Jaarplan geschiedenis 2 TSO vanuit de leerplandoelstellingen en eindtermen Kennis en inzicht Doelstellingen ivm het historisch referentiekader Leerplandoelstelling 1 Leerinhoud De lln kennen en verduidelijken begrippen van tijd, ruimte en socialiteit of maatschappelijke domeinen. Ze kunnen deze begrippen verbinden met problemen uit de bestudeerde beschavingen en uit de eigen tijd Tijd en ruimte - Het referentiekader: even herhalen - de 3 pionnen op het Europese schaakbord - geografisch kader van Griekenland - Kreta en Mycene - Griekse kolonisatie - Sparta en Athene - ontstaan van Rome (geografisch kader Italië, mythe en werkelijkheid ivm ontstaan) - Kelten namen Centraal – Europa in bezit - de Perzische oorlogen - Rome verovert italië – Middellandse Zeewereld - Keltische samenleving breidt uit (Hallstatt) - Het wereldrijk van Alexander de grote - de gedeeltelijke romanisering van Gallië en Brittannië - Splitsing van het Romeinse Rijk in Oost en West - de Golven van onze beschaving Socialiteit - het referentiekader: even herhalen Politiek: - de Griekse poleis: primitieve monarchie gaat over in oligarchie - Athene: van oligarchie, via tirannie naar democratie - Sparta blijft oligarchie - Het vroege Rome kende het koningschap - werking van de democratie in Athene - ontstaan en werking van de republiek in Rome - Rome gebruikte de “verdeel – en – heers – politiek” in de veroverde gebieden - politieke structuur in de Keltische m’pij - Rome: van republiek via burgeroorlogen naar schijnrepubliek en keizerrijk onder Augustus - Keizer: één woord, verschillende betekenissen - Politieke oorzaken van de splitsing van het Romeinse rijk en de val van het WRR Jaarplan geschiedenis Hélène Struye 1 E1 Economie: - Griekse geografie en klimaat heeft gevolgen voor de economie - Kreta en Mycene: handelsmogendheden - Griekse kolonisatie: oorzaken en gevolgen - Athene: handelsmogendheid veel werkgelegenheid maritieme polis - Sparta: leven van landbouwopbrengsten continentale polis - Rome als primitief boerendorp - Kelten: spreiding over Centraal Europa had economische oorzaak - Atheense economie: rol van metoiken en slaven economische heropbouw en maat – regelen na Perzische oorlogen de gouden eeuw van Pericles - Economische gevolgen van de veroveringen van Rome : overvloed en schaarste - Economische oorzaken van verval van Rome Sociaal: - een standenm’pij in de Griekse poleis - Athene: sociale gevolgen van de kolonisatie - Sparta: militaire opvoeding van de jonge Spartanen - Rome: sociaal verdeeld in patriciërs en plebejers - ongelijkheid tussen de Atheense bevolkingsgroepen - de Keltische standenmaatschappij - Sociale gevolgen van de veroveringen in Rome en in de provincies - de Gracchen streden voor sociale maatregelen - het dagelijks leven van een bemiddeld Romeins gezin cultuur: - Kreta en Mycene: beschavingen met een eigen karakter - Focus: Griekse mythen en sagen - kolonisatie laat sporen na in Hellas - de Grieken: verdeeld en toch één - de mythe rond het ontstaan van Rome - de Keltische cultuur: kopiëren van vreemde kunst - de Griekse Goden en cultus - Griekse klassieke kunst - Griekse wetenschappers en filosofen - Kelten ontwikkelen eigen kunst: de La Tène stijl - de Hellenistische beschaving - van polytheïsme naar monotheïsme - Romanisering en Germanisering van onze streken Jaarplan geschiedenis Hélène Struye 2 Leerplandoelstelling 2 Leerinhoud Leerplandoelstelling 3 Leerinhoud Leerplandoelstelling 4 Leerinhoud Leerplandoelstelling 5 Leerinhoud Leerplandoelstelling 6 Leerinhoud Jaarplan geschiedenis De lln kennen de gebruikelijke westerse benamingen voor de periodisering van de geschiedenis en kunnen deze perioden op een tijdsbalk aanbrengen - Het referentiekader: even herhalen - de drie pionnen op het Europese schaakbord : herhaling perioden Prehistorie – Oude Nabije Oosten situering van de drie te bestuderen volkeren (Hellenen, Italiërs en Kelten) - plaatsen op een tijdsband van de vroeg – Helleense beschavingen (Kreta en