Beleidsplan Duurzame Mobiliteit Vlaanderen

advertisement
Beleidsplan Duurzame
Mobiliteit Vlaanderen
Naar een duurzame mobiliteit in
Vlaanderen
Toen
Nu
Uitgangspunt:
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Basisdoelstellingen RSV
•
selectieve uitbouw van stedelijke gebieden met:


gerichte verweving en bundeling van functies en voorzieningen
zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur
•
behoud en waar mogelijk versterking van het buitengebied met een bundeling
van wonen en werken in de kernen van buitengebied
•
selectieve concentratie van economische activiteiten op die plaatsen die deel
uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen
•
optimalisering van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur met


creatie van de ruimtelijke condities ter verbetering van het collectief vervoer
locatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die worden ontsloten door
openbaar vervoer
Ruimtelijke principes
• Gedeconcentreerde bundeling
Ruimtelijke principes
• Poorten als motor voor ontwikkeling



de zeehavens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende (in
samenhang met de regionale luchthaven) inclusief de internationaal
georiënteerde multimodale logistieke parken
het station voor de hoge-snelheidstrein in Antwerpen (en in Brussel)
de internationale passagiers- en vrachtluchthaven van Zaventem
Ruimtelijke principes
• Infrastructuur als bindteken en als basis
voor locatie van activiteiten
Ruimtelijke principes
• Fysisch systeem ruimtelijk structurerend

het netwerk van beek- en riviervalleien

de grote, aaneengesloten gebieden van het buitengebied en de
open-ruimteverbindingen ertussen
Schematische weergave van de
ruimtelijke visie op Vlaanderen
Selectie stedelijke gebieden en
stedelijke netwerken
Selectie economische knooppunten en
economische netwerken
Lijninfrastructuur
• Categorisering van wegen naar gewenste functie



Verbinden
Verzamelen
Toegang verlenen
Categorisering hoofd- en primair
wegennet
Selectie hoofdspoorwegennet (personen)
Ontwerp nationaal spoorwegennet België
Selectie hoofdspoorwegennet (goederen)
Selectie hoofdwaterwegennet
Verkeer en vervoer: Probleemgebieden
Vlaanderen beschikt over goed en sterk uitgebouwde verkeers- en
vervoersinfrastructuur. Toch zijn er nog verschillende probleemgebieden:
• een van de grote zwakten is het gebrek aan afdoende samenhang
tussen de afzonderlijke transportnetten. Er is een betere integratie van
de verschillende vervoersmodaliteiten nodig om de problemen van het
voor- en natransport op te lossen. De laatste jaren werd hierin wel
vooruitgang geboekt doordat het stads- en streekvervoer en het
treinverkeer beter op elkaar werden afgestemd;
• de kwaliteit van de fietsvoorzieningen laat sterk te wensen over;
• verkeersinfrastructuur en omgeving zijn op veel plaatsen slecht op elkaar
afgestemd;
• er zijn nog enkele honderden zwarte punten waar de verkeersveiligheid
infrastructureel on- voldoende gegarandeerd is;
• de kosten voor het onderhoud van de uitgebreide infrastructuur drukken
steeds zwaarder door op het geheel van de overheidsmiddelen.
Mobiliteit binnen haar
maatschappelijke context
• Karakteristieken van de vervoervraag (personenmobiliteit,
goederenvervoer (Onderzoek VerplaatsingsGedrag))
• Drijvende krachten achter mobiliteitsontwikkeling (demografische,
economische, technologische en ruimtelijke ontwikkelingen)
• Trendmatige ontwikkeling van de mobiliteit (personen- en
goederenverkeer)
Demografische factoren
• De bevolkingsgroei. In het Vlaams Gewest nam de bevolking in de
periode 1970-2002 met meer dan een half miljoen toe (+ 10%).
• De leeftijdsopbouw. Er zijn meer actieven en de ouderen blijven
langer vitaal. De verkeers- deelname stijgt en het aantal rijbewijzen
neemt nog altijd toe.
• De gezinsverdunning en de toename van het aantal huishoudens.
Tussen 1970 en 2002 daalde in het Vlaams Gewest het aantal
personen per huishouden van 3,14 naar 2,42: een halve persoon
minder per gezin op ongeveer 30 jaar tijd. Alleenstaanden
verplaatsen zich vaker en vooral vaker alleen dan mensen uit
meerpersoonsgezinnen.
Economische factoren
Toekomstvisie op mobiliteit
Principes voor een duurzame mobiliteit (OESO, Vancouver 1996, Rio):
• bereikbaarheid
• efficiënt gebruik van ruimte en natuurlijke hulpbronnen
• billijkheid, sociale rechtvaardigheid
• gezondheid en veiligheid van mensen
• voorkomen van verontreiniging
• economisch welzijn (marktwerking ook in de transportsector)
• individuele verantwoordelijkheid
• educatie en publieke participatie
• geïntegreerde planning (RO, sociaal-economische ontwikkeling)
Uitdagingen voor het toekomstig
mobiliteitsbeleid
• het vrijwaren van de bereikbaarheid
• het garanderen van de toegankelijkheid
• het verzekeren van de veiligheid
• het verbeteren van de verkeersleefbaarheid
• het terugdringen van de schade aan natuur en milieu
Dagelijks afgelegde afstand per persoon tussen 1800
en 2000, te voet gaan uitgezonderd (Frankrijk)
Evolutie van de reissnelheid (deur tot deur) in
km/u voor de verschillende modi (Nederland)
Evolutie van de gemiddelde kost voor
personenvervoer (in euro, 1990)
Gemiddelde tijd besteed aan verplaatsing
per persoon per dag
Aangrijpingspunten ter
beïnvloeding van de mobiliteit (1)
• beïnvloeding van de verplaatsingspatronen



