Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid LOT 2015_3 OPDRACHT VOOR ONTWIKKELING VAN EEN PRAKTIJKGERICHTE METHODIEK COÖPERATIEVE DUURZAAMHEID Aanduiding van relevante externe deskundigen voor: De ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek voor de beoordeling van duurzaamheidsprestaties en de integrale verslaggeving van coöperaties Uiterste indieningsdatum offertes: Donderdag 1 oktober 2015 om 15u00 1 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid 1. Algemene bepalingen 1.1. Opdrachtgever Deze opdracht wordt uitgeschreven door: In│C vzw Kanunnik De Deckerstraat 20A 2800 Mechelen Hierna genoemd de ‘opdrachtgever’. 1.2. Situering Binnen het decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen is onder meer voorzien in collectieve ondersteuning voor de sociale-economiebedrijven. Collectieve ondersteuning wordt daarbij gezien als het initiëren van een omvattend aanbod van ondersteunende diensten voor de sociale economie en haar sociale-economieondernemingen, dat beantwoordt aan hun specifieke behoeften op het vlak van bedrijfsvoering. Voor deze opdracht is eind 2012 een overheidsopdracht uitgeschreven die na een onderhandelingsprocedure midden 2013 is toegekend aan de organisatie in|C. Dit is gebeurd via het goedkeuren van een convenant waarin alle verwachte output is neergeschreven samen met het overheidsbudget dat hiervoor ter beschikking staat. Deze convenant loopt van augustus 2013 tot juli 2017. Binnen het convenant wordt het aanbod collectieve ondersteuning gespecifieerd in 5 grote deelopdrachten: 1. het verstrekken van eerstelijnsinformatie over de sociale economie, onder meer over het beschikbare overheidsinstrumentarium; 2. de kennisopbouw, expertise- en instrumentontwikkeling voor de sociale economie 3. het organiseren van opleidings- en uitwisselingstrajecten die tot doel hebben de professionalisering en de kwaliteit van de sociale-economieondernemingen te bevorderen; 4. het organiseren van een specifiek aanbod voor startende ondernemingen in de sociale economie; 5. de promotie van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie. Als uiteindelijke begunstigden worden de (erkende) werkvormen binnen de sociale economie gestipuleerd: maatwerkbedrijven, maatwerkafdelingen, lokale diensteneconomie, coöperaties en activiteitencoöperaties (starterslabo’s). Daarnaast krijgen ook potentiële starters binnen de sociale economie een duidelijke plaats. in|C is een organisatie voor en door de sociale economie. De organisatie heeft als kernopdracht het ondersteunen van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie door collectieve dienstverlening voor sociale economie en de sociale economieondernemingen te formuleren en te organiseren. in|C is een kleine organisatie (bestaande uit 3 werknemers) die maximaal inzet op samenwerking met bestaande ondersteuningsorganisaties uit diverse sectoren. Dit doet in|C in een netwerk en samenwerkingsverband met diverse partners en deskundigen. Naar werkwijze worden meermaals per 2 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid jaar oproepen gelanceerd in de markt voor diverse ondersteuningsopdrachten waarop dan mag ingetekend worden door geïnteresseerde ondersteuners. Alle dossiers die binnenkomen worden beoordeeld en gegund op basis van een standaardprocedure. De afspraken met de weerhouden onderaannemers worden vastgelegd in een contract. Alle trajecten worden opgevolgd en tussentijds en achteraf geëvalueerd (met klantentevredenheid als ultieme toetssteen). Voor het aanbod vertrekt in|C zoveel mogelijk vanuit de behoeften van de finale begunstigden en er wordt zoveel mogelijk afgestemd met andere lopende initiatieven en oproepen. Voor nog meer achtergrondinformatie over de werking van in|C en de sociale economie in Vlaanderen, verwijzen we naar de websites www.in-c.biz en de portaalsite www.socialeeconomie.be. 1.1. Voorwerp van de opdracht Aan deze opdracht is geen onderhandelingsprocedure verbonden. De opdracht