DOORSTOKEN - Goede Vrijdagpreek over Johannes 19:34 Aanwijzingen voor de liturgie Orde van Dienst B, middagdienst Votum en vrede-/zegengroet Zingen: Psalm 22:3 en 5 Gebed Lezen: Zacharia 12:10-14 Zingen: Lied 189:1 (Liedboek voor de Kerken) Lezen: Johannes 19:31-37 Zingen: Lied 189:2 (Liedboek voor de Kerken) Lezen: Openbaring 1:7 Zingen: Lied 189:4 (Liedboek voor de Kerken) Tekst: Johannes 19:34 Preek Zingen: Gezang 91 (Gereformeerd Kerkboek) Belijdenis van het geloof Zingen: Psalm 34:7 en 8 Dankgebed en voorbede Collecte Zingen: Psalm 22:10 en 11 Zegen DOORSTOKEN - Goede Vrijdagpreek over Johannes 19:34 Gemeente van onze Here Jezus Christus! Het is maar een fragment, waar we vanavond bij stil staan. Eén korte scene, uit de film die zich in je hoofd afspeelt. Als je het lijdensevangelie leest, naar de beschrijving van Johannes. Een film, wel zó gruwelijk. Dat ik me niet kan voorstellen, dat die voor alle leeftijden geschikt zou zijn. Maar waarom zetten we die film, dan uitgerekend bij déze scene stil? Want zo op het eerste gezicht, is dat zeker niet de belángrijkste scene uit de film. Is dat misschien juist, omdat die film zo gruwelijk is? En dit stukje, in vergelijking met de rest. Nog wel wat meevalt? Want natuurlijk, is het gruwelijk. Om te zien hoe die Romeinse soldaat, zonder aarzeling zijn lans in de zij van Jezus’ dode lichaam steekt. En daar vervolgens, bloed en water uit tevoorschijn te zien komen. Maar toch: als je het vergelijkt, met wat er allemaal al aan vooraf is gegaan. Valt dit stukje, nog wel mee. Want eerder in de film, hebben die Romeinse soldaten. De Heiland, toen Hij nog leefde. Met grote spijkers, aan dat ruwhouten kruis getimmerd. Om het vervolgens, rechtop te zetten. We hebben de Heiland, zien bloeden en lijden. En ook de haat gezien, in de ogen van de Joodse leiders. Toen ze naar Hem kwamen kijken. En uiteindelijk, hebben we. Na drie uur van Godverlatenheid. De Heiland uiteindelijk, ook de geest zien geven. En ja, als dát allemaal al op je netvlies gebrand staat. Dan valt de korte scene van onze tekst, dáármee vergeleken. Nog best wel mee. Want ja, de Heiland is nu tóch al dood. En hoeft, gelukkig. De lans niet meer te voelen, die die soldaat in zijn zij steekt. En het bloed, dat ook uit die wond nog weer vloeit. Maar tegelijk, maakt dat uitgerekend van deze korte scene. Ook een hele vreemde scene. Omdat je de zin ervan, niet goed begrijpt. Ik bedoel: wat voor zin heeft het, om nu nog die lans in Jezus’ zij te steken? Wat zit daar achter? Is deze ene, onbekende soldaat. Nu soms nóg niet tevreden? Heeft hij zich nóg niet genoeg uit geleefd, op deze Jezus van Nazaret? En, dat ook: hoe zit het precies met God de Vader? Die alles regeert, ook in het leven van zijn eigen Zoon? Maar die soldaat toch geen halt heeft toegeroepen? Want dat kón Hij, maar Hij heeft het niet gedaan. O zeker, Jezus móest sterven. Omdat dat de enige manier was, om de zijnen te verlossen van de ondergang. Maar Jezus, Hij is nu toch zeker ook gestorven? En waarom is het dan nóg niet genoeg? En heeft de Vader óók nog gewild, dat die soldaat Hem in de zij stak? En, sterker nog: dat blijkbaar zelfs zó belangrijk gevonden, dat Hij het eeuwen eerder. Door de profeet Zacharia al aan had laten kondigen? Ja, waar was dat goed voor? Nu, en zo roept die kórte scene. Uit de film, die het lijdensevangelie van Johannes vormt. Tal van vragen op, waar ik op deze Goede Vrijdagavond graag met u over na wil denken. Ik verkondig u het lijdensevangelie, zoals we dat (ook) vinden in Johannes 19:34. En doet dat onder het volgende thema, waarin ik die preek ook meteen kort samenvat: JEZUS WORDT DOORSTOKEN! 