Schoolondersteuningsprofiel De Ark 201 Ons o A. Contactgegevens school Naam Basisschool De Ark Straat + huisnummer Zuid- Hollandstraat 7 Postcode en plaats 1082 EK Amsterdam Brinnummer 08KR Telefoonnummer (algemeen) 020-6426212 E-mailadres (algemeen) [email protected] B. Onderwijskundig concept van de school Missie Ons uitgangspunt is “talent tot leven brengen!” Ons onderwijs is erop gericht het maximaal mogelijke uit het kind te halen binnen de mogelijkheden die het heeft. Onze onderwijsprogramma’s beperken zich niet uitsluitend tot de reguliere lesprogramma’s. Wij hechten waarde aan de sociaal- emotionele, cognitieve, creatieve- en levensbeschouwelijke ontwikkeling van het kind. Wij koppelen onderwijsinhoud aan creatieve werkvormen als drama, beeldende vorming en muziek. Onze onderwijsprogramma’s stemmen wij- zo veel als mogelijk- af op de individuele (voortdurend veranderende) onderwijsbehoefte van de leerling. Dit kan leiden tot een gedifferentieerd onderwijsaanbod op jaargroepniveau. Waar nodig aangevuld met een op het individu toegesneden zorgsysteem onder coördinatie van onze interne begeleider. Visie Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen beter kunnen leren, zich sneller ontwikkelen als het onderwijs aangeboden wordt in werkvormen die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen en als de leerlingen op de hoogte zijn van het doel van de les. Zo wordt er bij aanvang van elke nieuwe onderwijsactiviteit stil gestaan bij het lesdoel en na afloop geëvalueerd of de doelen zijn bereikt. Het aansluiten bij het individuele kind leidt tot een gedifferentieerd onderwijsaanbod in twee of drie niveaugroepen op jaargroepniveau. Door het regelmatig afnemen van toetsen, zowel methode- als niet-methodegebonden en de behaalde resultaten systematisch in kaart te brengen met behulp van het leerlingvolgsysteem Parnassys, kunnen eventuele leerproblemen vroegtijdig gesignaleerd worden. De coördinatie van de zorg is in handen van de interne begeleider. Wij creëren een veilig leef- en werkklimaat, waarin ieder kind zich uitgedaagd voelt om een zelfverantwoordelijke houding te ontwikkelen. Het pedagogisch klimaat is gebaseerd op respect en begrip voor anderen. C. Waarde en Trots Als school zijn wij er trots op dat ieder kind op onze school mag en kán zijn wie het is. We bieden een veilig schoolklimaat met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling op verschillende vlakken. Met ons enthousiaste team en betrokken ouders dragen we zorg voor de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de kinderen. Ook zijn we trots op de manier waarop kinderen van vele verschillende achtergronden op onze school met elkaar omgaan, van elkaar leren en begrip voor elkaar hebben. De school is open en laagdrempelig voor ouders. Als school en als team zijn wij trots op de wijze waarop we de lestijd weten in te delen in meer dan voldoende tijd voor de zogenaamde “leervakken” als taal, rekenen en spelling en daarnaast voldoende tijd voor belangrijke vakken als bewegingsonderwijs, muziek, tekenen en handvaardigheid. Onze leeropbrengsten liggen boven het landelijk gemiddelde. Blij zijn wij ook met onze centrale positie binnen de wijk, waarbij we met veel instanties goede contacten onderhouden en er een prettige samenwerking bestaat met verschillende instellingen, o.a. met de Naschoolse Opvang, die binnen onze muren gevestigd is. 2 Op De Ark werken we aan een Vreedzame School. Met behulp van een programma voor basisscholen (De Vreedzame School) worden sociale vaardigheden en democratisch burgerschap spelenderwijs aangeleerd. De klas en de school worden binnen dit programma beschouwt als “een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Waar kinderen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en de gemeenschap en open staan voor de verschillen tussen mensen.” Trots zijn wij op de goede en ontspannen sfeer op onze school. De lessen op de Ark zijn niet