van de deelnemers, taken, gevraagde ureninzet; o De klankbordgroep (indien van toepassing): taken, profiel van de deelnemers, gevraagde ureninzet ; o De ureninzet van de projectgroep verdeeld over vergadertijd, reistijd, voorbereidingstijd en overige in te zetten uren om projecttaken uit te voeren; o Benodigde projectondersteuning: aantal uren en specifieke vaardigheden; o De totale kosten van het project en een specificatie van de posten in een begroting; o Overige voorwaarden van inhoudelijke en organisatorische aard. De risicoanalyse: Welke risico s zijn er, hoe ernstig zijn die, zijn er maatregelen voorzien om risico s te verminderen of te vermijden? De opdrachtgever beoordeelt het concept projectcontract op volledigheid en consistentie. Of het concept projectcontract leidt tot het starten van een project is afhankelijk van de haalbaarheid. De opdrachtgever kan tot de conclusie komen dat het project een te zware belasting vormt voor de organisatie of dat er te weinig financiële dekking is om het project uit te voeren. Als een concept projectcontract goedgekeurd is en de opdrachtgever de uitvoering van het project haalbaar acht, wordt het ondertekend door de opdrachtgever en de projectleider. Daarmee krijgt het de status van projectcontract. Als er voor een project externe financiering wordt gevraagd, dient het concept projectcontract als projectvoorstel in de aanvraagprocedure. De opdrachtgever zal dan pas zijn handtekening zetten als er dekking is gevonden voor de kosten van het project. 3.3.4 Deeltaak 4: Kiezen voor deelprojecten? Het is in eerste instantie de taak van de projectleider om af te wegen of er al of niet met deelprojecten wordt gewerkt. Ook de opdrachtgever kan hier een voorkeur uitspreken. De afwegingen zijn met name: Is het project te groot of te complex voor één projectleider? Mist de projectleider voor de output (op onderdelen) essentiële expertise? Creëert het tijdwinst op de looptijd van het project? Zijn de te behalen resultaten zo te groeperen dat daaruit logisch een deelproject volgt? Kunnen projectleider en deelprojectleider(s) complementair werken? 3.3.5 Deeltaak 5: Aansturing projectleider De opdrachtgever volgt op hoofdlijnen de voortgang van het project via periodieke rapportages van de projectleider. De frequentie hangt af van de looptijd van een project, de Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 13 complexiteit en mogelijke risico s en kan daarom variëren van eenmaal per week tot eenmaal per drie maanden. In ieder geval moet rekening gehouden worden met eventuele mijlpalen en beslismomenten in het project. Door constructief tegenspel van de kant van de opdrachtgever hebben de besprekingen ook een functie in het 'scherp' houden van de projectleider en het tijdig onderkennen van risico's en kansen. Opdrachtgever en projectleider spreken de rapportagefrequentie af voordat met de uitvoering van het project wordt gestart. Naast de reguliere rapportages moet de projectleider indien nodig ook voor ad hoc overleg terecht kunnen bij de opdrachtgever. Als de opdrachtgever goed op de hoogte is van de voortgang in het project, kan hij bij onvoorziene gebeurtenissen sneller beslissingen nemen. 3.3.6 Deeltaak 6: Beslissingen tijdens het project Het is mogelijk dat binnen een project momenten vastgesteld worden waarop beslist wordt of het project wordt voortgezet of niet. De eindverantwoordelijkheid hiervoor berust bij de opdrachtgever, de projectleider adviseert. Tijdens de uitvoering van het projectcontract kan er aanleiding zijn om de te behalen projectresultaten te wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van externe omstandigheden. Verandering van de te behalen resultaten heeft vrijwel altijd een effect op de planning, inzet menskracht en vaak ook op de begroting. Daarom is het voor het beheersbaar houden van het project van belang dat de projectleider bij de beoogde veranderingen eerst de consequenties voor de doelstelling, planning, ureninzet en begroting in kaart brengt. Op basis van deze doorrekening besluiten opdrachtgever en projectleider in overleg of de beoogde veranderingen worden doorgevoerd of niet. Bij blijvend verschil van mening heeft de opdrachtgever hierin als eindverantwoordelijke het laatste woord. Bij veranderingen past de projectleider het projectcontract aan en waar nodig ook de planning en begroting; zo blijft voor alle betrokkenen de in- en output actueel en transparant. 3.3.7 Deeltaak 7: Evaluatie Project De projectleider evalueert het project eerst met de projectgroep en legt het resultaat van de evaluatie met de projectgroep schriftelijk vast. De opdrachtgever en projectleider voeren een evaluatiegesprek aan de hand van dit evaluatieverslag. Tevens bespreken zij eventuele aandachtspunten uit hun samenwerking en communicatie die nuttig zijn voor toekomstige projecten. Deze zaken worden in het evaluatieverslag opgenomen. 3.3.8 Voorbeelden van valkuilen De opdrachtgever regelt zaken met leden van de projectgroep buiten de projectleider om waardoor de positie van laatstgenoemde onduidelijk en zwak wordt. Een bijkomend risico is dat leden van de projectgroep zich hierdoor geroepen voelen om ook rechtstreeks met de opdrachtgever zaken te doen. De opdrachtgever zegt regelmatig de voortgangsbesprekingen met de projectleider af. Hierdoor neemt het afbreukrisico toe omdat de projectleider noodgedwongen een eigen koers gaat varen en bijvoorbeeld besluiten neemt die achteraf vanuit de opdrachtgever gezien onwenselijk blijken te zijn maar toch niet meer teruggedraaid kunnen worden. Bovendien kan de opdrachtgever het project niet promoten binnen de organisatie als hij niet goed op de hoogte is van de ontwikkelingen. Nadat het projectcontract is vastgesteld en het project in de uitvoeringsfase verkeert, worden in opdracht van de opdrachtgever nieuwe te bereiken resultaten toegevoegd, zonder daarbij - zoals in dit hoofdstuk omschreven - de gevolgen in o.a. tijd en geld in kaart te brengen. Vooral bij complexe projecten veroorzaakt dit een onwerkbare situatie met een groot afbreukrisico. Het uitdijen van een project kan tijdig worden ondervangen door na te gaan of de extra te bereiken resultaten absoluut nodig zijn en beslist in het project ingepast moeten worden of dat deze bijvoorbeeld als onderdeel van het reguliere werk opgevat kunnen worden en als zodanig worden uitgevoerd. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 14 De opdrachtgever zorgt onvoldoende voor de vervulling van randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld adequate vervanging van medewerkers die zich inzetten voor het project. Daardoor kunnen projectmedewerkers overbelast raken of in conflict komen met hun leidinggevende, en kan het project vertraging oplopen. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 15 4 Projectleider: positie en taken In dit hoofdstuk worden taken en positie van de projectleider besproken. De projectleider is een medewerker die van de opdrachtgever de verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft gekregen een project te leiden. De projectleider: stelt een projectgroep samen; formuleert het concept projectcontract, al of niet in samenspraak met de projectgroep; stelt in overleg met de projectgroep een activiteitenstructuur op voor de verdeling van verantwoordelijkheden; maakt een projectplanning en stelt deze periodiek bij; maakt een communicatieplan en zorgt voor de uitvoering en periodieke bijstelling daarvan; voert met de projectgroep risicoanalyses uit; begeleidt en bewaakt het proces van de uitvoering van het projectcontract; treedt op als voorzitter in de vergaderingen van de projectgroep; beheert het budget; schept condities voor een constructieve werksfeer; stimuleert effectieve en efficiënte inzet van menskracht en financiële middelen; treedt op als woordvoerder van het project; zet zich in om crises te voorkomen en indien nodig te bestrijden; rapporteert periodiek aan de opdrachtgever; evalueert het project met projectgroep en met de opdrachtgever. Bij sommige organisaties zijn er twee aparte functies gecreëerd: die van projectontwikkelaar en die van uitvoerend projectleider. De projectontwikkelaar houdt zich bezig met de definitie en de globale planning van het project, de projectleider zorgt na goedkeuring van het projectcontract door de opdrachtgever voor de invulling van de diverse functies, de concrete planning en de uitvoering van het project. Deze werkwijze is vooral van toepassing als er externe financiering moet worden geworven voor projecten; daarvoor zijn specifieke competenties vereist. 4.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de projectleider De projectleider legt verantwoording af aan de opdrachtgever die de projectleider op hoofdlijnen aanstuurt. Een projectleider kan nooit ook de opdrachtgever zijn. Hij/zij kan dus ook geen deel uitmaken van een stuurgroep. Op verzoek van de opdrachtgever kan de projectleider wel een stuurgroepvergadering bijwonen. De projectleider leidt een project en stuurt de projectgroep aan. Leidraad hierbij is het projectcontract. De projectgroep is in zijn geheel verantwoordelijk voor het behalen van de projectresultaten; de projectleider heeft hierin een aparte positie met specifieke taken en verantwoordelijkheden die in dit hoofdstuk nader worden omschreven. 4.2 De projectleider in relatie tot de opdrachtgever Een projectleider stelt het concept projectcontract op, onderhoudt tijdens de uitvoering van het project het contact met de opdrachtgever via rapportage, overleg en onderhandeling en faciliteert de opdrachtgever daar waar mogelijk. 