Demo User DNA rapport V1.0 Jouw persoonlijke DNA-rapport! Voor je ligt jouw genetisch rapport- na het zorgvuldig isoleren van je DNA hebben we jouw genetisch materiaal nauwkeurig in kaart gebracht. In dit rapport combineren we jouw genetische eigenschappen met de meest recente wetenschappelijke inzichten. Op deze manier krijg je inzicht in de invloed die je genen hebben op jouw lichaam. Momenteel ligt de nadruk op aspecten die verband houden met sportieve prestaties. Er komen geen onderdelen in voor die medisch van aard zijn. We richten ons daarbij op de genetische eigenschappen in de volgende vijf categorieën: 1 2 3 4 5 Prestatie & Training Blessuregevoeligheid Herstelvermogen Motivatie Metabolisme Hoe bereik je de beste resultaten, waarom lijkt sprinten jou beter af te gaan dan lange afstandsrennen, maar ook waarom heb jij vaker dan anderen last van rugblessures? - het heeft allemaal een genetische basis. Een basis die wij hebben blootgelegd door jouw DNA te analyseren. Ondanks dat genen nooit het hele verhaal vertellen en niet bepalen wie je bent, spelen ze wel degelijk een belangrijke rol. Hieronder lees je welke invloed jouw DNA heeft op je fysieke prestaties en manier van sporten, op motivatie, blessure en herstel en op je voeding. Leeswijzer Misschien heb je al eens wat gelezen of gehoord over DNA, of misschien is dit allemaal vrij nieuw voor jou. Het kan voorkomen dat sommige termen in dit rapport niet helemaal duidelijk zijn. Om te zorgen dat de rapportage toch goed leesbaar blijft, hebben we de samenstelling en indeling overzichtelijk geprobeerd te houden. In de rapportage gaan we in op jouw persoonlijke resultaten. De wetenschappelijke achtergrond bij de uitslagen, en uitleg over DNA, genen en de andere termen die je in dit rapport leest, kun je nalezen in de bijlage ‘Genetics 101’, die je samen met jouw rapport ontvangt. Vanuit de vijf categorieën gaan we in op de onderliggende genen, die op hun beurt bestaan uit een of meerdere SNP’s. We geven per SNP (ook wel marker genoemd) aan welke varianten er zijn, welke variant jij hebt en wat dit voor jou inhoudt. Het kan gebeuren dat sommige van onze conclusies elkaar lijken tegen te spreken. We schrijven bijvoorbeeld dat je aanleg hebt voor een goede doorbloeding van de spieren, dat is gunstig voor krachtsporten. Tegelijkertijd schrijven we dat je geen aanleg hebt voor een bovengemiddelde spiereffectiviteit, dat is niet gunstig voor krachtsporten. Heb je dan wel of geen aanleg voor krachtsport? Op bepaalde vlakken wel, op andere vlakken minder. Dat is heel normaal. Soms versterken genen elkaar, soms kom je ergens in het midden uit en soms werken ze elkaar tegen. Wij geven je inzicht in de genetische componenten die jouw prestaties beïnvloeden, maar vergeet niet dat er ook een hoop andere factoren meespelen. 2 Disclaimer Dit rapport bevat de resultaten van jouw genetische test. Wij hebben de speekselkit die je hebt opgestuurd uitvoerig geanalyseerd. De resultaten van deze analyse hebben uitsluitend betrekking op sport en fysiologie. Ze zijn bedoeld om je te helpen jouw training en dieet te optimaliseren en om jouw lichaam beter te leren begrijpen. Houdt bij het interpreteren van dit rapport rekening met het volgende: 1 2 3 4 5 Als je van je huisarts het advies hebt gekregen om niet te sporten, verandert deze rapportage daar natuurlijk niets aan. We zijn er bij het samenstellen van dit rapport van uitgegaan dat je een goede basisgezondheid en conditie hebt en dat je geen medische indicaties hebt waardoor sporten voor jou onverstandig is. We zijn er bij het samenstellen van dit rapport