Ernstige reken-wiskundeproblemen en dyscalculie De meeste kinderen kunnen gelukkig goed aan de slag met de leerstof die aangeboden wordt in de groep. Een aantal leerlingen blijkt ondanks extra uitleg door de leerkracht met rekenen toch steeds verder achter te gaan lopen. Het kan zijn dat een leerling dan tijdelijk extra hulp nodig heeft om een nieuw rekenprobleem onder de knie te krijgen. De leerkracht kan dan ondersteund worden door de RT-er op onze school die gespecialiseerd is op het gebied van rekenen. De RT-er begeleidt de kinderen eenmaal per week buiten de groep en ondersteunt de leerkracht door het geven van adviezen die ze in de groep en thuis kunnen gebruiken. Tijdens de remedial teaching bij het rekenen is het diagnostische gesprek met de kinderen zeer belangrijk. Door zo’n gesprek krijgen de remedial teachers inzicht hoe de kinderen rekenen en waar het juist mis gaat. Er wordt niet alleen gewerkt aan de opgaven, het topje van de ijsberg, maar juist ook wat je allemaal moet kennen om de opgave goed op te lossen; het drijfvermogen van de ijsberg (bv: getalbegrip, springen op de getallenlijn, modellen, kortom de basale vaardigheden). 47+28= Sprong van 20 of 10? 8 splitsen in 3 en 5! Sprongen van 10 en lossen erbij 47 heel laten en 28 splitsen + = 47 = 40 + 7 Waar ligt 47 op de getallenlijn? 7+8=15 47 = 4 tienen en 7 eenheden 47= 4tienen en 7 lossen Als de extra hulp geen of weinig effect heeft kan het zijn dat een kind een ernstig en hardnekkig reken-wiskunde-probleem heeft ontwikkeld. Er is een landelijk protocol ontwikkeld (ERWD) waarin als eerste de school zelf aan zet is om zo goed mogelijk passend onderwijs aan te bieden aan de leerlingen die een achterstand hebben opgelopen binnen het rekenwiskunde-onderwijs. Als het met behulp van een individueel handelingsplan en met de interne hulpverlening nog niet lukt om de stagnerende rekenwiskundige ontwikkeling bij een leerling te doorbreken, komen de externe deskundigen in beeld. Het protocol beschrijft de fasen en stappen die daaraan voorafgaan en ook de procedure van het externe diagnostisch onderzoek en de begeleiding in de school die de leerling vervolgens nodig heeft. Hieronder staat de fasen-indeling in de onderwijsbehoeften bij het leren rekenen schematisch weergegeven: Fase groen: een normale rekenwiskundige ontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek. Fase geel: er doen zich in de ontwikkeling geringe rekenwiskundige- problemen voor. Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften. Fase oranje: er doen zich ernstige rekenwiskundige-problemen voor, die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen-wiskunde. Fase rood: er doen zich ernstige en hardnekkige reken-wiskundige problemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen wiskunde zijn structureel. Voor meer informatie kunt u terecht bij Susanne van Zijl. [email protected]