WEES ECHT! Waar ik het vanavond over wil hebben is ECHTHEID OF RELIGIOSITEIT. Zijn we echt voor God of zijn we onecht? Doen we dingen voor Hem of om de vroomheid? Ik wil graag beginnen met een verhaaltje. Een paar eeuwen terug was er in een dorpskerkje een dominee die op de zondagochtend zijn gemeente toesprak. Hij zei tegen de mensen in de zaal: “Lieve gemeenteleden, ik wil graag dat jullie je goed voorbereiden op de dienst van volgende week, want dan ga ik het hebben over ECHTHEID en GEHOORZAAMHEID. Ik wil jullie daarom oproepen allemaal Hebreeën 14 te lezen, want daar ga ik het uitgebreid over hebben. Vergeet het niet, lees allemaal Hebreeën 14!” De week daarna vroeg de dominee aan de gemeente: “Lieve gemeenteleden, ik heb jullie vorige week opgedragen Hebreeën 14 te lezen, vanwege mijn prediking over ECHTHEID en GEHOORZAAMHEID. Wie van jullie heeft Hebreeën 14 gelezen?” En in de hele kerk gingen overal de handen in de lucht en mensen knikten instemmend. Toen zei de dominee: “Nou, ik vind het heel bijzonder om te zien dat jullie allemaal Hebreeën 14 hebben gelezen, want het boek Hebreeën telt maar 13 hoofdstukken.” En op die manier had de dominee een goede ingang om de gemeente toe te spreken over echtheid. God hecht er grote waarde aan dat wij echt zijn en Hem dienen vanuit ons hart. We gaan lezen in Mattheus 16:5-12. Mattheus 16:5-12 “En toen de discipelen naar de overkant gingen, hadden zij vergeten broden mede te nemen. Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en der Sadduceeën. Zij bespraken dit onder elkander en zeiden: Dat is, omdat wij geen broden hebben meegenomen. Toen Jezus dat bemerkte, zeide Hij: Waarom spreekt gij met elkander erover, kleingelovigen, dat gij geen broden hebt? Ziet gij het nog niet in en herinnert gij u niet de vijf broden der vijfduizend en hoeveel manden gij medenaamt? Of de zeven broden der vierduizend en hoeveel korven gij medenaamt? Hoe begrijpt gij niet, dat Ik niet van broden sprak? Maar wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. Toen zagen zij in, dat Hij hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem der broden, maar voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën.” Op het eerste gezicht is dit misschien een vreemde tekst. Wat is hier bedoeld? De discipelen kwamen erachter dat ze vergeten waren om brood mee te nemen. Toen ze dat aan Jezus zeiden, kregen ze een antwoord waar ze niets van begrepen. Jezus zei toen niet dat ze terug moesten om brood te halen. Ook zei hij niet dat ze naar de bakker toemoesten. Hij zei: “Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. Pas ermee op!” De discipelen begrepen er niets van en dachten dat Hij het nog steeds over het brood had dat zij vergeten waren. Maar Jezus benadrukte nogmaals wat Hij zei: “Begrijpen jullie niet, dit Ik niet over broden sprak? Pas op voor de zuurdesem van de Farizeeën en Sadduceeën! Wat bedoelde Jezus hiermee? Jezus had het over de zuurdesem van de Farizeeën en Sadduceeën. De Farizeeën en Sadduceeën waren de religieuze godsdienstleraars in de tijd van Jezus, en zuurdesem is een ouderwets woord voor zuurdeeg. Zuurdeeg is vies. Zuurdeeg moet je niet in je brood hebben. Het probleem met zuurdeeg is namelijk dat het niet alleen zuur is, maar vooral ook dat het de rest van het brood ook zuur maakt. Een klein beetje zuurdeeg in je brood maakt je hele brood zuur. Jezus zegt hier dat we op moeten passen voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën, en daarmee bedoelt hij dat we moeten oppassen voor de leer van Farizeeën en de Sadduceeën. Wat was er nou met die leer van de Farizeeën en Sadduceeën aan de hand? Het grote probleem met de Farizeeën en de Sadduceeën was simpelweg dat ze vreselijk religieus waren en niet echt. Ze geloofden eigenlijk niet met hun hart in God, maar wilden enkel en alleen een plekje in de hemel en in hoog aanzien staan bij het volk. Ze hielden zich stipt aan alle wetjes, maar diep in hun hart hadden ze een vreselijke haat naar God. Ze stonden in hoog aanzien bij het volk, maar waren onecht. Ze waren RELIGIEUS. Jezus noemde hen zelfs HUICHELAARS, omdat ze van zich van buiten goed voordeden, maar van binnen vuil waren (Lucas 23:25-26) Voorbeelden van religiositeit van de Farizeeën en Sadduceeën: GELD GEVEN: Jezus vertelde de discipelen dat ze de armen geld moesten geven zonder dat iemand het zag. De Farizeeën deden het tegenovergestelde: ze