niet van uitgegaan dat je in de afgelopen twaalf tot achttien maanden veelvuldig ziek bent geweest. Dit kunnen we niet aan jouw DNA aflezen, je zult hier dus zelf rekening mee moeten houden. Je mag door sporten nooit je veiligheid in gevaar brengen. Kun je bijvoorbeeld door medicijngebruik niet veilig sporten? Dan moet je dit ook zeker niet doen, ongeacht wat de resultaten van jouw analyse zijn. Ten slotte hebben onze voedingsadviezen een beperkte reikwijdte: als je voedselallergieën hebt, moet je die voedingsmiddelen natuurlijk onverminderd uit de weg gaan. Wij kunnen met onze genetische analyse niet vaststellen welke allergieën je hebt. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je de adviezen in deze rapportage beter niet kunt opvolgen. Raadpleeg altijd een arts, diëtist of sport- of trainingsdeskundige als je op enig moment twijfelt aan wat voor jou het beste is. Dit rapport is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld door experts. Desondanks blijf jij zelf verantwoordelijk voor jouw eigen acties en de gevolgen daarvan. Omnigen B.V. en haar medewerkers of vertegenwoordigers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade of kosten die voorkomen uit het opvolgen van de adviezen in dit rapport. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid omvat onder meer, maar is niet beperkt tot: ● ● ● ● ● schade als gevolg van het verlies van persoonlijke gegevens; persoonlijke gevolgschade; blessure; direct of indirecte schade aan derden of het bezit van derden; aansprakelijkheden jegens derden. De bovenstaande verklaring doet op geen enkele wijze afbreuk aan jouw rechten als consument. En geen van bovenstaande behouden verminderen aansprakelijkheid in het geval van opzettelijke fraude. Bedenk goed dat DNA fungeert als blauwdruk voor veel van de processen in jouw lichaam. Die worden echter ook door vele andere factoren beïnvloed. Neem ook jouw omgevingsfactoren dus altijd mee in de keuzes die je maakt. Deze DNA-analyse is uitsluitend bedoeld om jou te ondersteunen in het leren begrijpen van jouw lichaam en kan nooit alleenstaand worden gebruikt om belangrijke keuzes mee te maken. 3 1 - Prestatie & Training Ondanks dat genen nooit het hele verhaal vertellen en niet bepalen wie je bent, kunnen ze een significante invloed hebben. Er zijn een aantal genen gevonden die gelinkt kunnen worden aan de aanleg voor het trainen van kracht en kunuithoudingsvermogen. Kracht trainingen zijn kort en intensief - denk hierbij aan sprinten. De trainingen voor uithoudingsvermogen zijn juist langer en met een lage intensiteit - denk hierbij aan marathon lopen. Hiernaast spelen doorbloeding en vochthuishouding ook een belangrijke rol in je training. Gennaam: ACE - Zorgt voor betere zuurstofopname en verhoogde prestaties. SNP ID: rs4343 (A/G) Dit gen heeft effect op de bloeddruk, de vochthuishouding en de water-zoutbalans in het bloed. Ook lijkt het een rol te spelen bij het gemak waarmee zuurstof kan worden opgenomen door het lichaam. Varianten van ACE laten tevens verschillen in maximale hartslag zien onder invloed van inspanning. Deze effecten hebben een grote invloed op het prestatievermogen van atleten. Jouw genotypering: GA Personen met deze combinatie van allelen hebben een iets verhoogde aanleg om goed te presteren in zuurstofarme omgevingen, bijvoorbeeld in de bergen. Ook hebben zij aanleg om iets minder snel vermoeid te raken door lichamelijke inspanning. Gennaam: ACTN3 - Zorgt voor snelle (fast twitch) of langzame (slow twitch) spieren. SNP ID: rs1815739 (T/C) Het ACTN3 gen is de blauwdruk voor een belangrijk