- Scholieren.com

advertisement
Historische context Duitsland
Leiders van Duitsland 1871: Keizer Wilhelm 1 & kanselier Bismarck
Vóór de Frans-Duitse oorlog bestond er een machtsevenwicht tussen de grootmachten van
Europa: Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije & Rusland.
Ná de Frans-Duitse oorlog: Duitsland werd een politiek grootmacht & door industrialisatie ook een
economische & militaire grootmacht.
Bismarck wilde de machtevenwicht in Europa handhaven en voerde daarom de Alliantiepolitiek in.
de politiek is gebaseerd op bondgenootschappen. Bismarck sloot bondgenootschappen met
Oostenrijk-Hongarije & in het geheim met Rusland.
Bismarck organiseerde de Conferentie van Berlijn met als doel Franrijk & Groot-Brittannië tegen
voer elkaar te zetten. Afrika werd verdeelt onder Duitsland, Frankrijk & Groot-Brittannië.
In 1888 werd keizer Wilhelm 1 vervangen door keizer Wilhelm 2.
Keizer Wilhelm 2 liet de Alliantiepolitiek vervangen voor een Weltpolitiek. Deze politiek is gericht
op het idee dat Duitsland een wereldrijk moest worden.
Het doel van de weltpolitiek was dus: het worden van een Koloniale grootmacht & het behalen
van prestige.
Verdere ontwikkelingen in Duitsland:
-
Economische groei.
-
Militarisering
Maar door het voeren van deze weltpolitiek kwam Duitsland tegenover Groot-Brittannië te staan.
Hierdoor ontstond de vlootwet van 1898: het opschroeven van het budget van de Duitse marine.
Deze vlootwet had verschillende doeleinden:
-
Vormgeven aan internationale ambitie (koloniën beschermen)
-
Engeland (en andere Europese landen) onder druk zetten.
-
Het zorgde voor nationale trots.
Aanloop naar de eerste wereldoorlog
Door dat Duitsland aan zijn vlootwet begon, voelde Frankrijk zich bedreigd en sloot een
bondgenootschap met Rusland, ook Engeland voelde zich bedreigd en sloot zich aan.
Hierdoor gebeurde wat Bismarck voor Duitsland probeerde te voorkomen: Ze werden ingesloten
door Frankrijk & Rusland.
Oorzaken van de eerste wereldoorlog:
-
De Weltpolitiek van Keizer Wilhelm 2.
-
Het toenemende militarisme.
-
De gemaakte bondgenootschappen.
-
Rivaliteit omtrent de koloniën – modern imperialisme.
-
Het toenemende nationalistische gevoel.
De aanleiding van de eerste wereldoorlog is de moord op de Oostenrijkse kroonprins Frans
Ferdinand door Serviërs.
Hierdoor verklaart Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Rusland besloot Servië te steunen,
wat leidde tot een lastige keuze voor Duitsland zij wilden immers een twee-frontenoorlog
voorkomen.
Duitsland kwam met het Von Schlieffenplan: ze probeerden via België, Frankrijk aan te vallen. Om
zo eerst Frankrijk uit te schakelen en vervolgens door te kunnen naar Rusland.
Maar Rusland was sneller gemobiliseerd dan gedacht en zo ontstond er alsnog een oorlog op
twee fronten, Rusland & Frankrijk vielen Duitsland binnen en ook Engeland hielp mee.
Slag bij de Marne: Als gevolg van het mislukken van het Von Schlieffenplan, groeven de Duitsers
zich in en ontstond er een loopgravenoorlog.
Het Duitse volk werd ontevreden, omdat de hele bevolking werd betrokken bij de oorlog (totale
oorlog), en kwam in opstand.
Als gevolg van deze november revolutie, vluchtte de keizer naar Nederland en ondertekende
Duitsland een wapenstilstand. Dit werd gevolgd door het vredesverdrag van Versailles. Hier
ontstond dus ook de Republiek van Weimar.
Het vredesverdrag werd door het Duitse volk gezien als een dolkstoot in de rug van het leger en
daaruit is de zogenaamde dolkstootlegende ontstaan, waarbij de socialistische regering het Duitse
leger heeft verraadden.
Duitsland was een zwakke parlementaire democratie en wilden een vreedzame buitenlandse
politiek voeren.
Verschillende groeperingen tegen deze democratie:
-
Conservatieve elite: wilden een sterke leider, koning of keizer terug.
-
Communisten: wilden een communistische regime, deze groep bestond vooral uit
arbeiders & boeren.
-
Extreem rechtse-nationalisten: heel erg gericht op Duitsland.
de communisten beginnen een opstand, de zogenaamde spartacusopstand. zij wilden een
republiek onder leiding van verschillende ‘raden’, geïnspireerd op de Bolsjewistische revolutie in de
Sovjet-Unie.
Door het verdrag van Versailles, wat leidde tot voortdurende onrust & economische problemen
was het Duitse volk ontevreden.
Verdrag van Versailles:
-
Duitsland moest 12% van het grondgebied inleveren.
-
Duitsland mocht geen koloniën meer hebben.
-
Het Rijnland werd bezet door andere landen.
-
Duitsland moest het leger verkleinen.
-
Duitsland moest enorme herstelbetalingen doen.