gaven veel geld aan de armen en bazuinden het overal rond zodat iedereen wist hoe goed ze zijn. Maar weet je… als je de armen iets geeft om het vervolgens te kunnen rondbazuinen, doet het de Vader in de Hemel HELEMAAL NIETS. Jezus zei in Mattheus 6: “Als gij dat doet, hebt gij geen loon bij uw Vader die in de hemelen is.” BIDDEN: Hetzelfde zei Jezus over het bidden. Hij waarschuwde dat we niet op de hoeken van de straat moeten gaan staan bidden zodat iedereen ons ziet. Dat is enkel en alleen om mensen te laten zien hoe goed en vroom je bent. Hoe heilig je leeft. Maar Jezus zei dat we ons huis in moeten gaan en onze deur op slot moeten doen en dan tot de Vader moeten bidden. Begrijp het niet verkeerd: het maakt Jezus niet uit waar je bid. Hij heeft het liefst dat je de hele dag bid. Maar het gaat om je hart. Waarom bid je? Om religieus te zijn – of om God oprecht te zoeken? VASTEN: Hetzelfde geld voor het vasten. De Farizeeën gingen in sombere kleren lopen met een vroom chagrijnig gezicht om zo aan iedereen te laten zien hoeveel moeite ze deden voor God. Maar dat doet God helemaal niets. Kun je net zo goed een lekkere boterham met pindakaas gaan eten, wat je vasten heeft totaal geen enkel nut. Jezus zei dat we ons goed moesten wassen en aankleden terwijl we vasten, want dan ziet niemand het, alleen de Vader in de hemelen. Het is niet voor niets dat Jezus in Mattheus 23:25-26 zegt: “Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij reinigt de buitenzijde van de beker en van de schotel, maar van binnen zijn zij vol roof en onmatigheid. Gij blinde Farizeeër, reinig eerst de inhoud van de beker, dan zal hij ook van buiten rein worden.” Pas als je rein van binnen bent, kun je oprecht het goede doen. Jezus leerde dat we nederig voor God moesten zijn en niet hoogmoedig en trots tegenover mensen. Jezus leerde dat we ECHT moeten zijn voor God en niet religieus. Religiositeit en onechtheid verspreid zich Het is niet voor niets dat Jezus zo fel waarschuwde voor deze leer van de Farizeeën. Want de leer van de Farizeeën is als zuurdeeg: het verspreid zich over het hele brood. Dat was er in Israël ook aan de hand: het hele volk keek op naar de Farizeeën en zag hen als echte heilige mensen die ze moesten volgen. In het hele land was RELIGIOSITEIT EN ONECHTHEID ontstaan in plaats van ECHTHEID. En als God ergens een hekel aan heeft, is het RELIGIOSITEIT. God wil ECHTHEID. Kenmerken van religiositeit en onechtheid De bijbel geeft twee duidelijke kenmerken van ONECHTHEID en RELIGIOSITEIT: Religiositeit zal altijd het werk van de Heilige Geest tegenwerken en religiositeit wil je opnieuw een slaaf maken. Religie zal altijd het werk van de Heilige Geest tegenwerken. Overal in de bijbel waar religie voorkomt, zie je dat het resultaat is dat het ware werk van God wordt tegengewerkt of zelfs gelasterd. Stefanus zei tegen de Joodse priesters: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest, gelijk uw vaderen, zo ook gij!” (Handelingen 7:51) Religie wil je opnieuw een slaaf maken. Jezus is gekomen om ons te verlossen en te bevrijden, maar religie wil je altijd de vrijheid van God roven. Om een paar voorbeelden te noemen: - In Mattheus 12:9 lees je dat Jezus een man genas van verschrompelde hand op de sabbat. Net zoals overal deed Jezus het werk waarvoor Hij gekomen was: het koninkrijk van de duivel vernietigen. Maar de Farizeeën zagen het wonder gebeuren en zagen de verlamde God prijzen vanwege zijn genezing. En wat denk je? Ze pakten heel vroom hun bijbeltje en zeiden: “Wat u doet is niet van God, want in de wet staat dat de sabbat een rustdag is.” Daarna maakten ze plannen om Jezus te doden, staat in de bijbel. Hier zie je het weer: RELIGIE KEERT ZICH ALTIJD TEGEN HET WARE WERK VAN GOD. De Farizeeën wilden deze verlamde persoon nadat Jezus hem genezen had opnieuw een slaaf van de verlamming maken. Religie wil je namelijk altijd de vrijheid roven die God gegeven heeft. - In Mattheus 9:32 zie je een ander voorbeeld. Er kwam er een doofstomme jongen bij Jezus die een demon had. Vanzelfsprekend dreef Jezus deze boze geest uit waardoor de jongen weer kon horen (Mattheus 9:32). Iedereen juichte en zag dat dit het werk van God was. Maar wat deden de Farizeeën? Ze zeiden: “Door de overste van de boze geesten drijft Hij de geesten uit.” Met andere woorden zeiden ze dat Jezus dit werk niet door de Heilige Geest deed, maar vanuit de