Mycene), de Duistere Eeuwen en de Klassieke periode tot de Romeinse overheersing - het oudste Rome: werkelijke en mythische datum van het ontstaan - de Keltische beschaving: van Hallstattcultuur, via La Tènecultuur tot Romeinse overheersing de lln kennen de basiselementen van de christelijke, joodse en islamitische jaartelling - het referentiekader: even herhalen - van polytheïsme naar monotheïsme de lln formuleren voor elk van de perioden één fundamentele maatschappelijke probleemstelling - de Golven van onze beschaving - kolonisatie als oplossing voor voedseltekort in Hellas - de gouden eeuw van Pericles - sociale tegenstellingen in Rome na de veroveringen - Kelten verspreiden zich over Europa de lln kennen de essentiële verschillen tussen preïndustriële en industriële samenleving - de golven van onze beschaving - Griekse poleis: ministaatjes met een eigen karakter economie: landbouw, uitgebreid met ambachten, handel politiek: van dorpshoofd (koning) naar oligarchie, naar democratie sociaal: standenmaatschappij breidt zich uit - Rome: van boerendorp naar stad naar wereldrijk economie: landbouw uitgebreid met handel politiek: van dorpshoofd naar koning, naar republiek sociaal: sociale tegenstellingen groeien de lln preciseren en verruimen algemene begrippen van tijd, ruimte en socialiteit aan de hand van de bestudeerde beschavingen en met de verwijzing naar andere perioden uit het referentiekader, vooral naar de hedendaagse periode en naar de situatie in de gebieden die vanaf 1970 worden omschreven als “ het Vlaams gewest en de Vlaamse gemeenschap” - zie ook leerplandoelstelling 1 Hélène Struye 3 E2 E3 E5 E4 E6 E12 E14 Doelstellingen ivm de bestudeerde samenlevingen (Oudste Tijden en een vroegmediterrane beschaving ; de Grieks – Romeinse beschaving) Leerplandoelstelling 7 Leerinhoud Leerplandoelstelling 8 Leerinhoud Leerplandoelstelling 9 Leerinhoud Jaarplan geschiedenis de lln kennen de voornaamste kenmerken van de E7 bestudeerde samenlevingen alsook grote veranderingen in E11 deze kenmerken binnen en tussen de bestudeerde samenlevingen - Kreta en Mycene: beschavingen met een eigen karakter Kreta: vredelievende handelsbeschaving, thalassocratie Mycene: oorlogszuchtige handelsbeschaving, thalassocr - Athene: maritieme polis van monarchie naar democratie - Sparta: continentale polis; behoudsgezind, militaire polis - Rome: van boerendorp naar wereldrijk van monarchie naar republiek, naar schijnrepubl. van polytheïsme naar monotheïsme grote sociale tegenstellingen, grootstad Rome kent hoge graad van armoede - Kelten: nooit politieke eenheid Hallstaat: kopiëren van vreemde kunsten La Tène: ontwikkelen van eigen kunst de lln kunnen deze kenmerken verbinden met fundamentele E11 maatschappelijke problemen en de mogelijke aanwezigheid E16 ervan in de eigen tijd - Hellas: geografisch kader maakt overzeese kolonisatie en handel noodzakelijk ; tekort aan bep. producten in eigen land worden aangevuld met buitenl. producten. vergelijken met hoge graad van ingevoerde producten in de Westerse landen - Athene: uitbreiding van de standenmaatschappij maakt politieke vernieuwingen noodzakelijk ( geldadel wil inspraak).Vergelijking van Griekse democratie met huidige democratie in België. - Sparta: opstanden van slaven (naburig overwonnen volk) moeten neer geslagen kunnen worden - Rome: invoer van vreemde producten doet eigen boeren de das om zij gaan failliet en trekken naar de stad (idem in veel derdewereldlanden) de lln hebben inzicht in de onderlinge verbanden en E8 wisselwerkingen binnen en tussen de verschillende maatschappelijke domeinen - kolonisatie heeft pol, soc., econ en cult. gevolgen in Hellas - Sparta: veroveren van buurland Messenië heeft soc., pol. en econ. gevolgen Hélène Struye 4 Leerplandoelstelling 10 Leerinhoud Jaarplan geschiedenis Hellas, Rome en Keltische beschaving: de standenm’pij (soc.) en politiek houden nauw verband de gouden eeuw van Pericles: na de Perziche oorlogen lost Pericles pol., soc en