Betere maan-lezers De methode Veilig leren lezen houdt in haar aanbod rekening met niveauverSusan van der Linden schillen die kinderen in groep 3 kunnen hebben. Het grootst verschil zien we tussen startende lezers en kinderen die al een echte leesvaardigheid hebben. Deze laatste groep kan vanaf kern 1 instappen in de zonleerlijn. Bij de startende lezers zien we ook verschillen. Er zijn kinderen die voor het echt leren lezen de structurele aanpak van de methodische lessen van Veilig leren lezen nodig hebben. Er zijn echter ook kinderen die al een behoorlijke basis aan letterkennis hebben en zelfs al wat woordjes kunnen lezen maar hun leesniveau is niet voldoende om in te stappen in de zonaanpak. Ze hebben wel een duidelijke voorsprong. Zij zullen zich in de eerste maanden heel snel ontwikkelen. Leerkrachten vragen zich vaak af hoe ze tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoefte van deze leerlingen. In dit artikel gaan we daar verder op in. Laat zien wat je kunt In kern start wordt er nog geen verschil gemaakt tussen Ruimte voor verschillen tijdens de start zon-niveau en maan-niveau. De lessen zijn zo ingericht dat • E nkele voorbeelden waarin de betere maanlezer zich elk kind een volwaardige plek in de groep krijgt en daar- kan profileren: naast in die eerste twee weken kan laten zien wat het kan. - I k-opdrachten op werkblad 1 en 2 van werkboekje start De leerkracht inventariseert de letterkennis van elke leer- dagen kinderen uit om naast tekeningen ook woordjes ling met behulp van het letterblad en observeert de zelf- of zinnen te schrijven. standige werkhouding en het zelfvertrouwen. Daarnaast bieden de lessen activiteiten en opdrachten waarin elk kind op eigen niveau kan werken om te laten zien wat het kan. Dit alles geeft de leerkracht de gelegenheid om kin- 1 1 ik heet . 2 dit doe ik graag. deren die wat meer kunnen snel te traceren. Natuurlijk is hierbij ook de informatie van de leerkracht van groep 2 van belang. Een goede overdracht van gegevens helpt mee aan een goede doorgaande lijn van aanpak en aanbod. dit ben ik. dit word ik als ik groot ben. ik ben jaar. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg vll_wb_k_start_bw_maan.indd 1 18-10-2013 16:04:19 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg vll_wb_k_start_bw_maan.indd 2 Werkboekje start, p. 1-2 Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 1 van 7 18-10-2013 16:04:23 - O p de pagina’s in werkboekje start waarop een nieuwe letter wordt verkend kunnen de kinderen werken met woorden waarin nog niet aangeboden letters zijn verwerkt. Ook kunnen ze zelf woorden toevoegen. lijn nog niet volgen. Zij krijgen de maan-aanpak, waarbij dan wel extra uitdaging gewenst is bovenop dat basisniveau. inderen die al wat letters kennen, de auditieve vaar3. k digheden voldoende beheersen, maar nog wel afhan- 5 i i i i i kelijk zijn van de instructie van de leerkracht om het echte leren lezen onder de knie te krijgen. Deze kinde- i ren volgen ook de maan-aanpak. inderen die nog weinig hebben opgepakt van letter4. k kennis en auditieve vaardigheden en die vanaf dag 1 extra aandacht vragen. Naast de maan-aanpak wordt deze groep in de ster-aanpak intensiever begeleid met big vis verlengde instructie en extra stertijd. kip geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg vll_wb_k_start_bw_maan.indd 5 18-10-2013 16:04:36 Werkboekje start, p. 5 • B ij opdrachten waarin de kinderen de aangeboden letter moeten aangeven in een structureerschema, kunnen Meer uitdaging in de maan-aanpak Van alle verschillende niveau’s zijn het juist de kinderen die snel klaar zijn met de basisopdracht, de betere maanlezers die zijn beschreven bij punt 2. Zij vragen om extra uitdaging. natuurlijk ook de andere letters van het woord worden ingevuld als een