In samenwerking met Scotts, Tref Ego en BLGG is door DLV Potplanten bij Varinova een onderzoek opgestart naar het effect van Fosfaat op de groei, ontwikkeling en bloei van Cyclamen. Samenvatting Volgens de GLAMI-norm moet de fosfaatgift in Cyclamen omlaag. Doel van de praktijkproef is vast te stellen welke effecten het bij de Cyclaam geeft bij een verlaagde fosfaatgift en zo mogelijk daarmee ook de diameter van de plant te sturen zoals toegepast bij andere gewassen. Fosfaat is een belangrijke energie drager in de cellen en zorgt voor het transport van de assimilaten in de plant. Beperking van fosfaat is van invloed op de groei en ontwikkeling van de plant. In de proefopzet is ook gebruik gemaakt van Compalox®-P buffer. Compalox is een aluminiumoxyde waaraan fosfaat gebufferd kan worden. Fosfaat komt daarna gedoseerd vrij door middel van diffusie. In vier verschillende fosfaattrappen (0-0,5-1,0-2,0) zijn de Cyclamen geteeld aan de druppelaar waarbij via dosatrons en A/B bak de bemesting is gedoseerd. In week 22 zijn de zaailingen van 11 weken oud opgepot en in week 44 was de eindbeoordeling. Vanaf week 28 zijn iedere 4 weken grondmonsteranalyses genomen en op basis daarvan de meegegeven EC wel/niet aangepast. In de eindbeoordeling zijn metingen/tellingen uitgevoerd van de diameter van de plant, het volume van de wortelkluit, het aantal bladeren, het aantal bloemen en de grootte van de knol. Tijdens de gehele teelt zijn geen/nauwelijks gebrekverschijnselen waargenomen. In de eindbeoordeling had de groep planten met 0-fosfaat meer oude bloemen dan de overige groepen. De grondmonster analyses gaven een herkenbaar beeld met betrekking tot de gegeven fosfaat hoeveelheid. Het aantal bladeren en bloemen in de groepen met 0-fosfaat was duidelijk lager dan de overige groepen en ook de diameter van de planten was duidelijk kleiner. De knol van de 0-fosfaat groep was beduidend groter. Bij stress van de Cyclaam is dit een bekend verschijnsel. In de wortelkluit beoordeling waren de verschillende metingen niet éénduidig waardoor er moeilijk conclusies uit vielen te trekken. De verschillen in metingen van de groepen van 0,5 fosfaat tot 2,0 fosfaat waren erg klein. Het verschil in diameter tussen 0,5 fosfaat en 2,0 fosfaat was slechts 2 cm. 1/22 Fosfaat proef DLV plant/Varinova sep/okt 2005. De toevoeging van Compalox gaf nauwelijks een meetbaar verschil in plantkwaliteit maar gaf wel verschillen te zien in beschikbaar fosfaat in de potgrond. Naar aanleiding van de proefresultaten zou het goed mogelijk zijn de fosfaatgift te reduceren. Het huidige standaard advies is nu 1,0 wat teruggebracht zou kunnen worden. Afhankelijk van de gewenste eindkwaliteit moet de juiste fosfaat dosering bepaalt worden. De proef is uitgevoerd met het ras Maxora dat genetisch compact groeit. Het is niet bekend hoe andere rassen op een reductie van de fosfaatgift reageren. Vervolgproeven moeten meer duidelijkheid brengen in de ondergrens van de fosfaatgift en de reacties van de verschillende rassen. Probleemstelling Volgens de GLAMI-norm moet elke tuinder tot 2010 met steeds minder meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en energie werken. De norm voor 2010 bedraagt afgerond 170 kg fosfaat per ha. Omgerekend was de gebruikte hoeveelheid fosfaat in de proef: 0 mmol fosfaat 0,5 mmol fosfaat 1,0 mmol fosfaat 2,0 mmol fosfaat 0 kg fosfaat (zeer kleine hoeveelheid in de potgrond) 157 kg fosfaat 315 kg fosfaat 630 kg fosfaat In de teelt van Cyclamen vormt de norm voor fosfaat een probleem. Om aan de norm te voldoen, moet de gebruikte hoeveelheid fosfaat naar beneden. Hierbij valt o.a. te denken aan de volgende mogelijkheden: • Fosfaat-verlaging in gift en voorraadbemesting (PG-mix), • Het gebruik van Compalox®-P buffer Deze manieren brengen als probleem met zich mee, dat er een controle in de potgrond moet zijn, om de lage fosfaattoestand te controleren. Er mag immers geen gebrek optreden. Ook is moeilijk te bepalen wanneer een gebrek optreedt en wat de gevolgen zijn van een laag fosfaat op de ontwikkelingssnelheid van cyclamen. Uit onderzoek met Compalox®-P buffer in éénjarige zomerbloeiers (2003/2005, DLV Facet) blijkt, dat fosfaatbeperking een positief effect kan hebben op de groeiremming. Fosfaatbeperking in cyclaam zou dus een extra stuurmogelijkheid kunnen bieden om de diameter van het eindproduct beter te kunnen sturen. Ook is het belangrijk om te weten wat de gevolgen van te weinig fosfaat kunnen zijn op de teelt van cyclamen. Compalox Compalox is een product wat een fosfaatbuffer aanbrengt in de potgrond door binding van fosfor aan aluminiumoxide. Het fosfaat wordt vastgelegd of is in meer of mindere mate uitwisselbaar met het bodemvocht. Voornamelijk worden door de plant voedingsstoffen uit het bodemvocht opgenomen welke in oplossing zijn. Vastgelegd fosfaat ( en andere elementen) kunnen door overige milieufactoren voor de plant beschikbaar komen tijdens het groeiseizoen. Er zal een evenwicht ontstaan tussen gebonden ionen en de opgeloste ionen (zoals fosfaat) in het bodemvocht. Opname van ionen door wortels in het substraat vindt voornamelijk plaats vanuit de bodemoplossing. De mogelijkheid tot directe overdracht van ionen van de uitwisselings complexen in de grond is in theorie aanwezig maar is te verwaarlozen. In de bodemoplossing kunnen de ionen de wortels bereiken door diffusie en door de stroming mee met het water dat door de wortel wordt opgenomen. Bij overmaats- of gebreksverschijnselen zie je planten daarom ook meestal vrij snel gunstig reageren op aanpassing van de voedingsoplossing. In de glastuinbouw is er veel onderzoek en ervaring beschikbaar met telen om een zo optimaal mogelijke groei en bloei van het gewas te verkrijgen. In de glastuinbouw hebben we in bepaalde groeiseizoenen te maken met voor planten een niet gunstige licht-/temperatuurverhouding met als gevolg een te welige plant of een te vegetatieve plant. Groeibeheersing wordt met veel ervaring gerealiseerd door sturing van de osmotische spanning van het substraat doormiddel van droger telen en/of verhoging van de EC-waarde. Naast deze teelttechnische maatregelen wordt er gebruik gemaakt van remstoffen om de planten te beheersen in groei. Het gebruik van Compalox heeft als toepassing het sturen van de gewasgroei op basis van een minimale ionspecifieke beschikbaarheid van fosfaat om de groei te beheersen. Getracht wordt, dit te bereiken door minimale beschikbaarheid van fosfaat uit de buffer (Compalox) en het niet toedienen van fosfaat in de voedingsoplossing afhankelijk van de gewenste gewasgroei. Het doel is dus niet een zo groot mogelijke groei maar juist een optimale (minimale) groei/strekking middels een laag aanbod van een voedingselement. Visuele gewasschade als gevolg van laag beschikbaar fosfaat zal niet snel optreden. Al eerder is vermindering van groei/strekking waar te nemen. Functies van fosfaat in de plant tijdens de groei: In tabel 1 zijn de functies van fosfaat weergegeven. P (fosfaat) Beschrijving en functie: De belangrijkste energiedrager in de cellen, het ATP, dankt zijn functie aan een zeer energierijke fosfaatverbinding. P is op verschillende manieren betrokken bij de stofwisseling van suikers. De chemisch zeer sterke verbinding C-P-C is van belang in duurzame structuren als DNA en celmembranen. Mobiel in floëem: ja