1. wat de soldaat bezielde 2. wat de HERE bezielde 1. Wat de soldaat bezielde. We zoomen in, op de soldaat. Die het in Johannes 19:34 nodig vindt, om zijn zwaard in Jezus’ zij te steken. Wat bezielt hem? En, dat ook: wat staat er in zijn ogen te lezen? Brandt daarin soms de haat, tegen Jezus van Nazareth? En het verlangen ook, om na alles wat er al gepasseerd is. De Heiland, nog ‘een trap na te geven’? Je zou het wellicht denken. Maar als we góed kijken, zien we dat dat allerminst het geval is. Hier, is iets anders aan de hand! En om dat te begrijpen, moeten we de film van Johannes’ lijdensevangelie een klein stukje terugspoelen. Naar vers 31, om precies te zijn. En als we dat dan doen, dan komen de Joodse leiders in beeld. De vijanden, van Jezus. Maar ook: de mannen, van de létter van de wet. Die zich zorgen maken, over wat er op de heuvel Golgotha allemaal aan het gebeuren is. Alleen, wel op een wat andere manier. Dan je misschien zou mogen verwachten. Want de Joodse leiders, ze maken zich géén zorgen – om de drie mannen, die daar aan een kruis hangen. En krijgen niet, alsnog medelijden met de Here Jezus. Die ze zelf, aan het kruis gebracht hebben. Nee, ze verloochenen zichzelf niet. En komen, ook nu. Met de letter van de wet. Deuteronomium 21, om precies te zijn. Waar te lezen staat, dat als iemand de doodstraf verdient. En is opgehangen. Zijn lijk ’s nachts niet mag blijven hangen. Dát willen ze, koste wat kost – voorkomen! Zeker, nu er een bijzondere sabbat voor de deur staat. En daarom vragen ze Pilatus, om die drie man aan het kruis een handje te helpen. Ze niet de tijd te gunnen, om zélf te sterven. Maar ze doelgericht de dood in te jagen, door ze de benen te breken. En daarmee te beroven van de mogelijkheid, om zich nog op te richten en adem te halen. Want, nogmaals: de wet van Mozes, moet stipt worden nagekomen! En dan kun je je verbázen, over de keuzes die ze maken. Na alles, wat ze Jezus hadden aangedaan. Maar Pilatus, hij geeft hen wel hun zin. En stuurt wat soldaten, naar Golgotha. Om aan hun verzoek te voldoen. Waaronder de soldaat, die straks zijn lans in Jezus’ zij zal steken. Maar zonder, dat hij daarbij gedreven wordt door haat tegen Jezus. Nee, hij is gewoon met zijn werk bezig. Voert een bevel uit, dat hem van hogerhand gegeven is. En als we verder kijken, blijkt eens te meer. Dat hij zich ook op geen enkele manier te buiten is gegaan. Want hij had immers bevel gekregen, om ook Jezus de benen te breken. En Hem daarmee het laatste zetje te geven, op weg naar het einde. Maar uiteindelijk is dat niet, wat er gebeurt. En wordt Jezus, díe vernedering bespaard. Omdat de soldaten namelijk vaststellen, met elkaar. Dat het niet meer nodig is, omdat Jezus al gestorven is. Hè, je ziet ze als het ware omhoog kijken. Naar die man, aan dat middelste kruis. En overleggen, wat hun te doen staat. Want ja, Hij lijkt al gestorven te zijn. Maar is Hij het ook echt? En uiteindelijk brengt de film ons dan, bij de scene van vers 34. En zien we één van de soldaten, het zekere voor het onzekere nemen. En inderdaad zijn lans, in de zij van Jezus steken. Om zo met zekerheid te kunnen vaststellen, dat Hij echt gestorven is. Gemeente, dat is wat er feitelijk gebeurt. In het vers van onze tekst. Dat steken, in Jezus’ zij. Wordt niet ingegeven door haat, en het verlangen om Hem nog ‘een trap na’ te geven. Maar gebeurt om zo te zeggen alleen maar, om officieel zijn dood vast te stellen. En zelfs de Joden, die Jezus bij leven zo gehaat hadden. En gevraagd ook, om zijn dood. Worden niet meer gedreven, door haat. Maar zitten gevangen, in hun eerbied voor de wet. Ja, het is nog stérker zelfs: want als zij niet naar Pilatus waren gegaan. Om hem te vragen, die mannen op Golgotha te doden. En hun lichamen van het kruis te halen. Waren die lichamen, daar hoogstwaarschijnlijk nog de hele nacht blijven hangen. Want de Romeinen, die hadden daar echt geen boodschap aan. En dus kun je zeggen, dat uitgerekend de Joden. Door hun ijver, als het om de wet ging. De Heiland, díe schande hebben bespaard. Maar daar komt nog iets ánders bij. Want door naar Pilatus gaan, en hem te vragen de mannen op Golgotha te doden. En hun lichamen van het kruis