omvat de aanduiding van een consortium van minstens 2 relevante externe deskundigen voor de ontwikkeling van een praktijkgericht methodiek voor de beoordeling van de duurzaamheidsprestaties en de integrale verslaggeving van coöperaties. Deze opdracht kadert binnen de hierboven beschreven opdracht van in│C vzw om uitvoering te geven aan het ‘convenant tot organisatie en uitvoering van een ondersteuningsorgaan ten behoeve van de sociale economie in Vlaanderen’, afgesloten tussen de Vlaamse Regering en in│C vzw, ondertekend door beide partijen op 02/08/2013. U kan dit convenant terugvinden op http://www.in-c.biz/node/206 De artikelen van het convenant waarop deze opdracht betrekking heeft zijn - Art. 5.36 t.e.m. 5.38: het ter beschikking stellen van kennis en expertise m.b.t. ondermeer duurzaamheidsrapportering. Art. 5.43 t.e.m. 5.46 : de ontwikkeling van praktijkinstrumenten, op basis van de noden van het werkveld, complementair aan wat al bestaat. In het kader van deze opdracht werkt In-C nauw samen met Coopkracht – de koepel van de coöperaties in Vlaanderen. 1.2. Doelpubliek De primaire doelgroep zijn coöperaties in Vlaanderen, maar het methodiek kan eveneens door iedereen gebruikt worden die graag meer wil weten en leren over coöperatieve duurzaamheid. 2. Voorschriften 2.1. Indiening offertes De uiterste indieningsdatum van de offertes is donderdag 1 oktober 2015 om 15u00. De offertes en bijhorende documenten, worden digitaal en in pdf, ingediend op het volgend e-mail adres: [email protected]. 3 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid 2.2. Vorm en inhoud van de offerte De offerte moet worden ingevuld op de bijhorende formulieren: - Deel 1: Prijs en deskundigheid Deel 2: Methodologie en relevantie Bijlagen (indien van toepassing): Ondertekende intentieverklaringen partners / onderaannemers Elk formulier en elke bijlage moet in een afzonderlijk pdf document worden ingediend. 2.3. Samenwerking met onderaannemers De indiener vermeldt, in deel 1 van het offerteformulier, welk gedeelte van de opdracht hij zal uitbesteden en vermeldt de identiteit en rol van de onderaannemers die hij voorstelt. Elke onderaannemer ondertekent een intentieverklaring (cfr. formulieren in bijlage). De opdrachtnemer is verplicht deze voorgedragen onderaannemers in te zetten bij de uitvoering van de opdracht. Wanneer blijkt dat in de looptijd van het contract, de inzet van andere onderaannemers nodig is, wordt in|C op voorhand op de hoogte gesteld. 2.4. Duur en uitvoeringstermijn van de opdracht De opdracht vangt aan vanaf de datum bepaald in de gunning van de opdracht, en verschilt naar oplevering voor de diverse onderdelen. Datum 10 september 2015 1 oktober 2015 15 oktober 2015 Tweede helft oktober 2015 31 december 2015 Half januari 2016 15 maart 2016 Eind maart 2016 2.5. Lancering opdracht Uiterste datum indienen offerte Gunning van de opdracht – opmaak contract Overleg met de opdrachtgever – aanvang van de opdracht Oplevering wervende nota (doelstelling 1, cfr. infra 3.3.) Tussentijdse evaluatie met opdrachtgever Oplevering zelfbeoordeling en verslaggevingsrichtlijnen coöperatieve duurzaamheid (doelstellingen 2 en 3, cfr. infra 3.3.). Eindevaluatie met de opdrachtgever Prijs Deze opdracht is een opdracht voor een globale prijs die maximaal 30.000€ (excl.BTW) bedraagt. 2.6. Gunningscriteria 2.6.1. Kwalitatieve gunningscriteria (85/100) Methodologie en relevantie (70/100) Dit onderdeel moet alle activiteiten bevatten die zullen worden opgezet, hoe deze zullen uitgevoerd worden en wat het beoogde effect is op de begunstigden. 