4.2.1 Deeltaak 1: Opstellen projectcontract De projectleider krijgt van de opdrachtgever de opdracht om een concept projectcontract op te stellen. De projectleider moet ervoor zorgen dat hij voldoende informatie heeft over de reden voor het project: een probleem dat opgelost moet worden, de wens om een nieuwe activiteit uit te voeren, de behoefte om iets te veranderen. Ook moet hij onderzoeken of de opdrachtgever een duidelijk idee heeft over de aanpak van het project, het budget en het Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 16 tijdstip waarop het project afgerond moet zijn. Overigens ontslaat dat de projectleider niet van de taak na te denken over de beste aanpak van het project. Het is belangrijk dat er in deze fase voldoende communicatie is tussen projectleider en opdrachtgever, om te voorkomen dat de projectleider een activiteitenplan en begroting uitwerkt terwijl de geformuleerde doelen en resultaten niet aan de verwachtingen van de opdrachtgever voldoen. De projectleider kan het opstellen van het concept projectcontract op twee manieren aanpakken: Procedure 1: Samenstellen projectcontract zonder overleg met de projectgroep. De opdrachtgever verzoekt een projectleider om een concept projectcontract of concept projectcontract te formuleren. Voorafgaand oriënteren opdrachtgever en projectleider zich op het kader van het project. Hierbij kunnen ook andere betrokkenen meedenken, bijvoorbeeld in een of twee brainstormsessies. Met dit kader, in feite het grove materiaal, stelt de projectleider een concept projectcontract op. Het is normaal dat deze eerste versie nog één of meerdere keren geherformuleerd wordt voordat opdrachtgever en projectleider volledig achter de inhoud staan. De opdrachtgever kan ook besluiten om het voorstel in de (bijna) eindversie ter instemming voor te leggen aan bijvoorbeeld een VWN-fondsbeheerder, het managementteam of het LAO (landelijk afdelingsoverleg). Na ondertekening van het projectcontract neemt de projectleider de nodige vervolgstappen, waaronder het bijeenroepen van de projectgroep. Essentieel bij de hier geschetste procedure is dat de projectgroep onder leiding van de projectleider het vastgestelde projectcontract uitvoert, in de wetenschap dat het doel en de te behalen resultaten al vaststaan. Procedure 2: Opstellen projectcontract in samenspraak met de projectgroep. Ook hier krijgt een projectleider het verzoek om een concept projectcontract op te stellen. De opdrachtgever geeft hierbij aanwijzingen over datgene wat hij/zij met het project beoogt. Vervolgens formeert de projectleider eerst de projectgroep en stelt in gezamenlijk overleg met de projectgroepleden een concept projectcontract op dat ter goedkeuring aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. Ook bij deze werkwijze vindt bijstelling plaats van conceptversies van het voorstel totdat opdrachtgever en projectleider ermee akkoord gaan. Keuze procedure 1 of 2: In een vergelijking van beide procedures lijkt procedure 1 efficiënter/sneller te zijn dan procedure 2. Echter, procedure 2 heeft als groot voordeel dat het draagvlak en de motivatie bij de leden van de projectgroep hoog zijn omdat zij, ieder vanuit de eigen deskundigheid, medezeggenschap hebben gehad bij de formulering van de projectomschrijving. Dit verhoogt het verantwoordelijkheidsgevoel voor het succesvol concretiseren van het doel en de te behalen resultaten. Ook kan de projectgroep bijdragen aan een goede analyse van de activiteiten en de tijd die nodig zijn om het projectresultaat te bereiken. Een nadeel van keuze 2 kan zijn dat de selectie van de projectgroepleden heeft plaatsgevonden op basis van globale informatie, zodat er naderhand nog wijzigingen moeten plaatsvinden in de samenstelling van de projectgroep. Bij procedure 1 kan op basis van een uitgewerkt projectcontract precies in kaart gebracht worden welke deskundigheid in de projectgroep nodig is. Het is raadzaam bij de keuze voor procedure 1 of 2 ook de omvang en complexiteit van een project te betrekken. Daarom is het aan te bevelen dat de opdrachtgever en projectleider gezamenlijk deze keuze maken. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 17 4.2.2 Deeltaak 2: Overleg en onderhandeling met de opdrachtgever De projectleider overlegt en onderhandelt met de opdrachtgever over wijzigingen die tijdens de looptijd van het project plaatsvinden in bijvoorbeeld het projectdoel of -resultaten. Bij meningsverschil tussen de projectgroep en opdrachtgever is het de taak van de projectleider om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te creëren. Bij blijvend verschil van opvatting is de mening van de opdrachtgever doorslaggevend. Wijzigingen van het projectdoel of de resultaten leiden meestal tot een aanpassing van het projectcontract, de planning en veelal ook de begroting. De projectleider beoordeelt de haalbaarheid van de door te voeren wijzigingen mede aan de hand van de vraag: "Kan ik nog steeds op alle resultaten worden afgerekend aan het eind van het traject?" 4.2.3 Deeltaak 3: Rapporteren aan de opdrachtgever De projectleider rapporteert periodiek aan de opdrachtgever de voortgang van het project. Hoe vaak dit gebeurt is bij de accordering van het projectcontract afgesproken. De frequentie kan variëren van eenmaal per week tot eenmaal per drie maanden, afhankelijk van de looptijd, complexiteit van het project en de ingeschatte risico's. Rapporteren gebeurt kort, bondig en zakelijk om de schaarse tijd van de opdrachtgever optimaal te benutten. Het levert extra tijdwinst op als de projectleider de te rapporteren punten schriftelijk aan de opdrachtgever aanbiedt, zo mogelijk in een vast format. De opdrachtgever stuurt op hoofdlijnen aan en de projectleider krijgt het vertrouwen van de opdrachtgever in het bereiken van de projectresultaten. De projectleider rapporteert op de grote lijnen en informeert de opdrachtgever over het verloop van de planning en de besteding van het toegekende budget in relatie tot te behalen resultaten. De projectleider brengt de opdrachtgever tijdig op de hoogte van alle belangrijke wendingen in de uitvoering van het projectcontract en met name de risico s en problemen die zich aandienen. Het is aan de projectleider om hierbij oplossingsvoorstellen te doen; hij/zij houdt er rekening mee dat de opdrachtgever misschien een geheel andere oplossing voorstaat. De opdrachtgever is eindverantwoordelijk voor de (na overleg) te nemen besluiten. 4.2.4 Deeltaak 4: Faciliteren van de opdrachtgever De projectleider faciliteert daar waar mogelijk de opdrachtgever, bijvoorbeeld door op diens verzoek in een bepaald forum een presentatie te verzorgen over het project. De projectleider is altijd alert op wat zich afspeelt rondom het project en signaleert bij de opdrachtgever tijdig die zaken die de opdrachtgever behoort te weten, niet alleen in het belang van het projectdoel maar ook in het bredere organisatiebelang. 4.3 De projectleider in relatie tot de projectgroep De projectleider is gemotiveerd om het project te doen slagen en realiseert zich dat dit mede afhangt van de inzet van de voltallige projectgroep. De projectleider geeft leiding aan de projectgroep en treedt op als intermediair tussen projectgroep en opdrachtgever. De leden van de projectgroep verantwoorden zich voor projectwerkzaamheden bij de projectleider. Projectleider en projectmedewerkers leden stellen zich ten opzichte van elkaar loyaal op. 4.3.1 Deeltaak 5: Samenstelling van de projectgroep Bij de samenstelling van de projectgroep zijn de volgende aandachtspunten van belang: Projectmedewerkers dienen voor het project en de (eind)producten een aantoonbare meerwaarde te hebben. Het gaat dan om speciale kennis en deskundigheid die aanvullend is op die van de overige projectgroepleden. Participatie omwille van het bevorderen van het draagvlak alleen, zonder het vervullen van eigen taken, leidt al snel tot een ongelijkwaardige en dus ongewenste situatie in de groep. Alle condities waarop medewerkers deelnemen, dienen vooraf helder te zijn afgesproken en opgenomen in het projectcontract. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de vergoeding voor inzet van medewerkers van regionale afdelingen of een vergoeding voor vrijwilligers. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 18 De projectleider benadert in de fase waarin het contract tot stand komt de leidinggevenden die geacht worden menskracht te leveren aan het project. Wil een leidinggevende kunnen beoordelen of de gevraagde inzet mogelijk is, dan moet de projectleider kunnen vertellen: wat het kader van het project is; wat er met het project wordt beoogd en wat het tijdpad is; welke deskundigheid van de betreffende afdeling nodig is en waarom; welke medewerker de projectleider op het oog heeft en waarom (dit kan ook nog open liggen en in overleg met de leidinggevende worden bepaald); voor hoeveel uren/dagen inzet wordt gevraagd. De projectleider spreekt met de leidinggevende af of deze eerst zelf peilt of de desbetreffende medewerker aan het project kan deelnemen. Als blijkt dat de medewerker de gevraagde inzet kan leveren, benadert de projectleider de medewerker voor een gesprek en verstrekt de nodige informatie zoals hiervoor is aangegeven, toetst of de medewerker voldoet aan het profiel en maakt afspraken over het vervolg. Door het aangaan van deze gesprekken wordt al de basis gelegd voor een positieve werkverhouding in de projectgroep. Nadat de projectleider met alle (potentiële) leden van de projectgroep heeft gesproken en de projectgroepleden heeft geselecteerd kan de eerste projectgroepvergadering worden belegd. 4.3.2 Deeltaak 6: Eerste projectgroepvergadering In de eerste werkgroepvergadering wordt de toon gezet voor de verdere werkwijze van de projectgroep. De projectleider is zich daarvan bewust en heeft de agenda daarop ingericht. Essentieel is dat alle aanwezigen over dezelfde informatie beschikken en dat er in gezamenlijk overleg de nodige vervolgafspraken worden gemaakt. Voor de agenda betekent dit tenminste: het doornemen van het projectcontract; het bespreken van de (deel)resultaten en de onderlinge verdeling daarvan; afspraken maken over de wijze waarop ieder vanuit de projectgroep aan de eigen leidinggevende informatie verstrekt over het verloop; dit staat los van het communicatieplan; afspraken maken over tijdschrijven. Urenregistratie is van belang voor iedereen bij ieder project; het is een instrument om toe te werken naar een juiste verhouding tussen vooraf ingeschatte uren en feitelijk bestede uren; huishoudelijke afspraken. 