2.4: veranderend klimaat

advertisement
2.4: veranderend klimaat
klimaatbronnen
• Weerkundige waarnemingen: geregistreerde
waarnemingen van o.a. temperatuur en
neerslag. Tot 17e eeuw
• Historische bronnen: schilderijen, verslagen
over o.a. droogte en oogstdata. Tot 10e/11e
eeuw
• Jaarringen: temperatuur en neerslag
beïnvloeden dikte en houtstructuur van een
jaarring. Tot enkele duizenden jaren geleden
Klimaatbronnen
• Stuifmeel/pollen: voorkomen van stuifmeelkorrels van
bepaalde boomsoorten in gesteente geeft informatie
over klimatologische omstandigheden. Tot ongeveer
125.000 jaar geleden
• IJs: diep in de ijskappen van Antarctica en Groenland zit
oud ijs; de samenstelling ervan geeft informatie over het
klimaat tijdens het ontstaan. Tot ongeveer 400.000 jaar
geleden
• Oceaan-sedimenten: sedimenten op de oceaanbodem
bevatten kleine fossiele schelpjes die informatie geven
over de temperatuur van het oceaanwater. Tot
honderden miljoenen jaren geleden.
IJstijden
Kleine ijstijd
Kleine ijstijd
Kleine ijstijd
Klimaatfactoren
• Geologische factoren: de ligging en
verhouding van land en oceanen veranderen in
miljoenen jaren. Hierdoor verschuiven ook
stromingen in de atmosfeer en de oceaan
• Astronomische factoren: er is variatie in de
instraling en verdeling van de zonnewarmte. In
tienduizenden jaren schommelt de helling van
de aardas tussen de 22.5 ° en 24,5°c. Ook
schommelen de vorm van de aardbaan en de
gemiddelde afstand van de aarde tot de zon.
Verder is de hoeveelheid straling die de zon
uitzendt niet constant.
Klimaatfactoren
• Atmosferische factoren: Als de
hoeveelheid broeikasgassen verandert,
verandert ook de gemiddelde temperatuur
op aarde.
• Plotselinge gebeurtenissen:
Meteorietinslagen en vulkaanuitbarstingen
kunnen het klimaat veranderen. Deze zijn
slecht voorspelbaar, maar hebben op
lange termijn meestal weinig invloed.
Klimaat en terugkoppeling
• Negatieve terugkoppeling: Als de
temperatuur van het oceaanwater stijgt,
neemt de verdamping toe. Dit heeft een
afkoelend effect en beperkt de
temperatuurstijging.Bij ongeveer 30°C is
de verdamping zo sterk, dat het de zon
niet lukt het water verder op te warmen.
• Negatieve terugkoppeling heeft een
stabiliserend effect
Klimaat en terugkoppelingen
• Positieve terugkoppeling: Als de
temperatuur stijgt, neemt de hoeveelheid
sneeuw en ijs af. Hierdoor kaatst de aarde
minder zonnestraling terug. Dat zorgt weer
voor een verdere temperatuurstijging,
waardoor de hoeveelheid sneeuw en ijs
nog verder afnemen.
• Positieve terugkoppelingen hebben een
destabiliserend effect
Klimaatsysteem
Download