ruimtelijke organisatie
tijdsordening
technologische maatregelen (ICT)
• beïnvloeden van de vervoerspatronen



keuze modaliteiten
beïnvloeding vervoersefficiency (bezettingsgraad,
beladingsgraad)
technologische maatregelen (stille, schone, veilige en zuinige
voertuigen)
Aangrijpingspunten ter beïnvloeding
van de mobiliteit (2)
• beïnvloeding van de verkeerspatronen


efficiëntie (DVM, prijsbeleid, beter benutten, etc.)
techniek (intelligente weg, intelligent voertuig, intelligente
bestuurder)
• beïnvloeding attitudes (referentiekader, feedback vanuit
systeem)



op niveau van organisaties
op niveau van bedrijven
op niveau van de burger
Fractie van inkomen besteed aan het maken
van verplaatsingen
Aantal verplaatsingen per persoon per dag in
een aantal landen
Afgelegde afstand per persoon en per dag in
een aantal landen
Aantal verplaatsingen per persoon per dag in Vlaanderen,
onderverdeeld naar motief en vervoerswijze (2000)
Bron: Zwerts, Nuyts (2004).
Verdeling over verplaatsingsmotieven Vlaanderen
Bron: Zwerts, Nuyts (2004).
Grafische weergave verdeling verplaatsingsmotieven Vlaanderen Bron: Zwerts, Nuyts (2004).
Procentuele verdeling van verplaatsingen en
verplaatsingsafstand over de vervoerswijzen (2000)
Verdeling van het aantal verplaatsingen
volgens verplaatsingsafstand (2000)
Verdeling van het totaal aantal verplaatsingen volgens vertrekuur
van een dag in de werkweek (naar motief) en een dag in het
weekend (gemiddelde per dag) in Vlaanderen in 2000
Verschil in mobiliteit tussen mannen en vrouwen in
Vlaanderen (km/persoon/dag) in 2000
Bron: OVG Vlaanderen 2000-2001
Verschil in mobiliteit volgens leeftijdscategorie in
Vlaanderen (km/persoon/dag) in 2000
Bron: Zwerts, E. en Nuyts, E., 2004,
Verschil in mobiliteit naar opleidingsgraad in
Vlaanderen (2000)
Evolutie in het gebruik van de weg
Evolutie van het aantal reizigers van De Lijn
Evolutie van de trafiek bij de binnenvaart
(in tonkilometer)
Evolutie van het aantal verkeersdoden
Relatieve bijdrage van verkeer en vervoer aan en evolutie van de
totale emissies (alle sectoren) van NMVOS, CO, Pb, PM10, NOx, SO2
en CO2 (Vlaanderen, 1990, 1995, 2000-2002)
Voorspelling autopark, totaal aantal voertuig-km’s
en totale CO2-uitstoot personenwagens
De dichtheid van het autosnelwegen- en waterwegennet
(Vlaanderen en landen van de Europese Unie, 1999)
Kader voor uitwerking doelstellingen
• maatschappelijke behoefte realisatie doelstelling
• aspecten van beoogde doelstelling
• verwachte ontwikkelingen en mogelijke knelpunten
• ambitieniveau
• strategie
• dragende maatregelen
Bereikbaarheid
Bereikbaarheid
Op een selectieve wijze de bereikbaarheid van de
economische knooppunten en poorten waarborgen
(zie ook Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen)
• bereikbaarheid kan op verschillende schaalniveaus worden
gedefinieerd
• onderscheid naar modaliteiten, personen en goederenvervoer
• ruimtelijke differentiatie (Antwerpen, Brussel)
• strategie: betere bereikbaarheid door/ondanks afremming groei
wegverkeer
Dragende maatregelen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
efficiëntere ruimtelijke organisatie van activiteiten
betere tijdsordening van activiteiten
optimaal benutten van het bestaande vervoerssysteem
realiseren wegennet zoals voorgesteld in RSV
voeren van een restrictief parkeerbeleid
verbeteren kwaliteit OV
verbeteren kwaliteit spoorwegennet voor goederenvervoer
verbeteren kwaliteit vervoer te water
opbouw multimodale systemen (bevordert gebruik alternatieve
vervoerwijzen)
• verbeteren van fietsroutes en fietsnetwerken
• het voeren van een prijsbeleid
Pegasus
• De Lijn: Pegasus-plan 2003 - 2025
• 30 miljoen meer reizigers per jaar op bus en tram