4 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid Bij het uitschrijven van de activiteiten binnen de verschillende deelopdrachten, moet aandacht besteed worden aan onderstaande elementen die meegenomen worden in de beoordeling van de dossiers: Zorg ervoor dat alle activiteiten in een helder en overzichtelijk stappenplan worden weergegeven. Dit stappenplan omvat minimaal: beoogde doelstellingen, opsomming van activiteiten, verwachte resultaten/output (zie ook 3.2), betrokkenen, timing en fasering. Geef duidelijk aan welke taken elk van de externe deskundigen op zich neemt. Omschrijf hoe het stappenplan zal worden opgevolgd en gemonitord (intern en naar Coopkracht/in|C). Geef aan hoe u bij de ontwikkeling van de methodiek het doelpubliek en Coopkracht maximaal gaat betrekken. Toon aan dat u bij de ontwikkeling van de methodiek rekening houdt met nationale goede praktijken en bestaande instrumenten (zoals bijvoorbeeld de MVO-scan, het Coopkracht ICA-kompas, de MVO-Sector Paspoorten en de rapportageverplichtingen voor het vsostatuut) en internationale best practices en standaarden op vlak van coöperatief ondernemen (de ICA-principes) en van duurzaamheidsprestatiemeting en –verslaggeving (zoals Global Reporting Initiative). Geef aan hoe de resultaten zullen leiden tot een structurele versterking van de coöperatieve economie / sociaal ondernemerschap in Vlaanderen en welke maatregelen de indieners belangrijk achten om het in het kader van deze opdracht ontwikkelde methodiek verder te promoten. Deskundigheid (15/100) Binnen dit criterium geeft de indiener, zowel voor de eigen organisatie als voor de onderaannemers/partners waarmee wordt samengewerkt, een overzicht van bewezen deskundigheid m.b.t. het onderwerp van deze opdracht. Hierbij hoort een referentielijst van gelijkaardige opdrachten, een overzicht van de personen die op de opdracht zullen worden ingezet (incl. verantwoordelijken), en een beschrijving van de rol en meerwaarde van de mogelijke partners/onderaannemers. Geef hierbij een duidelijke omschrijving van taken, rollen en verantwoordelijkheden, waarbij van elke partner een substantiële inbreng wordt verwacht en in het geval van partnerschappen, en een duidelijke meerwaarde van samenwerking. Van elke partner wordt verwacht dat er een intentieverklaring wordt ondertekend. De ondertekende intentieverklaringen maken integraal deel uit van het dossier. De beoordeling van de deskundigheid zal gebeuren op basis van volgende elementen: Bewezen ervaring met de begeleiding van startende en ervaren ondernemingen op vlak van duurzaamheid/maatschappelijk verantwoord ondernemen; Kennis en ervaring met meet- en verslaggevingsinstrumenten over duurzaamheid in Vlaanderen en met internationale standaarden en verslaggevingsrichtlijnen, in het bijzonder de Global Reporting Initiative (GRI); Bewezen ervaring met coöperatief ondernemen en met de begeleiding van startende en ervaren coöperaties (theorie en praktijk); Kennis over hoe coöperaties in Vlaanderen de ICA-principes vertalen; Vertrouwdheid met coöperatieve ondernemingspraktijken in Europa en/of internationaal; Ervaring met instrumenten voor coöperatieve verslaggeving en/of prestatiemeting in binnen en/of buitenland; Duidelijke omschrijving van rollen, taken en verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen. 2.6.2. Prijs (15/100) De prijs mag niet hoger liggen dan 30000€ excl. BTW, alles inbegrepen. 5 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid De prijsopgave omvat een all-in prijs voor de realisatie van de onderscheiden outputs (zowel kosten voor ontwikkeling, personeelskosten, organisatiekosten incl. zaalhuur en catering, …). Vallen binnen de prijs van deze opdracht: de bijkomende kosten voor vormgeving, en disseminatie van de resultaten d.m.v. cross mediale publicaties, … Extra kosten kunnen niet vergoed worden. De beoordeling van de prijs gebeurt als volgt: Het dossier met de laagste prijs (bekeken als geheel van deelprijzen van de verschillende outputs) krijgt het maximum van de punten. De andere dossiers krijgen verhoudingsgewijs punten. De quotering van het dossier zal verkregen worden volgens de formule: X = 15 * Y/Z X = quotering bekomen voor het geëvalueerde dossier Y = bedrag van het goedkoopste dossier Z = totaalbedrag van het dossier dat het onderwerp van de evaluatie uitmaakt 2.7. Vervolg beoordelings- en gunningsprocedure