leerling dat kan. Extra letterkennis Allereerst kunt u ruimte geven aan de letterkennis die de kinderen al hebben bij de start in groep 3. Er zijn drie activiteiten waarmee u deze letterkennis inventariseert en vastlegt, zodat de kinderen deze letters ook regelmatig blijven gebruiken: • O p het letterblad aan het begin van werkboekje start kunnen kinderen zelf aangeven welke letters ze kennen. U controleert of de kinderen die letters inderdaad kennen. Vervolgens kunt u extra letters toevoegen aan het klikklakboekje. Daarmee wordt het een persoonlijk klikklakboekje: kinderen kunnen zo bij het maken van woorden ook hun eigen letterkennis blijven inschakelen. Werkboekje 1, p. 4 letterblad • O ok in de integratielessen worden activiteiten georgani- i seerd in de vorm van open opdrachten waarin elke leerling wordt uitgedaagd om naar eigen vermogen letters, e o u aa ee oo uu woorden en zinnen te schrijven, te stempelen of te leg- oe gen met de magnetische letterdoos. ou au ui Door al deze verschillende opdrachten zal de leerkracht al gauw verschillende niveaus ontdekken: inderen die al echt kunnen lezen (zij kennen alle let1. k ters, lezen avi M3 redelijk vlot of hoger). Dit zijn de a ij eu ie k m s n t b h w j ei p l r v d z g f geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg vll_wb_k_start_bw_maan.indd 1 18-10-2013 16:04:16 Werkboekje start, letterblad kinderen die redelijk gemakkelijk doorstromen in het • I n kern start geeft u kinderen een lettertoetsje waarmee zon-niveau. inderen die al heel veel letters kennen en snel groeien 2. k in hun leesvaardigheid. Deze kinderen kunnen de zon- eveneens de individuele letterkennis wordt onderzocht en vastgelegd. Deze letterkennis wordt geregistreerd in Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 2 van 7 de toetssite en daarmee automatisch doorgegeven aan de leerlingsoftware. Zodra het kind de basisopdrachten heeft gemaakt, komen de keuzeopdrachten van deze software vrij waarin elk kind op basis van de eigen letterkennis opdrachten op maat aangeboden krijgt: Freek, die ‘f’ al kent en bovendien nog 15 andere letters, krijgt roos is boos oom toon ik vaar in een boot. ik vaar een poos. maar roos is boos. en ik ook. oom toon rent naar een boom. een boom met een beest. een beest met een noot. ik staar er naar. nee roos, ik vaar! ben ik naar? oo! oom toon in een boom. oom toon met een aap. is oom toon ook een aap? best raar. roos, vaar maar. dus opdrachten met deze letters. • V erder kan het kind op eigen niveau invulling geven aan creatieve schrijfopdrachten in de integratielessen. Deze opdrachten dagen kinderen uit om met de magnetische letterdoos woordjes en zinnen te maken bij thema- en taalactiviteiten. oo vll_vv_k2_bw_maan.indd 30 30 31 6-11-2013 16:11:27 vll_vv_k2_bw_maan.indd 31 oo 6-11-2013 16:11:28 ‘Extra pagina’ en ‘snuffelpagina’ bij de nieuwe letter -oo- in kern 2 Sneller naar vloeiend lezen Magnetische letterdoos De betere maanlezers zijn echter tot meer in staat dan we Toch blijkt dat er ondanks dit aanbod nog meer behoefte van de basis-maangroep vragen. is aan extra uitdagende taken voor de kinderen die al snel De automatiseerlijn is zo opgesteld dat nieuwe letters of klaar zijn met het basisaanbod. Met name de magnetische leesmoeilijkheden pas enkele dagen later, soms een hele letterdoos is dan uitdagend, want het kind kan alle letters kern later, op vlot- en vloeiend-niveau worden toegepast: gebruiken die de doos presenteert. In de basislessen kun- In Veilig en vlot zien we de oefeningen voor vloeiend lezen nen kinderen de magnetische letterdoos gebruiken bij op de pagina’s met dobbelsteenhokje 2 en 4. En in de vervolgopdrachten, zoals bij het maken van woorden. leesteksten van het leesboekje komt een nieuwe letter Kinderen met extra letterkennis kunnen