Antwerpen: ingebruikname van nooit gebruikte premetrotunnels
Oost-Vlaanderen: het Gentse tramnet wordt verlengd en is er sprake van
een lightrail tussen Gent en Zelzate, langs de Gentse haven.
Vlaams-Brabant: een netwerk van snelbussen zal worden opgezet rond
Brussel en Leuven.
West-Vlaanderen: plannen voor een noord-zuid lightrailverbinding door
Brugge, een lightrailverbinding tussen Brugge en Oostende, een
uitbreidingen van het Kusttramspoor van Koksijde naar Veurne en, als de
Franse overheid meewil, ook een verlenging van het tramspoor naar
Duinkerke.
Limburg: uitwerking van een geïntegreerd regionaal netwerk voor treinen,
lightrail en snelbussen
Ook de bestaande netwerken worden op veel plaatsen verder uitgebouwd
en verbeterd.
Pegasus in Antwerpen
Pegasus in Vlaams Brabant
Pegasus in Oost-Vlaanderen
Gewestelijk expresnet Brussel
GEN-werken ten oosten van Brussel
Vijf lijnen krijgen vier sporen
Luchthaven brussel: Diabolo project
Binnenlands reizigersvervoer
• Globaal marktaandeel spoor (R-km)
Europa : 5,9%
België : 6,1%
• Marktaandeel in piek naar Brussel
28% waarvan 41% (>30 km) en 20% (<30 km)
Hoe marktaandeel vergroten?
 comfort, kwaliteit, prijs
 op lange afstand: snelheid
 op korte afstand: frequentie
De objectieven van de Regering
• Modal shift
• Personenvervoer met de trein :
verwachte evolutie 1998 - 2010
Marktaandeel : van 6,6 % naar 7,6 % (+ 15 %) …
met een globale groei van de mobiliteit van 30 %
50 % meer verplaatsingen met de trein
Toegankelijkheid
Toegankelijkheid
Op een selectieve manier iedereen in Vlaanderen de mogelijkheid
bieden zich te verplaatsen. Daardoor moet iedereen volwaardig kunnen
deelnemen aan het maatschappelijk leven.
• verplaatsingspatroon verschilt per leeftijdsgroep
< 6 jaar: weinig bekend; 6 – 18 jaar: leerplichtfase, 6 – 12 jaar: wo-sch
dominant, op latere leeftijd ook andere motieven; 19 – 65:
beroepsactieve leeftijd; > 65 jaar: afname mobiliteit (huidige populatie)
• beperkingen: individuele vaardigheden (jong en oud), juridische
beperkingen; huishoudsituatie;
• relevante ontwikkelingen: demografische ontwikkelingen (oudere
bevolking); sociaal-economische ontwikkelingen; ruimtelijke
ontwikkelingen (schaalvergroting)
Dragende maatregelen
• handhaving van een basisvoorzieningenniveau (winkel, school,
post/bank)
• verbetering van de bruikbaarheid van de weg voor zwakke
verkeersdeelnemers (fiets- en voetpaden)
• verhoging van de sociale veiligheid op straat en in het openbaar vervoer
• verbeteren van de eigen (aangepaste) vervoermiddelen
• verkeerseducatie en –training voor en over zwakke verkeersdeelnemers
• een gedifferentieerde uitbouw van het openbaar vervoer i.f.v. plaats en
tijd
Dragende maatregelen (2)
• verhoging van de kwaliteit van collectieve systemen (comfort,
informatie, etc.)
• vervoer op maat voor mensen met functiebeperkingen
• een betaalbaar gebruik van vervoermiddelen en