De ingediende offertes worden gelezen en beoordeeld door minstens 3 door de opdrachtgever geselecteerde beoordelaars, op grond van hun expertise en onafhankelijkheid. De offertes worden beoordeeld op grond van de gunningscriteria zoals hierboven opgenomen en weergegeven in het offerteformulier. De opdrachtgever maakt een rangschikking van de ingediende dossiers in volgorde van de behaalde score op bovenstaande gunningscriteria. De opdracht zal worden gegund aan de indiener met de hoogst behaalde eindscore, met een minimumscore van 60 punten op het totaal van 100. De indiener aan wie de opdracht wordt gegund, ontvangt een gunningsverslag met een verantwoording van de scores en aanbevelingen voor de uitvoering. De indieners aan wie de opdracht niet werd gegund ontvangen eveneens een beoordelingsverslag met een verantwoording van de behaalde scores. Aan deze opdracht is geen onderhandelingsprocedure verbonden. Bij gunning van de opdracht kan de opdrachtgever niet-fundamentele bijsturingen vragen, waarmee de uitvoerder dient mee rekening te houden bij de uitvoering van de opdracht. Deze gevraagde bijsturingen worden opgenomen in het gunningsverslag en besproken in een overlegmoment tussen uitvoerder en opdrachtgever bij de start van de uitvoeringsperiode. Voor aanvang van de opdracht wordt een contract opgemaakt waarin de wederzijdse verbintenissen tussen beide partijen, in│C als opdrachtgever en de uitvoerder, zijn opgenomen. 2.8. Facturatie De concrete bepalingen i.v.m. facturatie zijn opgenomen in het contract. De opdrachtgever verbindt zich ertoe te betalen binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur. Voor opdrachten die uit verschillende deelopdrachten bestaan, kan de facturatie gebeuren na oplevering van een specifieke deelopdracht. De factuur wordt pas uitbetaald nadat de nodige bewijsstukken werden opgeleverd door de uitvoerder. Dit zijn minimaal de outputs zoals omschreven in dit lot (cfr. 3.3.) en zoals opgenomen in het aan de uitvoerder gegunde dossier. 6 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid Er kunnen twee facturen worden opgemaakt, 1 in het boekjaar 2015 (voor doelstelling 1: Nota; cfr. 3.3) en 1 in het boekjaar 2016, als eindfacturatie bij het beëindigen van de looptijd van het contract. De facturatie dient te worden voorzien van een verslag met een beschrijving van de uitgevoerde activiteiten en de resultaten van de tevredenheidmeting bij het doelpubliek met de methodiek. 2.9. Communicatie, promotie en eigendomsrecht In alle communicatie, documentatie en promotie dient te worden rekening gehouden met de richtlijnen van de Vlaamse Overheid. Deze richtlijnen kunnen op aanvraag bekomen worden. Alle instrumenten en zaken die opgeleverd worden binnen de opdracht, worden eigendom van de Vlaamse Overheid en mogen nadien door de uitvoerder enkel gebruikt worden met hun uitdrukkelijke toestemming. 7 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid 3. Inhoudelijke bepalingen 3.1. Situering van de opdracht In 2012 riepen de Verenigde Naties het “Internationaal Jaar van de Coöperatie” uit en werd de coöperatieve ondernemingsvorm gevierd door miljoenen aanhangers van het coöperatieve gedachtegoed in België en de wereld. In hetzelfde jaar vond de eerste “International Summit for Cooperatives” plaats in Québec en lanceerde de Internationale Coöperatieve Alliantie de “Blueprint for a Cooperative Decade”. Deze inspanningen hadden als doel de coöperatieve ondernemingsvorm weer op het netvlies van het brede publiek te zetten. De “Blueprint for a Cooperative Decade” is een strategische agenda voor het komende decennium om de coöperatieve beweging te versterken . Deze blauwdruk beoogt: 1. De betrokkenheid en participatie van leden aan goed bestuur binnen de coöperaties te verhogen; 2. Coöperaties te positioneren als duurzaamheidskampioenen; 3. De coöperatieve boodschap en de gedeelde coöperatieve identiteit verder uitbouwen en verzekeren; 4. Een ondersteunend wettelijk