Remobiliseerbaar: ja Groeiremming; blad donkergroen, rood- of paarskleurig van Gebrekssymptome bladnerven en stelen door anthocyaanvorming. Late bloei en n: vruchtzetting, verminderde zijscheutvorming vertraagde vruchtrijping, vervroegd afsterven van het oudste blad. Fysiologische P is nodig voor het transport van assimilaten uit de achtergrond van chloroplasten. P-gebrek veroorzaakt daardoor ophoping van gebrek: suikers in de bladeren en tekorten niet-groene delen. P-overmaat komt in grondteelt vrijwel niet voor door sterke Overmaatverschijn binding van P aan bodemdeeltjes. In substraatteelt mogelijk selen: remming van de opname van Zn en Mg. Fysiologische Door hoge P-concentratie in de plant wordt Zn achter-grond van geimmobiliseerd. overmaat NO3 (stikstof/nitraat): Doelstelling en afbakening van het onderzoek • Mogelijkheden tot reductie van het fosfaatverbruik. • Betere stuurmogelijkheid van diameter groei. (compactere of juist grotere planten) • Effecten van fosfaat te kort op de ontwikkeling en groei. Te verwachten resultaat Vaststelling van de (minimale) hoeveelheid voorraadbemesting fosfaat in combinatie met Compalox®-P buffer in relatie tot fosfaatbesparing en groeiremming. Gebruikte Cyclamen rassen • Cyclaam Maxora White • Cyclaam Maxora Mix Behandelingen Tabel 1 Proeffactor Voorraadbemesting Mestgift (pg mix) in potgrond Cyclamen wit (deel 1) A. Geen fosfaat B. Weinig fosfaat C. Gemiddeld fosfaat 10 - 3 - 31 10 - 3 - 31 15 - 10 - 20 Zonder fosfaat 0 weinig fosfaat 0,5 normaal fosfaat 1,0 D. Veel fosfaat 12 - 14 - 24 Veel fosfaat 2,0 Cyclamen mix proef met compalox (deel 2) E. + F. Geen fosfaat G. H. Weinig fosfaat I. + J. Gemiddeld fosfaat K. + L. Veel fosfaat 10 - 3 - 31 10 - 3 - 31 15 - 10 - 20 12 - 14 - 24 Zonder fosfaat 0 weinig fosfaat 0,5 normaal fosfaat 1,0 Veel fosfaat 2,0 De Teelt. De Cyclamen zijn bij Varinova BV geteeld. Teeltschema: Week 11: zaai Week 22: oppotten Watergift met regenwater. Week 28: Uitgezet aan druppelaars. EC gift van 1,3. Week 36: EC gift aangepast naar 1,8 in 0,5 , 1,0 en 2,0 Fosfaat gift groepen Week 40: EC gift aangepast naar 2,3 in 0,5 , 1,0 en 2,0 Fosfaat gift groepen Week 40: Tussenbeoordeling door LTO Cyclamendag Week 44: Eindbeoordeling Gebruikte potgrond:Tref/Ego nr. 7 Gebruikte meststoffen: Peters professional aangevuld met meststoffen. Gewasbescherming: t/m week 39 tegen trips, rups en luis. enkelvoudige Bemesting. Recepten 1.Geen Fosfaat 2.Weinig Fosfaat 3. Gemiddeld Fosfaat 4. Veel Fosfaat Bemesting is uitgevoerd via A/B bak voeding met Dosatrons. Via onderstaande bemestingsschema’s. Tabel 2 K Ca Mg NH4 NH2 NO3 SO4 H2PO4 Fe Mn Zn B Cu Mo 8,31 2,63 1,19 0,84 0,00 14,20 1,43 0,00 17,91 9,10 7,65 18,50 7,87 1,56 8,30 2,60 0,40 0,45 0,00 12,80 1,43 0,50 17,91 9,10 7,65 18,50 7,87 1,56 7,10 3,50 0,60 0,69 0,00 12,50 0,72 1,00 40,29 6,83 1,72 34,69 1,77 0,78 6,80 3,50 0,60 0,69 0,00 12,50 0,00 2,00 40,29 6,83 1,72 34,69 1,77 0,78 Resultaten De volgende metingen/waarnemingen zijn uitgevoerd: 1. een 1:1,5 potgrondanalyse elke 4 weken 2. een PAL analyse van de potgrond elke 4 weken 3. een droge stof analyse van het blad bij de eindbeoordeling 4. Bloemkleur/veroudering waarnemingen tijdens de teelt 5. Symptomen van fosfaat gebrek/overmaat waarnemingen tijdens de teelt 6. Beoordeling van de wortelkluit bij de eindbeoordeling 7. Grootte van de knol bij de eindbeoordeling 8. Aantal bladeren bij de eindbeoordeling 9. Aantal bloemen bij de eindbeoordeling 10. Plantdiameter bij de eindbeoordeling 11. Algemene beoordeling 1. Potgrondanalyse 1:1,5. Elke 4 weken is een 1:1,5 potgrond analyse gemaakt. De bemonstering is gestart op 25 augustus 2005 (week 34). De