Liquiditeit

advertisement
Financiële analyse
Jaarrekening
• Momentopname van systematische
registraties
• Componenten
– Balans
– Resultatenrekening
– Toelichting
– Sociale balans
– Cash flow tabel
BALANS
• formele voorstelling van alle bezittingen en schulden van
een onderneming op een bepaald ogenblik
• Structuur van de Balans :
• A-zijde : volgens stijgende LIQUIDITEIT
• P-zijde : volgens stijgende OPVRAAGBAARHEID
• momentopname
Balans per 31/12/2004
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen (E.V.)
Vreemd Vermogen (V.V.)
- op lange termijn (L.T.)
- op korte termijn (K.T.)
Balans
Activa
Passiva
– Vaste activa
– Vlottende activa
Totaal der activa
– Eigen vermogen
– Vreemd vermogen
=
Totaal der passiva
 Werkinstrument van  Wie is eigenaar?
de onderneming
•
•
Terreinen, gebouwen,
machines, …
Voorraden, vorderingen,
liquide middelen, …
Activa
• Vaste activa
– Zijn onttrokken aan de courante bedrijfsomloop
• Er wordt geen handel in gedreven
• Worden gebruikt om opbrengsten te helpen voortbrengen
– Onderhevig aan slijtage, veroudering, …
• Aanschaffingswaarde wordt als kost gespreid over
vermoedelijke gebruiksduur (d.i. afschrijving)
• Vlottende activa
– Zijn onmiddellijk bruikbaar en/of binnen het jaar in
geld omzetbaar
•
•
•
•
Voorraden
Vorderingen op < 1 jaar
Geldbeleggingen
Liquide middelen
Eigen vermogen
• Eigen vermogen
– Vermogen dat eigenaars (aandeelhouders) ter
beschikking stellen
• Kapitaal
• Reserves : ontstaan uit winst
• Vreemd vermogen
– Schulden op > 1 jaar
– Schulden op < 1 jaar
• Per definitie geldt dat :
ACTIEF = PASSIEF
totaal van de
aanwendingen
=
totaal van de
bronnen
RESULTATENREKENING
• formele voorstelling van het resultaat van een onderneming over
een bepaalde periode (dus géén momentopname)
Bedrijfsopbrengsten
- Bedrijfskosten
= Bedrijfswinst/verlies (= bedrijfsresultaat)
+ Financiële opbrengsten
- Financiële kosten
= Lopend resultaat
+ Uitzonderlijke opbrengsten
- Uitzonderlijke kosten
= Winst/verlies v.h. boekjaar voor belast.
- Belastingen
= Winst/verlies v.h. boekjaar
Analyse balans en RR
•
Evolutie van verschillende rubrieken (en
de verhouding tussen verschillende
rubrieken) van balans en
resultatenrekening
– Evolutie over tijd
– Verschil tussen :
1. Privé en openbare ziekenhuizen
2. Algemene en psychiatrische ziekenhuizen
Meer gedetailleerde financiële
analyse : overzicht
• Basisbegrippen
• Verticale en horizontale analyse
• Beheer van working capital:
Nettobedrijfskapitaal
• Ratio-analyse
• Referentiepunten voor interpretatie en
beoordeling
Basisbegrippen
• Rendabiliteit
• Liquiditeit
• Solvabiliteit
• Rendabiliteit
=
opbrengsten (in bepaalde periode)
-
kosten (in bepaalde periode)
Voldoende rendabiliteit :
wanneer verschil tussen opbrengsten en kosten (zie RR)
voldoende is in vergelijking
met het geïnvesteerde vermogen (zie Balans)
• Liquiditeit
=
kasinkomsten
-
kasuitgaven
Liquiditeitstekort
wanneer inkomsten onvoldoende zijn om uitgaven te
dragen en
geen bijkomende financiering kan gevonden worden
Belangrijk begrip in faillissementswetgeving
• Solvabiliteit
=
mate waarin een onderneming in staat is haar
financiële verplichtingen
i.v.m. interestbetaling en aflossing van schulden
na te komen
Financiële analyse
• Evenwichtige financiële structuur
• Verticale analyse
• Horizontale analyse
Evenwichtige financiële
structuur
– Vermogensbronnen aanpassen aan het
gebruik
– Financieringsmiddelen van gelijke duur
• NIET : met kortlopende kredieten gebouwen of
machines financieren
– Voldoende financiële zekerheidsmarge
• Bv. : netto-bedrijfskapitaal (NBK)
NBK = vlottende activa-schuld <1 jaar
netto-bedrijfskapitaal
Vaste activa
Vlottende activa
100
200
Kapitaal, schuld>1jr
Schulden <1 jr
100
200
Balanstotaal (A)
300
Balanstotaal (P)
300
Netto Bedr. Kap = 0
(vl. act. – sch. <1jr)
Vaste activa
Vlottende activa
Balanstotaal (A)
100
200
300
Kapitaal, schuld>1jr
Schulden <1 jr
Balanstotaal (P)
Netto Bedr. Kap =
60
160
140
300
netto-bedrijfskapitaal
• Scenario 1 : financiële structuur in
evenwicht, MAAR geen enkele marge
– Synchronisatie van betaling door klant en
betaling aan leverancier is niet perfect
– Onvoorziene gebeurtenissen
• Scenario 2 : balanstotaal identiek met 1,
maar veiliger
Verticale analyse
• Analyse van de structuur
– Balans:
balanstotaal = 100%
A/P posten als % van totaal
– RR:
omzet = 100%
opbr/kosten posten als % van omzet
– Resultaatverwerking:
te bestemmen winst/verliessaldo = 100%
rubrieken %
Horizontale analyse
• Analyse in de tijd
– Gebruik van tijdindexen
cijfer van bepaald jaar
tijdindex =
x 100
cijfer van basisjaar
Working capital
• Bruto bedrijfskapitaal
– Som van de vlottende activa
– Belangrijk voor liquiditeitspositie
• Netto bedrijfskapitaal
Netto bedrijfskapitaal
NBK
=
vlottende activa
– vreemd vermogen op korte termijn
En aangezien :
Actief = Passief
Vlot. Act + Vast act. = EV + VV-kort + VV-lang
NBK
=
permanent vermogen (=EV + VV-lang)
– vaste activa
> 0 is goede indicatie van liquiditeit
Ratio-analyse
• Liquiditeit
• Solvabiliteit
• Rendabiliteit
Liquiditeit
• Is de onderneming in staat om haar
kortetermijnverplichtingen na te komen?
• Mogelijke indicatoren
–
–
–
–
–
–
–
netto bedrijfskapitaal (is geen ratio, cfr. supra)
liquiditeit in ruime zin = Current ratio
liquiditeit in enge zin = Acid test ratio
voorraadrotatie
aantal dagen klantenkrediet
aantal dagen leverancierskrediet
Netto debiteurpositie
Liquiditeit
• Current ratio
Vlottende activa
=
VV korte termijn
• > 1 is goede indicatie van liquiditeit
• Men veronderstelt impliciet dat de voorraden
verkoopbaar zijn voor de waarde vermeld in de
balans
• Probleem indien een deel v.d. voorraad
verouderd, beschadigd, …
Liquiditeit
• Acid test ratio
vord. KT + geldbeleggingen + liquide mid.
=
schulden ten hoogste 1 jaar
> 1 is goede indicatie van liquiditeit
Liquiditeit
• Voorraadrotatie
kost der verkochte goederen
=
voorraden en BIU

