Omgaan met elkaar Onder omgaan met elkaar, ook wel sociaal gedrag genoemd, verstaat men een vriendelijke en begripvolle omgang tussen mensen. Dit is zowel thuis, als buiten het gezin belangrijk. Omgaan met elkaar lijkt zo gewoon en gemakkelijk. Maar hoe doe je dat? Kun je dat leren? Respect krijgen en geven Kinderen ontwikkelen sociaal gedrag in de eerste plaats door dit “aan den lijve” te ondervinden. En kind dat door zijn ouders of de leerkracht op school gehoord en gezien wordt en zichzelf mag zijn, zal zich ook eerder zo opstellen naar anderen. De basis voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind wordt bevorderd door de liefdevolle aandacht binnen het gezin en een prettige en veilige sfeer binnen de school, de sportclub, opvang en speelomgeving. Een kind dat zich veilig voelt, en zich ook erkend voelt is zelfverzekerder en beweegt zich makkelijker in allerlei situaties. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden Het ontwikkelingsproces van een kind gaat gepaard met het doorlopen van verschillende fasen. Bij elke leeftijd hoort een andere fase. Kleuters gaan anders om met elkaar dan kinderen van 10 jaar. Bij de ontwikkeling van een kind zijn veel zaken belangrijk. We noemen er een paar. * Imitatiegedrag Een kleuter begint te leren om zich te verplaatsen in een ander kind. Zijn wereld wordt steeds groter. Hij gaat naar school en daar zijn de leerkracht, vriendinnetjes en vriendjes het voorbeeld waarvan uw kind leert. Voor een ouder is het goede voorbeeld geven enorm belangrijk; een kind leert het meest door het nadoen van anderen. Dit wordt ook wel imitatiegedrag genoemd. * Instructie Een kind moet leren en zien hoe je met elkaar omgaat. Als je ergens op visite gaat zeg je altijd even gedag. Een kind moet voorzichting zijn met zijn eigen speelgoed, maar ook met dat van zijn vriendje. Op school leert een kind in de kring te luisteren naar de verhalen van de andere kinderen en op zijn beurt te wachten. Een kind doet dat niet uit zichzelf, maar moet hiertoe geïnstrueerd worden. * Regels en grenzen Binnen elk sociaal contact zijn er regels en grenzen. Die regels moet je met elkaar afspreken. Dat is soms lastig omdat de regels niet in elke situatie hetzelfde zijn en er zowel geschreven als ongeschreven regels zijn. Van belang is dat regels vooral voor iedereen duidelijk moeten zijn, een kind moet weten waar hij aan toe is. Dat geldt zowel voor thuis (bijv. max. een half uur per dag computeren), als op school (bijv. niet fietsen op het schoolplein) als op de club (bijv. aanvang training om 17.00 uur). Op deze manier krijgt een kind structuur en veiligheid. Binnen dit gegeven zal een kind - met de juiste voorbeelden in het achterhoofd - gaan experimenteren. Hoe ga ik met mijn vriendjes om? Hoe gaan zij met mij om? Zo leert een kind van de gevolgen die zijn gedrag heeft. Kinderen vanaf groep 3 gaan met de ander om op de manier waarop zij zelf behandeld worden. Het lijkt op ‘oog om oog en tand om tand’. Op deze leeftijd wordt er dan ook veel ruzie gemaakt. ‘Jij doet zo tegen mij, dan doe ik dat ook bij jou!’ Kinderen op deze leeftijd reageren zo, omdat ze nog niet over vaardigheden beschikken om zich in de ander te verplaatsen en zich mondeling goed uit te drukken. Op den duur zal uw kind zich deze vaardigheden ook eigen maken. Hij zal leren benoemen wat hij wel of niet prettig vindt. Steun uw kind daarin zonder te oordelen of met oplossingen te komen. Wannneer kinderen een jaar of 9 zijn worden ze kritischer. Vriendschappen worden meer uitgesproken. Er kunnen groepjes ontstaan en er soms worden kinderen buitengesloten en gepest. Wat meester, juf of de ouder zegt wordt minder als vanzelfsprekend aangenomen. In deze fase is het praten met kinderen heel belangrijk. Zo leren ze een eigen mening te vormen en met elkaar verantwoordelijkheid te nemen voor een goede sfeer in de groep. Gedurende de hele ontwikkeling moet een kind veel leren. De hulp van ouders en leerkrachten is daarbij hard nodig. Maar dat is nu juist ook leuk aan opvoeden en begeleiden. Maak het als ouder niet te zwaar, maar probeer er soms samen met je kind ook om te lachen! TIPS voor ouders Laat uw kind merken dat u het hoort, begrijpt en ziet. Zo voelt uw kind zich gerespecteerd en gesteund. Geef uw kind het goede voorbeeld: hoe gaat uzelf met anderen om? Hoe praat u over anderen? Nodig uw kind uit om te praten over het contact met zijn vriendjes. Waar is uw kind tevreden over, wat vindt hij moeilijk. Geef zonodig suggesties hoe het anders kan. Doet uw kind iets wat niet kan, benoem dat en corrigeer hem. Geef uw kind een complimentje als hij met een betere oplossing komt. Spreek regelmatig met de leerkracht over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Door angst of onzekerheid kan uw kind soms onhandig reageren in het contact met andere kinderen. Oefen thuis door een ‘stel je voor’... situatie te geven, waarop uw kind een reactie kan bedenken. Vraag zonodig extra steun van de leerkracht, de sociaal-verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg, de Opvoedwinkel of Bureau Jeugdzorg. Om te lezen ‘Eerst jij, dan ik!’ door Marja Baseler (ISBN 90-443-0791-6) ‘Manieren’ door Aliki (ISBN 90-6174-972-7) ‘Zo zijn onze manieren’, een NIZW-brochure, www.nizwjeugd.nl. Informatielijn van maandag t/m vrijdag van 9 tot 13 uur: tel (030) 230 65 64 Meer informatie en advies GGD Kennemerland (Jeugdgezondheidszorg), tel. 023 5115901 (Haarlem) of tel. 0251 257425 (Heemskerk), www.hdk.nl. De Opvoedwinkel Haarlem, Kleine Houtstraat 1, 2011 DD Haarlem, tel. 023 5327281, openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 15.00 uur. De Opvoedwinkel Beverwijk, Breestraat 203, 1941 JP Beverwijk, tel. 0251 222311, openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur, www.deopvoedwinkel.nl Mamamia, Polderhuis Velserbroek 023 5388830 www.mamamia-velserbroek.nl