resultaten van de analyses staan in de grafieken hieronder. Grafiek 1 Hoeveel Fosfaat Fosfaat gemeten in 1:1,5 potgrond analyse 3,25 3 2,75 2,5 2,25 2 1,75 1,5 1,25 1 0,75 0,5 0,25 0 A-0 P B-0,5 P C-1,0 P D-2,0 P F-0 P+Comp H-0,5 P+Comp J-1,0 P+Comp aug-05 sep-05 okt-05 L-2,0 P+Comp Recept + Datum De resultaten van de 1:1,5 potgrondanalyses laten duidelijk de verschillen in fosfaatgift zien. In de A-0 fosfaat en de B-0,5 fosfaat blijft de aanwezigheid van beschikbaar fosfaat zeer laag. In de C-1,0 fosfaat en de D-2,0 fosfaat zie je de hoeveelheid beschikbaar fosfaat zich opbouwen in de potgrond. De potgrond met compalox geeft in alle gevallen een iets lager beschikbaar fosfaat cijfer zien dan de potgrond zonder compalox. De compalox heeft de fosfaat voor een gedeelte gebufferd. In de L-2,0 fosfaat + Compalox loopt het beschikbare fosfaatcijfer nog erg hoog op. De Compalox buffer is hier mogelijk te klein om voldoende fosfaat te bufferen. Grafiek 2 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 25-8-2005 22-9-2005 p Co m P+ L2, 0 P+ Co m J1, 0 Co m P+ H0, 5 p p p P+ C om P F0 D2, 0 P C1, 0 B0, 5 A0 P 28-10-2005 P EC waarde Gemeten EC in potgrond Recepten De gemeten EC in de potgrond toont een duidelijke lijn in de laatste bepaling. De EC wordt lager naarmate de het fosfaat getal hoger is. Dit heeft te maken met de plantgrootte per toegediend recept. (misschien moet je eerst de plantgrote behandelen en daarna de gerealiseerde cijfers) A-0 fosfaat en F-0 fosfaat+compalox hebben duidelijk kleinere planten dan de overige recepten, waardoor de plant minder voeding uit de potgrond gebruikt. Zie grafiek 11 “Diameter van de Plant”. Grafiek 3 7 6,8 6,6 6,4 6,2 6 5,8 5,6 5,4 25-8-2005 22-9-2005 p Co m P+ L2, 0 J1, 0 P+ Co m Co m P+ H0, 5 F0 p p p P+ C om P D2, 0 P C1, 0 B0, 5 A0 P 28-10-2005 P Gemeten pH gemeten pH in potgrond Recepten In de gemeten pH is per recept geen significant verschil of een duidelijke lijn gemeten. 2. PAL analyse Elke 4 weken is een PAL analyse van de potgrond gemaakt. In de PAL analyse wordt de totale hoeveelheid fosfaat bepaald, ook de fosfaat die gebufferd wordt door de Compalox. De bemonstering is gestart op 25 augustus 2005 (week 34). De resultaten van de analyses staan in de grafieken hieronder. Grafiek 4 300 250 200 150 100 50 0 25-8-2005 22-9-2005 p Co m P+ L2, 0 P+ Co m J1, 0 Co m P+ H0, 5 p p p P+ C om P F0 D2, 0 P C1, 0 P B0, 5 P 28-10-2005 A0 Gemeten Totaal Fosfaat Gemeten totaal Fosfaat in PAL analyse Potgrond Recepten De gemeten fosfaat in de PAL analyse geeft een duidelijk beeld van de gegeven fosfaat in elk recept. De resultaten zijn grotendeels vergelijkbaar met de resultaten van de 1:1,5 potgrondanalyse in grafiek 1. F-0 fosfaat+Compalox en H-0,5 fosfaat+compalox hebben een iets hoger fosfaat cijfer dan de A-0 fosfaat en de B0,5 fosfaat. Dat komt doordat de F en de H de fosfaat voor een gedeelte gebufferd heeft. Daarnaast was in de A en B de fosfaat direct beschikbaar voor de plant. 3. Droge stof analyse Tijdens de eindbeoordeling in week 44 zijn bladmonsters van iedere groep genomen waarvan een droge stof analyse gemaakt is. De resultaten van de analyse staan in de grafieken hieronder. Grafiek 5 160 140 120 100 80 60 40 20 0 p Co m P+ L2, 0 J1, 0 P+ Co m Co m H0, 5 P+ P+ C F0 p p p om P D2, 0 C1, 0 P B0, 5 A0 P 28-10-2005 P Gemeten fosfaat Droge stof analyse Fosfaat in mmol/kg droge stof Recepten Grafiek 6 Droge stof analyse fosfaat in ppm 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 p Co m P+ L2, 0 P+ Co m J1, 0 Co m P+ p p p H0, 5 F0 P+ C om P D2, 0 P C1, 0 P B0, 5 A0 P 28-10-2005 De resultaten van de droge stof analyse zijn duidelijk in lijn met de fosfaatgift per recept. In de recepten met Compalox is de gemeten fosfaat niet afwijkend in vergelijking met de gemeten fosfaat in de recepten zonder compalox. Uit de grafiek is duidelijk af te leiden dat wanneer er minder fosfaat gegeven wordt er ook een lager droge stof gehalte gemeten wordt. 