RO299 (x: 91 100 y: 458780) VLIETLANDEN -MIDDEN OP DE PLAS, VOORMALIGE RIETPOLDER Doorzicht [m] 4,5 4 3,5 Doorzicht [m] cht [m] 3 2,5 RO299 (0,5m) RO897 (0,5m) 2 Signaalwaarde Actiewaarde 1,5 1 0,5 0 Doorzicht: het doorzicht is maat voor de helderheid van het water. Helder water wordt als kenmerk voor een goede waterkwaliteit beschouwd. Doorzicht wordt gemeten met een Secchischijf. Dit is een witte ronde schijf (Ø ca. 25 cm) die aan een meetlint in het water wordt gelaten. De diepte tot waar de schijf nog net zichtbaar is, is een maat voor de zichtdiepte. De zichtdiepte wordt bepaald door in het water zwevende deeltjes deeltjes, zoals algen en grond gronden slibdeeltjes. Het in het water zwevende materiaal wordt sterk beïnvloed door het weer en het jaargetijde. Algenbloei in mei en augustus zorgen voor een beperkt doorzicht. Ook wind en regen verhogen de hoeveelheid zwevende stof. Watertemperatuur [Celsius] 25 Temperatuur [C atuur [C] 20 15 RO299 (0 5m) RO299 (0,5m) RO897 (0,5m) 10 5 0 Watertemperatuur: De temperatuur van het water wordt gemeten van zowel het ondiepe als het diepe water. Het verschil in temperatuur is een indicatie voor het optreden van een spronglaag: een deling tussen door de zon verwarmd zuurstofhoudend water dat zich in de bovenste 10 meter bevindt en koud, zuurstofarm water dat in de diepte blijft. Wanneer deze scheiding van lagen optreedt (doorgaans van april tot eind oktober) zijn meststoffen en slibdeeltjes niet in staat om vanuit de diepte aan de oppervlakte te komen. Hierdoor wordt het water in het groeiseizoen niet vanuit de waterbodem gevoed. Dit beperkt onwenselijke algengroei. RO897 (20m) Zuurgraad [pH] 10 9 8 Zuurgraad [pH] d [pH] 7 6 5 RO299 (0,5m) RO897 (0,5m) 4 3 2 1 0 Zuurgraad (pH): De pH van het water is een algemene waterkwaliteitparameter. In kalkrijke omgevingen (zoals de Meeslouwerplas) is de pH doorgaans >7,5. In veengebieden is de pH doorgaans lager dan 7,5. Bij toepassing van grond en bagger onder water kan de pH door het type materiaal dat wordt verwerkt iets veranderen. Wanneer humeus of venig materiaal wordt toegepast kan de pH iets dalen dalen. Er zijn pH pH-gevoelige gevoelige soorten die kunnen verdwijnen als de pH aanzienlijk zou dalen. Er zijn geen eisen aan de pH gesteld. Doorgaans dient de pH binnen 6 en 9 te variëren. RO897 (20,0 m) Fosfaat [mg/l] 0,6 0,5 Fosfaat [mg/l t [mg/l] 0,4 RO299 (0,5m) 0,3 03 RO897 (0 5m) RO897 (0,5m) RO897 (20,0 m) Signaalwaarde Actiewaarde 0,2 0,1 0 Fosfaat Fosfaat is een kritische meststof. Voor helder water is het van belang dat het gehalte laag is zodat algen geen kans krijgen zich te ontwikkelen omdat algen de concurrentiestrijd om fosfaat verliezen van waterplanten. Fosfaat is vooral een probleem in diepe plassen die te diep zijn voor in de waterbodem wortelende waterplanten. Algen zijn dan in het voordeel in de competitie om fosfaat fosfaat. Naast een laag fosfaatgehalte is dus ook ondiep water in het voordeel van de waterplanten. Nitraat [mg/l] 5 4,5 4 3,5 Nitraat [mg/l t [mg/l] 3 RO299 (0,5m) 25 2,5 RO897 (0 5m) RO897 (0,5m) RO897 (20m) 2 Signaalwaarde Actiewaarde 1,5 1 0,5 0 Nitraat Nitraat is net als fosfaat een meststof. Ook voor nitraat geldt dat algen en waterplanten dit gebruiken voor de groei. Te hoge gehalten nitraat zorgen voor algengroei en vertroebeling van het water.