daarbij ook hun niet meteen voor, maar pas enkele dagen na de introduc- eigen letters gebruiken (de woorden die ze leggen, zijn tie van die nieuwe letter. dan uiteraard niet de woorden die Zoem op de Leerkracht- Snelle leerlingen die de nieuwe letter mogelijk al kennen, assistent zal maken, maar ze mogen de gekende letters kunnen die vaak wel meteen op tekstniveau toepassen. wel gebruiken). Ook bij zelfstandige vervolgactiviteiten Daarom zijn er extra opdrachten in de materialen van Vei- waarin kinderen met hun eigen klikklakboekje en magneti- lig & vlot en Veilig gespeld. In deze extra leespagina’s sche letterdoos woorden gaan maken, is dat het geval. krijgen kinderen alleen de aangeboden letters te verwerken, maar dan wel op een hoger niveau: vloeiend lezen op tekstniveau. In Veilig & vlot kern 1 tot en met 6 staan deze teksten op de pagina’s met dobbelsteenhokje 5. Toepassen op hogere technisch niveau Daarnaast worden de aangeboden letters ook op een hoger leesniveau toegepast zoals mmkm- en mkmm-niveau, naast het reguliere mkm-niveau. Deze zogenaamde snuffelpagina’s zijn voor kinderen herkenbaar aan het picto van een hondje met een snuffelneus. (In Veilig & vlot, kern 1 tot en met 6. In Veilig gespeld, kern 1 tot en met 6 op pagina’s met dobbelsteenhokje 3.) Extra letters in werkboekje Vervolgopdrachten die voortkomen uit integratielessen. Bij veel opdrachten op letterniveau wordt van kinderen In veel integratielessen worden activiteiten beschreven gevraagd om de zojuist geleerde letter aan te brengen in waarin groepjes kinderen in een heterogene setting crea- het structureerschema onder een plaatje. Als dit woorden tieve schrijfopdrachten kunnen doen. Ze gebruiken daarbij zijn waar letters inzitten die kinderen nog niet in een in- de magnetische letterdoos of ze tekenen en schrijven. De structie aangeboden hebben gekregen, maar ze kennen genoemde activiteiten hoeven natuurlijk niet beperkt te die letter wel, dan mogen zij uiteraard deze letter ook blijven tot enkel dat moment in de integratieles. Juist van- invullen. Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 3 van 7 wege de vaak krappe tijd voor zo’n activiteit is het zinvol Mocht de betere maan-lezer toch niet voldoende vaardig- en soms gewenst om voortzetting van die opdracht te heid hebben om de overstap naar de zon-aanpak te ma- organiseren als vervolgopdracht van de basisles. Niet voor ken, dan is het goed om de leerling tijdens het zelfstandig alle kinderen zal dit haalbaar zijn, maar juist voor de be- werken extra uitdaging te bieden met bovenstaande sug- tere maanlezers liggen er nog uitdagingen. Deze kinderen gesties. kunnen vaak al zinnen leggen of een eenvoudig verhaaltje. De leerling laten oefenen met een Veilig & vlotboekje zon Dat geldt natuurlijk ook altijd voor kinderen met de zon- van eerdere kernen is ook een mogelijkheid om extra uit- aanpak. daging bieden. Deze boekjes hebben geen relatie met anker en thema en kunnen daardoor gewoon naast de basismaterialen van maan gebruikt worden. Leesseries Het doel voor alle kinderen in groep 3 is: leren lezen en genieten van verhalen in boeken. Daarom zijn er bij elke kern leesseries ontwikkeld, waarin een diversiteit aan boeken kinderen uitnodigt om te gaan lezen. Geef kinderen die willen lezen vooral de ruimte en tijd om zoveel mogelijk te genieten van een vrij gekozen leesboek. Dat hoeft, zeker voor de kinderen die al wat meer kunnen, niet per definitie een leesboek te zijn uit de serie van dezelfde kern. Laat kinderen vrij in het kiezen van een boek. Observeer daarbij wel of ze een passend boek kiezen. Zoals gezegd bieden de integratielessen veel kansen om juist de betere leerling de ruimte te geven in uitwerking en Ten slotte toepassing van eigen mogelijkheden. In de bijlage vindt u In