af te halen. Hebben de Joden, indirect. Die ene soldaat als het ware ook gedwóngen, om omhoog te kijken. En Jezus te aanschouwen. En dan, dan doet Johannes iets vreemds. Dan zet hij de film, waar we naar aan het kijken zijn. Stil, en doet hij – om zo te zeggen. Een andere film in de DVD-speler. En als we dan op het doosje kijken, waar die andere film uit komt. Staat daar met grote letters ‘Zacharia’ op. Johannes, hij brengt ons in herinnering. Wat eeuwen eerder, de profeet Zacharia gezegd heeft. In het twaalfde hoofdstuk, uit het boek met zijn profetieën. We hebben daar, vóór de preek. Ook een stukje uit gelezen, met elkaar. En kwamen er toen achter, dat ook daarin gesproken wordt. Door de profeet. Over iemand, die ‘doorstoken’ is. En, net als in ons tekstvers. Wordt diegene, daar ook ‘aanschouwd’. Maar goed, daarmee houden de overeenkomsten toch echt wel op. Want in Zacharia 12, wordt de man die ‘doorstoken’ is. Niet aanschouwd, door een Romeinse soldaat die met zijn werk bezig is. Maar door de inwoners van Jeruzalem, die alleen met spijt naar hem kunnen kijken. En vervolgens, uitbreken in een rouwklacht. En daar is in onze tekst, geen sprake van. Oftewel, dit roept véle vragen op. Die eigenlijk allemaal neerkomen, op de ene vraag of Johannes wel de juiste DVD heeft opgezet. Die, waar met grote letters ‘Zacharia’ op staat. Want gaat in onze tekst, echt in vervulling – wat de profeet Zacharia eeuwen eerder al voorzegd heeft? En, dat ook: is het daarmee werkelijk Gods bedóeling geweest, dat die soldaat die lans in Jezus’ zij heeft gestoken? En zo ja, wat heeft Hij daar dan mee voorgehad? 2. Wat de HERE bezielde. Gemeente, de film lijkt vastgelopen. Omdat Johannes, een verkeerde DVD heeft opgezet. Die, waar ‘Zacharia’ op staat. Terwijl we toch aan het kijken waren, naar de film van het lijdensevangelie. Die, goed beschouwd – niks te maken lijkt te hebben, met Zacharia. En ook al weinig, evangelie oplevert. Want ja, wat voor evangelie is er nu te halen. Uit een Romeinse soldaat, die zijn werk doet. Daarbij opkijkt naar Jezus, en diens zij doorboort? En daarom, omdat dat een ‘dood spoor’ lijkt. Zijn er ook uitleggers, die alle nadruk leggen. Op wat er nog méér, in onze tekst staat. Zij zoomen niet, om zo te zeggen. In op die soldaat, met zijn lans. Maar op wat er daarna gebeurt: op het bloed en water, die uit de wond tevoorschijn komen. En er zijn zelfs uitleggers, die dat presenteren als een wonder van God. En daar vervolgens op heel verschillende manieren. Ook betekenis aan geven. ‘Dit is niet wat er normaal gebeurt’, zeggen ze. ‘als je met een lans, in de zij van een dood lichaam steekt. En daarom – móet dit wonderlijke gebeuren, ons haast wel iets te zeggen hebben. Moet God, ons daarmee wel iets duidelijk willen maken.’ En de meest gangbare verklaring is dan wel, dat we hier de sacramenten van avondmaal en doop uit Jezus’ zij zien vloeien. Waarbij het bloed staat voor het avondmaal, en het water voor de doop. En toch – het grote probleem is dan. Dat je, om zo te zeggen. Er nóg weer een andere film bij pakt. En in de DVD-speler stopt. En dat, terwijl Johannes er ook al één had bij gepakt. Die, waar ‘Zacharia’ op staat. En omdat hij, als evangelist. Daarbij gedreven is, door de Heilige Geest. Doen we er verstandig aan, om daar toch nog maar eens goed naar te kijken. En ons af te vragen, of die verbinding. Ons vanavond, tóch geen evangelie oplevert. Want natuurlijk is het waar, dat er verschillen zijn. In onze tekst is het een Romeinse soldaat, die Jezus’ zij doorboort en naar Hem opziet. In Zacharia 12, zijn het de inwoners van Jeruzalem. Maar we hebben toch zeker al lang gehoord, dat die alles met elkaar te maken hebben? Want wat die soldaat uit de tekst doet, is ingegeven door de wens van de Joden. En dus kun je op z’n minst stellen, dat zij medeplichtig zijn. Aan wat er gebeurt. Ja, het gaat zelfs nog verder. Want natuurlijk zijn het in het