spiereiwit. Variaties in dit gen hebben daardoor invloed op de spierkracht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hebben van snelle (fast twitch) of langzame (slow twitch) spieren; vaak omschreven als witte en rode spiervezels. Jouw genotypering: CC Dit genotype wordt geassocieerd met bovengemiddelde spierefficiëntie (veel snelle spiervezels), zowel bij goedpresterende krachtatleten als sprinters. Gennaam: ADRB2 - Verhoogt de zuurstofopname. SNP ID: rs1042713 (A/G) Dit gen speelt een rol bij onder meer het uitzetten (vergroten) van de luchtwegen, het vormen van glucose in het lichaam en groei van het hart. Deze specifieke marker wordt geassocieerd met een verschil tussen duur- en krachtatleten. Jouw genotypering: AG Deze combinatie van allelen wordt geassocieerd met goede prestaties bij zowel duur- als krachtsport. Gymnasten kunnen hier voordeel van hebben omdat dit zowel kracht als uithoudingsvermogen positief beïnvloedt. 4 SNP ID: rs1042714 (C/G) Sporten op hoogte, onder omstandigheden met weinig zuurstof, kan bijzonder zwaar zijn. Een optimale opname van zuurstof uit de lucht is hierbij essentieel. Voor het ADRB2 gen, dat codeerd voor een longeiwit, is aangetoond dat het effect heeft op een verhoging van zuurstofopname. Dit kan mogelijk een voordeel opleveren voor mensen die op hoogte sporten, zoals klimmers en skieers, of voor schaatsers bij wedstrijden op hooglandbanen. Jouw genotypering: CC Dit genotype is geassocieerd met een verhoogde opname van zuurstof onder zuurstofarme omstandigheden. Dit genotype wordt vaak gezien bij mensen waarbij de voorouders altijd op grote hoogte hebben gewoond. Mensen met deze variant kunnen makkelijker inspanningen leveren op hoogte. Gennaam: AGT - Verbetert de doorbloeding van spieren. SNP ID: rs699 (T/C) Deze genetische marker heeft onder meer invloed op de spiergroei en de doorbloeding van actieve spieren en de hartspier. Een betere doorbloeding van spiervezels zorgt voor verbeterde spierprestaties en verhoogde circulatie door de hartspier. Jouw genotypering: TC Met deze combinatie van allelen kun je een licht verhoogde doorbloeding verwachten. Dit geeft mogelijk verbeterde prestaties bij krachtgeoriënteerde sporten. Gennaam: AMPD1 - Verhoogt het uithoudingsvermogen op hoogte. SNP ID: rs17602729 (A/G) AMPD1 wordt geassocieerd met een verbeterd uithoudingsvermogen in zuurstofarme omstandigheden zoals voorkomt bij sporten op hoogte. Ook blijkt dat dit gen in verband staat met het last hebben van vermoeidheid en kramp naar aanleiding van sport. Er bestaan ook aanwijzingen dat varianten van AMPD1 een verbeterde spiersterkte tot gevolg hebben. Jouw genotypering: GG Dragers van deze genotypering worden geassocieerd met een sterke zuurstofopname. Zij zullen dus pieken in het zogenaamde aerobe gebied. Dit betekent dat er lange tijd veel zuurstofopname vereist is, zoals bijvoorbeeld bij duursporten als fietsen of het lopen van lange afstanden. Gennaam: HIF1A - Zorgt voor betere prestaties bij extreme inspanning. SNP ID: rs11549465 (T/C) Deze marker in het HIF1A gen wordt in verband gebracht met de effectiviteit van opname, verbruik en transport van zuurstof door het lichaam. Specifiek voor deze marker is dat het geassocieerd wordt met verbeterde prestaties wanneer sporters voor een langere periode zeer intensieve inspanning leveren. Voor deze inspanning is zeer veel zuurstof in de spieren nodig. HIF1A speelt een belangrijke rol in het voorkomen van een zuurstoftekort in deze spieren. Jouw genotypering: CC Dit genotype geeft geen aanleg voor verbeterde zuurstofopname en wordt veel gezien bij krachtsporters. Gennaam: MCT-1 - Vermindert de spierverzuring en verhoogt prestatie. 