4. Educatie

advertisement
EDUCATIEBOEKJE
Zorgtraject diabetes
Leidraad tot aanpak van uw diabetes type2
0
Inhoudsopgave
Het zorgtrajectcontract
1.Identificatiegegevens······
2. Insulineschema·······
2.1 Insuline
2.2 Aanpassingsschema
2.3 Hypo- hyperglycemie
3.Medicatieschema
4. Educatie
5.Materiaal
6. Doelstellingen
6.1 Algemene doelstellingen
6.2 Persoonlijke doelstellingen
7. Opvolgingsschema
8.Behandelingsdoelen
9. Bepaling van het voetrisico
10. Verwikkelingen
10.1 Acute complicaties
10.2 chronische complicaties
11. Nuchter blijven
12. Leven met diabetes
12.1 Voeding
12.2 Lichaamsbeweging – fysieke inspanning
12.3 Alcohol en roken
12.4 Mond en tandhygiëne
12.5 Diabetes en seksualiteit
13.Diabetes en rijbewijs
14.Diabetes en reizen
15. Diabetes en ramadan en vasten
16. Diabetes en ziekte / heelkundige ingrepen
17. Notities zorgverstrekkers
18. Notities patiënt
19. Bijkomende informatie
19.1 anderstaligen
19.2 VDV
20. Bronnen
Gelieve deze map bij elke raadpleging van arts, endocrinoloog, educator mee te brengen.
Het zorgtrajectcontract
U sloot een diabeteszorgtrajectcontract af met uw huisarts.
Een contract maakt dat u rechten en plichten heeft:
Uw rechten: -
diabeteseducatie
-
Vergoeding van glucometer, lancetten, strips en lancethouder ( 150 strips,
100 lancetten per 6 maanden, 1 glucometer per 3 jaar)
-
Tussenkomst podologie: 2x per jaar (remgeld te betalen)
-
Tussenkomst diëtist(e): 2x per jaar (remgeld te betalen)
-
Afschaffing remgeld bij raadpleging huisarts en endocrinoloog voor 4 jaar
Uw plichten: -
Diabeteszorgcontract tekenen
-
GMD bij huisarts
-
Actieve deelname aan het zorgplan aan de hand van uw persoonlijke
doelstellingen
Diabeteseducatie is verplicht in volgende gevallen:
-
Start van insulinetherapie of incretine-memetica
-
Overgang van 1 naar 2 injecties
-
Onvoldoende metabole controle
-
Hernieuwing van uw glucometer
1.Identificatiegegevens
Mevr./ Mr. …………………………………………………………………………………………………….
Adres…………………………………………………………………………………………………………...
…………………………………………………………………………………………………………..
Tel: ……………………………………………………………………………………………………………..
Huisarts: ………………………………………………………………………………………………………
Tel: ……………………………………………………………………………………………………………
Endocrinoloog: ……………………………………………………………………………………………
Tel: …………………………………………………………………………………………………………..
Educator:……………………………………………………………………………………………………...
Tel: .…………………………………………………………………………………………………………….
Thuisverpleegkundige:…………………………………………………………………………………….
Tel.: ………………….…………………………………………………………………………………………
Diëtiste:………………………………………………………………………………………………………..
Tel:......................................................................................................................................................
Voetverzorgster:……………………………
Podoloog:……………………………………
Tel:...............................................................
Tel: ………………………………………………
Start zorgtraject: …………………………………………………………………………………………..
2.Insulineschema:
2.1 Insuline:
Insuline
8u
12u
2.2 Aanpassingschema:
Als
dan
(nog in te vullen)
2.3 Symptomen hypo- hyperglycemie
HYPOglycemie:
-
Plots opkomend
Hongergevoel
Bleek zijn
Duizeligheid, licht gevoel in het hoofd
Zweten
Koude voeten
Angst
Zweten
Onscherp zien
HYPERglycemie:
-
Veel plassen
Veel dorst
Vermageren
Slaperigheid
Droge tong
Treed langzaam op
17u
22u
Wat te doen bij hypo-, of hyperglycemie:
(nog verder in te vullen)
3.Medicatieschema:
Medicatie
8u
12u
17u
voor tijdens na
voor Tijdens na
voor tijdens na
22u
4.Educatie:
Opstarteducatie: …………………….