uitsluitend klassikaal. Bij vakken als taal, rekenen en spelling is de klas verdeeld in drie niveaugroepen (instructieafhankelijke-, instructiegevoelige- en instructieonafhankelijke leerlingen) en wordt de instructie afgestemd op de behoefte van de leerling. Er wordt gewerkt met groepsplannen, waarin doelen en aanpak voor de groep beschreven staan. Uitstroom van leerlingen naar SBO/SO Schooljaar Aantal leerlingen naar 2013/ 2014 2014/2015 2015/2016 2016/2017 SBO SO cluster 1 SO cluster 2 SO cluster 3 SO cluster 4 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2017/2018 2018/2019 2019/2020 Extra ondersteuning binnen de basisschool Schooljaar Aantal 2013/ 2014 lln met LGF cluster 1 lln met LGF cluster 2 lln met LGF cluster 3 lln met LGF cluster 4 lln met individueel arrangement groepsarrangementen andersoortige inzet arrangement 2014/2015 2015/2016 2016/2017 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 2 0 0 0 1 0 0 3 0 0 3 D. Basisondersteuning Recente beoordeling van onze school vanuit de onderwijsinspectie. Niet iedere school is al volgens het nieuwe inspectiekader beoordeeld, daarom zijn er twee manieren van invullen mogelijk, volgens oude of nieuwe inspectiekader. NB! Je kunt onderstaande (deel)gegevens invullen of je neemt een link op naar de beoordeling van inspectie. Beoordeling inspectie Algemeen (op basis van het ‘oude’ inspectiekader) Voldoende Ontwikkelpunten Uit het inspectierapport valt op te maken dat op De Ark de opbrengsten en de begeleiding op orde zijn. De leerlingenzorg en de kwaliteitszorg vragen op een aantal indicatoren om verbetering. Hieronder volgt een nadere toelichting op de bevindingen. Opbrengsten De eindopbrengsten op De Ark zijn voldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de resultaten van de Cito Eindtoets van de afgelopen drie jaar. In 2013, 2012 en 2011 liggen de eindresultaten boven de ondergrens die de inspectie bij de beoordeling hanteert. Ook de tussentijdse opbrengsten zijn voldoende. Bij de beoordeling van de tussentijdse opbrengsten betrekt de inspectie vijf toetsen uit het leerlingvolgsysteem dat de school hanteert, te weten technisch lezen in de leerjaren 3 en 4, rekenen en wiskunde in de leerjaren 4 en 6 en begrijpend lezen in leerjaar 6. Voor deze vijf ijkpunten liggen de gemiddelde vaardigheidsscores van de leerlingen op de Cito E-toetsen (ruim) boven de ondergrens die de inspectie hanteert. De school volgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van al haar leerlingen. Omdat het gehanteerde volginstrument niet landelijk genormeerd is, krijgt indicator 1.5 geen waardering. Zorg en begeleiding De Ark gebruikt in groep 3 tot en met 8 een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures om de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. In groep 1 en 2 vinden in aanvulling daarop gestructureerde observaties van de taal- en rekenontwikkeling van de leerlingen plaats. De ontwikkeling van alle leerlingen wordt zodoende systematisch gevolgd. Het observatie-instrument dat De Ark gebruikt om de ontwikkeling van de kleuters te volgen is door de school zelf ontwikkeld. Hoewel het instrument voldoende gestructureerd is, vraagt de invoering van de Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) werkwijze erom het systeem van observeren in groep 1 en 2 opnieuw te bezien en waar nodig te actualiseren. Dit om ervoor te zorgen dat de VVE-doelen en de doorgaande lijnen voldoende zijn terug te vinden in het observatiesysteem. De basis voor de zorgstructuur op De Ark is een gedifferentieerde werkwijze met drie niveaus voor de basisvaardigheden taal en rekenen. Op vaste momenten in het jaar wordt in groeps- en leerlingbesprekingen de ontwikkeling van de leerlingen besproken. Hierdoor signaleert de school tijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Het gaat hierbij niet alleen om stagnatie of uitval, maar ook om kinderen die zich snel ontwikkelen Hiaten in de cognitieve