econ. problemen in Athene op Alexander de Grote en zijn Hellenistische wereldrijk Rome na de veroveringen: sociale, politieke en economische problemen Val van het WRR: zowel politieke als economische oorzaken Romanisering en Germanisering van onze streken de lln geven voor elk van de bestudeerde samenlevingen een E9 voorbeeld van : 1. het verschil tussen oorzaak en directe aanleiding 2. de relatie tussen oorzaak, gebeurtenis, gevolg 3. de relatie tussen doel, middel, resultaat 1. Hellas: oorzaak van de Peloponnesische oorlog was enorme machtsontplooiing van Athene die achterdocht opwekte bij ander poleis. De directe aanleiding tot de oorlog waren een reeks klachten van Spartaanse bondgenoten over Athene. Rome: oorzaak van de moord op Caesar is het ongenoegen van de republikeinen over Caesars alleenheerschappij. De directe aanleiding is zijn relatie met Cleopatra en de geboorte van hun kind. 2. Hellas: schaarste op het Griekse vasteland, leidt tot kolonisatie en heeft gevolgen voor de samenleving en cultuur in Hellas zelf. De kolonisatie zorgde voor sociale en politieke strubbelingen in Athene. De staatsman SOlon voerde een paar belangrijke hervormingen in die de aanzet waren tot latere hervormingen die leidden tot de uiteindelijke democratie. De aanvallende Perzen zorgden voor onverwachte samenwerking tussen de Griekse poleis. Dankzij het miltair sterke Athene werden de Perzen van Grieks grondgebied verjaagd, waarna Athene haar kans greep haar macht op de andere poleis te laten gelden. De Peloponnesische oorlogen: Atheense machtsontplooiing zorgt voor wantrouwen binnen andere poleis. Deze oorlogen zorgen voor verdeeldheid in Hellas, waarvan de Macedonische koning profiteert. Het gevolg is het einde van de Griekse zelfstandigheid. Hélène Struye 5 Rome: Na het verjagen van de Etruskische koning werd het Romeinse leiderschap van de latijnse bond betwist. Dit leidde tot een onderlinge strijd die de verovering van Italië door Rome tot gevolg had. Economische en politiek-territoriale oorzaken zorgden voor de Punische oorlogen. Deze oorlogen leverden Rome hun eerste buitenlandse provincies op: het begin van een immens wereldrijk, dat voor grote veranderingen in de Romeinse samenleving zou zorgen. Door de verdeeldheid die ontstond in de Hellenistische wereld na de dood van Alexander de Grote, profiteerde Rome om haar grondgebied nog verder uit te breiden. Met deze verovering waaide de Hellenistische cultuur over naar Italië. De veroveringen lagen aan de basis van de Romeinse binnenlandse problemen op economisch en sociaal vlak,en lagen ook aan de basis van de opstanden in de provincies. De onlusten die hierdoor ontstonden vormden de aanleiding tot politieke hervormingen in Rome. De onderlinge rivaliteit in Gallië zorgde eveneens voor Romeinse inmenging die leidde tot overheersing. De uitgestrektheid van het Romeinse rijk evenals de geringe economische groei zorgden voor politieke problemen. Dit resulteerde in een algemene verzwakking en tenslotte tot de val van het WRR. Kelten: Klimaatsveranderingen in Midden-Europa zorgden voor veranderingen in de Keltische leefwereld. Economische veranderingen drongen zich op. Ze breidden hun leefwereld uit en verspreidden zich over heel Midden-Europa. Onderlinge rivaliteit tussen de Keltische stammen zorgden voor Romeinse inmenging en verovering. De Gallo-Romeinse cultuur was in gang gezet. 3. – Griekse kolonisatie: doel= uitbreiding landbouwareaal, meer voedsel middel: boeren koloniseren buiten Hellas en stichten nieuwe poleis resultaat: bloeiende handel, nieuwe macht van de kooplui, culturele invloeden uit het buitenland - Peloponnesische bond: Jaarplan geschiedenis Hélène Struye 6 Leerplandoelstelling 11 Leerinhoud Leerplandoelstelling 12 Leerinhoud Leerplandoelstelling 13 Leerinhoud Jaarplan geschiedenis doel: bescherming en zekerheid tegen Perzische dreiging middel: financiële en militaire bijdragen van de leden + verbond resultaat: Athene werpt zich op als leider en creëert en misbruikt