Landelijke toerustingsdag stichting Gave, zaterdag 29 september 2007 Barneveld Waar halen gave mensen hun bewogenheid vandaan? Waarom heb ik ‘ja’ gezegd om aan deze landelijke toerustingdag van de Stichting Gave mee te werken? Omdat ik bij ondervinding weet hoezeer bewogen en bevlogen christenen telkens ook zelf weer opnieuw moeten putten uit de Bron van bewogenheid. ‘Gave-mensen’ hebben hart voor medemensen die zorg en aandacht nodig hebben. Ze hebben op de een of andere manier veel gevoel voor asielzoekers. Maar je zult vast wel eens ervaren hebben dat je meevoelende en meelijdende hart lekt. En met een lekkende tank kun je niet ver rijden. Je moet ontdekken waar het lek zit én regelmatig bijtanken. Een van de oorzaken van het lek is dat je te veel op je eigen grote gevoel van o.a. medelijden gaat drijven en te weinig beseft dat de Bron van bewogenheid in Jezus Christus ligt. Dus buiten jezelf. Hoe meer je daaruit put des te minder is jouw inzet afhankelijk van je eigen stemmingen en gevoel. Je laat het niet toe op te branden. Je wordt een stabiele naaste, die niet spoedig omvalt. De nadere oorzaak van het lek is dat je te weinig tot je door laat dringen dat er in Matteüs 9: 37 staat ‘de oogst is groot’. Er staat dus niet: ‘de misère is groot’ of ‘de problematiek is groot’. Wij zijn niet arbeiders in –vaak- een machteloos makende misère of –soms- onze kleine hoopgevende oogst, maar in Jezus’ grote oogst! Door middel van dit bijbelgedeelte Matteüs 9:35-10:1 trek ik u dus weg bij uw eigen gevoelens van kracht of onmacht en richt ik u op Jezus Christus. Zijn programma is een ‘holistic approach’, een integrale aanpak: teaching, preaching en healing (9:35). Ziel én lichaam zijn voor Jezus allebei belangrijk. Hij wil het hart én de structuren bekeren. Van Zijn gezonde leer worden mens en maatschappij beter. Daarom botst Hij ook op de verziekende, demonische, machten en krachten, die zowel binnen Zijn eigen gelovige volk huishouden als daarbuiten. Het is voor mij telkens opnieuw een bron van vreugde dat ik geroepen ben medewerker in Zijn programma te zijn. Ik ben door Hem ingeschakeld. Dát maakt mij als klein schakeltje belangrijk. Zo raak ik niet gefrustreerd. Zijn mission statement is de beste die ik ken. Onder een betere Baas kan ik niet werken. Hij is mijn visie, mijn missie, mijn drive. Straks horen we Opwekking Lied 161: ‘Heer geef mij ook Uw waterbronnen, zodat ik overstroom... Heer laat ons samen delen in die stroom…. Wij zien de oogst al rijpen in de zon...’ De grondtoon van ons Gave-werk is dit: Wij drinken uit Zijn Bron, gaan staat in Zijn stroom en verheugen ons nu al in Zijn oogst! Zó houden we het alleen maar vol, anders niet. Verder nodig ik u uit om te leren kijken met de ogen van Jezus. ‘Toen Hij de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen’ (9:36) Ik vind dit te vlak vertaald in een tijd dat gevoelens van medelijden vaak kortstondig zijn. En: Wie raakt er niet afgestompt voor beelden op tv die medelijden op moeten roepen? We hebben in modern Nederlands nauwelijks woorden voor die diepe uitdrukking: ‘Hij werd innerlijk met ontferming bewogen over hen…’ Jezus’ ingewanden rommelden van barmhartigheid. Zijn maag keerde zich in Hem om. Alles binnen in Hem kwam in beweging, toen Hij de mensenmassa’s zag. Over missionaire en diaconale bewogenheid gesproken: hier is de Bron! Voor die bewogenheid gaf deze Goede Herder zijn leven. Dat is de basis waarom Jezus direct daarna over de oogst begint. Een wijds en heerlijk perspectief. Daarom ook meteen die oproep: arbeiders zijn er te weinig. De stroom van bewogenheid die uit Zijn binnenste vloeit (Johannes 7:37-39) kan het best via allerlei kleine wijdvertakte stroompjes de hele wereld bereiken. De Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt… De Geest wil in alle talen spreken van die Bron van bewogenheid! Wie kijkt met de ogen van Jezus leert bijvoorbeeld dit bidden: Geef aan mijn hart een hand, Heer, aan mijn gevoel een voet. En leer mij U dan volgen; te doen , zoals U doet. Geef aan mijn oog Uw kijk, Heer, en luister met mijn oor. En als ik iets wil zeggen, zegt U het mij dan voor. Geef mijn geloof een lijf, Heer, een oog, een oor, een voet; en leer mij heilig handig te doen zoals U doet. Wat ziet Jezus? Uitgeputte en hulpeloze mensen. Als schapen zonder herder. Hij ziet rammelende magen. Bloedende harten. Wat wil je met al die valkuilen en al die doornige takke-bossen. Ze halen je het vel over de oren. Doornen in je vlees. Rotspunten die je huid openhalen. Afgepeigerd en door de poten gezakt. Uitgebuit en uitgeteld. Je raakt de tel van het aantal wachtdagen kwijt. Je raakt de kluts kwijt. Wanhopig wordt je voortgejaagd van het ene loket naar het andere. Tot opeens het doek valt: geen kans op een visum. En dan ook nog die relatieproblemen… In radeloosheid springt hij zich dood. Ik krijg zijn gezicht niet van mijn netvlies: James heette hij. Hij was interessant als voetballer, maar dat was niet genoeg om hem in leven te houden. Ik zie Jezus op weg naar het kruis. Hij werd gestriemd. Hij bloedde. Zakte door zijn benen. Met een doornenkroon op werd Hij bespot: Zie, de mens. Ecce homo. Zo is Hij de Goede Herder die voor al die schapen zonder herder de toekomst open doet. Ik leer kijken met de ogen van Jezus. Ik weiger af te stompen. Ik weiger mijn blik af te wenden en naar leukere dingen te kijken. En als die schapen zonder herder dwaalziek blijken? Leugenachtig en onbetrouwbaar? Niet lief? Passief? Zo ongelovig of zo anders gelovig? Dan is het van groot belang dat Gave-werkers zichzelf hebben leren scharen onder die scharen die Jezus zag. Je weet toch zelf wat het is om vermoeid en belast te zijn. Uitgeput en hopeloos. Helemaal afhankelijk van die Grote Diaken?! ‘…die zijn in vrees verward, Hij draagt hen in zijn hart’ (Ps.72:4). ‘Zoek, Herder, mij, opdat ik vind, anders zo ga ik te gronde… (Gez.170:6). Wie met de ogen van Jezus kijkt; wie de Goede Herder zelf ziet en wie zichzelf een beetje kent, die krijgt de moed om een arbeider te worden in Zijn oogst. En die houdt het vol ook! Ds. L.W. Smelt De Bilt/ Bussum