5 SNP ID: rs1049434 (A/T) Verzuring van de spieren is een bekend gevoel voor iedereen die wel eens sport. Dit effect wordt veroorzaakt door een ophoping van melkzuur in de spieren als gevolg van de energiebehoefte van de spieren, doordat koolhydraten worden omgezet (verbrand). Spierverzuring zorgt er op zijn beurt voor dat je je spieren minder intensief kunt gebruiken totdat ze zich weer hebben hersteld. MCT-1 zorgt voor het het transport van melkzuur uit het bloed. Deze marker in het MCT-1 gen heeft specifiek invloed op de mate van afvoer en daardoor het prestatievermogen. Jouw genotypering: AA Deze variant van MCT-1 komt het meest voor en wordt niet in verband gebracht met een betere prestatie of het beter presteren bij duur- of krachtsport. Gennaam: SOD2 - Geeft aanleg voor hoge intensiteitsport. SNP ID: rs4880 (A/G) Als je sport, en zeker als je heel intensief sport, ontstaan er zogenaamde zuurstofradicalen in de spieren. Zuurstofradicalen zijn stoffen die ontstaan als bijproduct bij de verbranding van suikers, als energiebron, in de spieren. Deze zuurstofradicalen hebben invloed op de prestatie van de spieren en kunnen ook schade aan de spieren toebrengen. Het is daarom van belang dat het lichaam de zuurstofradicalen zo snel mogelijk afvoert. Het lichaam heeft daarvoor lichaamseigen antioxidanten om dit doen, zoals bijvoorbeeld enzym SOD2. Jouw genotypering: GG Personen met deze variant hebben een normale werking van SOD2. Wel wordt dit genotype vaker gezien bij personen die korte, hoogintensieve prestaties leveren. Zoals bijvoorbeeld 100 tot 400 meter lopers of tienkampers. 6 2 - Blessuregevoeligheid Wat we ook doen, we kunnen blessures nooit compleet vermijden - het is inherent aan alle vormen van fysieke activiteit. Als we weten dat we een hoger risico hebben voor bepaalde typen blessures, dan kunnen we stappen nemen om het risico op deze blessures te minimaliseren. Het risico op het oplopen van bepaalde blessures is gelinkt aan specifieke genen - deze genen bepalen de gevoeligheid voor een bepaalde blessure. Zoals ook bij andere zaken, spelen omgevingsfactoren zoals welke sport wordt beoefend ook een belangrijke rol op het risico van een bepaalde blessure. In dit rapport zullen we je vertellen of jij met jouw genotype risico hebt op blessures en aan welke blessures jouw genotype voornamelijk is gelinkt. Wanneer blijkt dat je een verhoogd risico hebt, kan je jouw training aanpassen en zorgen dat je de kans op een blessure minimaliseert. Gennaam: CILP - Vermindert de kans op rugblessures. SNP ID: rs2073711 (A/G) Het eiwit dat uit het CILP gen voort komt speelt een belangrijke rol in het behoud van de kraakbeenstructuur tussen onze ruggenwervels. De marker wordt op zijn beurt geassocieerd met de opbouw van kraakbeen tussen de ruggenwervelschijven. Meerdere studies geven aan dat deze marker een indicator is voor een goede, of juist minder goede, gezondheid van de ruggenwervel. Jouw genotypering: GG Deze genotypering is ongunstig. De drager heeft een verhoogd risico op rugproblemen en rugblessures. Gennaam: MMP3 - Vermindert de kans op peesblessures. SNP ID: rs679620 (A/G) Peesblessures zijn een algemeen probleem voor sporters en komen vooral voor bij activiteiten waarbij een bepaalde beweging steeds wordt herhaald. Zo is het onder meer, door de repetitieve stappen met de voet, een veelvoorkomend probleem bij zowel sprinters als langeafstandslopers. Jouw genotypering: AA Dragers van deze gunstige variant hebben een factor 2,3 minder peesblessures dan dragers