ontwikkeling pakt de school voornamelijk aan binnen het groepsplan. Voor een beperkt aantal leerlingen stelt de school een individueel handelingsplan of een ontwikkelingsperspectief op. Deze plannen zijn (opnieuw ) in ontwikkeling omdat uit de evaluatie van de groepsplannen bleek dat voor een aantal leerlingen in aanvulling op het groepsplan 4 specifieker zorg nodig is. In de plannen en de groepsadministratie is te zien dat voor zorgleerlingen extra instructie en begeleiding is gepland en dat deze wordt uitgevoerd. De Ark heeft een leraarondersteuner die zorgt voor ‘extra handen’ waardoor het begeleiden van kleine groepen wordt gefaciliteerd. Voor leerlingen die meer uitdaging aankunnen, is gestart met een aanbod in de plusklas voor anderhalf uur per week. Twee onderdelen van de leerlingenzorg zijn onvoldoende en vragen om aanscherping. Het gaat om de analyse van de gegevens die over de zorgleerlingen zijn verzameld (indicator 8.2) en de evaluatie van de effecten van de zorg (indicator 8.4). Voor de leerlingen die extra zorg nodig hebben is nog te weinig sprake van precieze analyse van de oorzaken van de uitval of stagnatie. De leraren en de intern begeleiders kunnen dat bijvoorbeeld doen door het voeren van een diagnostisch gesprek met leerlingen. De nieuwe methode voor rekenen en wiskunde biedt mogelijkheden voor analyse die benut moeten worden. Aanscherpen van de analyses is belangrijk om concrete doelen te kunnen formuleren en er zeker van te zijn dat de begeleidingsactiviteiten aansluiten bij wat de leerling nodig heeft om de geformuleerde doelen te bereiken. Wanneer de school ervoor kiest de werkwijze met zorgleerlingen te plannen en uit te voeren aan de hand van het groepsplan, is het van belang de nodige individuele accenten te beschrijven en goed te verantwoorden waarom voor specifieke leerlingen bepaalde keuzes gemaakt worden. Ook de evaluatie van de leerlingenzorg vraagt aanscherping. Op dit moment is de begeleiding voor de meeste zorgleerlingen beschreven in het groepsplan. De looptijd van een groepsplan is op De Ark in de meeste groepen een half jaar. Voor de zorgleerlingen is het nodig frequenter te evalueren of de aanpak voldoende effect heeft, of moet worden bijgesteld. Kwaliteitszorg De Ark is een school waar het team werkt vanuit een grote betrokkenheid. De komst van een nieuwe directeur, ruim een jaar geleden, heeft geleid tot rust en een verbetering van de communicatie in de school. De school heeft de kenmerken en onderwijsbehoeften van de leerlingen in beeld. Kenmerkend voor de populatie van De Ark is een gering aantal ‘gewichtenleerlingen’, maar wel een groot aantal leerlingen dat tweetalig wordt opgevoed. De leerlingen hebben een zeer diverse culturele en sociaal- economische achtergrond. In de onderwijsinhoudelijke keuzes die De Ark maakt is te zien dat de school inspeelt op de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. De school signaleert en anticipeert op een toename van de instroom van leerlingen die behoefte hebben aan taalstimulering door de invoering van een VVE-werkwijze in groep 1 en 2. Daarnaast experimenteert de school met een plusklas voor de leerlingen die veel in hun mars hebben. Gezien de populatie van de school en het doel uit de kinderen te halen wat erin zit, vraagt dit een structurele aanpak. De school evalueert de opbrengsten van de leerlingen en verbindt hieraan conclusies voor de inrichting van het onderwijs. De school volgt hierbij een evaluatieve cyclus. Ze heeft streefdoelen geformuleerd (in vaardigheidsscore en %DE-leerlingen), verzamelt en registreert gegevens, analyseert en interpreteert de verzamelde gegevens en neemt op basis hiervan beslissingen. Hierbij is het team betrokken. Analyse van de leerlingresultaten op het gebied van technisch lezen bijvoorbeeld, lieten een dip zien in groep 4, 5 en 6. Na verder onderzoek bleek het nodig meer aandacht te besteden aan instructie in het voortgezet technisch lezen en is hiervoor een methode ingevoerd. Ook voor het rekenonderwijs heeft analyse van de resultaten mede geleid tot de implementatie van een nieuwe methode. 