4.3.3 Tips voor de projectleider De projectleider heeft een sleutelrol in het groepsproces dat op zich weer een van de grondslagen is voor het bereiken van de te behalen resultaten. Iedere projectleider heeft een eigen stijl van werken. Dwars door alle werkstijlen heen is het van belang: regelmatig persoonlijk met de projectgroep te communiceren; de creativiteit in de projectgroep aan te boren en de saamhorigheid te stimuleren; humor in te zetten (maakt ook lastige situaties luchtiger); projectgroepvergaderingen goed voor te bereiden en daar waar nodig een strategie te bedenken; stil te staan bij hetgeen is bereikt en daar waardering voor te geven; sportief te zijn door fouten en omissies te (h)erkennen. 4.3.4 Voorbeelden van valkuilen De positie van de projectleider is onduidelijk, bijvoorbeeld door een aanstelling als 'coördinator' in plaats van projectleider. Deze functie kent in de regel geen bevoegdheden. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 19 De projectleider is zijn eigen opdrachtgever. Dit 'dubbele petten'-probleem doet zich voor als de projectleider vast onderdeel uitmaakt van het team dat als opdrachtgever functioneert, bijvoorbeeld in het geval van een stuurgroep. De projectleider spreekt slecht functionerende projectgroepleden niet aan op hun gedrag, bijvoorbeeld uit angst onaardig gevonden te worden. Hierdoor wordt in feite een onwenselijke situatie in de projectgroep gelegitimeerd terwijl iedereen er last van heeft en er dus sprake is van onwenselijke 'energievreters'. De projectleider houdt in zo'n situatie een respectvol en tactvol tweegesprek met de betreffende persoon. Als dit blijvend onbegrip of disfunctioneren tot gevolg heeft, neemt de projectleider over dit probleem contact op met de opdrachtgever van het project. 4.4 De projectleider in relatie tot de deelprojectleiders De projectleider is de opdrachtgever van de deelprojectleiders; laatstgenoemden verantwoorden zich bij de projectleider van het gehele project. 4.4.1 Bevoegdheden en taken De projectleider van het gehele project: stuurt de deelprojectleider aan op hoofdlijnen; ondersteunt de deelprojectleider bij het (her)formuleren van hun projectcontract en de uitvoering ervan; ziet toe op het budgetbeheer door de deelprojectleider; geeft aan de deelprojectleider de verantwoordelijkheid en het vertrouwen voor een goede uitvoering van hun deelproject. 4.4.2 Voorbeelden van valkuilen De projectleider van het gehele project neemt taken of verantwoordelijkheden over van de deelprojectleider zonder dat daarover afspraken zijn gemaakt. De deelprojectleider komt daardoor in een onduidelijke positie terechtkomt in zijn of haar eigen deelproject en dat is een bron van frustratie. De projectleider van het gehele project grijpt niet tijdig in als de zaken bij de deelprojectleider uit de hand (dreigen te) lopen. Eenmaal uit de hand gelopen zaken zijn moeilijker terug te draaien dan dat er preventief wordt ingegrepen door tijdig te signaleren dat er is mis gaat en te bespreken wat er gedaan kan worden om erger te voorkomen. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 20 5 Projectstructuur De organisatie rond een project heeft niet altijd dezelfde structuur. De meest eenvoudige structuur is wanneer er sprake is van een opdrachtgever met een projectleider en een (kleine) projectgroep. Soms is het echter nodig de structuur te verzwaren en bijvoorbeeld een stuurgroep en/of klankbordgroep toe te voegen. Van ieder volgt hierna een schets op hoofdlijnen met aanbevelingen. In paragraaf 5.3 zijn twee schematische voorbeelden opgenomen van projectstructuren met een stuurgroep en een klankbordgroep. In paragraaf 5.5 staat beschreven hoe u te werk kunt gaan als u een deel van het project wilt uitbesteden aan een externe organisatie. 5.1 Stuurgroep Bij een eenvoudig project binnen de context van het Landelijk Bureau, een regionale afdeling of Verenigingsverband is het in de regel niet nodig een stuurgroep te formeren. Bij een project van enige complexiteit kan een stuurgroep wenselijk zijn, bijvoorbeeld als op bestuurlijke en uitvoerende niveaus strategische belangen een rol spelen. Het is daarom van belang dat leden van een stuurgroep niet alleen vanwege hun deskundigheid worden benaderd, maar ook vanwege het belang dat zij vertegenwoordigen. Omdat ieder lid van de stuurgroep een achterban vertegenwoordigt, heeft een stuurgroep ook de functie het draagvlak voor het project te bevorderen. 5.1.1 Positie stuurgroep Als er sprake is van een stuurgroep, dan is dat meestal ook de opdrachtgever van een project. Voor de aansturing van en afstemming met de projectleider is één van de stuurgroepleden gedelegeerd opdrachtgever en dus aanspreekpunt voor de projectleider. Deze persoon kan ook de voorzitter te zijn van de stuurgroep, maar dat hoeft niet beslist. Om rolverwarring te voorkomen is de projectleider geen lid van de stuurgroep, maar kan hij wel op verzoek van de gedelegeerd opdrachtgever aan stuurgroepvergaderingen deelnemen, bijvoorbeeld om extra informatie over de voortgang van het project te verstrekken of om een presentatie te geven. 5.1.2 Taken en bevoegdheden stuurgroep De stuurgroep: denkt op hoofdlijnen mee met de inhoudelijke ontwikkelingen van het project en stuurt gemotiveerd aan; bevordert een breed draagvlak voor het project en de eindproducten in de achterban van de stuurgroepleden; draagt zorg voor heldere notulen waarmee ook de projectleider uit te voeten kan. 5.1.3 Communicatie stuurgroep projectgroep De stuurgroep overlegt niet rechtstreeks met de projectleider, maar altijd via de gedelegeerd opdrachtgever. Andersom communiceert de projectleider met de stuurgroep via de gedelegeerd opdrachtgever. Uitzondering is de situatie dat de projectleider op verzoek van de opdrachtgever aanwezig is bij een stuurgroepvergadering. 5.1.4 Samenstelling stuurgroep De stuurgroep is in de regel multidisciplinair van samenstelling, waarbij is gezocht naar een balans van medewerkers met een specialistische inhoudelijke en een strategische inbreng, en waarbij ook is gekeken naar voldoende vertegenwoordiging van de diverse belanghebbenden, zonodig aangevuld met externen. Het is voor een vlotte voortgang in het project in ieders belang dat bij aanvang in het projectcontract wordt vastgelegd welke bevoegdheden stuurgroepleden hebben. Voor de besluitvorming en snelheid van werken maakt het veel verschil uit of zij op persoonlijke titel Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 21 of namens een afdeling, met of zonder beslissingsbevoegdheid ter plaatse deelnemen aan de stuurgroep. 5.1.5 Stuurgroepgrootte Voor de werkbaarheid is het aan te raden het aantal stuurgroepleden te beperken tot maximaal 3-5 personen. Bij een groter aantal leden neemt de ineffectiviteit toe. 5.2 Klankbordgroep Het nut van een klankbordgroep is in de context van projecten bij VluchtelingenWerk Nederland al dikwijls aangetoond, bijvoorbeeld bij de totstandkoming van nieuwe werkdocumenten of systemen. De meerwaarde van een goed functionerende klankbordgroep is dat door het meedenken van belanghebbenden over de te behalen resultaten, de kwaliteit van het eindproduct wordt verhoogd. Een onderliggend belang hierbij kan zijn het draagvlak voor het product te bevorderen bij de doelgroepen die in de klankbordgroep vertegenwoordigd zijn. 5.2.1 De positie van de klankbordgroep De positie van een klankbordgroep is ondergeschikt aan die van de opdrachtgever en de projectleider en nevengeschikt aan de projectgroep. 5.2.2 Taken en bevoegdheden klankbordgroep Een klankbordgroep denkt over de (eind)producten van de projectgroep mee en geeft commentaar en adviezen. De projectgroep betrekt het commentaar en de adviezen van de klankbordgroep bij de realisatie van de projectresultaten. Aansturingsbevoegdheid heeft een klankbordgroep niet, en dit is een essentieel verschil met de bevoegdheden van een stuurgroep. Het kan gebeuren dat de projectgroep een advies van de klankbordgroep goed heeft doorgesproken maar toch tot de conclusie komt het advies niet over te nemen. Dit kan op onbegrip van de klankbordgroep stuiten. Daarom is het van belang de taken en bevoegdheden van de klankbordgroep in het projectcontract te omschrijven, zodat alle betrokken partijen van tevoren weten wat de werkkaders zijn. 5.2.3 Samenstelling en grootte klankbordgroep In de regel wordt een klankbordgroep gevormd door mensen met verschillende relevante expertise, achtergrond en ervaring, waarbij rekening is gehouden met verschillende doelgroepen. Een breed samengestelde klankbordgroep kan aan de wens van vele doelgroepen tegemoet komen. Voor de werkbaarheid is het aan te raden het aantal klankbordgroepleden te beperken tot 8-10 personen. Bij een groter aantal deelnemers neemt het risico van ineffectiviteit toe. 5.2.4 Samenwerking klankbordgroep - projectgroep Meestal is het raadplegen van een klankbordgroep gekoppeld aan bepaalde mijlpalen in het project, zoals bijvoorbeeld het uitkomen van een conceptnota die de klankbordgroep becommentarieert. Het raadplegen van de klankbordgroep verloopt via de projectleider. Op zijn/haar uitnodiging en voorzitterschap komt de klankbordgroep bijeen. Het resultaat van de vergadering rapporteert de projectleider aan de projectgroep. Een kritieke fase doet zich voor als de projectgroep moet besluiten welk commentaar en welke adviezen van de klankbordgroep worden overgenomen. Zowel bij het overnemen als bij het niet overnemen van adviezen/commentaar wordt de klankbordgroep schriftelijk en op gemotiveerde wijze op de hoogte gebracht door de projectleider. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 22 5.3 Voorbeelden van projectstructuren Model projectstructuur: Stuurgroep als opdrachtgever Stuurgroep: stuurt projectleider via de gedelegeerd opdrachtgever aan. OPDRACHTGEVER STUURGROEP GEDELEGEERD OPDRACHTGEVER Projectleider: overlegt/communiceert via gedelegeerd opdrachtgever met de stuurgroep; legt verantwoording af aan gedelegeerd opdrachtgever; maakt nooit deel uit van de stuurgroep; stuurt deelprojectleiders aan. PROJECTLEIDER PROJECTGROEP X X Gedelegeerd opdrachtgever: stuurt projectleider aan en is aanspreekpunt voor de projectleider. X X = Deelproject: heeft eigen deelprojectleider en eigen projectcontract; rapporteert aan projectleider van het hoofdproject. Deelprojectleider Deelprojectleider Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland Deelprojectleider 23 Model projectstructuur : Klankbordgroep OPDRACHTGEVER PROJECTLEIDER PROJECTGROEP K L A N K B O R D G R O E P Klankbordgroep: denkt mee; draagt ideeën aan; creëert draagvlak; becommentarieert stukken; communiceert via de projectleider met de projectgroep; heeft geen aansturingsbevoegdheid. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 24 5.4 Samenwerking met externe bureaus vanuit een project Het komt regelmatig voor dat vanuit een project gezocht wordt naar een extern bureau om een (deel)opdracht uit te voeren, bijvoorbeeld bij het verrichten van onderzoek. De stapsgewijze werkwijze en aandachtspunten voor het werken met een extern bureau die hierna volgen, zijn mede gebaseerd op opgedane ervaringen bij projecten in de afgelopen jaren van het Landelijk Bureau. 5.4.1 Werkwijze stapsgewijs De projectleider: Oriënteert zich op potentiële organisaties/bedrijven voor de uitvoering van een opdracht. Selecteert voor het maken van een prijs-kwaliteitvergelijking enkele doch minimaal 2 bureaus/bedrijven. Voert een eerste aftastend en vrijblijvend telefonisch gesprek met de geselecteerde kandidaten. Legt in dit eerste contact het doel van het project uit, schetst de inhoudelijke en organisatorische hoofdlijnen en legt uit wat er van het externe bureau wordt verwacht. Informeert hen dat er met meerdere potentiële kandidaten gesprekken plaatsvinden. Nodigt de betreffende kandidaten, als het klikt, uit voor een gesprek. Nodigt, als het niet klikt, dan ook niet uit en geeft aan waarom niet. Plant de gesprekken niet te snel achter elkaar op dezelfde dag zodat er ruimte is voor een pauze waarin - indien van toepassing - met de interne voorbereidingsgroep wordt nagepraat. Bespreekt met de interne voorbereidingsgroep, voorafgaand aan het gesprek met de externe(n) volgens welke lijn het gesprek verloopt en spreekt een rolverdeling af. Overlegt na afloop van ieder gesprek met de interne voorbereidingsgroep de sterke en zwakke punten van het betreffende bureau. Bepaalt wie er afvalt en wie er overblijft. Verzoekt degene(n) die overblijft/overblijven om een offerte uit te brengen binnen redelijke tijd. Vergelijkt de binnengekomen offertes. Houdt indien nodig een tweede aanvullend gesprek met (één van) de kandidaten. Bespreekt na afloop het resultaat met de interne voorbereidingsgroep. Vergelijkt de kandidaten op plus- en minpunten en kiest voor de beste kandidaat. Bevestigt de keuze bij de organisatie en belt de overgebleven kandidaten af. Zet het gesprek voort met de gekozen kandidaat over inhoud, planning, kosten en voorwaarden. Zorgt ervoor dat er een definitieve offerte volgt. Checkt de offerte, ondertekent deze of zorgt voor ondertekening. 5.4.2 Aandachtspunten offertefase Het verstrekken van een opdracht aan een organisatie/bedrijf vergt enige inspanning en tijd. Normaal gesproken wordt eerst rondgekeken welke organisaties/bedrijven in principe interessant zijn om de opdracht aan te verstrekken. Bij de keuze van een bureau kan gebruikgemaakt worden van de ervaringen die bij eerdere projecten en activiteiten zijn opgedaan. Omdat er sprake is van grote prijsverschillen tussen organisaties, is het aan te raden meerdere bureaus te benaderen en uiteindelijk op basis van een prijskwaliteitvergelijking voor het best passende aanbod te kiezen. De projectleider overlegt met de opdrachtgever wat de beste opties zijn en start niet met de uitvoering voordat de offerte door beide organisaties naar tevredenheid is ondertekend. 5.4.3 Aandachtspunten werkafspraken Normaal gesproken staan werkafspraken tussen de projectleider van VluchtelingenWerk Nederland en van de externe opdrachtnemer in de offerte vermeld. Het is handig om hierbij Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 25 de inhoud te volgen van het projectcontract van VluchtelingenWerk. Let vooral op de organisatorische kanten van alle hierin genoemde hoofd- en deelresultaten. Ogenschijnlijk kleine(re) activiteiten vergen dikwijls nogal wat organisatorische rompslomp en het externe bureau kan in de veronderstelling zijn dat dit de verantwoordelijkheid is van de projectleider van VluchtelingenWerk Nederland. Daarnaast is het ook van belang dat de in- en externe projectleiders de planning van het project bespreken en vastleggen. Al in de offertefase moet duidelijk zijn of het externe bureau zich voldoende kan vrijmaken in de door VluchtelingenWerk uitgestippelde projectlooptijd. Dit zal ook moeten blijken uit een overzicht van het externe bureau waarin is aangegeven hoeveel uren of dagdelen de uit te voeren activiteiten vergen. 5.4.4 Voorbeelden van valkuilen Onderdeel van de offertebespreking is de vraag wie de eventuele extra uren, bovenop de offerte, gaat betalen. Indien mogelijk wordt er een vaste prijs afgesproken voor een duidelijk omschreven resultaat op een vastgestelde datum. Is dat niet mogelijk, dan dienen in het contract dat gesloten wordt tussen VluchtelingenWerk en het externe bureau de toegestane marges in tijd en geld vastgelegd te worden. Mochten deze marges overschreden worden, dan zijn er twee opties: Optie1: Als extra te maken uren buitenproportioneel opgelopen blijken te zijn en de oorzaak daarvan vooral aan de kant van het externe bureau ligt, is het niet meer dan logisch af te spreken dat de uren voor rekening komen van het bureau. Optie 2: Als het nodig is extra uren in te zetten voor zaken die door beide organisaties niet van tevoren waren voorzien is het raadzaam dat eerst de afweging plaatsvindt welke belang er is gediend met het inzetten van die extra uren. Na onderhandeling er op uitkomen dat beide partijen ieder de helft van de extra kosten betaalt, is een goed compromis. Natuurlijk bespreekt de projectleider deze belangenafweging ook met de opdrachtgever omdat deze de extra kosten vooraf moet fiatteren. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 26 6 Toepassing van projectmanagement in de definitiefase In hoofdstuk 2 heeft u de fasen van een project en projectmanagement kunnen lezen en de stappen die per fase genomen dienen te worden. In de hierna volgende hoofdstukken vindt u de nodige hulpmiddelen voor deze stappen. In dit hoofdstuk vindt u de hulpmiddelen om de managementstappen in de definitiefase uit te voeren. Dat betreft: een uitleg voor het stapsgewijs opstellen van het projectcontract aan de hand van het format, de financiering van projecten, de activiteitenstructuur en tot slot de risicoanalyse. 6.1 Format projectcontract VWN Projectcontract Naam Project Opdrachtgever Gedelegeerd opdrachtgever Projectleider Projectmanagement Projectnummer Budget Startdatum Project Einddatum Project : : : : : : : : : Doelstelling/Projectomschrijving : Belangrijkste resultaten : Belangrijkste voorwaarden en beperkingen: : Handtekening opdrachtgever: Handtekening projectleider: Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 27 6.2 Stapsgewijze uitleg projectcontract Op de vorige pagina is een format van het projectcontract dat bij VWN gebruikt wordt opgenomen. Een in te vullen versie van het format vindt u op Vluchtweb. Hieronder leest u hoe aan de hand van het format het projectcontract kan worden ingevuld. Als er voor een project externe financiering wordt gezocht, moet soms gebruikgemaakt worden van een format van de subsidiegever. Inhoudelijk zullen dan vrijwel dezelfde gegevens gevraagd worden. 6.2.1 Overzicht Naam project Formuleer de titel van het project: kort, bondig en concreet, en indien mogelijk pakkend! Opdrachtgever Vul de naam in van de persoon die eindverantwoordelijk is voor het project; deze persoon stuurt de projectleider aan. Het opdrachtgeverschap kan ook berusten bij meer dan één persoon, bijvoorbeeld een stuurgroep of directie. Gedelegeerd opdrachtgever (indien van toepassing) Deze functie is van toepassing als het opdrachtgeverschap door meer dan een persoon vervuld wordt (bijv. stuurgroep of directie), waarbij één van hen de werkcontacten met de projectleider onderhoudt, of als de formele opdrachtgever in verband met tijdgebrek of afstand de eindverantwoordelijkheid voor het project delegeert aan een afdelingsmanager, hoofd of andere vertegenwoordiger. Vul de naam in van die persoon. Projectleider Vul de naam in van de persoon die verantwoordelijk is voor een goed verloop van het project op: inhoud, planning, proces, communicatie en de besteding van het toegekende budget. De projectleider legt verantwoording af aan de (gedelegeerd) opdrachtgever. Projectmanagement (indien van toepassing) Deze functie is van toepassing als iemand anders dan de projectleider het management op zich neemt, bijvoorbeeld als de projectleider zich hoofdzakelijk op de inhoud richt. In deze situatie neemt de projectmanager de verantwoordelijkheid voor de algehele organisatie, planning, aansturing, communicatie en bewaking van het budget. Bij complexe projecten met meerdere deelprojecten is het aan te raden een projectmanager aan te stellen. Projectnummer Vermeld hier het financiële administratienummer dat aan het project wordt toegekend na goedkeuring van het projectcontract. Alle kosten die in verband met het project worden gemaakt dienen op dit nummer geboekt te worden. Vaak wordt dit nummer ook gebruikt in het tijdsregistratiesysteem, zodat de uren die projectmedewerkers aan het project besteden geregistreerd en bewaakt kunnen worden. Budget Vermeld hier het toegekende budget. Start Project Geef de datum aan wanneer het project start; maak duidelijk of de tijd die nodig is voor de totstandkoming van het projectcontract voor of na de startdatum valt. Einde Project Geef de datum aan wanneer het project is beëindigd; de looptijd van een project is gebaseerd op een realistische tijdberekening van alle (deel)resultaten, rekening houdend met o.a. vakantie- en feestdagen en beperkte beschikbaarheid projectdeelnemers. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 28 6.2.2 Doelstelling Beschrijf hier de doelstelling die kort en helder het waarom van het project verklaart en die duidelijk de gewenste situatie beschrijft die door middel van het project bereikt moet worden. De omschrijving van het doel moet SMART zijn: Specifiek: vermijd abstracties en wollig taalgebruik. Als de tekst voor meerderlei uitleg vatbaar is, is er iets mis met de formulering. Meetbaar: er moeten meetbare indicatoren geformuleerd worden, zodat vastgesteld kan worden in welke mate het doel bereikt is. Acceptabel: het doel moet voor medewerkers en betrokkenen acceptabel zijn, zij moeten zich erdoor aangesproken voelen. Realistisch: het doel (en de genoemde meetbare indicatoren) moeten haalbaar zijn (binnen tijd, budget, deskundigheid en andere randvoorwaarden). Tijdgebonden: er moet vastgelegd worden binnen welke termijn het doel behaald moet worden. Het opnemen van lange uitweidingen over de aanleiding voor het project en fraaie abstracte doelstellingen zijn ongewenst. Het kan nodig zijn het projectcontract op inhoud en vorm toe te lichten omdat het in een bredere kring wordt verspreid, bijvoorbeeld onder Regionale Afdelingen of als projectvoorstel naar potentiële financiers. Zo n toelichting kan het beste in een aanbiedingsbrief worden opgenomen. 6.2.3 Belangrijkste resultaten Beschrijf hier de belangrijkste resultaten van het project. Daardoor wordt duidelijk wat er aan het eind van het project concreet en tastbaar is opgeleverd. De vraag "wat wil ik aan het eind van het project in handen hebben" is een hulpmiddel. Wat er staat moet inspirerend, uitdagend, haalbaar en meetbaar zijn. Projectleider en projectgroep realiseren zich dat ze erop afgerekend worden. Zie voorbeelden doelstelling/projectomschrijvingen uit bijlage 1. Ga als volgt te werk: Beschrijf eerst de belangrijkste resultaten die nodig zijn om het projectdoel te bereiken. Plaats deze vervolgens in de volgorde van uitvoering. Formuleer vervolgens per genoemd resultaat één tot drie te behalen deelresultaten. Met het benoemen van deze deelresultaten wordt zichtbaar via welke onderdelen de belangrijkste resultaten worden bereikt. Rangschik vervolgens deze deelresultaten in de volgorde waarin ze afgewikkeld worden; geef aan wanneer het gelijktijdig te behalen deelresultaten zijn. Controleer of met de belangrijkste resultaten en deelresultaten tezamen de projectdoelstelling daadwerkelijk gehaald wordt. In ieder project wordt bij de resultaten opgenomen dat: het communicatieplan is uitgevoerd (zie paragraaf 7.2) het project is geëvalueerd (zie paragraaf 8.3) 6.2.4 Belangrijkste voorwaarden en beperkingen Omschrijf hier de inhoudelijke en organisatorische condities die nodig zijn voor een goed verloop van het project. Dit zijn soms ook beschermende maatregelen voor de projectleider en projectgroep. De volgende voorwaarden en beperkingen moeten voor ieder project standaard kort en bondig beschreven worden: De verantwoordelijkheden van de opdrachtgever, projectgroep en projectleider. De projectgroep: welke medewerkers van welke afdeling nemen daaraan deel, hoe vaak komt de projectgroep bijeen. Bestaat het project uit meerdere deelprojecten? Zo ja: Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 29 geef per deelproject aan wie de deelprojectleider is; stel per deelproject een projectcontract op met verwijzing naar het hoofdcontract. Is er naast de projectgroep sprake van een stuurgroep of klankbordgroep? Zo ja, omschrijf van iedere groep: o de taken en bevoegdheden; o welke medewerkers eraan deelnemen; o het aantal bijeenkomsten. Inzet menskracht: o geef het aantal uren aan van de projectgroepleden en projectleider. Maak hierbij onderscheid tussen te besteden uren aan projectgroepbijeenkomsten en de overige te besteden uren om activiteiten/opdrachten verder uit te werken. Geef ook aan of de genoemde uren in- of exclusief reistijd en voorbereidingstijd is; o geef indien van toepassing het aantal uren aan van bijeenkomsten voor stuurgroep of klankbordgroep; o geef aan of de projectleider administratief of organisatorisch wordt ondersteund, voor hoeveel uur en uit welke afdeling. Begroting: geef aan wat de totale kosten zijn en laat in een begroting zien over welke posten dit is verdeeld. Zie ook paragraaf 6.5. o o 6.2.5 Handtekening projectcontract Nadat het projectcontract is goedgekeurd plaatsen de opdrachtgever en de projectleider hun handtekeningen onderaan het projectcontract. Ook de leidinggevenden van projectgroepleden ondertekenen op initiatief van de projectleider het contract. Hierdoor verklaren zij zich akkoord met de ureninzet van de betreffende medewerker(s). 6.2.6 6.3 Overige tips bij het opstellen van een projectcontract: In het contract worden afspraken met betrekking tot het project vastgelegd; formuleer daarom kort, bondig en beknopt en gebruik heldere en concrete taal. De inhoud dient transparant te zijn zodat voor direct betrokkenen en overige belangstellenden de in- en output van het project begrijpelijk is. Neem een globale planning op. Als het nodig is de aanleiding tot het project op te nemen, plaats deze tekst dan direct onder de titel en beperk het tot enkele zinnen. Activiteitenstructuur Een activiteitenstructuur of Work Breakdown Structure (WBS) is voor de projectleider en projectgroep een handig instrument om voortdurend helder te hebben wie voor welke (hoofd)activiteiten verantwoordelijk is. Dit kunnen personen zijn binnen of buiten de projectgroep, maar het kunnen ook afdelingen en externen zijn. 6.3.1 Kenmerken van een activiteitenstructuur Iedere activiteitenstructuur, zie voorbeeld paragraaf 6.4, bestaat uit een aantal elementen die met elkaar verbonden zijn. De inhoud van ieder element voldoet aan de volgende kenmerken: Het is een op zichzelf staande activiteit of pakket aan activiteiten die leiden tot een eindproduct. Heeft een begin- en een eindpunt. Bevat een kwaliteitsniveau. Voor de totstandkoming is een persoon of een groep verantwoordelijk. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 30 6.3.2 Maak in 8 stappen een activiteitenstructuur Maak een activiteitenstructuur (paragraaf 6.4): Plaats op het hoogste niveau de doelstelling in korte bewoordingen. Plaats op het tweede niveau naast elkaar de belangrijkste resultaten uit het projectcontract. In het voorbeeld zijn dit de nummers 1 t/m 5. Plaats op het derde niveau de deelresultaten uit het projectcontract. In het voorbeeld zijn dit de nummers 1.1, 2.1 etc. t/m 5.2; dit kunnen per resultaat ook meerdere deelresultaten zijn; in het voorbeeld is dat bij de deelresultaten 3.1+ 3.2 en 5.1+ 5.2. Plaats op het vierde niveau de activiteit die uitgevoerd moet worden voor het te behalen (deel-)resultaat uit het derde niveau. In het voorbeeld zijn activiteiten uit het vierde niveau: 1.1.1, 2.1.1. etc. t/m 5.1.1. (NB: Niet alle activiteiten die verricht moeten worden om het deelresultaat te bereiken zijn opgesomd. ) Beperk omwille van de overzichtelijkheid, het aantal geledingen tot drie, maximaal vier. Formuleer alle resultaten met een voltooid deelwoord en alle activiteiten als actie. Wees compleet bij het opsommen van de activiteiten, zonder te veel op de details in te gaan. Maak door middel van arceringen of kleurschakeringen zichtbaar welke onderdelen door welke persoon, groep, afdeling, externe(n) worden uitgevoerd. Maak onder aan het schema duidelijk waar de arceringen voor staan. 6.3.3 Tips voor de projectleider Bij het opstellen van de activiteitenstructuur zijn post-its (geeltjes) een handig hulpmiddel. Zet eerst alle resultaten op post-its. Schrijf vervolgens voor elk van de resultaten de activiteiten die uitgevoerd moeten worden elk op een aparte post-it. Plak de post-its volgens de instructies in paragraaf 6.3.2 in de goede volgorde op een groot vel papier, een whiteboard of een tafel. Eventueel kunnen verschillende kleurtjes post-its gebruikt worden voor de verschillende projectmedewerkers die de activiteiten uitvoeren, maar namen of functies kunnen ook bij de activiteiten worden genoteerd. Zo kan er gemakkelijk een extra activiteit ingevoegd worden of een activiteit aan een andere medewerker toebedeeld worden. Het is verstandig het post-it schema, als het een definitieve vorm heeft aangenomen, over te tekenen op papier of vast te leggen op de computer (zie hieronder). De onderdelen van het post-it schema zijn in een later stadium goed te gebruiken bij het bepalen van de ureninzet van de verschillende medewerkers en bij het maken van de planning. De definitieve activiteitenstructuur kan in het Word tekenprogramma worden opgemaakt. Zie hiervoor opmaakaanwijzingen uit bijlage 3. Bij veel (deel-)resultaten of veel activiteiten kun je voor elk van de resultaten een apart schema maken. Het schema kan dan bij de projectdocumenten worden opgeslagen, zodat het voor alle betrokkenen in te zien is. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 31 6.4 Format Activiteitenstructuur voor het verdelen van verantwoordelijkheden Project (titel opnemen) uitgevoerd Benoem hier hoofdresultaat 1 1. Benoem hier hoofdresultaat 2 2. Benoem hier hoofdresultaat 3 3. Benoem hier een deelresultaat om resultaat 1 te behalen: .. 