365
= gemiddelde voorraadperiode
voorraadrotatie
NB: Berekening: Kost der verkochte goederen =
aankoop goederen
+ voorraadwijziging
Liquiditeit
• Aantal dagen klantenkrediet
Vorderingen voor prestaties
= 365*
Omzet
• Interessant om deze waarde (= werkelijk aantal
dagen kk) te vergelijken met het toegestane
aantal dagen kk
– Indien werkelijk aantal > toegestaan aantal : klanten
laks met betalingstermijnen, klanten met
betalingsmoeilijkheden, slordige inningspolitiek, …
Liquiditeit
• Aantal dagen leverancierskrediet
Lopende schulden
=365*
((voorraden en leveringen (inkopen) +
diensten en bijkomende leveringen )
Liquiditeit
• Netto debiteurpositie
=
–
Aantal dagen leverancierskrediet
Aantal dagen klantenkrediet
Solvabiliteit
• Kan een onderneming haar verplichtingen m.b.t.
interestbetalingen en aflossing van schulden op
lange termijn nakomen?
• Vergelijking tussen verschillende
vermogensbronnen (EV t.o.v. VV)
– Voldoende EV nodig als garantiefunctie t.o.v. de
schuldeisers, om verliezen op te vangen, …
• Mogelijke indicatoren :
– Algemene schuldgraad
– LT schuldgraad
– Zelffinancieringsgraad
Solvabiliteit
EV
• Solv. :
TV
• Algemene schuldgraad (%)
VV
=
TV
Solvabiliteit
• LT schuldgraad (%)
VV LT
=
TV
Solvabiliteit
• Zelffinancieringsgraad (%)
reserves + overgedragen winst of verlies
=
totaal vermogen
indicator van
- gecumuleerde rendabiliteit uit voorgaande jaren
en boekjaar zelf
- dividend- en reserveringspolitiek
- leeftijd van onderneming
Rendabiliteit
• Weerspiegelt de winstgevendheid van
de onderneming
• B.v. winstgevendheid t.o.v.
– verkopen
– totaal ingezette middelen
– eigen vermogen
Rendabiliteit
• Rendabiliteit van de verkopen (%)
winst (verlies) v.h. boekjaar
Verkoopmarge (%)
(Netto-marge)
=
omzet
bedrijfsresultaat
Beter:
=
omzet
 N.B. : opletten met probleem van vergelijkbaarheid (cfr. boekhoudkundige
verwerking inning honoraria van artsen  invloed op omzet !)
Rendabiliteit
• Rendabiliteit van het totaal der activa (%)
winst of verlies v.h. boekjaar
=
totaal vermogen
Rendabiliteit
• Rendabiliteit
van het eigen vermogen (%)
winst of verlies v.h. boekjaar
RETURN ON EQUITY =
eigen vermogen
Rendabiliteit
• Financiële hefboomwerking/leverage
winst of verlies v.h. boekjaar
rendabiliteit =
van EV
eigen vermogen
winst(verlies) boekj.
=
omzet
x
omzet
= verkoopmarge
x
totaal vermogen
x
totaal vermogen
eigen vermogen
omloopfreqentie x
fin. hefboom
REV
Winst
Omzet
Tot. Verm.