5 Hoewel uit het bovenstaande naar voren komt dat er op De Ark sprake is van kwaliteitsbewustzijn, schiet de systematische uitvoering van de kwaliteitscyclus op een aantal onderdelen te kort. Het gaat dan om het evalueren van de kwaliteit van het onderwijsleerproces (indicator 9.3) en het planmatig werken aan verbeteractiviteiten (9.4). Indicatoren m.b.t. specifieke leerlingondersteuning 8. Zorg 8.1 signalering zorg 8.2 op basis van analyse bepalen aard van de zorg 8.3 de school voert de zorg planmatig uit 8.4 evalueren van de effecten van de zorg 9. Kwaliteitszorg 9.1 de school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van de leerling populatie 9.3 de school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces 9.4 de school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten 9.5 de school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces 9.6 de school verantwoordt zich aan belanghebbenden over gerealiseerde onderwijskwaliteit Datum van vaststellen door inspectie voldoende onvoldoende voldoende onvoldoende voldoende onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende 6 Niveau van basisondersteuning (zelfbeoordeling school) Mee eens De school monitort de leer-en sociaal/emotionele ontwikkeling van leerlingen gedurende de gehele schoolse periode. X De school is in staat om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte op verschillende leergebieden en de sociaal/emotionele ontwikkeling vroegtijdig te signaleren. X De school heeft goed bruikbare protocollen op gebied van ernstige leesproblemen/dyslexie, ernstige reken-wiskunde problemen/dyscalculie, medisch handelen en veiligheid. De protocollen worden toegepast. De school heeft een heldere en adequate ondersteuningsstructuur binnen de school ingericht, herkenbaar voor medewerkers en ouders. In ontwikkeling, beginfase In ontwikkeling, volop mee bezig Oneens (Externe) hulp bij nodig Niet van toepassing Nemen we mee in schoolplan / jaarplan, in schooljaar… X X De school is in staat om handelingsgericht te denken, te handelen, te arrangeren of te verwijzen waarbij het cyclisch proces van haalbare doelen stellen, planmatig uitvoeren en gerichte evalueren centraal staat. X De school is in staat om door vroegtijdig lichte ondersteuning in te zetten, sociaal emotionele problemen van leerlingen klein te houden of zodanig te begeleiden dat zij kunnen (blijven) profiteren van het onderwijsaanbod. X De school heeft een goede samenwerkingsrelatie met ouders daar waar het leerlingen met een extra onderwijsbehoefte betreft. X De school heeft een goede samenwerkingsrelatie met de voorschool, gericht op het realiseren van een doorgaande lijn en een warme overdracht van de leerlingen naar de basisschool. X Bij uitstroom naar VO, tussentijdse uitstroom naar een andere basisschool of SBO/SO is er sprake van zorgvuldige overdracht van de leerling (-gegevens) naar de andere school. X De school werkt krachtig samen met ketenpartners, zoals jeugdhulpverlening, het S(B)O, de steunpunten voor het arrangeren van extra ondersteuning, de onderwijsadviseurs van het SWV e.a. om leerlingen specifieke ondersteuning te bieden, waardoor zij zich kunnen blijven ontwikkelen. X 7 E. Extra Ondersteuning Omstandigheden Gebouw Stimulerende factoren Belemmerende factoren Ruime lokalen, eigen gymzaal, goede bereikbaarheid, naschoolse opvang in gebouw. Rustige omgeving. Te klein/ geen ruimte voor groei, geen extra ruimtes voor extra ondersteuning, trap, naschoolse opvang in gebouw. Geen toegang voor kinderen en leerkrachten die niet kunnen “traplopen” Werkwijze cognitieve vakken gaat uit van drie instructieniveaus. Hierdoor beperkte tijd en mogelijkheden voor extra aandacht aan leerlingen die nog meer of een ander soort begeleiding nodig hebben. Te weinig speelmogelijkheden