…………………….
…...........................
……………………..
………………………
Opvolgeducatie:
……………………..
……………………..
Extra educatie bij problemen: …………………
…………............
………………....
………………….
5.Materiaal
Glucometer:…………………………………………………………………………………………….
Lancetten:………………………………………………………………………………………………
Strips:…………………………………………………………………………………………………
Alle 6 maanden: 3 x 50 stripjes en 100 lancetten
Datum
Strips
Lancetten
6.Doelstellingen
6.1 Algemene doelstellingen
Een goede aanpak van uw suikerziekte verzekert u een langer én gezonder leven.
Deze aanpak houdt verwikkelingen, die ontstaan door het dichtslibben van bloedvaten, ook langer
tegen.
6.2 Persoonlijke doelstellingen
Uw persoonlijke doelstellingen vormen de leidraad voor de aanpak van uw suikerziekte.
Op basis van onderstaande doelstellingen maken u en uw huisarts een concreet zorgplan voor uw
zorgtraject:
Gezonde leefstijl met aandacht voor
Regelmatig bewegen
Stoppen met roken
Gezonde voeding
Gewicht
Opvolgen en behandelen, zo nodig met geneesmiddelen, van
Bloedsuiker
Cholesterol en vetten in het bloed
Bloeddruk
Het dichtslibben van bloedvaten voorkomen met medicatie
Overgewicht
Tabakgebruik: stoppen met roken
Bloedonderzoek: HbA1c1
Controle bij uw huisarts om eventuele verwikkelingen op te sporen:
Ondervraging (risico op hartlijden , zenuwpijnen,..)
Onderzoek van de voeten
Bloed- en urineonderzoek
Oogonderzoek bij de oogarts
Inenting tegen griep en pneumokokken2
Beter begrijpen van uw ziekte en de geplande zorg, met de hulp van diabeteseducatie
(1Hemoglobine
A1c geeft aan of uw bloedsuiker gedurende de voorbije 3 maanden goed geregeld
was
²door suikerziekte vermindert uw afweer tegen griep en infectieziekten; griep kan uw suikerziekte
ontregelen )
7. Opvolgingschema
8.Behandelingsdoelen (na te zien ahv raadgeving endocrinologen)
Diabetes is meer dan suiker alleen! Spreek met uw arts uw
persoonlijke behandelingsdoelen af en de arts noteert ze in de linkerkolom
van het follow up document blz 9 blz. kan fout zijn
zwak
prima
goed
matig
> 10
5-10
2-5
lichaamsbeweging dagelijks
3x /wk
1-2x /wk
nuchtere
bloedsuiker
(mg/dl)
80-110
110-140
140-180
HbA1c (%)
<7
7-8
8-9
roken
neen
verminderd
bloeddruk (mm
Hg)
< 130/80
< 140/90
< 150/95
cholesterol (mg/dl) < 180
180-220
220-250
triglyceriden
(mg/dl)
150-180
180-200
vermagering
bij overgewicht
<2
(% daling van
gewicht)
nooit
> 180
>9
ja
> 150/95
> 250
> 200
< 150
_ < betekent minder dan; > betekent meer dan
_ HbA1c = maat voor suikerregeling van laatste 2 à 3 m (de opgegeven
waarden gelden voor laboratoria met normaalwaarden tussen 4 en 6)
_ cholesterol mag hoger zijn bij hoge "goede" HDL-cholesterol
9. Bepaling van het voetrisico
Diabetes spaart de voeten niet! Raapleeg uw voetverzorg(st)er en/of podoloog en arts
Evalueer jaarlijks het risico op voetwonde




zorgvuldige inspectie op huid en nagelafwijkingen
evaluatie van statiekafwijkingen
-hamertenen
-overrijdende tenen
-hallux valgus
-Charcot voet
opsporen van verminderde gevoeligheid)
opsporen van perifeer vaatlijden
-zijn er klachten van claudicatio of rustpijn
-arteria dorsalis pedis en arteria tibialis posterior voelbaar.