kader promoten dat de groei van coöperaties bevordert; en 5. Betrouwbaar coöperatief kapitaal verzekeren terwijl de controle door de leden wordt gegarandeerd. Deze strategie wil coöperatief ondernemerschap naar een hoger niveau tillen. In het hart van de blauwdruk ligt de “2020 challenge”. Deze beoogt de promotie van: Coöperaties als erkende leiders op vlak van economische, sociale en ecologische duurzaamheid; Coöperatief ondernemen als het geprefereerde business model, en De coöperatieve vennootschap als snelst groeiende ondernemingsvorm. Als we willen dat coöperaties erkenning krijgen voor hun leiderschapsrol in het transitieproces naar een duurzamere economie en samenleving en op vlak van economische, sociale en ecologische duurzaamheid, dan moeten we: het bewijs voeren dat duurzaamheid inherent is aan het ondernemingsmodel van coöperaties; instrumenten ontwikkelen die coöperaties helpen om hun inspanningen op vlak van coöperatieve duurzaamheid te meten en erover verslag uit te brengen; en goede praktijken van coöperaties die een positieve bijdrage leveren aan duurzaamheid bundelen en communiceren. Coöperatief ondernemen onderscheidt zich duidelijk van andere ondernemingsvormen en boekt vaak betere resultaten op vlak van duurzaamheid en maatschappelijke meerwaarde. Maar we kunnen niet verwachten dat het brede publiek zomaar de meerwaarde van coöperatief ondernemen kent. We moeten de verdiensten, de goede praktijken en de mogelijkheden die coöperatief ondernemen in tijden van economische en maatschappelijke transitie kan bieden, duidelijker naar het externe publiek communiceren. Alhoewel coöperaties vaak meer aandacht aan duurzaamheid schenken, blijven hun inspanningen op vlak van duurzaamheid onder de radar. Het aantal coöperaties dat rapporteert over duurzaamheid is opmerkelijk lager dan bij andere vennootschapsvormen en ze doen dit niet volgens internationale standaarden. Informatie over hoeveel coöperaties aan duurzaamheidsrapportage doen, hun prestaties en ervaringen op dit vlak zijn beperkt en versnipperd. Er bestaan te weinig methodieken voor 8 Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid coöperaties die hen helpen om hun coöperatieve eigenheid en business model te integreren in hun de prestatiemeting en verslaggeving over duurzaamheid. Daarom heeft Coopkracht de handen in elkaar geslagen met haar coöperatieve achterban, om methodieken en leerinstrumenten over coöperatieve duurzaamheid te ontwikkelen en dit thema meer op de kaart te zetten in Vlaanderen en wereldwijd. Op die manier worden coöperaties ondersteund om een integraal verslag uit te brengen over de financiële en niet-financiële aspecten van hun werking én over hun duurzaamheidsinspanningen. De coöperatieve eigenheid, zoals weergegeven in de ICAprincipes, is hierbij vertrek- en middelpunt. De sterkere positionering van coöperaties als duurzaamheidskampioenen zal bijdragen tot een betere communicatie over de meerwaarde die coöperaties leveren voor onze economie en samenleving. Gedurende juni t/m september 2015 voerde Coopkracht een korte desk studie uit met onder andere de volgende elementen: quick scan van internationale en nationale meetinstrumenten en verslaggevingsrichtlijnen rond duurzaamheid (bv. de MVO-scan en de GRI Richtlijnen) en een identificatie van eerste, relevante thema’s en indicatoren over de coöperatieve werking die hieraan gekoppeld zouden kunnen worden; een inventaris van de meest belangrijke instrumenten rond prestatiemeting en verslaggeving voor coöperaties; en een eerste aanzet tot identificatie van de conceptuele links tussen coöperatief ondernemen en duurzaamheid. De opdracht in het kader van deze oproep moet afgestemd zijn met dit voortraject en de andere activiteiten die de Vlaamse overheid, In-C en Coopkracht uitvoeren met als doel om het thema duurzaamheidsverslaggeving voor coöperaties op de kaart te zetten. Vanuit de Vlaamse overheid worden eveneens een aantal initiatieven genomen om duurzaamheid