deze machtspositie. Athene wordt machtigste en rijkste polis in Hellas - Verdeel en heerstactiek in Rome doel: de veroverde gebieden aan Rome binden en macht uit oefenen op deze gebieden middel: tactiek van verdeel en heers resultaat: veroverde gebieden werden aan Rome verbonden de lln illustreren de lange duur van de eerste E10 ontwikkelingsstadia van mens en samenleving alsook de snellere ontwikkeling bij de samenlevingen van het Oude Nabije Oosten en de Klassieke Oudheid, vergelijken dit met het ontwikkelingstempo op de verschillende maatschappelijke domeinen in de hedendaagse tijd Cf. 1e jaar de lln maken het onderscheid tussen lokaal, regionaal, E14 Europees, mondiaal De Griekse geografie dwong de Hellenen zich te beperken tot de beslotenheid van de eigen polis. Elke polis was een zelfstandige entiteit. Diezelfde geografie en het klimaat dwong de Hellenen uit te kijken naar nieuwe landbouwgronden en producten, zodat ze gebieden in Zuid-Europa, Zuid-Oost-Azië en Noord-Afrika koloniseerden. De nieuw opgerichte poleis worden eveneens op zichzelf bestaande entiteiten. De Romeinen groeiden van boerendorp uit, tot heersers over Italië om op hun toppunt heel de Mediterrane wereld te veroveren. Kelten leefden in stamverband in Centraal-Europa en verspreidden zich geleidelijk aan over een gebied dat strekte van de Atlantische Oceaan tot de Zwarte Zee. Een politieke eenmaking van de Keltische stammen was haast onmogelijk. de lln begrijpen de betekenis van het geloof in het bovennatuurlijke en van de godsdienst in de bestudeerde samenlevingen - Griekse mythen en sagen (via rollenspel) - De Griekse godenwereld + religieuze feesten - Griekse kunst voor de goden - Het orakel Hélène Struye 7 - Leerplandoelstelling 14 Leerinhoud Leerplandoelstelling 15 Jaarplan geschiedenis Romeinse godenwereld: een overname van Griekse goden - Groei van polytheïsme naar monotheïsme bij de Romeinen de lln geven voorbeelden van gelijkenissen en verschillen in E13 maatschappelijk gedrag tijden de bestudeerde samenlevingen en in de hedendaagse tijd ; bijvoorbeeld de houding tegenover de medemens, de natuur, de bovennatuur, het gebruik van instrumenten en techniek; de verplaatsingen van grote bevolkingsgroepen (migratie); de vorming van steden en staten; oorlog en vrede; gelijkheid, vrijheid, rechtvaardigheid - Gelijkenissen: Ongelijkheid binnen de Griekse, Romeinse en Keltische m’pij Metoiken in Hellas > onze vreemdelingen (geen stemrecht) Slvernij in Hellas en Rome > verdoken slavernij in onze m’pij Griekse wetenschappers als grondleggers van onze wetenschap Grote Romeinse bedrijven onder staatstoezicht > hedendaagse bedrijven van de staat - Verschillen: kolonisatie bij Grieken > dekolonisatie in moderne tijd Griekse rechtstreekse democratie>onze onrechtstreekse democratie Migratie van volledige bevolkingsgropen (Indo-Europeanen, Kelten, Scythen,..) > druppelsgewijze migratie, geen volksverhuizingen Beperkte Griekse democratie Olympische spelen in Hellas en moderne O.S. Onderwijs in Hellas en Rome > ons onderwijs Imperialisme door Macedoniërs, Romeinen > vaste grenzen in Europa de lln geven aan de hand van het referentiekader en/of de bestudeerde samenleving een voorbeeld van: - open en gesloten ruimte - stedelijke en rurale samenleving - continentaal en maritiem perspectief - centrum en periferie - korte en verre afstand Hélène Struye E15 8 Leerinhoud open en gesloten ruimte: stedelijke en rurale samenleving: grootstad Rome > Keltische plattelandsmentaliteit continentaal en maritiem perspectief: Mycene vs Kreta; Sparta vs Athene centrum en periferie: grootstad Rome vs onze streken aan de grenzen van Romeinse rijk korte en verre afstand: reizen over zee geniet voorkeur in mediterrane wereld Historische vaardigheden Leerplandoelstelling 16 de lln kunnen de kernvragen van de historische methode formuleren en toepassen op diverse soorten bronnen die in een eenvoudige woorden/of beeldtaal worden aangeboden plaatsen van docn in tijd en ruimte