5.1 T Verkoop Voor producenten is het heel belangrijk dat ze hun producten vlot kunnen verkopen of afzetten. Heel veel producten zijn namelijk beperkt houdbaar en kunnen niet worden opgeslagen. Een andere reden is dat het productieproces niet kan worden stopgezet. De geplante groenten, planten en bloemen groeien door, de leghennen leggen bijna iedere dag een ei en de melkkoeien produceren elke dag liters melk. Producenten dienen passende verkoopkanalen te kiezen voor hun producten want er zijn meerdere afzet mogelijkheden voor hun producten. We behandelen de zes belangrijkste verkoopkanalen als het gaat om de verkoop van groene producten. 1. Veiling Een eerste manier van verkopen van grondstoffen is verkoop op een veiling. De prijs wordt op het moment van de veiling bepaald. Op een veiling worden vooral verse producten aangeboden en gekocht, bijvoorbeeld verse vis. In het schema staan de meest gebruikte manieren van veilen. Manier van veilen Bij opbod Bij afslag Beschrijving De veilingmeester roept een lage startprijs. De vragers mogen hoger bieden. Daarvoor hebben ze een beperkte tijd. De hoogste bieder heeft het product gekocht. De veilingmeester roept een hoge startprijs en telt af naar beneden. Vaak gebeurt dit met een veilingklok. Degene die als eerste de klok stilzet, heeft het product voor die prijs gekocht. https://www.youtube.com/watch?v=lQgRtNGULuE Gemengde leerweg: De bloemenveiling. De bloemenveiling is een inkoopsysteem voor ondernemers in de bloemenbranche. Het is uniek in de wereld. Alleen in Nederland is er een bloemenveiling. Het systeem werkt volgens het mechanisme dat ‘kopen op afslag’ wordt genoemd. Dit houdt in dat de koper bepaalt welke prijs hij betaalt voor een product. De klok op de veiling geef een bepaalde prijs aan en zakt vervolgens in prijs, totdat iemand de partij koopt. De wijzer die de prijs aangeeft, loopt dus niet met de klok mee, maar tegen de klok in. Voor iedere partij is er een minimumprijs vastgesteld. Komt het bedrag op de klok onder het minimumbedrag, dan wordt het product doorgedraaid, ofwel vernietigd. De kweker krijgt dan de minimumprijs uitbetaald voor die partij. Voordat een partij bloemen of planten voor de veilingklok komt wordt deze gecontroleerd door een keurmeester. Wanneer een partij niet voldoet aan de eisen krijgt deze een keurcode,. De koper kent de code en kan daar rekening mee houden als de prijs bepaald wordt. Om op de veiling in te kunne kopen moet je lid zijn van de veiling. Als lid krijg je een koperskaart. Met die koperskaart kun je meedoen aan het systeem. De kopers zitten op een tribune en hebben contact met de veilingmeester door middel van een microfoon en oordopjes met luidsprekers. Wanneer de koper op de knop gedrukt heeft voor een partij, dan geeft hij het gewenste aantal en het kopersnummer door via de microfoon. Na het veilen gaan de producten naar de distributiehal. Elke koper heeft hier zijn eigen plek waar alle gekochte producten komen te staan. Daar worden de producten ingeladen voor vervoer naar de winkels. 2. Groothandel Er wordt onderscheidt gemaakt tussen detailhandel (ook wel kleinhandel) en groothandel. De detailhandel levert goederen aan consumenten. De groothandel levert goederen aan ondernemingen. Voorbeelden van groothandels zijn Makro, Sligro en Hanos. Zij leveren verse groente, vlees en kruidenierswaren aan o.a. cafés, restaurants, lunchrooms en hotels die deze goederen op hun beurt weer doorverkopen aan consumenten. Zowel groot- als detailhandels zijn handelsorganisaties, omdat zij voornamelijk voor distributie zorgen en nauwelijks iets veranderen aan de goederen die zij hebben ingekocht. 3. Winkelketen Er zijn ondernemers die een eigen winkelformule bedenken. Bijvoorbeeld een bloemenwinkel, een slager of een snuisterijenwinkel. Maar veel ondernemers sluiten zich aan bij een winkelketen. Een winkelketen is een bedrijf met meer vestigingen die allemaal dezelfde uitstraling hebben. Voorbeelden van winkelketens zijn Kruidvat, HEMA en Action. Ondernemers van een winkelketen hebben geen invloed op de winkelformule van hun eigen winkel. Die staat vast. Ze maken gebruik van gezamenlijk ingekochte producten en materialen en een gezamenlijke promotie. Overal waar je in een winkel van dezelfde winkelketen komt zijn de winkelkleuren, de kleding van het personeel en de aanbiedingen hetzelfde. 4. Boerderijwinkel Een aantal jaren terug zijn een aantal boeren op bescheiden wijze begonnen met de huisverkoop van de zelfgemaakte producten van het eigen bedrijf om het inkomen aan te vullen. Nu worden op veel bedrijven stallen en schuren omgetoverd tot boerderijwinkels. Verspreid over heel Nederland vind je nu honderden boerderijwinkels die vaak een zeer gevarieerd assortiment producten verkopen. Niet alleen boerenkaas of verse melk maar ook vlees, verse groenten en fruit, brood, jams, stroop, honing, sap, eieren en andere producten. Veel winkels verkopen naast hun eigen producten, ook die van boerderijen uit de buurt. Vaak worden er ook producten uitgewisseld met andere landwinkels om een zo compleet mogelijk aanbod te hebben. Veel mensen vinden het leuk om te zien waar de producten vandaan komen en hoe ze worden gemaakt. Ook is de kwaliteit en smaak van deze producten voor veel mensen een reden om een extra ritje te maken naar een land- of boerderijwinkel. 5. Markt Een markt is een verkoopgelegenheid die op een plein of in een straat wordt georganiseerd, en waar marktlieden op (huur)kramen of in (eigen)verkoopwagens waar aan de man proberen te brengen. 6. Webwinkel Met een webwinkel kun je producten of diensten aanbieden op het internet. Een consument kan thuis op de website de producten bekijken, vragen stellen aan personeel (vaak per telefoon of email), bekijken welke producten ze leuk vinden, snel zoeken en in de webwinkel afrekenen.