19 Oog in oog met de ree Een ontmoeting met een groep reeën is meestal een prachtige ervaring. Ziet u een jonge ree in het bos, raak het dier dan niet aan en beweeg rustig. Soms is er iets mis. Als u een gewonde of dode ree aantreft, bel dan de politie, deze waarschuwt de Wildbeheereenheid. Dit geldt ook als u een aanrijding met een ree krijgt. Bij schade aan de auto kan procesverbaal worden opgemaakt voor de verzekering. Bel ook als het dier er na de botsing ernstig gewond vandoor is gegaan. De Wildbeheereenheid kan het dier opsporen en als dat nodig is uit zijn lijden verlossen. Ree in het kort • De reeëndichtheid kan variëren van 5 tot 20 dieren per 100 ha. • Sprongen (groepen) variëren van 2 tot 20 dieren. • Het territorium van een reebok is 6 tot 12 ha groot. • Het territorium van een reegeit is 3 tot 6 ha. • Rustige, dichte bossen zijn nodig als voortplantingsgebied. • Kleine landschapselementen zijn nodig voor dekking en beschutting. • Lijnvormige beplantingselementen doen dienst als trekroute. • Uitwisseling tussen populaties voorkomt inteelt. • Bij overpopulatie (teveel dieren voor het gebied om genoeg voedsel te vinden) moeten er wegtrekmogelijkheden zijn. • Bij onderpopulatie (te weinig dieren in het gebied) moet intrek mogelijk zijn. • Bij drukke wegen horen veilige oversteekplaatsen. • Bij waterwegen horen uittreeplaatsen. Ree in beeld De comeback van Bambi De ree komt van nature voor in Nederland. In de zestiende eeuw verdween de ree door overbejaging uit Twente. Pas vanaf 1875 breidden de reeën zich weer vanuit Duitsland naar Twente uit. In de zestiger jaren was de ree weer algemeen in Overijssel. Ook in de stadsrand van Hengelo, zelfs tot in de bebouwde kom, kunnen we reeën zien. Landschap Meer weten? Mishandeling, vergiftiging of vermoeden van illegale jachtpraktijken kunt u melden bij de politie, telefoon 0900 8844 Dierenbescherming afd. Hengelo / Borne / Hof van Twente, telefoon (074) 250 5013, internet: www.dierenbescherminghengelo.nl. Dierenambulance, telefoon 06 52 33 22 16. Wildbeheereenheid (WBE) Twickel, Elfersstraat 18, 7496 AR Hengevelde. Gemeente Hengelo Centrum voor Natuur- en Milieu Communicatie Van Alphenstraat 25-27 7556 JT Hengelo E-mail: [email protected] Telefoon: (074) 245 9468 Ree. Foto: Martin Bonte N a t uu r in H eng elo De ree heeft een voorkeur voor een afwisselende omgeving. Het kleinschalige Twentse landschap met zijn variatie in openheid en beslotenheid is een goed leefgebied. Om zich voort te planten hebben reeën rustige, dichte bossen nodig. Kleine landschapselementen bieden in het dagelijkse leven voldoende dekking. Langs lijnvormige landschapselementen, zoals houtwallen, kunnen reeën zich veilig verplaatsen. Ook trekken zij langs bosranden. Hun voedsel zoeken zij op de open plekken. Het menu van de ree Het opscharrelen van voedsel heet laveien. Het voedsel van een ree bestaat voornamelijk uit licht verteerbare plantendelen zoals kruiden, grassen, knoppen en bladeren. Ook cultuurgewassen als kool en wintergraan weet hij te vinden. Reeën hebben niet per se open water nodig om te drinken. Ze krijgen ook voldoende vocht binnen via het voedsel, aangevuld met dauwdruppels op bladeren. De territoria van de geiten en de bokken staan los van elkaar. Bij reegeiten is sprake van een territorium op grond van sociale relaties. Zij gedragen zich agressief tegen vreemde geiten. Dochters blijven vaak meer dan een jaar bij de moeder. In de winter zijn er geen territoria meer en leven reeën in grotere sprongen, die meer dan 20 dieren kunnen tellen. Zo gaat er geen kostbare energie verloren gaat door concurrentie en kan er meer voedsel gevonden worden. Het leefgebied van de ree Verstedelijking Reeën leven in zogenoemde ‘homeranges’. Dit zijn de gebieden waarbinnen zij hun voedsel vinden, slapen, paren en jongen grootbrengen. Biedt een gebied minder voedsel en dekking, dan zijn de homeranges groter. In een homerange leven zowel solitaire (alleenstaande) dieren, als groepjes. De groepjes worden ‘sprongen’ genoemd. Een veel voorkomende stabiele eenheid is de gezinssprong: een geit met kalveren, soms aangevuld met een ondergeschikte geit of bok. Reeën komen ook in de stadsrand voor. De ree verdraagt rustige recreatie als wandelen en fietsen. Wel is hij gevoelig voor verstoring. Hij kan niet tegen intensieve recreatie, lawaai en lichtinvloeden bij nacht. Als de ree zich wil verplaatsen vindt hij veel hindernissen op zijn weg. Weilanden zijn vaak met prikkeldraad omgeven. Ook wegen vormen een probleem. Jaarlijks worden veel reeën doodgereden, vaak op vaste oversteekplaatsen. Mogelijke oplossingen zijn ecoducten en wildtunnels. Ook verdrinking in kanalen is een belangrijke doodsoorzaak. Flauwe oevers en uittreeplaatsen (een soort trappetjes) bieden een oplossing. De ree in en rond Hengelo Ten westen van Hengelo, op het landgoed Twickel en in het landschap van Oele, leeft een grote populatie (gemeenschap) reeën. Bij Twickel gaat het om zo’n 300 dieren. Ook in de bossen van Enschede is de ree standwild, dat wil zeggen dat hij daar het hele jaar leeft en zich er voortplant.Verder zijn reeën aangetroffen in het gebied tussen Hengelo en Enschede, met name op de heuvels van de Boeldershoek. Soms steken ze via de fietsbrug het Twentekanaal over. In Hengelo zelf zien we regelmatig kleine groepjes reeën in Driene, Woolde,Vikkerhoek, Dalmeden en Kristenbos. Zelfs in het Weusthagbos komen reeën voor. Het landschap weer geschikt Reekalveren. Foto: Roel Hoeve, www.fotolynx.nl Territoria Binnen een homerange bakenen reebokken in maart en april hun territorium af, door vechten, dreigen en imponeren. Alleen bokken die nog sterk zijn na de koude winter kunnen territoria vormen. Een territorium blijft bestaan tot in het najaar. Bokken die geen territorium hebben nemen niet deel aan de voortplanting. De gemiddelde grootte van een reebokterritorium bedraagt 7 tot 12 hectare. Een groter territorium kan hij niet meer verdedigen. Door schaalvergroting in de landbouw zijn in de loop van de tijd veel beplantingen verdwenen. Maar het tij keert. De gemeenten Hengelo en Enschede verbeteren de doortrek in het middengebied, bijvoorbeeld in de ecologische zone bij het Twentekanaal. De laatste jaren wordt op allerlei manieren gewerkt aan versterking van het landschap. De volgende projecten dragen bij aan de verbetering van leefkansen voor de ree: • De ontwikkeling van de Waterparel Deurningerbeek als regionale natuurzone, door het waterschap Regge en Dinkel; • De aanplant van compensatiebossen op landgoederen, door de gemeenten; • De uitbreiding van het aantal uittreeplaatsen langs het Twentekanaal, door Rijks waterstaat.