van de ongunstige (GG) variant. Gennaam: VDR - Zorgt voor sterke botten door vitamine D. SNP ID: rs2228570 (A/G) Sterke botten zijn belangrijk om fractures en zelfs botbreuken te voorkomen. De opbouw van bot is, zoals je ongetwijfelt weet, sterk afhankelijk van de calcium inname. De opname van calcium in het lichaam wordt dan weer bewerkstelligd door vitamine D. Varianten in het VDR (Vitamine D Receptor) gen hebben daardoor invloed op de aanmaak en onderhoud van je botten. Jouw genotypering: GG Met dit genotype is een persoon beter in staat om calcium om te zetten naar bot dan individuen met genotypen AA of AG. Het risico op botbreuken ligt bij dit genotype dan ook lager. Natuurlijk is het wel atijd verstandig te zorgen voor voldoende inname van calcium en vitamine D. 7 3 - Herstelvermogen De capaciteit van het lichaam om zich te herstellen na een training of wanneer tegen alle voorzorgsmaatregelen in toch nog een blessure wordt opgelopen is belangrijk om in acht te nemen. Met betrekking tot de capaciteit van herstel van het lichaam is er onderzoek gedaan naar genetische factoren die van belang kunnen zijn om de hersteltijd in te korten of het herstel makkelijker te maken. Het kan voorkomen dat teamgenoten sneller herstellen van zware trainingen dan jijzelf doet, ondanks dat je dezelfde training hebt gehad. Door te begrijpen hoe jouw genen bijdragen aan jouw herstel, kan je je trainingsschema hierop aanpassen. Gennaam: CHRM2 - Zorgt voor een snelle terugkeer naar de rusthartslag. SNP ID: rs324640 (A/G) De snelheid waarmee de hartslag na inspanning weer afneemt is een maat voor conditie. Wanneer je regelmatig sport, en je conditie toeneemt, zal je hartslag sneller afnemen. Het blijkt dat een variatie in het CHRM2 gen van invloed is op de snelheid van de hartslagafname. Jouw genotypering: AA Deze variant wordt in verband gebracht met een snellere hartslagafname na inspanning. Ook wanneer je niet aan sport doet zal je in vergelijking met de andere types mogelijk een snellere afname zien. Wanneer je echter regelmatig sport zal jouw hartslagafname zelfs sneller afnemen dan van mensen met de andere genotypes. Gennaam: NAT2 - Ruimt schadelijke stoffen sneller op. SNP ID: rs1208 (A/G) Deze marker speelt een rol bij versneld metabolisme van stoffen, waaronder cafeine en alcohol. Dit vermogen om schadelijke stoffen versneld op te ruimen heeft mogelijk ook een positief effect op de schadelijke stoffen die ontstaan bij spiertraining en dus op de sportprestaties. Ook is het gen betrokken bij het opruimen van schadelijke stoffen: het regelt de productie van een eiwit in de lever dat een filterende functie heeft in het lichaam. Jouw genotypering: AG Dit gecombineerde genotype zal leiden tot een gemiddeld metabolisme. Dit heeft daardoor geen effect op de prestaties. Gennaam: TNF - Zorgt voor versneld spierherstel en verhoogde maximale prestaties. SNP ID: rs1800629 (A/G) Wanneer men sport ontstaan er kleine beschadigingen in de spieren wat onderdeel is van de spierpijn die je ervaart. De reactie van het lichaam hierop is om deze schade te herstellen. Dit herstel komt in de vorm van een kleine ontstekingsreactie. Factoren zoals TNF spelen een belangrijke rol bij dit herstelproces en zijn dus ook van invloed op de prestatie en herstel bij inspanning. Jouw genotypering: GG Deze variant laat geen verbetering zien op het herstel en de prestatie bij sporters. Dit is bij verreweg de meeste mensen het geval. 