De herstelbetalingen van Duitsland werden opgelost met het Dawesplan: Amerikaans plan waarin
Duitsland doormiddel van leningen geholpen wordt bij het doen van herstelbetalingen.
Amerika leent geld aan Duitsland – Duitsland kan dan herstelbetalingen doen aan Engeland &
Frankrijk – Engeland & Frankrijk kunnen zo hun oorlogsschulden aan Amerika terugbetalen.
Dit Dawesplan zorgt voor een betere wereldeconomie, voorkomt een wanhoops-oorlog in
Duitsland & levert Amerika vooral veel geld op.
Maar op 24 oktober 1929 gaat het helemaal mis in Amerika, de aandelenkoersen op Wallstreet
storten in.
Er ontstaat een crisis in het wereldkapitalisme, dit heeft verschillende oorzaken:
-
De Amerikanen leven te optimistisch – “live now, pay later”
-
Er is weinig toezicht op de banken.
-
Overproductie in de landbouw & industrie na de eerste wereldoorlog.
-
Beurskrach, waardoor aandelen koersen beginnen te dalen.
Door deze crisis stopt Duitsland met de herstelbetalingen, hierdoor stopt de productie en raken
miljoenen mensen werkeloos.
Dit zorgde voor nieuwe onrust en twee partijen profiteerden hiervan: de KPD (communistische
partij Duitsland) & de NSDAP (nationaal socialistische partij Duitse Arbeiders Partij).
Adolf Hitler zorgde ervoor dat de NSDAP een massapartij werd. Hij had een enorm
redenaarstalent, had een eigen leider (paramilitair machtsvertoon) en gebruikte veel propaganda.
In die propaganda beloofde hij verwerping van het verdrag van Versailles, economisch herstel en
een enorme oorlogsindustrie. (dit verminderde de werkeloosheid)
Bij de verkiezingen van 1932 krijgt de NSDAP de steun van de conservatieve elite en zo wordt
Hitler bondskanselier van Duitsland.
Vanaf het moment dat Hitler deze positie heeft bereikt begint hij onmiddellijk met het opbouwen
van een totalitaire regime: regime dat een totale controle van de maatschappij nastreeft, inclusief
het denken en doen van alle mensen.
Hij begint met het uitschakelen van de communisten, hiervoor gebruikt hij de rijksdagbrand van
februari 1933. Hij zegt dat deze brand een communistische samenzwering is en laat daarom
politieke tegenstanders oppakken & verbied de communistische (partij)campagne.
Na de verkiezingen van 1933 besluit Hitler zonder parlement verder te regeren en hierbij eindigt
de republiek van Weimar.
Ook begon Hitler met nazificatie doormiddel van terreur, censuur & propaganda.
Een voorbeeld hiervan is het instellen van de Rijkscultuurkamer, hiermee wilde Hitler gelijkstelling
van alle Duitsers bereiken door de Rijkscultuurkamer alle literatuur, kunst, films & muziek te laten
controleren. Promoot het de nazicultuur?
Een volgend voorbeeld van nazificatie is het instellen van concentratiekamp Dachau, hier werden
alle politieke tegenstanders gevangen gezet.
Hitler streeft naar een Duitse Volksgemeinschaft: volkseenheid op basis van ras en een
hiërarchische structuur waarbij de individuele belangen ondergeschikt zijn aan het belang van het
volk.
Mensen met andere fysieke eigenschappen of seksuele voorkeuren dan het arische ras werden
buitengesloten. (zigeuners, joden & homo’s)
Daarom voerde Hitler de Neurenbergerrassenwetten in, dit betekende dat een huwelijk tussen
Duitsers en joden verboden was.
Maar Hitler houd het niet alleen bij Duitsland en in 1938 wordt Oostenrijk bij Duitsland gevoegd,
vervolgens wil hij ook het Sudetenland veroveren.
Engeland wil een oorlog voorkomen en begint een appeasementpolitiek: politiek die gericht is op
het vermijden van oorlog door concessies te doen aan de vijand.
Als Mussolini van Italië de conferentie van Berlijn (met Duitsland, Engeland, Frankrijk & Italië)
organiseert zijn Rusland & Tsjecho-Slowakije niet uitgenodigd. Bij de conferentie wordt gesproken
over de toekomst van Tsjecho-Slowakije. Er werd afgesproken dat Duitsland, Sudetenland nog bij
het rijk mocht voegen maar daarna tevreden moest zijn.
Maar Duitsland sloot het Molotov-Ribbentrop pact met Rusland en verdeelden Polen in het
geheim. Ze zouden elkaar niet aanvallen maar als Duitsland zijn deel van Polen begon te
veroveren zou Rusland dat ook doen. Toen Frankrijk en Engeland hierachter kwamen verklaarden
ze de oorlog aan Duitsland.
Nadat Hitler Denemarken, Noorwegen, Zweden, Nederland, België, Frankrijk & de Balkanlanden
had bezet begon hij in 1941 aan Operatie Barbarossa: het veroveren van Rusland.
Vooral in het oosten ondervinden Duitsers problemen met de vele joden, daarom organiseren ze
de Wannseeconferentie om te beslissen wat er met de joden moet gebeuren. Hier werd de
Endlösung bedacht: het vergassen van de joden.
In 1933 begint de ommekeer met de slag bij Stalingrad en wordt gevolgd door D-day in 1944, dit
is het begin van het einde van de tweede wereldoorlog.
Download