4. Bloemkleur/veroudering Tussen de verschillende recepten was geen significant verschil in bloemkleur waarneembaar. In de 0-fosfaat groepen waren in de eindbeoordeling wél meer verouderde bloemen aanwezig. Hiervan zijn geen tellingen gedaan. 5. Fosfaat gebrek/overmaat Tijdens de gehele proef zijn geen symptomen van fosfaat gebrek en/of fosfaat overmaat waargenomen. 6. Wortelkluit In de eindbeoordeling is de wortel kluit beoordeeld. De foto hieronder geeft de normen aan hoe de kluiten beoordeeld zijn. Vóór de beoordeling zijn de wortelkluiten zo goed mogelijk uitgespoeld. Foto 1 De grafiek hieronder geeft de beoordeling van de wortelkluiten per recept. Grafiek 7 Wortel beoordeling L K J I H G F E D C B A Reeks1 G em id de ld en : Wortelkwaliteit 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Recepten De resultaten van de wortelbeoordeling geven geen duidelijke lijn in vergelijking met de gegeven recepten. Waar in de Maxora White bij een oplopende fosfaatgift een verbeterende wortelkluit geeft, is het bij de groep Maxora mix (Voor de wortelbeoordeling is hieruit de Maxora Light Purple geselecteerd) een tegenovergesteld resultaat. Compalox heeft geen invloed op de kwaliteit van de wortelkluit gehad. 7. Knolgrootte In de eindbeoordeling is de knol beoordeeld. De diameter van de knol is gemeten en de gegevens staan in de grafiek hieronder. Grafiek 8 diameter knol Diameter in mm 50,00 40,00 30,00 Reeks1 20,00 10,00 0,00 A B C D E F G H I J K L Recepten De diameter van de knol is bij A-0 fosfaat en E+F-0 fosfaat+compalox duidelijker groter dan in de overige recepten. Dit is goed te verklaren door de reactie van de plant. Als een Cyclaam een gebrek heeft, geeft de plant een reactie alsof de plant in rust gaat en wordt de knol dikker. Een andere mogelijkheid is dat door te weinig fosfaat er te weinig transport van energie plaatsvindt waardoor de knol dikker is geworden. 8. Aantal bladeren In de eindbeoordeling is het aantal bladeren per plant per recept geteld. De gegevens staan in de grafiek hieronder. Grafiek 9 Aantal blaadjes per plant L K J I H G F E D C B A Reeks1 G em id de ld en : Aantal blaadjes 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Recepten Het aantal bladeren in de A-0 fosfaat en de E+F-0 fosfaat+compalox is duidelijk lager dan in de overige recepten. Een overmaat aan fosfaat geeft niet een groter aantal bladeren. In de recepten E t/m L is goed het effect van de compalox te zien. F, H, J en L zijn in de Maxora Mix de recepten met compalox. Deze hebben in alle gevallen een iets minder aantal bladeren dan de recepten zonder compalox. De planten met weinig fosfaat hebben duidelijk minder bladeren. 9. Aantal bloemen In de eindbeoordeling is het aantal bloemen per plant per recept geteld. De gegevens staan in de grafiek hieronder. Grafiek 10 Aantal bloemen per plant L K J I H G F E D C B A Reeks1 G em id de ld en : aantal bloemen 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Recepten Het aantal bloemen per plant wordt groter naarmate de fosfaatgift hoger wordt. Het grootste verschil is er tussen de 0-fosfaat en de overige recepten. Compalox heeft geen effect op het aantal bloemen per plant. 