8 4 - Motivatie Kan je motivatie om te willen trainen worden beïnvloed door je genen? Ons onderzoek laat zien dat er een connectie is tussen jouw bereidheid om te trainen en je genen. Voor sommige mensen werkt een strak en zwaar trainingsschema motiverend, terwijl dit voor anderen juist minder motiverend kan zijn. Gennaam: BDNF - Zorgt dat je een goed gevoel krijgt van sporten. SNP ID: rs6265 (A/G) Zin hebben om te sporten is onder andere afhankelijk van het gevoel dat je tijdens en na afloop van het trainen hebt. Een goed gevoel na afloop van het sporten geeft motivatie om weer te gaan sporten. Ook draagt het gevoel dat je de inspanningen goed aan kan bij aan meer zin in sporten. Het BDNF gen lijkt een associatie te hebben met dit positieve gevoel omtrent sport. Jouw genotypering: GG Dit genotype laat géén associatie zien met een verhoogd gevoel van voldoening na het sporten. Gennaam: PAPSS2 - Verhoogt de motivatie om te sporten. SNP ID: rs10887741 (T/C) Over het algemeen wordt aangenomen dat iedereen dezelfde intrinsieke motivatie heeft om te bewegen en te sporten. Uit onderzoek is echter gebleken dat de bereidheid om te sporten en de duur van het sporten voor een (klein) deel wordt beinvloed door deze marker. Jouw genotypering: TT Dragers van deze variant worden vaker geassocieerd met mensen die geregeld sporten en veel motivatie hebben om te sporten. Gennaam: SPATS2L - Geeft meer motivatie om te bewegen. SNP ID: rs12612420 (A/G) Deze marker is geassocieerd met motivatie om te trainen en een algemene behoefte aan beweging. Er is nog niet veel bekend over de lichamelijke functie van dit gen, maar onderzoek wijst uit dat mensen met een bepaalde variant van dit gen meer geneigd zijn om met regelmaat te sporten. Jouw genotypering: GG Deze genotypering wordt niet geassocieerd met verhoogde activiteit of bereidheid om te sporten. 9 5 - Metabolisme Om zo optimaal mogelijk te kunnen presteren is goede voeding erg belangrijk. Het is per persoon verschillend hoe men reageert op bepaalde voedingsstoffen. Voor de een is het beter om juist vetten te eten, terwijl de ander juist koolhydraten nodig heeft. De juiste voedingsstoffen binnen krijgen hangt ook samen met je Body Mass Index (BMI). Hieronder zal worden aangegeven of je een aanleg hebt voor een ‘normale’ BMI, of misschien afwijkend. Als je dit weet, kan je dat verwerken in je training om de beoogde prestaties te behalen. Gennaam: FTO - Zorgt voor versneld gewichtsverlies. SNP ID: rs9939609 (A/T) De Body Mass Index wordt gebruikt om te zien of iemands gewicht binnen bepaalde normen valt. Als men buiten deze waardes (20-25) komt zorgt dit voor een verhoogd risico op specifieke aandoeningen geassocieerd met onder- of overgewicht. Deze marker in het FTO gen laat een variatie zien in de aanleg voor een hoger of lager BMI als uitgangspunt en de aanleg om de BMI te verlagen door middel van sporten. Jouw genotypering: TT Dit genotype geeft aanleg tot een gemiddeld lagere BMI, maar ook een kleinere afname van de BMI door sport. Dit betekent voor jou, dat afvallen mogelijk makkelijker gaat via diëen dan met sporten. Gennaam: TMEM18 - Verlaagt de intrinsieke BMI. SNP ID: rs6548238 (T/C) Een gezond gewicht is belangrijk, omdat overgewicht een risocoverhogende werking heeft op verschillende aandoeningen. Natuurlijk spelen voeding en lichaamsbeweging een belangrijke rol op het lichaamsgewicht, maar het blijkt dat er ook een genetische aanleg kan zijn voor een licht verhoogd of verlaagd lichaamsgewicht. Het gen TMEM18 wordt geassocieerd met een aanleg voor een lagere of gemiddelde BMI. Jouw genotypering: TC Individuen met deze variant hebben een BMI die gemiddeld een factor 0,26 lager is. Voor volwassenen betekent dit een verlaging van 0,46 tot 1,4 kg. 10