DINSDAG 28 MAART 2017 D9 Dieet is cruciaal voor evolutie van hersenen Fruit zorgt voor groter brein Een aap van gemiddelde grootte die fruit eet, heeft gemiddeld ruim een miljard meer zenuwcellen dan een aap die enkel bladeren eet. © getty/istock Waarom hebben apen zulke grote hersenen? Fruit lijkt een verrassend grote rol te spelen. Een grotere rol dan sociale vaardigheden. LOTTE ALSTEENS M ensen hebben – in verhouding tot hun lichaams­ grootte – grote hersenen, maar ook apen beschikken over een aanzienlijk brein. Als we willen weten waarom we zo slim zijn, is het slim om het evolutieproces van onze talrijke neefjes te door­ gronden. Wetenschappers van de New York University zijn aan de slag gegaan met een dataset van meer dan 140 apensoorten en ­on­ dersoorten. Ze hebben de grootte van het brein van de dieren naast een aantal kenmerken gelegd, in Fruiteters op een rijtje: lemur, vervet, gibbon, baviaan, chimpansee en ...mens. © Megan Petersdorf de hoop een verband te vinden. Hun bevindingen staan in vak­ blad Nature Ecology & Evolution. Wat blijkt? Niet de sociale structuur van een bende apen, maar wel hun dieet is gecorre­ leerd met de grootte van de herse­ nen. Dat is opmerkelijk, want de ‘sociale­brein­hypothese’ kent veel aanhangers. Zij denken dat complexe sociale structuren de belangrijkste drijvende kracht achter intelligentie zijn. Omgaan met partners, vrienden, concur­ renten en vijanden is zodanig moeilijk, dat het meer verwer­ kingskracht van de hersenen ver­ eist. De theorie is gebaseerd op de vaststelling dat apen die in een grotere groep leven, ook grotere hersenen hebben. In de nieuwe studie, die meer apensoorten dan ooit in rekening bracht, houdt de hypothese geen stand. Er werd geen verband ge­ vonden met de grootte van de groep, of hoe de groep zich organi­ seert en hoe er gepaard wordt. Er werd wél een verband gevonden met het dieet. Hoe meer fruit de apen in hun eetpatroon hadden, hoe groter de hersenen. Fruiteten­ de apensoorten hebben 25 pro­ cent meer hersenen dan de blad­ eters. Dat komt neer op ruim een miljard meer zenuwcellen voor een aap van gemiddelde grootte. Ook de omnivoren hebben meer hersenvolume dan de bladeters. En de mens? Fruit eten vereist vaardigheden die verder gaan dan het knabbe­ len op blaadjes: hoe moet je het vinden, terugvinden, plukken, be­ handelen, openen en opeten? Te­ gelijk levert fruit veel energie op, in de vorm van suiker; rijpe vruch­ ten verteren doorgaans veel mak­ kelijker dan bladeren. Die twee krachten – de noodzaak om intel­ ligent te zijn en de vlotte aanvoer van bouwstenen – vormen een aannemelijke uitleg voor de grote­ re hersenen van fruiteters. Was het dieet ook belangrijk voor de evolutie van de menselijke hersenen? Eerder onderzoek sug­ gereert van wel. Via een omweg. Onze voorouders werden name­ lijk heel erg sterk in het vervaardi­ gen van voorwerpen en andere technische hoogstandjes, zoals vuur maken. Het maken van bij­ voorbeeld speren en het bereiden van vlees (en van andere voe­ dingswaren) zou een rijke, goed verteerbare voedingsbron hebben opgeleverd die, net als het fruit, een zelfversterkend effect had op de groei van de hersenen. Let wel: het menselijk brein is niet het grootste, ook niet relatief tot de lichaamsgrootte en zelfs niet onder zoogdieren. Zo scoort een muis ongeveer even goed (een hersen­lichaamverhouding van 1/40) en scoren kleine vogels veel beter (1/12). Toch zijn we tot meer in staat dan deze beestjes, mogen we wel zeggen. Hoeveel neuronen er in onze hersenen zitten en wel­ ke hersendelen groter of ‘gevul­ der’ zijn, zijn wellicht veel belang­ rijker dan de verhouding tot de li­ chaamsgrootte. Alleen is lang nog niet alles gemeten en geweten. Het vergt bijzonder veel intelli­ gentie om intelligentie te door­ gronden. En we zijn er nog niet. Fruit eten vereist vaardigheden die verder gaan dan het knabbelen op blaadjes. Tegelijk levert fruit veel energie op, in de vorm van suiker