(beide niet voelbaar = perifeer vaatlijden)
9.1Bepaal de risicogroep
Raster om de risicoscore te bepalen (uit: Diabetespas. Gent: VDV, 2003)
Risicogroep
0
1
2a
2b
3 (één van deze)
Neuropathie
neen
ja
ja
ja
-
Orthopedische misvorming
neen
neen
licht
zwaar
Charcot
Vaatlijden
neen
neen
neen
neen
ja
Vroegere voetwonde of
amputatie
neen
neen
neen
neen
ja
Risico
laag matig hoog
zeer
hoog
extreem hoog
9.2 Podoloog – Voetverzorg(st)er
Risicogroep
Educatie
Voetzorg
0
1
2a
2b
3
1x/12 mnd.
1x/6 mnd.
1x/6 mnd.
1x/6 mnd.
1x/3 mnd.
voetverzorger podoloog
podoloog
voetkliniek
voetkliniek
maatwerk
maatwerk
maatwerk
Inlegzolen
geen
Schoenen
confectie
Medische
controle
1x/12 mnd.
comfort
confectie (semi)orthopedisch (semi)orthopedisch (semi)orthopedisch
1x/6 mnd.
1x/3 mnd.
1x/3 mnd.
1x/3 mnd.
9.3Een voetwonde ?
Raadpleeg onmiddellijk uw arts!
Doorverwijzing naar de diabetische voetkliniek voor een grondige beoordeling en verder advies
(debridement, chirurgie, advies wondzorg..) via een multidisciplinaire raadpleging met o.a. een
endocrinoloog, orthopedist, schoenmaker, podoloog, schoentechnieker, vaatchirurg
en verpleegkundige.
9.4VOETVERZORGING VOOR DIABETESPATIENTEN
� was dagelijks uw voeten met lauw water en een milde zeep
� droog goed met een zachte handdoek, ook tussen de tenen
� knip uw nagels recht en maak gebruik van een kartonnen vijltje
� gebruik geen warmwaterkruik of elektrisch deken omwille van het risico op verbranding
� loop nooit blootsvoets
� draag sokken zonder gaten of plooien. Let op voor te strakke elastieken
� koop degelijke schoenen: zachte bovenkant, voldoende teenruimte, stevige zool, geen hoge
hakken
� schoeisel moet goed passen
10. Verwikkelingen
Naast de symptomen die veroorzaakt worden door diabetes zijn er ook nog een heleboel
complicaties die kunnen optreden door de ziekte of door een slechte controle ervan.
Diabetes mellitus is een systeem ziekte: het tast alle organen in het lichaam aan.
Maar niet enkel de duur van de ziekte of de glycemie zijn bepalend voor de complicaties maar ook
uw bloeddruk, cholesterolgehalte, gezond gewicht en stoppen met roken spelen hierin een
belangrijke rol.
10.1 Acute complicaties ( verder uit te schrijven)
- Ketoacidose
- diabetisch coma: - hyperglycemisch coma
- hypoglycemisch coma
10.2 Complicaties op langere termijn
- Cardiovasculaire aandoeningen
- rethinopathie
- nefropatie
-neuropathie
11.Nuchter blijven
Bij bepaalde onderzoeken/ interventies dient U nuchter te blijven. (nuchtere bloedname,
radiologische onderzoeken met contraststof, gastro- en colonoscopie, kleine chirurgische ingrepen
, o.a. cataractchirurgie, etc..)
Bij type 2 diabetes
In het kader van orale antidiabetica:

’s morgens GEEN orale antidiabetica, ook wanneer U nog een ontbijt mag
nemen en het onderzoek pas in de namiddag doorgaat.
 UITZONDERINGEN:
 Novonorm is ultrakortwerkend: indien nog een ontbijt mag
genomen worden, mag ook Novonorm nog ingenomen worden
 Metformine dient de avond voor het onderzoek gestopt te
worden als er risico is voor plotse achteruitgang van de
nierfunctie (vb: onderzoeken met contrast, chirurgische ingreep)
 na het onderzoek mogen de orale antidiabetica terug opgestart worden
 UITZONDERINGEN:
 Indien gekende nefropathie : metformine pas opnieuw opstarten
als een bloedname 2 dagen na het onderzoek een creatinine
<1,5mg/dl toont.