Digiregie vindt u thematips. Vaak zijn dit activiteiten die een schema met een overzicht van geschikte activiteiten. ruimte geven aan de eigen inbreng van kinderen. Deze opdrachten kunnen onderdeel zijn van vervolgopdrachten Tussentijds overstappen naar zon-leerlijn? in het zelfstandig verwerken tijdens een basisles. Vlotte leerlingen in de maanaanpak komen zelfs op een bijna volledige letterkennis uit en hebben daarbij een Veilig leren lezen kim-versie biedt ruimte aan verschillen uitstekende leesvaardigheid op mkm-niveau. Een over- tussen kinderen. Voorkom echter dat er teveel subniveaus stap naar zon-niveau wordt overwogen, maar stuit op wat ontstaan. Streef integratie van gevarieerde opdrachten na. praktische problemen: Kinderen moeten het gevoel hebben dat ze op eigen ni- • D e leerlingen met de zon-aanpak zijn begonnen op veau mogen werken, maar dat ze wel verbonden blijven mkm-niveau, net als de maanleerlingen, maar ze zijn met de groep. Verbinding en verdieping zijn in deze me- inmiddels uitgegroeid naar het niveau van clusterwoor- thode belangrijke begrippen. den en andere leesmoeilijkheden. De overstap van maan naar zon is dus te groot. • O verstappen naar zon-materialen van kern 1 is geen optie, omdat kern 1 inhoudelijk niet is afgestemd op de actuele kern. Bovendien ontstaat er dan een nieuwe niveaugroep, een extra zon-niveau. Overstap naar de zon-leerlijn kan enkel gebeuren als de leerling een dusdanige groei heeft doorgemaakt dat hij kan aansluiten bij de reguliere zongroep. Een voldoende scoren op de toets voor zon van die kern is dan wel een voorwaarde. In die zon-toets laat de leerling immers zien dat voorgaande leesmoeilijkheden alsnog beheerst worden. Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 4 van 7 Overzicht vervolgactiviteiten met uitdaging voor betere maan-lezers Kern Integratieles Basisactiviteit Extra vervolgactiviteit 1 1 en 2 Thematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. Laat kinderen zoveel mogelijk dierenplaatjes zoeken en een poging doen om het juiste woord erbij te schrijven. 4 en 6 Poster van dier/kenmerken Verder werken aan de poster. 4 Poster met woordstroken en afbeeldingen. Uitbreiden met eigen woorden en plaatjes. 4 Weekkalender thuis invullen. Weekkalender op school invullen. 6 Teken-schrijf wat jij ’s ochtends eet. Op kartonnen bordjes schrijven wat je lekker vindt. Voortzetten. 2 Spullen op thematafel labelen. In navolging van extra stertijd (ws) op dag 2 woordweb maken bij ‘ziek zijn’. 6 Op behangpapier of papierrol omtrek tekenen van een kind. Lichaamsdelen erbij schrijven. Uitbreiden woorden op omtrek van het lijf. 2 Woonvormen, poppenhuis. Indeling van een huis. Woordjes labelen bij poppenhuis. 2 Afbeeldingen van diverse woonvormen. Persoonlijk woordweb ‘ik woon’ maken. 4 Woorden labelen bij gebouwen. Voortzetten. 6 Maak een tekening van jouw slaapkamer. Zet er woordjes bij. Voortzetten en uitbreiden met zinnen. 2 en 4 Leuke en minder leuke woorden rubriceren en rondom smileys plaatsen. Kinderen mogen dit aanvullen of een persoonlijk smileybord maken. 6 Woordweb maken bij ‘de boef’. Voortzetten. Eventueel woordweb bij ‘politie’. 8 Poster: gezocht. Zinnen bedenken bij misdaadfoto’s, boevenbericht, lijst van gestolen waren enzovoort. Uitbreiden. 10 Verbodsborden maken. Voortzetten. 2 Versiering met letters maken. Bedenk bij elke letter een woord. 4 Starten met maken van een uitnodiging. Voortzetten door alvast een ontwerp te maken. 6 Omslag maken voor een boek over jezelf. Één letter staat centraal. Voortzetten uitnodiging of boekomslag maken. 8 Poster maken met woorden die passen bij een bepaalde kleur. Voortzetten. 