satan. Ze werkten het werk van de Geest niet alleen tegen, maar LASTERDEN DE HEILIGE GEEST ZELFS. Dat zul je altijd zien: religie werkt het werk van God tegen en lastert het werk van God zelfs. De Farizeeën wilden deze jongen doof laten blijven, terwijl Jezus hem bevrijd heeft. Religie wil je altijd de vrijheid van God roven en je opnieuw een slaaf maken. Uiteindelijk ging het zo ver dat de Farizeeën een groot deel van het volk opgejut hadden tegen Jezus. Zelfs de dood van Jezus kwam door de religieuze Farizeeën. Juist omdat onechtheid en religiositeit zo erg is, waarschuwde Jezus de discipelen zo fel: pas op voor de zuurdeeg van de Farizeeën. Hou je er VER van af, want het is besmettelijk. Jezus wilde een ding duidelijk maken: wees ECHT tegenover God!! Zorg dat je van binnen rein bent! Anno 2003 Maar goed, hier in Nederland in het jaar 2003 hebben we niet zo vreselijk veel last meer van Farizeeers en Sadduceers. Maar dat betekent niet dat er geen ONECHTHEID meer voorkomt. 2 Timotheus 3:1-8 “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verradelijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houdt ook dezen op een afstand.” Weet je, vroeger dacht ik altijd dat deze tekst over ongelovigen ging. Ik dacht altijd dat er bedoeld werd dat er in het einde der tijden veel meer goddeloosheid zou komen en dat de goddelozen nog goddelozer zouden worden. Maar als je goed naar deze tekst kijkt, gaat deze tekst helemaal niet over niet-christenen. Alles wijst erop dat het over mensen gaat die zich christenen noemen! Toen Paulus dit schreef waren de mensen uit de wereld net zo onheilig als nu. Maar Paulus waarschuwt hier juist voor mensen die zich christenen noemen en religieus zijn. Er staat namelijk in vers 5: “die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben.” Het gaat om mensen die van buitenaf christen zijn maar de echte kracht van God verloochenen. Net als de Farizeeën die zich wel vroom en religieus gedroegen maar het genezingswonder op de sabbat afkeurden. Onechtheid klinkt soms wel mooi, maar het staat recht tegenover de echte kracht van God! In vers 8 lezen we zelfs: “Zoals Jannes en Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook dezen de waarheid tegen, het zijn mensen wier denken bedorven is, en wier geloof de toets niet kan doorstaan.” Net zoals Jannes en Jambres Mozes tegenwerkten, zal onechtheid God en Zijn gemeente tegenwerken. Het is Gods verlangen dat wij ECHT zijn voor Hem De reden dat ik het hier vanavond over heb is niet dat ik met een vinger naar andere gelovigen wil wijzen. De reden dat ik het hier over heb, is dat Jezus ons waarschuwt tegen ONECHTHEID. Het is Gods verlangen dat we ECHT zijn voor Hem. God verlangt er niet naar dat we voor hem neerknielen omdat het nou eenmaal zo hoort; God verlangt ernaar dat je hartgesteldheid KNIELEND is en dat dat de reden is dat je neerknielt. Ik vraag me bij mezelf af of er in mijn leven onechtheid is. Zijn er dingen die ik doe alleen maar omdat het mooi is of er vroom uitziet? Of doe ik het oprecht voor God? God zoekt naar ECHTHEID. God zoekt geen vrome zingende zoutpilaartjes maar AANBIDDERS IN GEEST EN WAARHEID. Ik wil je echt uitdagen om ECHT te zijn tegenover God. Lees veel in de bijbel, en vraag de Heilige Geest om je te leiden. Wanneer je gaat bidden, vraag dan aan God of Hij je wil leiden door Zijn Geest. Stel jezelf onder de leiding van de Geest, en niet onder de leiding van de WET. Wij moeten ons in ons leven laten leiden door de Heilige Geest zoals de discipelen Jezus volgden: Hij moet het Woord uitleggen en de weg voor je uit gaan. Ik wil jullie echt oproepen om oprecht de keus te maken tegenover God je te laten leiden door Zijn Geest zodat je echt zult zijn. De bijbel zegt: “Waar de Geest van God is, is vrijheid.” Daarvan kun je het ware werk van God onderscheiden van religie: de Geest van God geeft mensen verlossing in Jezus Christus, bevrijding, genezing en vrijheid. Religie wil je altijd een slaaf maken. Laat je daarom leiden door de Heilige Geest. De Geest zal je NOOIT een slaaf maken. Galaten 4:6 “En dat gij zonen zijt: God heeft de Geest zijns Zoons uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader. Gij zijt dus niet meer slaaf, doch zoon..” Door de Heilige Geest zijn wij niet meer slaaf, maar zoon. God verlangt naar een relatie met ons als Vader en zoon. Hij wil dat we ECHT zijn en dat we ECHT zijn kinderen zijn.