Advies van de medisch adviseur Hoe wordt het overlijdensrisico beoordeeld? Bij de medische beoordeling van een overlijdensrisicoverzekering bekijken wij zowel de (huidige) klinische gezondheidstoestand als de statistische gezondheidstoestand van de aanvrager. Dit betekent dat naast de individuele medische voorgeschiedenis, ook algemeen medische en ervaringsfactoren de acceptatie van een risico beïnvloeden. Het komt voor dat de kandidaat-verzekerde op het moment van beoordeling (klinisch) gezond is, maar dat er toch medisch-statistisch een verhoogd overlijdensrisico is. Dit komt door een voorafgaande ziekte of aandoening en de daarbij spelende omstandigheden. Het advies dat een overlijdensrisico hoger is dan gemiddeld, zegt niets over de individuele gezondheidstoestand van de aanvrager. Het is dan ook niet automatisch zo dat de verzekeraar vindt dat de aanvrager een hogere kans op overlijden heeft. Waar is de overlijdenskans op gebaseerd? C100041-0816 De overlijdenskans is gebaseerd op de richtlijnen van herverzekeraars. Zij doen statistisch onderzoek naar het sterfteverloop van grote aantallen mensen met een bepaalde ziekte of aandoening. Overlijden er meer mensen uit zo’n groep dan normaal? Dan is er sprake van een verhoogde overlijdenskans. Een verzekeraar zal deze persoon alleen op afwijkende voorwaarden willen accepteren. Deze persoon wordt dus als het ware in een soort gevarenklasse ingedeeld. Hoewel strikt individueel gezien de kans op eerder overlijden erg klein is. Hoe werkt het berekenen van de overlijdenskans? Graag geven wij u hiervan een voorbeeld. Wij gaan hierbij uit van een groep van 1.000 mannen van 40 jaar met normale levens- en sterftekansen. Stel dat we in de sterftetabel lezen dat naar verwachting 30 mannen uit deze groep binnen tien jaar overlijden. 970 mannen zullen dus na afloop van deze tien jaar nog in leven zijn. Op grond van de statistische gegevens is 30 te beschouwen als de gemiddelde sterfte in deze groep. Vergelijk deze groep nu met een andere groep van 1.000 mannen die ook een leeftijd hebben van 40 jaar, maar die allemaal lijden aan een bepaalde aandoening. Uit medischstatistisch onderzoek blijkt dat 45 van hen binnen tien jaar zijn overleden. Dan is er een duidelijke toename van het aantal sterfgevallen. Het sterftequotiënt, namelijk de verhouding tussen het aantal sterfgevallen in de eerste groep en het aantal sterfgevallen in de tweede groep is dan 1,5. Of uitgedrukt in een percentage 150 procent (namelijk 45/30 = 1,5). Het verschil in levenskansen tussen beide groepen is veel kleiner, namelijk 1,5 procent (het verschil tussen 97,0 procent en 95,5 procent). Verschillende standpunten behandelend specialist en medisch adviseur De behandelend specialist en de medisch adviseur van een verzekeraar kijken op verschillende manieren naar iemands gezondheidssituatie. Een behandelend specialist baseert zich voornamelijk op de levenskans. In het geval van het bovenstaande voorbeeld wijkt die nauwelijks af van de normale levenskans. Maar voor de verzekeraar betekent een sterftekans van 150 procent, dat zij in het geval van het voorbeeld in de tweede groep naar verwachting 1,5 keer meer moet uitkeren dan in de eerste groep. Dit heeft uiteraard invloed op de premie die de verzekeraar in rekening brengt voor het overlijdensrisico. De uitkeringen worden namelijk van de premies betaald.