In het kader van Insulinetherapie:
 U mag thuis, voor het onderzoek, de pilletjes en de insuline NIET gebruiken.
 Tracht steeds onderzoeken bij insuline-afhankelijke diabetespatiënten zo
vroeg mogelijk op de ochtend te plannen, zodat U na het onderzoek een
uitgesteld ontbijt kunnen nemen, met de normale ochtenddosis van de orale
antidiabetica en/of insuline.
 Bij complexere interventies (o.a. coloscopie, cataractchirurgie) lijkt een
daghospitalisatie meer aangewezen , daar het glycemiebeleid dan
gemakkelijker bijgestuurd kan worden.
12. Leven met diabetes
12.1Voeding
12.2 Lichaamsbeweging – fysieke inspanning
12.3 Alcohol en roken
12.4 Mond – en tandhygiëne
12.5 Diabetes en seksualiteit
13.Diabetes en rijbewijs
Voor het bekomen van een rijbewijs moet men op erewoord verklaren vrij te zijn van
aandoeningen die een invloed kunnen hebben op de 'algemene lichamelijke en geestelijke
rijgeschiktheid'.
Een persoon die diabetes heeft kan en mag deze verklaring niet ondertekenen, maar moet het
advies van een arts vragen, die dan in eer en geweten moet nagaan of deze persoon al dan niet
geschikt is om een motorvoertuig te besturen. Dit advies of goedkeuring is ook nodig voor wie al
een rijbewijs heeft en pas nadien diabetes krijgt.
Praktische richtlijnen:
1. Iedereen met diagnose diabetes: rijbewijs aanpassen binnen de 4 werkdagen na
diagnose
2. Rijgeschiktheidsattest aanvragen bij arts
Voor privé-rijbewijs (groep 1; rijbewijs A3, A, B of B+E):
- behandeling met medicatie die geen hypo's veroorzaakt (metformine) of
enkel levensstijlaanpassingen: huisarts
- behandeling met medicatie die hypo's veroorzaakt of insuline: endocrinoloog
Voor professioneel rijbewijs (groep 2):
- op basis van advies en endocrinoloog en oogarts: keurende arts
3. Rijbewijs afhalen bij gemeente, dienst bevolking
Inleveren:
- rijgeschiktheidsattest
- 2 pasfoto's
- oud rijbewijs
Vernieuwing (privé)rijbewijs is kostenloos vanaf november 2009
4. Geldigheidsduur
Voor privé-rijbewijs (groep 1; rijbewijs A3, A, B of B+E):
- jonger dan 48 jaar: maximum 5 jaar
- tussen 48 en 50 jaar: maximum tot 1 dag voor de 53° verjaardag
- ouder dan 50 jaar: maximum 3 jaar
Voor professioneel rijbewijs (groep 2):
- maximum 3 jaar
5. Autoverzekering
- kopie rijgeschiktheidsattest en/of
recto verso kopie aangepast rijbewijs aangetekend opsturen
- geen toeslag op premie
14. Diabetes en Reizen
Nog in te vullen
15. Diabetes en ramadan en vasten
Moslims die vasten tijdens de ramadan moeten zich onthouden van eten, drinken, gebruik van
orale medicatie, en het roken van zonsopgang tot na zonsondergang.In De Koran worden diabetici
uitgesloten van de verplichting van het vasten (Heilige Koran, Al-Bakarah, 183-185), vooral als het
vasten kan leiden tot schadelijke gevolgen voor het individu. Patiënten met diabetes vallen onder
deze categorie, omdat hun een chronische stofwisselingsziekte een hoog risico vormt op diverse
complicaties als het patroon en het bedrag van hun maaltijd en vochtinname sterk veranderd.