1.1 Benoem hier een deelresultaat om resultaat 2 te behalen: .. 2.1 Benoem hier een deelresultaat om resultaat 3 te behalen: .. 3.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 1.1 te behalen: .. 1.1.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 2.1 te behalen: .. 2.1.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 3.1 te behalen: .. 3.1.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 2.1.1 te behalen: .. 2.1.1.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 3.1.1 te behalen: .. 3.1.1.1 Communicatieplan uitgevoerd 4. Benoem hier een deelresultaat dat samenhangt met 3.1: . 3.2 Communicatieplan opstellen en periodiek bijstellen 4.1 Benoem hier de activiteit om deelresultaat 3.1.1 te behalen: .. 3.1.1.2 Project geëvalueerd 5. Project met opdrachtgever geëvalueerd Project met projectgroep geëvalueerd 5.1 5.2. Definitief evaluatieverslag opstellen 5.1.1 Verantwoording Projectleider Deelproject 2 - Afdeling Beleid Deelproject 4 - Afdeling Communicatie Verantwoording Projectleider Verantwoording Projectleider Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 32 6.5 Begroting De begroting van een project is een integraal onderdeel van het projectcontract. Vaak is de projectleider bij het opstellen en (doen) goedkeuren van de begroting verplicht een vast stramien te volgen. Daarbij wordt meestal onderscheid gemaakt in interne en externe kosten. Interne kosten zijn voornamelijk de kosten van inzet van medewerkers. Onder externe kosten vallen alle te verwachten declaraties van externe deelnemers en facturen van derden. 6.5.1 Opstellen van de begroting De interne kosten worden berekend aan de hand van de activiteitenstructuur. De projectleider schat het aantal uren dat de projectmedewerkers nodig zullen hebben om die activiteiten te verrichten. Die urenschatting wordt omgezet in geschatte kosten van de ureninzet van interne medewerkers, onderverdeeld naar medewerkersprofiel of naam. Daarvoor heeft de projectleider het uurtarief van de betrokken projectmedewerkers nodig: uren x tarief levert het benodigde budget voor de interne capaciteit op. Voor informatie over uurtarieven kan de projectleider terecht bij de financiële administratie; die worden meestal berekend aan de hand van een integraal uurtarief voor de projectleider en projectmedewerkers De begroting omvat verder een raming van de overige kosten, zoals: uurvergoeding voor stuurgroepleden en klankbordleden kosten zaalhuur, faciliteitenhuur en catering; kosten aanschaf materiaal; kosten inhuur externe expertise. 6.5.2 Vaststellen van de begroting De conceptbegroting wordt in het concept projectcontract opgenomen en de projectleider legt dit geheel ter goedkeuring voor aan de opdrachtgever. De projectleider kan van de opdrachtgever het verzoek krijgen om de begroting aan te passen. De aangepaste begroting wordt ook weer ter goedkeuring voorgelegd aan de opdrachtgever. De definitieve begroting wordt vastgesteld door de ondertekening van het projectcontract. 6.6 Risicoanalyse Het is verstandig aan om tijdens de looptijd van een project tenminste twee keer met de projectgroep een risicoanalyse uit te voeren. De eerste keer in de definitiefase van het project; de analyse is dan gericht op het niveau van de belangrijkste resultaten en daarvoor te verrichten hoofdactiviteiten uit het projectcontract. Zo kunnen risico s en valkuilen in een zo vroeg mogelijk stadium worden onderkend en zo mogelijk ondervangen. De tweede risicoanalyse wordt uitgevoerd in de uitvoeringsfase van het project en dan is de focus gericht op die activiteiten die in de activiteitenstructuur en het planningsschema ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteiten. Het is aan te bevelen de risicoanalyse met de projectgroep of met andere deskundigen te maken; zo voorkom je zoveel mogelijk onaangename verrassingen tijdens het project. Een risicoanalyse bestaat uit 6 stappen: Benoem mogelijke risico s aan de hand van de belangrijkste resultaten en daarvoor uit te voeren hoofdactiviteiten uit het projectcontract; Plaats het risico in de vlakken van de matrix uit paragraaf 6.7 na de afweging: o Wat is de kans dat het risico zich voordoet (Hoog, Middel, Laag op de verticale as) o Wat is de ernst als het risico zich voordoet (Hoog, Middel, Laag op de horizontale as); Definieer mogelijke oorzaken als de risico s zich bevinden in één van de vier snijvlakken van de twee assen: Hoog-Hoog; Hoog-Middel; Middel-Hoog; MiddelMiddel; Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 33 Als de risico s zich in de overige vijf snijvlakken bevinden hoeft geen verdere actie te worden ondernomen omdat de kans dat het risico zich voordoet en de ernst daarvan betrekkelijk laag zijn en daarom niet tot preventieve actie oproepen; Definieer mogelijke preventieve maatregelen bij de onder punt 3 genoemde oorzaken. Deze maatregelen dienen ervoor te zorgen dat de oorzaken op voorhand worden weggenomen of tegengegaan; Formuleer de gevolgbestrijdende maatregel die genomen moet worden voor het geval dat ondanks preventieve maatregelen - het risico zich toch openbaart en alsnog moet worden bestreden. Hierbij is het van belang om ook te vermelden wie of wat bij deze maatregel de "trigger" is; d.w.z iets of iemand die de allereerste actie(s) in gang moet zetten. Het kan nodig zijn het projectcontract en de activiteitenstructuur aan te passen naar aanleiding van de risicoanalyse, bijvoorbeeld als er meer draagvlakbevorderende activiteiten nodig zijn of als blijkt dat activiteiten meer voorbereiding vergen dan ingeschat. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 34 6.7 Matrix Risicoanalyse Ernst hoog middel laag Kans hoog middel laag Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 35 7 Toepassing van projectmanagement in de planningsfase De planningsfase is opgebouwd uit twee na elkaar uit te voeren stappen: het opstellen van een planningsoverzicht en het maken van een communicatieplan. De hulpmiddelen om deze stappen concreet in te vullen, staan in dit hoofdstuk omschreven. 7.1 Projectplanning Een projectplanning is essentieel voor het beheersbaar houden van een project. Het is een hulpmiddel om er zeker van te zijn dat de resultaten die in het projectcontract zijn geformuleerd, op tijd gereed zijn. Er zijn vele vormen van projectplanning waarvan de basis min of meer gelijk is. In deze handleiding wordt een werkwijze voor staafdiagrammen volgens de methode Gantt uitgelicht. Voor een goed begrip wordt aangeraden om bij het toepassen van de instructies de twee bijgevoegde praktijkvoorbeelden (project SU en Klanttevredenheidsonderzoek) erbij te nemen. 7.1.1 Instructies Ga uit van de begin- en eindtijd zoals geformuleerd in het projectcontract en stel aldus de doorlooptijd van het project vast. Hierbinnen dienen alle resultaten inclusief de evaluatie van het project te worden gerealiseerd. Gebruik als leidraad voor het opmaken van de planning: de belangrijkste resultaten en deelresultaten uit het projectcontract; de globale urencalculatie uit het projectcontract; de activiteitenstructuur. 7.1.2 Invullen planningsoverzicht Gebruik het programma Excel voor de opmaak van het planningsoverzicht. Maak in de linker kolom van het planningsoverzicht een lijst van te verrichten taken/activiteiten. Herhaal zo mogelijk de geformuleerde (deel)resultaten uit het contract of uit de activiteitenstructuur. Breng enige verfijning aan indien nodig. Plaats de taken/activiteiten in de volgorde in tijd waarin ze uitgevoerd worden; dat zegt niets over de grootte of belangrijkheid van een activiteit. Markeer zo mogelijk de mijlpalen. Plaats horizontaal op de eerste rij alle weeknummers uit de doorlooptijd van het project, rechts van de activiteitenkolom. Maak per weeknummer een kolom aan. Maak een kolom aan, links of rechts van de activiteitenkolom en geef met letters aan wie de betreffende activiteit uitvoert (persoon of organisatie). Maak per genoemde activiteit een inschatting van de benodigde kalendertijd en stel vast in welke week de activiteit uiterlijk gereed moet zijn; markeer dat door het bewuste vlak zwart te maken. Een project met een lange looptijd en enige complexiteit, bijvoorbeeld door meerdere deelprojecten, vergt regelmatige bijstelling van de planning. 7.1.3 Praktijkvoorbeelden planningsschema Praktijkvoorbeeld planningsschema 1 en 2: zie apart opgenomen bijlage 7.1.4 Tips voor de projectleider Ook bij het voorbereiden van een planning komen post-its (geeltjes) goed van pas. Als bij het maken van de activiteitenstructuur ook gewerkt is met post-its, dan kun je daarmee beginnen. In combinatie met een weekschema op een whiteboard kan een planningsschema Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 36 gemaakt worden dat gemakkelijk te wijzigen is. Als het schema naar tevredenheid is ingevuld, kan het verwerkt worden in een document, zoals hierboven beschreven. 7.2 Urenregistratie Bij een organisatie die net begint met projecten zijn nog niet veel kengetallen voorhanden om bij te behalen projectresultaten realistische tijdberekeningen te maken. De praktijk toont aan dat in eerste instantie de projectactiviteiten erg krap worden berekend. Met name het (her)schrijven van stukken vergt in verhouding veel tijd. Mede daarom is het raadzaam om bij de ureninschatting de projectmedewerkers te vragen om samen met de projectleider een ureninschatting te maken voor 'hun' onderdeel. Het is belangrijk dat projectleider en projectmedewerkers consequent de tijd die ze aan het project besteden registreren. De projectleider en projectmedewerkers kunnen de beheerder tijdregistratiesysteem een uitdraai vragen van de uren die aan het project zijn besteed. Zo kan tijdens het project in de gaten gehouden worden of de bestede uren overeenkomen met de geschatte uren. Een overschrijding van het geschatte aantal uren betekent ook een overschrijding van het budget. Ook aan het eind van het project, bij de evaluatie, moet een vergelijking plaatsvinden tussen de geschatte uren en feitelijk bestede uren. Door in het evaluatieverslag vast te leggen welke activiteiten meer of minder tijd hebben gekost dan geschat, ontstaat er een referentiekader dat gebruikt kan worden voor volgende projecten in de organisatie. 