Omzet Tot. Verm. Eigen Verm.
 RTV  Fin. hefboom
Vb.

REV

REV

REV

REV
10
200 100



 20%
200 100
50
10
200 100



 10%
200 100 100
10 100 100



 20%
100 100
50
1
200 10



 20%
200
10
5
Financiële hefboom
• Indien interesten op VV kleiner dan de
winsten gegenereerd door dit VV, zal REV
en winst stijgen naarmate aandeel VV stijgt
(d.i. zelf geld verdienen met geld van een
ander)
– Vb : winst = 1000, EV=2000, VV=8000, i=0.05
 Winst door EV : 1000*2000/10000 = 200
 Winst door VV : 1000*8000/10000 = 800
 Interestlasten op VV : 0.05*8000 = 400
– Indien winst = 400  winst door VV slechts
320 t.o.v. te betalen interest van 400
Referentiepunten voor
interpretatie en beoordeling
• Zeer weinig absolute maatstaven
• bijvoorbeeld: CR > 1, quick ratio > 1
•Vergelijking in de tijd = tijdreeksanalyse
• Vergelijking tussen ondernemingen
OPDRACHT
• Bespreek kritisch balansen en jaarrekeningen van
de ziekenhuizen (tabellen 4.1 – 4.8 en 5.1 – 5.4)
– gebruik makend van de geziene indicatoren (b.v.
verhoudingen tussen verschillende (balans en RR)
posten, NBK, liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit, ratio’s,
…)
– Vergelijking tussen ziekenhuizen (algemene (private
t.o.v. openbare) t.o.v. psychiatrische)
– Evolutie over tijd
• Maak zelf een selectie van een aantal indicatoren,
vergelijkingspunten, evoluties die u interessant en
relevant lijken
• MAX. 2 blz. (dus niet alle mogelijke vergelijkingen
bespreken !)
 [email protected] (t.e.m. vrijdag 10 juni)
Download