2 3 4 5 6 Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 5 van 7 Kern Integratieles Basisactiviteit Extra vervolgactiviteit 7 1 en 2 Thematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. laat kinderen een poging doen om het juiste woord of een korte zin erbij te schrijven. 5 Zinnen afmaken die samen een verhaaltje vormen. Verhaaltje verder schrijven. 9 Zinnen afmaken, zodat verhaal ontstaat over ‘mijn held’. Verhaal verder schrijven. 11 Stoer verhaal bedenken en uittekenen. Tekening uitbreiden met zinnen die passen bij het verhaal. 13 wie-waar-wat: maak de zin af. Dit is de start voor het schrijven van een verhaal. Maak je eigen verhaal. 1 en 2 Thematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. Laat kinderen een poging doen om het juiste woord of een korte zin erbij te schrijven. 5 Toneelstukje bedenken. Poster maken van het toneelstukje waar het kind een rol in heeft. 7 Zinnen bij plaatje vormen samen een verhaal. Afloop zelf bedenken. - Afloop van verhaal kan meer zijn dan één zin: het verhaaltje verder schrijven. - Zelf een nieuw stripverhaal tekenen en zinnen erbij schrijven. 9 Poster maken van ‘mijn popster’. Voortzetten. 11 Uitnodiging maken voor de voorstelling. -Miniposter maken van jouw optreden voor programmaboekje. - Toegangskaartjes maken. Consumptiebonnen, garderobe enzovoort. 13 We doet wat? In één zin de eigen activiteit in de voorstelling beschrijven en samenvoegen tot programmaoverzicht. 1 en 2 tThematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. Laat kinderen een poging doen om het juiste woord of een korte zin erbij te schrijven. 5 Proefje beschrijven. 7 Vervolg lesdag 5 ‘Proefje beschrijven’. Andere proefjes beschrijven. 9 Limonade maken en de stapjes beschrijven. Een ander proefje in stapjes beschrijven. 11 Drijven of zinken. - Lijst aanvullen. - Alvast gelegenheid geven om ontwerp te maken van wat jij zou willen / kunnen uitvinden. 13 Schematiseren/ visualiseren van een nieuwe uitvinding. Groepswerkstuk aanvullen of persoonlijke uitvinding zelf ook zo uitwerken. 8 9 Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 6 van 7 Kern Integratieles Basisactiviteit Extra vervolgactiviteit 10 1 en 2 Thematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. Laat kinderen een poging doen om het juiste woord of een korte zin erbij te schrijven. 5 - Boom-poster maken. - Start natuurdagboek van de klas. - Boomposter verder aanvullen. - Vanaf dag 5 eigen uitwerkingen maken van weetjes over de natuur en die toevoegen aan natuurdagboek of thematafel. 7 Bijzondere dieren. Uitbreiden en voortzetten. 11 Het weerbericht maken en beschrijven. Weerbericht dagelijks bijhouden. 13 Uitbreiden thematafel/-muur met diverse landschappen. Lelen met woorden en zinnen bij begrippen op thematafel. 1 en 2 Thematafel: kinderen brengen plaatjes en allerlei voorwerpen mee. Laat kinderen een poging doen om het juiste woord of een korte zin erbij te schrijven. 5 - Woordveld/informatiebord maken over je hobby of verzameling. - Post-it-briefje schrijven voor verzamel-ruilmuur. - Voortzetten. - Werken aan jouw minimuseum of verzamelhoekje. 9 Kunstwerkje maken met letters. Uitbreiden. 13 Formuleer een vraag bij de verzameling of hobby van iemand. Bordjes maken voor het inrichten van een museum. 3 Plan maken voor het schrijven van een verhaal. Verhalen schrijven. 5 Spreekwolkjes vullen en dialoogje schrijven. - Kort dialoogje voortzetten. - Nieuwe dialoogjes schrijven. - Spreekwolkjes schrijven bij afbeeldingen waarin mensen met elkaar praten. 6 Moppen vertellen. Moppen schrijven. 7 portwoorden. Informatieve poster maken van sport of sportclub. 9 zomerwoorden. Woordweb maken rondom water, zomer enzovoort. 11 Uitstapjes. Tekstje maken: verslag van uitstapje. 13 Vakantiewoorden. Vakantieplannen maken. 14 en 15 Vakantiedagboek starten. afsluiting 11 Veilig leren lezen • Digiregie • Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 7 van 7