objectief vs subjectief vb. historische geschiedschrijvers in elke les worden docn aangeboden waaruit lln kunnen informatie halen de lln kunnen diverse informatiebronnen identificeren (soort en inhoud) en situeren in tijd en ruimte en maatschappelijk domein bij elke les waarin documenten en historische bronnen worden aangereikt De lln kunnen materiële en landschappelijk historische sporen waarnemen en beschrijven aan de hand van een eenvoudig observatieprotocol E22 de lln kunnen aan de hand van gerichte vragen - kaarten lezen en de informatie eruit halen door middel van de legende, oriëntatie, schaal, symbolen (kleuren, grafische symbolen) - titel en inhoud van de kaart met elkaar vergelijken - door vergelijking van kaarten veranderingen en constanten ontdekken Vb. Migratie van indo-europeanen Migratie van Kelten Vergelijking huidig Griekenland met klassiek Hellas Griekse kolonisatie (kaartoefening) Perzische en Peloponnesische oorlogen Rome van boerendorp tot imperium Val van het Romeinse imperium Ontstaan van de taalgrens E20 Leerinhoud Leerplandoelstelling 17 Leerinhoud Leerplandoelstelling 18 Leerinhoud Leerplandoelstelling 19 Leerinhoud Leerplandoelstelling 20 Jaarplan geschiedenis E21 E18 de lln kunnen werken met de tijd door middel van tijdslijnen en met de ruimte door middel van kaarten Hélène Struye 9 Leerinhoud Leerplandoelstelling 21 Leerinhoud Leerplandoelstelling 22 Leerinhoud Leerplandoelstelling 23 Leerinhoud Leerplandoelstelling 24 Leerinhoud Leerplandoelstelling 25 elk onderwerp wordt gesitueerd in tijd, ruimte en socialiteit de lln kunnen informatie over de bestudeerde samenlevingen en over de eigen tijd opzoeken op basis van concrete opdrachten, zoals vb. het raadplegen van inhoudstafels van leerboeken, het vinden van trefwoorden in naslagwerken, het gebruik van databanken en interactieve media persoonlijke taak: geschiedenis en strips de lln kunnen eenvoudige tekstuele, auditieve, visuele en audiovisuele informatie ordenen inzake: - tijdskader - ruimtelijk kader - maatschappelijk domein E19 de lln kunnen aan de hand van een opdracht het E23 onderscheid tussen feit en mening toepassen op informatie uit de bestudeerde beschavingen en uit de eigen tijd de lln kunnen informatie uit de bestudeerde beschavingen en uit de eigen tijd uitdrukken in verschillende vormen (geschreven en gesproken taal, beeldtaal, lichaamstaal) en ze voor anderen verduidelijken rollenspel: Griekse mythen en sagen, orakel de lln kunnen de grote vragen van de huidige mens en samenleving herkennen in de bestudeerde beschavingen en omgekeerd Griekse godenwereld: verschillende tendensen Romeinse godenwereld: van polytheïsme naar monotheïsme Historische attitudes Leerplandoelstelling 26 de lln zijn nauwkeurig bij het verzamelen, ordenen, analyseren en interpreteren van informatie over de historische en actuele werkelijkheid Leerplandoelstelling 27 de lln geven blijk van kritische zin bij het gebruik van informatie over de historische en actuele werkelijkheid Leerplandoelstelling 28 de lln beseffen dat de kennis over het verleden niet exact de historische werkelijkheid weergeeft en dat onze historische kennis onvolledig en voorlopig is Leerplandoelstelling 29 de lln beseffen dat de fundamentele problemen van mens en samenleving dezelfde blijven maar dat de oplossingen veranderlijk zijn en met de historische context verbonden Jaarplan geschiedenis E17 Hélène Struye E24 10 Leerplandoelstelling 30 de lln tonen belangstelling voor de overblijfselen uit het verleden en voor de actuele Vlaamse samenleving Leerplandoelstelling 31 de lln hebben interessen en waardeing voor de strijd van de E26 mens om verbetering van het eigen bestaan en van het samenleven Leerplandoelstelling 32 de lln kunnen zich inleven in het dagelijks leven van de mens tijdens de bestudeerde beschavingen Leerplandoelstelling 33 de lln hebben een open geesteshouding ten aanzien van de historische en actuele werkelijkheid Jaarplan geschiedenis Hélène Struye E14 E25 11