10. Plantdiameter In de eindbeoordeling is de diameter per plant per recept gemeten. De gegevens staan in de grafiek hieronder. Grafiek 11 Diameter vd plant L K J I H G F E D C B A Reeks1 G em id de ld en : diameter in mm 350 300 250 200 150 100 50 0 Recepten De diameter van de plant van de recepten zonder fosfaat (A, E, F) zijn duidelijk kleiner dan de overige recepten. De verschillen in diameter tussen de recepten van 0,5, 1 en 2 fosfaat zijn niet significant. De compalox geeft een klein effect op de diameter. De planten van F, H, J en L hebben een iets kleinere diameter in vergelijking met resp. E, G, I en K. 11. Algemene beoordeling De planten van de recepten met 0-fosfaat waren van een matige kwaliteit. Zeer compact, weinig blad en een matige plantopbouw. De bladeren waren dikker en stugger dan de planten van de overige recepten. Ten opzichte van de plantgrootte hadden de planten wél veel bloemen. De verschillen tussen de 0,5 fosfaat, 1,0 fosfaat en de 2,0 fosfaat waren niet significant. Ter verduidelijking van het resultaat zijn hieronder een aantal foto’s ingevoegd van de verschillende proef behandelingen Foto 2 Foto is gemaakt op 5 september 2005 (week 36) Foto 3 Recept 4 Recept 3 Recept 2 Recept 1 (2,0 P) (1,0 P) (0,5 p) (0 p) Hoog start Norm. start Lage start Lage start Fosfaat proef Maxora White 7 oktober 2005 ( week 40) Foto 4 Recept 4 Recept 3 Recept 2 Recept 1 (2,0 P) (1,0 P) (0,5 p) (0 p) Hoog start Norm. start Lage start Lage start Fosfaat proef Compalox Maxora mix 7 oktober 2005 (week 40) Foto 5 Recept 4 Recept 3 Recept 2 Recept 1 (2,0 P) (1,0 P) (0,5 p) (0 p) Hoog start Norm. start Lage start Lage start Fosfaat proef Maxora mix 7 oktober 2005 (week 40) Opvallende zaken - De planten toonden geen gebrekverschijnselen van fosfaat Het verschil tussen 0,5 fosfaat en 2,0 fosfaat was erg klein. Fosfaat heeft een positief effect op de bloemkwaliteit maar de verschillen per recept waren niet/nauwelijks waarneembaar. - Conclusie/aanbevelingen • Het huidige fosfaat (1,0 mmol) niveau kan omlaag. Let op want dit is wel afhankelijk van de PH, de gebruikte potgrond en gewenste einddiameter. • Een te laag fosfaat niveau heeft wel negatieve effecten op de groei. • Bij Maxora White en Maxora Mix geeft beperking van de fosfaatgift weinig effect op de plantkwaliteit. Geen fosfaat gift heeft een slechte invloed op de plantkwaliteit. • De planten van 0-fosfaat waren van een matige kwaliteit. Er was nog wel enige groei en bloei. Het lijkt erop dat de lage voorraad bemesting in de potgrond en de mogelijk kleine fosfaat buffer in de knol in het zaailing stadium fosfaat aan de plant beschikbaar stelt om deze groei te waarborgen. • Er is niet vastgesteld hoe andere rassen op fosfaat reageren. • Een cyclaam laat slecht gebrek verschijnselen door een te laag fosfaat niveau zien. • Compalox heeft een klein effect op de diameter van de plant en op het aantal bladeren per plant. • Bepaal het fosfaat niveau vóór de teelt aan de hand van de gewenste einddiameter. • Breng het fosfaat niveau naar beneden in overleg met uw teelt adviseur. Potgronden hebben een verschillende buffer voor fosfaat wat de beschikbaarheid voor de plant kan verhogen of verlagen. Aanbeveling Zoek naar het optimale fosfaat niveau waarbij de cyclaam niet achter blijft in ontwikkeling en groei. Het optimale fosfaat niveau zal naar aanleiding van dit rapport ongeveer tussen een gift van 0,5 tot 1,0 mmol per liter fosfaat liggen. Ga daar niet onder! Het is wel mogelijk maar besef wel dat het ook mis kan gaan en dat het weinig meerwaarde geeft. Tevens is het niet nodig voor de Glami-norm. Tenzij er cyclamen gekweekt moeten worden met een erg kleine diameter. Varinova BV en DLV plant gaan samen bespreken om in 2006 een vervolg op deze proef uit te voeren. Voor meer informatie: DLV Potplanten, Martijn Gevers Varinova BV, Bart Kuijer