breder in te burgeren bij bedrijven, waarbij ook specifieke aandacht gegeven wordt aan sociale economiebedrijven. Binnen het maatwerkdecreet en het LDE-decreet is specifiek voorzien in een duurzaamheidsrapportering. Naar reguliere bedrijven wordt de MVO-scan naar voren geschoven als opstap voor duurzaamheidsrapportering. Mogelijks zijn hier ook koppelingen te maken met duurzaamheidsrapportering bij coöperaties. Deze opdracht moet dan ook nauw afgestemd worden met al bestaande instrumenten die duurzaamheidsaspecten meten naar inhoudelijke elementen, in het bijzonder met de MVO-scan en de recente ontwikkelingen binnen het maatwerk naar GRIrapportering. 3.2. Algemene doelstelling van de opdracht De algemene strategische doelstelling zoals omschreven in het convenant dat met de Vlaamse Overheid werd afgesloten, is om sociale economie en sociaal ondernemerschap in Vlaanderen te promoten en te verankeren. Coöperaties spelen een belangrijke rol binnen de sociale economie in Vlaanderen. De strategische doelstellingen voor de coöperatieve werkvorm zijn: 9 Coöperaties aansporen om duurzaamheid in hun bedrijfsvoering en verslaggeving te integreren, met oog voor hun coöperatieve eigenheid; Kennisinstrumenten ontwikkelen die Vlaamse ondernemingen/coöperaties in staat stellen zich op internationaal vlak te profileren. Het brede publiek sensibiliseren over de meerwaarde en impact van coöperaties op economie, duurzaamheid en maatschappij in Vlaanderen. Lot 2015_3 Opdracht voor ontwikkeling van een praktijkgerichte methodiek coöperatieve duurzaamheid Concrete doelstellingen en verwachte outputs 3.3. De operationele doelstellingen en verwachte outputs van deze opdracht zijn: 1. Wervende Nota (discussion paper): Waarom is coöperatief ondernemen duurzaam ondernemen, waarin de conceptuele links tussen coöperatief ondernemen en duurzaamheid worden verduidelijkt, onderbouwd met goede praktijken uit het werkveld. Deze nota dient om het thema op een wervende manier op het netvlies van coöperaties, het brede publiek, adviesverleners en onderzoeksorganisaties, de overheid en andere stakeholders te zetten; 2. Ontwikkeling van een zelfbeoordeling dat coöperaties de mogelijkheid geeft om hun duurzaamheidsprestaties, rekening houdende met hun coöperatieve eigenheid (in het bijzonder de ICA-principes), in kaart te brengen en te beoordelen. Het doelpubliek wordt betrokken bij de ontwikkeling van deze methodiek (bv. via een focusgroep); 3. Ontwikkeling van verslaggevingsrichtlijnen, die coöperaties ondersteunt om verslag uit te brengen over de inspanningen die ze leveren op financieel, niet-financieel en duurzaamheidsvlak en de resultaten van de zelfbeoordeling (doelstelling 2) helpen te vertalen in een integraal verslag. Het doelpubliek wordt betrokken bij de ontwikkeling van de methodiek (bv. via een focusgroep); De zelfbeoordeling en de verslaggevingsrichtlijnen (doelstellingen 2 en 3) houden rekening met de eigenheid van het coöperatieve business model (in het bijzonder de ICA-principes), internationale standaarden (in het bijzonder de Global Reporting Initiative) en nationale ervaringen en bestaande instrumenten zoals de MVO-Scan, de MVO-Sector Passporten en de rapportageverplichtingen aangaande het vso-statuut. De uitvoerder heeft de uiteraard de vrijheid om nog andere bijkomende outputs op te leveren, in functie van het bereik van de beoogde algemene en concrete doelstellingen van de opdracht. De outputs van doelstelling 1 t/m 4 worden opgeleverd onder de vorm van een digitale drager (via mail of USB stick). Uiterste opleveringsdatum van doelstelling 1 is 31/12/2015; voor doelstellingen 2 en 3, 15 maart 2016. Alle disseminatie van de drie bovengenoemde outputs zal gebeuren via www.socialeeconomie.be en www.coopkracht.org en mag niet door de externe uitvoerders gedissemineerd worden zonder voorafgaande toestemming van de opdrachtgever. Bijlagen - 10 Offerteformulier deel 1 Offerteformulier deel 2 Sjabloon intentieverklaring onderaannemers