de bosmuis grote oren om ‘s nachts goed te horen grote ogen om ‘s nachts goed te zien witte buik lange en sterke achterpoten voedsel: noten, zaden, vruchten, wortels, knoppen, bladeren, insecten snorharen om ‘s nachts goed te voelen de bosmuis De uil en de vos eten graag bosmuizen. Zo vangt een vos een bosmuis het everzwijn lange haren grote oren om goed te horen slagtanden om te wroeten in de grond Een stevige snuit om te wroeten in de grond twee tenen die een mooi spoor laten zien: Het jong is een big. Het heeft lichtere strepen. het everzwijn De jager is de grootste vijand van het everzwijn. Everzwijnen kunnen zeer snel lopen. Het zijn gevaarlijke dieren wanneer ze zich bedreigd voelen. de bosuil grote ogen die naar voor staan een sterke, kromme snavel veren die speciaal gebouwd zijn om stilletjes te kunnen vliegen veren op de poten om stiller te vliegen sterke en scherpe klauwen de bosuil Bosuilen hebben 2 tot 4 jongen. De bosuil slaapt overdag op een tak of in een spleet in een boom. We noemen ze uilskuikens. de ree grote oren die naar alle kanten kunnen draaien grote ogen een lichtbruine vacht dunne pootjes dit is het spoor van een ree: de ree Het mannetje van de ree is de reebok. Hij draagt een klein gewei. Het jong van een ree is een reekalf. Wanneer het pas geboren is, geeft het geen geur af. Het ligt veilig verstopt in het gras. de vos een dikke pels, vooral in de winter grote oren die naar alle kanten kunnen draaien De ogen staan naar voor, net als bij alle roofdieren. Op de buik en de keel is de vos wit Het jong is een welp Een dikke staart die in de winter gebruikt wordt als ‘deken’ om warm te blijven. een vossenspoor de vos Vossen hebben een nest onder de grond. Daar worden de jongen geboren. Vossen stelen vaak kippen. het konijn rechtopstaande oren grote ogen die op de zijkant van de kop staan met de neus en de snorharen kan het konijn goed ruiken en voelen sterke achterpoten waarmee het kan springen en zeer snel lopen een klein staartje dat onderaan wit is een lichtbruine tot grijze vacht het konijn Een konijn graaft een hol in de grond om jongen te werpen. Ze werpen ongeveer 5 nesten per jaar van elk 5 jongen. Vossen en jagers zijn de grootste vijanden van het konijn.