evangelie, de Joodse leiders die de Heiland aan het kruis brengen. Maar als je die geschiedenis leest, en die film bekijkt. Met in je achterhoofd, wat de Bijbel daar nog méér van zegt. Dan heb je ook alle reden, om te stellen dat zelfs wij niet vrij uit gaan. Want de Romeinen hebben het vonnis voltrokken, op aandrang van de Joden. Maar dat moest gebeuren, vanwege onze zonde! En daarom: als we in dit tweede punt de vraag stellen, wat de HERE bezield heeft. Om dit allemaal maar te laten gebeuren. En niet in te grijpen. Dan luidt het antwoord: ‘dat moest gebeuren, vanwege mijn zonde. Ook ik, heb de Heiland aan het kruis gebracht!’ En dan, ga ik nog een beetje meer begrijpen. Van wat we lazen en zagen, bij Zacharia. Waar ook sprake was, van schrik en rouw. Omdat je opkijkt, naar een Heiland die je zelf doorstak! Maar naast de schrik, de rouw en het verdriet. Mag er toch ook blijdschap zijn, en troost. Want juist doordat de Heiland doorstoken is. Is zonder enige twijfel vast komen te staan, dat Hij werkelijk gestorven is. En wie daarop zijn vertrouwen stelt: op het daadwerkelijk lijden en sterven van de Here Jezus Christus. Aan het kruis op Golgotha. Mag weten, dat juist daarin ook zijn redding ligt. Want omdat Hij gestorven is, mogen wij leven! Maar goed, dat vraagt dan wel gelóóf. Kennis van je ellende, en je verlossing. En het is toch niet erg waarschijnlijk, dat dat geloof gevonden is. Bij de onbekende soldaat, die de Heiland werkelijk heeft doorboord. De andere evangeliën spreken wel van een zekere verwondering, maar toch niet van geloof. En de Joodse leiders, die er achter zaten. En de uiteindelijk oorzaak waren, van Jezus’ lijden en sterven. Hebben sowieso niet geloofd. Sterker, nog: zij hebben zelfs het begin daarvan, nog niet gekend. Het berouw, dat Zacharia van de HERE al heeft mogen zien. Ook, bij de inwoners van Jeruzalem. En ja, zo blijven er tóch nog vragen over. Want om daar een antwoord op te krijgen, moeten we om zo te zeggen nog één andere film uit de kast halen. En in de Dvd-speler stoppen. De film namelijk, waarop met grote letters ‘Openbaring’ staat geschreven. En waarvan we, voor de dienst een heel klein stukje al gezien hebben. Eén vers, maar. En toch is dat al voldoende. Want dat vers, dat nam ons mee. Naar een dag, die ook nu nog toekomst is. De dag namelijk, waarom de Here Jezus weer zal komen op de wolken van de hemel. En iedereen Hem zal zien. En als de Schrift daar ‘iedereen’ zegt, bedoelt zij ook létterlijk ‘iedereen’. De mensen, die dan nog in leven zijn. Maar ook de mensen, die sinds het begin van de wereld. Al gestorven zijn, en begraven. Want zij zullen allemaal, opgewekt worden uit de dood. En in gedachten, zie je het voor je. Dan staat daar die onbekende soldaat, die met zijn lans de Heilands zij heeft doorboord. Maar ook, en: net zo goed. De Joodse leiders, die hem daartoe gebracht hebben. En ‘iedereen’, horen we Johannes in Openbaring 1 dan profeteren. ‘Zal hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen.’ En dat, gemeente – zijn wonderlijke woorden. Want alsnog, zal de profetie van Zacharia 12 dan in vervulling gaan. Doordat een rouwklacht aangeheven zal worden, door al de mensen die de Heiland doorstoken hebben. Alleen, en dat is de ernst van een dag als deze. Als die rouwklacht dán pas begint, ben je wel te laat. En kan zelfs de dood van Jezus, en daarmee: het offer, dat Hij volbracht heeft. Je niet meer redden. Omdat je niet geloofd hebt, op het moment waarop dat moest. En dat brengt ons dan, op deze Goede Vrijdagavond. Ook bij onszelf. Wij, die de Heiland óók doorstoken hebben. Met onze schuld, en onze zonde. Net zo goed! Alleen: geloven we ook, dat in zijn dood ons leven ligt? Hij ook heeft móeten sterven, van de Vader? Om zo ons te redden? Want zalig zijn we, als we dát geloven. En op die Heiland, al ons vertrouwen stellen. Ja, dan verandert rouwklacht en geschrei. Genadig, in een blijde rei! Amen.