vervoersmogelijkheden
• diensten/activiteiten naar de mensen brengen
Verkeersveiligheid
Risico: aantal doden per 1 miljard
voertuigkilometers (Source: IRTAD/CARE/Eurostat)
Oorzaken van ongevallen:
Visie van de overheid
Vehicle
5 – 10%
Road infrastructure
and environment
10 – 30%
Human behaviour
75 – 95%
Oorzaken van ongevallen:
Na enig onderzoek!
Absence of
Personal safety
devices
15%
Violations
7%
Mistakes related to
road design and
speed limits
62%
Verkeerkeersveiligheid:
De verkeersonveiligheid in Vlaanderen verder terugdringen
met het oog op een wezenlijke vermindering van het aantal
verkeersslachtoffers
• verkeersonveiligheid in België (en Vlaanderen) groter dan in
omringende landen
• beperking van het risico
• Slachtoffers = expositie x
ongevallen
------------expositie
x
slachtoffers
-------------ongevallen
• geïntegreerde aanpak (interactie mens – voertuig – weg)
Verkeersveiligheid (2)
• risico’s verschillen per vervoerwijze (moto, bromfiets, voet, fiets,
auto, ov)
• steeds minder sprake van afname verkeersonveiligheid (stabilisatie
aantal ongevallen)
• ambitie: reductie aantal doden en zwaargewonden in 2010 met 50%
t.o.v. situatie 1999
Verkeersveiligheid: doelstellingen
Een halvering van het aantal doden/dodelijk gewonden
•
Tegen 2010 willen we het aantal slachtoffers van 1999 meer dan halveren. Op
jaarbasis houdt deze ambitie een daling in van het aantal doden/dodelijk
gewonden met gemiddeld 5%. We moeten deze doelstelling differentiëren
volgens de verschillende netten (hoofdwegennet en onderliggend wegennet).
Een halvering van het aantal zwaargewonden
•
Ook hier is de ambitie: een halvering in 2010 ten opzichte van 1999. Op
jaarbasis betekent dit een daling van het aantal zwaargewonden met
gemiddeld 5%.
Een daling van het aantal doden/dodelijk gewonden bij de jongeren van
< 26 jaar
•
Het doel hier is een daling met gemiddeld 6% per jaar. De problematiek bij
deze leeftijdsgroep is zo ernstig dat de doelstelling ambitieuzer is dan het
gemiddelde.
Daling van het risico op lichte verwonding
•
Het risico op een lichte verwonding moet dalen met gemiddeld 2,5% per jaar.
Dragende maatregelen
• minder groei van het individueel gemotoriseerd verkeer
• bijgestelde en aan de omgeving aangepaste snelheden op
secundaire en locale wegen
• intrinsiek veiliger ingerichte wegen (doortochten, kruispunten,
fietspaden)
• continu en stapsgewijze veilig leren rijden
• meer en effectiever verkeerstoezicht (snelheid, alcohol, gordel)
• doelgerichter sanctionering (gebaseerd op draagvermogen)
• veiliger goederenverkeer
• passieve veiligheid van voertuigen stimuleren
• inspelen op technologische ontwikkelingen (ISA)
• degelijker kennis en informatie
Verkeersleefbaarheid
Verkeersleefbaarheid
Ondanks de toenemende mobiliteit de verkeersleefbaarheid
verbeteren
• verkeersleefbaarheid hangt samen met verblijven,