speelplein Aandacht en tijd relatief kleine groepen , geen combinatiegroepen, leerkrachtondersteuner Schoolomgeving Veilige omgeving, kinderrijk, groen, alle faciliteiten op loopafstand, dicht bij openbaar vervoer. Leerling populatie Multicultureel, afspiegeling van de wijk. Meertaligheid (positief) Teamfactoren Vast team, goede leeftijdsmix, bereidheid tot volgen van scholing, goede communicatie Leerkrachtfactoren Goede mix van startbekwame-, vakbekwameen excellente leerkrachten, weinig wisselingen. Wijkgerichte samenwerking Samenwerking met een aantal buurtscholen, samenwerking met gemeente is goed, samenwerking met Dynamo (naschoolse activiteiten) is goed. Samenwerking met Amstelveense scholen is voldoende. Mogelijkheden inzet extra ondersteuning Lokaal PO, arrangementen, ambulante begeleiding, inzet externen, inzet vrijwillgers (ouders), trainingen externe organisaties Meertaligheid (negatief) Vooral wanneer meertaligheid gepaard gaat met beperkte woordenschat in de moedertaal levert meertaligheid meer problemen op. Scheve verdeling man/ vrouw. Weinig leerkrachten met een bepaalde specialisatie. Platte organisatie. 14 groepsleerkrachten, 1 ib en 1 directeur Leerkrachten hebben weinig ruimte voor andere taken, iedereen staat voltijd voor de klas. Grote hoeveelheid druk op leerkrachten vanuit de “buitenwereld”(gemeente, overheid, externe organisaties, grotestadproblematiek) Niet alle scholen hebben hetzelfde aannamebeleid, buurtscholen met een geheel andere visie en daardoor weinig communicatie/ contact (Joodse school). Veel verschillen onderwijsbeleid Amsterdam en Amstelveen. Weinig extra ruimte in de school. Belemmering door aanvraagproblematiek. Zorgstructuur geeft te weinig voeding om arrangementen aan te vragen. ( wij gebruiken groepsplannen en deze worden onvoldoende geevalueerd. Anders Welke structurele voorzieningen zijn binnen de school aanwezig t.b.v. leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? Plusklas, DWS, trainingen door verschillende instanties, logopedie in school. Leerkrachtondersteuner ( zeer beperkt vanwege inzet als groepsleerkracht) Welke vaste ketenpartners kent de school, wanneer het gaat om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? ABC, Alexander Roozendaalschool, Atlant, logopedie Zuid, tante Cato kinderopvang, schooltandarts, OKA, peuterspeelzaal, Dynamo, talententent ( naschoolse activiteiten)zie sch 8 9 G. Ontwikkeling en ambities Ontwikkelpunten op gebied van de basiskwaliteit en de basisondersteuning binnen de school Rekenen, Vreedzame school, Kijk, ICT Beschrijving van ambities met betrekking tot passend onderwijs Duidelijkheid krijgen op schoolniveau wat de ondergrens/ bovengrens van het onderwijsniveau van alle kinderen is. Vertaling van ontwikkelpunten en ambities naar schoolplan en jaarplaning – korte aanduiding / verwijzing / evt. link naar schoolplan/jaarplan Zie schoolplan H. Grenzen aan het onderwijs Beschrijving van de grenzen van de school, daar waar het gaat om de realisatie van passend onderwijs. Duiding, beargumentering, alternatieven. De grenzen van de school worden bepaald door de IB-er en de directeur. Bij instroom van leerlingen aan begin van groep 1 (4 Jaar) neemt de VVE coordinator en onderbouwcoordinator contact op met de voorschool of kinderopvang. Wanneer er aanwijzingen zijn dat er extra zorg nodig is neemt de ze persoon contact op met IBer of directeur. Samen bespreken zij ( VVEcoordinator, directeur en IBer) de mogelijkheden en onmogelijkheden betreffende goed onderwijs voor deze leerling. Bij zijinstroom op latere leeftijd is er een vaste procedure voor aanname. Bij twijfel over de begeleidingsmogelijkheden bespreken de IBer en directeur de mogelijkheden. Met andere woorden: wij bekijken altijd de mogelijkheden voor ieder individuele aanmelding. ( verhuizing, problemen op andere school, conflicten ouders danwel kind, leerresultaten, aantal leerlingen in de groep, groepssfeer etc) 10