Patiënten die aandringen op vasten moeten zich bewust zijn van de daaraan verbonden risico's en
zich houden aan de aanbevelingen van hun zorgverleners om de vastenperiode veilig door te
komen. Elke aanbeveling hieromtrent is individueel verschillend voor elke diabeet.
1à2 maanden voor de ramadan gaat u bij uw huisarts langs en uw arts bespreekt met u de
mogelijke risico’s van het vasten wanneer u beslist aan de ramadan deel te nemen. En uw
ervaring met vroegere vastenperiodes. Uw arts oordeelt enkel of het medisch verantwoord is deel
te nemen aan de ramadan. U krijgt informatie rond uw dieet en medicatie
Risico’s verbonden aan het vasten van diabetes type 2
-
Hypoglycemie
Hyperglycemie
Diabetisch ketoacidose
Uitdroging
Trombose
Bepalende factoren die uw risico verhogen tot:
-
-
-
ZEER HOOG RISICO:
o Ernstige hypoglycemie in de laatste 3 maanden voor de Ramadan
o Voorgeschiedenis van terugkerende hypoglycemie
o Pt die zich niet bewust zijn van hypoglycemie
o Aanhoudende slechte glycemiecontrole
o Ketoacidose in de laatste 3 maanden voor Ramadan
o Acute ziekte
o Hyperglycemisch coma in de laatste 3 maanden voor Ramadan
o Zware lichamelijke arbeid
o Dialyse
HOOG RISICO
o Matige hyperglycemie
o Nierinsufficiëntie
o Gevorderde macrovasculaire complicaties
o Alleenwonend
o Ouderdom met slechte gezondheid
o Andere Geneesmiddelen die van invloed kunnen zijn
GEMIDDELD RISICO
o Goed gecontroleerde patiënten behandeld met kortwerkende insuline
LAAG RISICO
o Goed gecontroleerde patiënten met alleen dieet, metformine of thiazolidinedion die
verder gezond zijn
De totale dosering van uw medicatie moet worden aangepast in combinatie met het gewicht
verlies of winst die zich kunnen voordoen tijdens de ramadan. Voldoende vochtinname en
lichaamsbeweging zijn onontbeerlijk.
Glycemiecontroles:
-
Eerste 4 dagen dagelijks dagcurve
Dan 1/week dagcurve
3 dagen na Suikerfeest dagcurve
Raadpleging bij uw huisarts
-
1à 2 maanden voor Ramadan
Na 4dagen dagcurve
Na 2 weken
Na dagcurve na Suikerfeest
De nodige glycemiecontroles uitvoeren is in deze periode zeker zo belangrijk.De eerste 4 dagen
van de Ramadan geeft dikwijls een duidelijk beeld hoe uw lichaam zal reageren in de vasten.
Wanneer u bij uw huisarts op raadpleging gaat kan uw arts de dagcurves evalueren en uw
medicatie aanpassen voor u meest geschikte dosis.
Wanneer u een hypoglycemie heeft tijdens het moment van vasten moet u heel goed begrijpen
dat er geen enkele andere manier is om uw bloedsuikerspiegel terug op peil te brengen dan met
koolhydraten!
16. Diabetes en ziekte/ heelkundige ingrepen
Nog in te vullen
17. Notities zorgverstrekkers
18. Notities patiënten
19. Bijkomende informatie
19.1 anderstalige brochure diabetes type2:
Turks – Nederlands
Arabisch – Nederlands
Hindoestanen
www.novonordisk.nl
19.2 patiëntenvereniging
Vlaamse Diabetesverenging – VDV
Ottergemsesteenweg 456
9000 Gent
E-mail : [email protected]
Diabetes Infolijn
0800/96.333 (gratis nummer)
20. Bronnen:
- www.zorgtraject.be
- Diabetessite HPO vzw
- Diabetespas, VDV
- www.slotervaartziekenhuis.nl/diabetes/DiabetesenRamadan
- American Diabetes Association: Recommendations for Management of Diabetes During
Ramadan Response to Al-Arouj et al.Tarik A. Elhadd, MD and Abdullah A. Al-Amoudi, MD
Een uitgave van de Huisartsenkring Pallieterland en Omgeving. www.hpovzw.be
Download