verplaatsen op microschaal en evenwicht daartussen
• samenstellende componenten: luchtverontreiniging, geluid,
trillingen, geur, oversteekbaarheid/barrièrewerking,
ruimtegebruik (stallende voertuigen), leesbaarheid,
stedelijke ruimte, landschap en erfgoed
Geluidshinder gedurende de nacht
Dragende maatregelen
•
•
•
•
beheersen van verkeersvolume
verminderen van schadelijke emissies aan de bron
verminderen van geluidshinder
aanpakken van verkeersleefbaarheid langs secundaire
en lokale wegen met een belangrijke (lokale)
verbindende functie
• realiseren van verblijfsgebieden
• aanpakken van verkeersleefbaarheid langs
hoofdinfrastructuren
• aandacht voor verkeersleefbaarheid bij ontwerp en
beheer infrastructuur
Milieu- en natuurkwaliteit
Milieu- en natuurkwaliteit
De schade aan milieu en natuur terugdringen, zelfs al neemt de
mobiliteit verder toe
Gevolgen:
• regionaal:
• lokaal:
broeikaseffect, aantasting ozonlaag, verzuring , afval
biotoopverlies, verontreiniging en verstoring, barrièreeffect, verdroging
Internationaal probleem:
• Europese richtlijnen en internationale conventies
Milieu- en natuurkwaliteit (2)
Ambitie:
• tegemoetkomen aan nationale en internationale emissiereductiedoelstellingen
• versnippering van natuur verminderen
• transportinfrastructuur ecologisch beter inpassen in de omgeving
• opzetten van een efficiënte beleidsondersteunende organisatie
• optimaliseren van het gebruik van bestaande beleidsinstrumenten
Dragende maatregelen
• optimalisatie van beleidsinstrumentarium uit milieubeleid en de
ruimtelijke ordening
• beheersing van het verkeersvolume
• opzetten van een beleidsondersteunende organisatie bij de
uitvoering van het mobiliteitsplan en afstemming met het
milieubeleidsplan
• mitigatie van barrière-effect
• inrichting van transportinfrastructuur
• bevorderen van het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen
• inspectie en onderhoud van voertuigen
• beperken hinder en verstoringen
• gedragsbeïnvloeding
Naar een geïntegreerde aanpak van de
mobiliteit
Kritische succesfactoren:
• het structureel beheersen van de mobiliteitsvraag
• het structureel beheren van het vervoersaanbod
• het optimaal gebruik van de aangeboden verkeers- en
vervoersinfrastructuur
• specifieke aandacht voor de zwakke weggebruikers
• beperken van de emissies van het transportsysteem
Kritische succesfactoren (2)
• het optimaal inpassen van verkeers- en vervoerinfrastructuur in de
omgeving
• het maken van bindende afspraken binnen het eigen beleidsveld en
overheen de verschillende beleidssectoren
• het creëren van een maatschappelijk draagvlak
• het doelmatig aanwenden van de middelen binnen elke modus en
tussen de verschillende modi
• voldoende middelen en sturende instrumenten om het beleid te
realiseren
Relatiematrix markten en vormen van dienstverlening
in het mobiliteitsmanagement
Download