7.3 Communicatieplan Een communicatieplan volgens de bijgevoegde modellen in paragraaf 7.3.2 en 7.3.3 is een instrument om overzicht te houden over de belanghebbenden met wie tijdens de looptijd van het project gecommuniceerd gaat worden. Deze modellen zijn in Word opgemaakt. De projectleider overlegt met de projectgroep wie voor de uitvoering van het plan zorgt. Bij eenvoudige projecten is dat meestal de projectleider zelf; bij complexe projecten neemt een lid van de projectgroep met communicatiedeskundigheid dat als een deelproject op zich. Het communicatiemodel is geen statisch geheel maar wordt nu en dan geactualiseerd; de frequentie hangt o.a. af van de precisie waarmee bij aanvang van het project kan worden ingeschat hoe vaak en waarover met de genoemde doelgroepen/belanghebbenden gecommuniceerd moet worden. Noteer op iedere aangepaste versie de datum van uitgifte en bewaar alle vorige versies zodat altijd teruggevonden kan worden wie, wanneer, voor wat is benaderd. 7.3.1 Opstellen van een communicatieplan Doelgroep Benoem in de kolom doelgroep de belanghebbenden met wie gecommuniceerd zal worden. In het model zijn in de aangegeven kolom de meest gebruikelijke doelgroepen opgenomen. Plaats de doelgroepen in een volgorde die in de lijn van de organisatie logisch is, bijvoorbeeld de Verenigingsraad bovenaan of juist helemaal onderaan. Contactpersoon Plaats de naam van de contactpersoon van de bijbehorende doelgroep. Inhoud communicatie Omschrijf in kernwoorden waar de communicatie over gaat. De bewoordingen en gebruikte afkortingen dienen voor alle leden van de projectgroep helder te zijn. Informatief of Inspraak Geef aan of de communicatie informatief van aard is of dat het om inspraak gaat. Het nut van dit onderscheid is dat in het geval van inspraak, hieruit voortkomende vervolgactiviteiten tijdig in de planning kunnen worden opgenomen. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 37 Communicatiemiddel Omschrijf in kernwoorden via welk communicatiemiddel de doelgroep wordt benaderd, bijvoorbeeld door middel van: o een brief; o een presentatie; o VluchtWeb; o een speciale nieuwsbrief over het project; o Compact; o informatie/voorlichtingsbijeenkomsten; o een lunchbijeenkomst voor het personeel; o per e-mail. Datum Geef aan wanneer de communicatie uitgevoerd wordt, of uitgevoerd moet zijn. Als er een marge is, is het nuttig dat aan te geven. Door wie Plaats de naam van degene die de communicatie uitvoert. Bijzonderheden Omschrijf in kernwoorden de bijzonderheden waar rekening mee gehouden moet worden. De tekst en gebruikte afkortingen dienen voor alle leden van de projectgroep helder te zijn. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 38 7.3.2 Format Communicatieplan Project . (naam project invullen ) Versie Doelgroep 1 Verenigingsraad 2 Bestuur 3 Directie 4 DO 5 OR 6 Hoofden afd. LB 7 MO 8 Medewerkers LB 9 Regionale Afdelingen 10 LAO 11 Externen Contact-persoon Inhoud (datum invullen) Informatief Inspraak Communicatiemiddel Datum Door wie Bijzonderheden 12 Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 39 7.3.3 Praktijkvoorbeeld Communicatieplan Project . (naam project invullen) Versie (datum invullen) Doelgroep Contact-persoon Inhoud Informatief Inspraak Communicatiemiddel Datum Door wie Bijzonderheden 1 Verenigingsraad bestuurssecret. onderzoeksopzet Informatief V-raad stukken voor 1-1 projectleider na goedkeuring bestuur 2 Bestuur bestuurssecret. onderzoeksopzet Informatief mondeling directeur voor 12-11 secretariaat 3 Directie projectleider projectcontract Informatief en inspraak bila 4 Projectgroep projectleider Informatief en inspraak bijeenkomsten wekelijks 5 OR OR secretaris Informatief mail voor 31-11 projectleider projectleider na overleg met directie 6 Managers directeur MO - mondeling eerste MO directeur in dec. sheets maken 7 Medewerkers LB projectleider Informatief draagvlak bevorderen personeel Informatief voor 3-1 8 Extern Bureau mail en VluchtWeb + lunchbijeenkomst min. 2 bijeenkomsten onderzoeksopzet doel project en werkwijze afstemmen en 5-1 1-12 en 23-12 projectleider doorlopend projectleider doorlopend projectleider lunchbijeenkomst in overleg met afdeling; locatie reserveren projectleider en evaluatie apart projectgroep 9 Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 40 8 Toepassing van projectmanagement in de uitvoeringsfase Het management in de uitvoeringsfase van een project is eenvoudigweg het gecontroleerd uitvoering geven aan het door de opdrachtgever goedgekeurde projectcontract met behulp van activiteitenstructuur, planningsschema en communicatieplan. Deze managementinstrumenten die nauw met elkaar samenhangen, zijn de ankerpunten van een project aan de hand waarvan controle en overzicht wordt gehouden. Aan het eind van het project vindt een algehele evaluatie plaats. 8.1 Controle en overzicht houden Uitgaande van de juiste kwaliteit van de hiervoor genoemde managementinstrumenten kan er door in- en externe ontwikkelingen in de uitvoering aanleiding zijn voor bijstelling van het planningsschema en het communicatieplan. Hierbij is het de kunst om bij kleine en grotere veranderingen te blijven overzien wat de consequenties daarvan zijn op de overige ankerpunten van het project. Ogenschijnlijk kleine veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de begroting en de planning. Daarom is het van belang dat er bij wijzigingen altijd een doorrekening plaatsvindt. Als een wijzigingen grote gevolgen heeft, moet de opdrachtgever beslissen of de wijziging inderdaad doorgevoerd wordt. Daarna worden indien nodig de managementinstrumenten aangepast en vervolgens worden belanghebbenden daarvan op de hoogte gebracht. 8.2 Financiële administratie, tijdsregistratie en verantwoording Om aan het project bestede uren en gelden te kunnen managen is het noodzakelijk dat in het urenregistratiesysteem en de financiële administratie voorzieningen getroffen worden om uren en kosten te kunnen registreren. 8.2.1 Opnemen van het project in de financiële administratie Zodra het projectcontract door de opdrachtgever is ondertekend, benadert de projectleider het hoofd van de financiële administratie voor de opname van het project en de begroting in de financiële administratie (FINAD). De FINAD maakt daartoe een projectnummer aan waarop alle kosten van het project kunnen worden geboekt. Als het project al gepland en in het werkplan opgenomen is, is er vaak al een projectnummer beschikbaar. Ook moet geregeld worden dat de projectleider eventuele facturen in verband met het project mag ondertekenen, al dan niet tot een gelimiteerd bedrag. Bij externe financiering van het project moet ervoor gezorgd worden dat aan de verantwoordingseisen van de financiers kan worden voldaan. Hierover dient de projectleider tijdig te overleggen met de FINAD. 8.2.2 Opnemen van het project in het tijdregistratiesysteem Het project wordt door de projectleider bij de beheerder van het tijdregistratiesysteem aangemeld om ervoor te zorgen dat iedereen die aan het project bijdraagt zijn uren kan registreren. Vaak is het project al in de definitiefase door de opdrachtgever aangemeld, zodat de projectleider ook de uren besteed aan het opstellen van het concept projectcontract kan registreren. Het is ook mogelijk dat voor deze fase een ander registratienummer wordt gebruikt. 8.2.3 Rapportage en verantwoording Als budgethouder beheert de projectleider de toegekende gelden. Hij legt daarover periodiek verantwoording af aan de opdrachtgever in het kader van de reguliere voortgangsbespreking. De projectleider vraagt (of krijgt) regelmatig een uitdraai van de gegevens uit het financiële systeem en het tijdregistratiesysteem. Hij vergelijkt de gerealiseerde kosten (geschreven uren x tarief en de gemaakte directe kosten) met de begroting en maakt een prognose van het vermoedelijke resultaat. In veel organisaties verstrekt de FINAD budgethouders (opdrachtgevers) periodieke managementrapportages Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 41 (MARAPs). Zaken die nadere uitleg behoeven worden door het hoofd van de afdeling FINAD aan de opdrachtgever doorgegeven; de opdrachtgever stelt deze vragen aan de orde in het voortgangsgesprek met de projectleider. Over kortdurende projecten met een fors budgettair beslag wordt eventueel vaker gerapporteerd. De projectleider meldt veranderingen in de posten op de begroting tijdig bij de opdrachtgever. Bij externe financiering van een project moet de verantwoording vaak plaatsvinden in een door de financier aangegeven format. Naast gegevens over de besteding van de subsidies kunnen ook cijfermatige gegevens over de resultaten gevraagd worden. De projectleider controleert tijdens het project, naast de financiële aspecten, of de registratie van de benodigde gegevens goed verloopt, en of de resultaten zich ontwikkelen zoals verwacht. Bij grote afwijkingen van de beoogde resultaten waarschuwt de projectleider de opdrachtgever, en overlegt hij met projectgroepleden over maatregelen om de afgesproken resultaten toch te kunnen behalen. 8.2.4 Financiële afsluiting van het project Op het moment dat een project is afgerond, alle rekeningen binnen zijn en er geen uitgaven meer hoeven te worden verwerkt, meldt de projectleider dit gegeven bij het hoofd van de financiële administratie. Deze kan dan ook in de administratie het project afsluiten. 8.2.5 Inbrengen van projecten in de begroting Bij de jaarlijkse opstelling van de begroting wordt geïnventariseerd welke projecten relevant zijn voor het begrotingsjaar. Dat is dus ook hét moment om nieuwe projecten in te brengen. Dat neemt niet weg dat zich in de loop van het jaar ontwikkelingen kunnen voordoen, die nopen tot het starten van een nieuw project. Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever ervoor te zorgen dat de financiële gevolgen van nieuwe projecten meegenomen worden in een tussentijdse begrotingswijziging. 8.3 Evaluatie van een project De evaluatie van het project is de laatste stap in het project. De projectleider blikt aan de hand van het projectcontract met zowel de opdrachtgever als met de projectgroep terug op de gang van zaken van het project. De resultaten van deze terugblik worden verwerkt tot een evaluatieverslag. Het is aan te bevelen ervaringen uit het project waar bij volgende projecten van geprofiteerd kan worden apart op te schrijven, zodat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor collega s. 8.3.1 Evaluatie van het project met de projectgroep De projectleider evalueert met de projectgroep tenminste de volgende onderwerpen: Doel Is het doel van het project bereikt? Resultaten Zijn de resultaten uit het projectcontract behaald? Welke resultaten wel; welke niet; wat is de reden daarvan? Tijd o Wat was de aangegeven looptijd van het project? Wat is de gerealiseerde looptijd? Als het project in tijd is uitgelopen, wat is de reden? o Is de planning van uit te voeren activiteiten over het algemeen gehaald? Zo niet, welke betreft het en wat is de reden? o Is de ureninzet van de projectdeelnemers besteed zoals was aangegeven? Zo nee, wat is de overschrijding en voor welke inzet gold dat? Budget Wat was het toegekende budget en het feitelijk bestede budget? Projectstructuur en organisatie Wat hebben projectgroep en leider van het project geleerd op: inhoud, proces en gevolgde procedures? Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 42 Samenwerking Hoe is er in de projectgroep en met eventueel externe(n) samengewerkt? Conclusies en aanbevelingen Tot welke conclusies en aanbevelingen leiden de voorgaande onderwerpen voor vergelijkbare projecten in de toekomst? De projectleider legt de bevindingen van de projectgroep vast in een verslag. Dat verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de projectgroepleden voordat het naar de opdrachtgever gaat. 8.3.2 Evaluatie van het project met de opdrachtgever De projectleider evalueert het project met de opdrachtgever en indien van toepassing met de stuurgroep. Vooraf ontvangt de opdrachtgever het evaluatieverslag. Behalve de inhoud van het evaluatieverslag, bespreken opdrachtgever en projectleider hoe de samenwerking tussen hen is verlopen en wat de eventuele aandachtspunten zijn voor toekomstige projecten. Indien nodig past de projectleider het verslag aan; deze eindversie is evenals het projectcontract een openbaar stuk, dat voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 43 Bijlage 1 Voorbeelden van doel/projectomschrijvingen Hieronder staan enkele voorbeelden van projectomschrijvingen in conceptversie en in de definitieve versie. De voorbeelden berusten gedeeltelijk op uitgevoerde projecten. Voorbeeld 1 Doel/projectomschrijving in conceptversie: Doel van het project is het samenstellen en publiceren van een handboek voor de vrijwilligers en stagiaires die binnen VluchtelingenWerk Nederland werkzaam zijn op de huidige AC- en OC-taken en die medewerkers inzicht geeft in wat zij van de organisatie kunnen verwachten en wat van hen verwacht wordt. Het handboek zal twee versies kennen: een AC-versie en een OC-versie. Het handboek is toepasbaar voor de doelgroepen vrijwilligers, stagiaires en werkbegeleiders. Doel/projectomschrijving in definitieve versie: Er is een handboek opgesteld en verspreid onder medewerkers in centrale opvanglocaties waarin hun rechten en plichten zijn opgenomen. Er is een AC- en daarnaast een OC-versie van het handboek geschreven. Voorbeeld 2 Doel/projectomschrijving in conceptversie: Er wordt gekeken naar de mogelijkheden om met instanties die te maken hebben met AMA s op gelijke voet te komen en te streven naar een stuk gezamenlijkheid in belangenbehartiging richting politiek en om via de media ook het Nederlandse publiek te beïnvloeden. Doel/projectomschrijving in definitieve versie: Er is een inventarisatie gemaakt van de organisaties die AMA's als doelgroep hebben. Bij deze organisaties is onderzocht of een samenwerkingsovereenkomst aangegaan kan worden met VluchtelingenWerk Nederland met het doel gezamenlijk het overheidsbeleid van AMA's de komende 2 jaar gericht te beïnvloeden. Voorbeeld 3 Doel/projectomschrijving in conceptversie: VluchtelingenWerk Nederland streeft tezamen met diverse instanties naar het terugdringen van de werkeloosheid onder vluchtelingen van 60% naar 40% met behulp van een speciale methode en ten behoeve van hun integratie. Gestreefd wordt naar plaatsing overeenkomstig opleiding en ervaring. Doel/projectomschrijving in definitieve versie: In samenwerking met het CWI en Emplooi zijn op experimentele basis d.m.v een reeds ontworpen bemiddelingsmethodiek 15 tot 25 werkeloze vluchtelingen in Tilburg aan een baan geholpen. De toepasbaarheid van de methode is na afloop geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 44 Bijlage 2 Opmaakaanwijzingen voor het maken van een Activiteitenstructuur (WBS) Open een nieuw Word document. Maak het tekenprogramma actief door in de menubalk te klikken op Beeld - Werkbalken - Tekenen Linksonder in het beeld verschijnt een tekenwerkbalk. Klik in die werkbalk op A---- -------en vervolgens in het document. Er verschijnt nu een vierkantje, een zogenaamd tekstvak, waarin je tekst kunt schrijven. Het tekstvakje kun je groter of kleiner maken door op de kleine blokjes aan de zijkant of bovenkant te gaan staan. Je ziet een pijltje verschijnen en daarmee kun je de grootte van het tekstvakje bepalen: hou de rechtermuisknop ingedrukt en sleep in de richting waarin je het tekstvakje wilt vergroten of verkleinen. Laat de rechtermuisknop los als het tekstvakje groot of klein genoeg is. Je kunt het tekstvakje verplaatsen door je cursor op één van de randen van het tekstvak te zetten. Er verschijnt dan een 4-pijls-figuurtje. Hou de rechtermuisknop ingedrukt en sleep het tekstvakje naar de gewenste plek. Laat dan de rechtermuisknop los. Je verlaat het tekstvakje door ergens buiten het tekstvakje te klikken. Wil je later het tekstvakje nog bewerken, dan klik je weer in het tekstvakje. Dan verschijnt weer de schuin gestreepte rand rondom het tekstvakje. Om een tekstvakje te verwijderen klik je op de rand van het tekstvakje. Die wordt dan schuin gestreept weergegeven. Door te drukken op de delete-knop op je toetsenbord verwijder je het tekstvakje. De lijnen die de verbanden aangeven tussen de verschillende tekstvakken maak je door in de tekenwerkbalk onderin op of te klikken. Klik hierop, zet de cursor op het punt waar de lijn of pijl moet beginnen, hou de rechtermuisknop vast en beweeg de cursor naar het punt waar de lijn of pijl moet eindigen. De lijn of pijl kun je verplaatsen door de cursor erop te zetten, de rechtermuisknop vast te houden en de lijn te slepen naar de plek waar hij heen moet. De lijn of pijl kun je verwijderen door erop te klikken en vervolgens op de delete-knop op je toetsenbord te drukken. Het maken van een activiteitenstructuur volgens deze methode vereist enige oefening. Laat je niet ontmoedigen als het fout gaat, kopieer de onderdelen die wel goed zijn en plak die in een nieuw document. Bij gecompliceerde projecten of bij resultaten waarvoor verschillende medewerkers veel verschillende activiteiten moeten uitvoeren is het handig om per resultaat een apart document te maken. Bekijk daarbij of het handiger is om je pagina-instelling (Bestand, Pagina-instelling, Papierformaat) op staand of op liggend te zetten. Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 45 Trefwoordenregister Activiteitenstructuur Opmaakaanwijzingen Activiteitenstructuur Begroting Communicatieplan Format Communicatieplan Opstellen Communicatieplan Praktijkvoorbeeld Communicatieplan Conceptbegroting Deelprojecten Definitiefase Vragen Definitiefase Doelstelling project Evaluatie Project Instructies Evaluatie Project Kwaliteitsadvies Externe bureaus Financiering Begroting Financiële afsluiting project Goedkeuring begroting Projectnummer Kenmerken van een project Klankbordgroep Projectstructuur met Klankbordgroep Taken Klankbordgroep Opdrachtgever Gedelegeerd Opdrachtgever Rol Opdrachtgever Stuurgroep als Opdrachtgever Taken Opdrachtgever Verantwoordelijkheden Opdrachtgever Opdrachtgever en projectleider Planningsfase Vragen Planningsfase Projectcontract Format Projectcontract Goedkeuring Projectcontract Handtekening leidinggevenden Handtekening Opdrachtgever Instructies opstellen Projectcontract Projectgroep Projectgroepvergadering Projectleider Keuze en positie Projectleider Relatie Projectleider - Deelprojectleiders Relatie Projectleider - Opdrachtgever Relatie Projectleider - Projectgroep Rol Projectleider Samenwerking met externe bureaus Taken Projectleider Tips voor de Projectleider Verantwoordelijkheden Projectleider Projectmanagement Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 30; 31; 36 45 Zie Financiering: Begroting 9; 29 39 37; 38 40 33 13; 28; 30; 36 8 8 Zie Projectomschrijving 14 42 14 25 33 33 42 33 28; 41 6 22 24 22 11; 21; 28 11 23 11 11 11 9 9 27 27 13 30 30 28 19 11 20 16 18 16 25; 26 16 19; 31; 36 16 8 46 Fasering Projecten Projectmanager Projectomschrijving Voorbeelden Projectomschrijvingen Projectplanning Instructies Projectplanning Praktijkvoorbeeld planningsschema Projectstructuur Met Klankbordgroep Stuurgroep als Opdrachtgever Risicoanalyse Instructies Risicoanalyse Matrix Risicoanalyse Stuurgroep Projectstructuur met Stuurgroep Taken Stuurgroep Uitvoeringsfase Vragen Uitvoeringsfase Urenregistratie Projectmanagement Basishandleiding, maart 2008 VluchtelingenWerk Nederland 8 28 13; 29 44 36 36 21 23; 24 23 33 35 21 23 21 9 10 19; 41 47