Lineaire Algebra 2 Test 3 - Versie A Voornaam/achternaam: Handtekening: Je krijgt 1 punt gratis. Opgave 1. Duale ruimte met duale basis (3 punten) Bepaal de basis β = {z1 , z2 } van de tweedimensionale reële vectorruimte (C, R) zo, dat de duale basis β ∗ = {z 1 , z 2 } van C∗ gegeven wordt door de lineaire functionalen z1 : C → R : z+z 2 z 7→ en z 2 : C → R : z1 = z 7→ z−z . 2i z2 = Opgave 2. Riesz-representant (3 punten) Gegeven is dat de Riesz-representant J −1 (`) van ` ∈ R2×2 ∗ ten opzichte van het inproduct (X, Y ) = Sp(X > Y ) gelijk is aan de matrix J −1 (`) = 2 1 1 2 . Evalueer `(J −1 (`)). `(J −1 (`)) = Opgave 3. Verdere definities (3 punten) Laat (F, R) een reële vectorruimte zijn van functies op I = [−1, 1] met 2 ≤ dim(F ) < ∞, voorzien van de gebruikelijke optelling van functies, en vermenigvuldiging met een reële scalair. Voor elke x ∈ I, laat εx : F → R : f 7→ f (x). Schrijf H : F → F ∗∗ voor het natuurlijk isomorfisme. Laat f ∈ F . Schrijf Z(f ) voor de afbeelding met domein I die x afbeeldt op H(f )(εx ). Dit definieert een afbeelding Z : f 7→ Z(f ) op F . Welke van de volgende uitspraken zijn correct? ja nee (1) voor elke x ∈ I is εx ∈ F ∗ ja nee (2) de toevoeging x 7→ εx is lineair ja nee (3) de collectie {εx |x ∈ I} is lineair onafhankelijk ja nee (4) H(f ) ∈ homR (F ∗∗ , R) ja nee (5) Z is de identieke afbeelding van F naar F ja nee (6) het domein van Z is F en het codomein van Z is F ∗ , oftewel, Z : F → F ∗ Puntentelling: Een goed antwoord geeft 0.5 punt, een fout antwoord -0.5 punt. Je kan ook geen antwoord geven voor 0.0 punten. Het totaal aantal punten voor opgave 3 wordt nooit negatief. Kladpapier (wordt niet meegenomen in de beoordeling!) 2