stimuleren van sporten en bewegen

advertisement
STIMULEREN VAN SPORTEN EN BEWEGEN
Gebaseerd op Factsheet Gezond leven: sportparticipatie en bewegingsbevordering. NIGZ, 2001
Maatschappelijke opbrengst
Sporten en bewegen is goed voor het fysieke, psychische, sociale en maatschappelijke
functioneren van mensen. Mensen die voldoende bewegen lopen minder kans op
bepaalde aandoeningen en herstellen bij bepaalde aandoeningen sneller. Ook kan
regelmatig bewegen een gunstige invloed hebben op de levenskwaliteit van mensen
met een chronische ziekte. Bovendien kan voldoende lichaamsbeweging bijdragen
aan het slaappatroon, het omgaan met spanningen of de zelfredzaamheid en
zelfstandigheid.
Bewegen en sporten kunnen echter ook gepaard gaan met blessures, waardoor
verzuim ontstaat en medische handelingen nodig zijn. Vanuit economisch oogpunt
bezien wegen de baten van sporten en bewegen (2,3 miljard gulden) ruimschoots op
tegen de kosten van blessures (700 miljoen gulden).
Volwassenen en ouderen worden aanbevolen minstens vijf dagen per week minstens
een half uur matig intensief te bewegen (bijvoorbeeld stevig doorwandelen). De norm
voor de jeugd ligt op dagelijks een uur matig intensief bewegen. Deze hoeveelheid
lichaamsbeweging hoeft niet in één keer te worden gehaald, maar kan ook worden
verdeeld over de dag.
Afgezien van de gezondheidsaspecten zijn er bijkomende voordelen aan bewegen en
sporten. Veel mensen waarderen het recreatieve en sociale aspect ervan. Ook kan
sportbeoefening bijdragen aan integratieprocessen in de samenleving en kunnen
kaderleden bij sportverenigingen vaardigheden leren die zij ook in een andere context
kunnen gebruiken.
Waarom beweegt men (niet) ?
De mate van lichamelijke activiteit wordt beïnvloed door individuele, sociale en
omgevingsfactoren. De meeste informatie is beschikbaar over individuele factoren:
intentie, eigen effectiviteit, ingeschatte voor- en nadelen, ingeschatte belemmeringen,
zelfmotivatie en zelfbeeld met betrekking tot bewegen zijn voorbeelden van met name
cognitieve, individuele factoren. Belangrijke voordelen van bewegen vindt men:
betere prestaties; gewicht of conditie op peil houden; gezelligheid; je energie kwijt
kunnen.
Het belang van sociale factoren is nog maar weinig onderzocht. Wel is gebleken dat
sociale steun van familie, vrienden of (sport)instructeur belangrijk is. Ouders hebben
invloed op de lichamelijke activiteit van hun kinderen, maar het is niet duidelijk hoe
dit proces verloopt. Ook het belang van factoren in de fysieke omgeving is weinig
onderzocht. Desalniettemin zijn er aanwijzingen dat het aantal sport- en
beweegfaciliteiten in huis en in de buurt van invloed is op de lichamelijke activiteit
van zowel kinderen als volwassenen. Gemak en flexibiliteit spelen een grote rol:
mensen bewegen liever thuis of in de buurt en als zij zelf het tijdstip kunnen bepalen.
Daarnaast is de inrichting van de openbare ruimte van belang (wandel- en
fietspaden) en spelen specifieke kenmerken daarvan een rol (bijvoorbeeld liever
wandelpaden met bomen dan open vlakten). Tot slot blijken ook kenmerken van de
lichamelijke activiteit zelf een rol te spelen, met name de intensiteit en duur: mensen
nemen liever deel aan minder intensieve en korter durende activiteiten.
Stimulering van sporten en bewegen
Traditionele stimuleringsprojecten rond sport en beweging zijn gebaseerd op de
inmiddels al achterhaalde aanbeveling dat activiteit intensief moet zijn, wil deze de
gezondheid bevorderen. Dergelijke projecten bestaan doorgaans uit intensieve
activiteiten in een gestructureerd programma dat op gezette tijden in een sportsetting
wordt aangeboden. De participatie aan dit soort programma’s is vrij laag en de uitval
hoog omdat veel mensen barrières hebben om deel te nemen (zie tabel
belemmeringen).
Er kan een aantal innovatieve richtingen worden onderscheiden:
- het integreren van bewegen in het dagelijks leven
- het gebruiken van de sportsetting als kanaal
- het aanstellen van bewegingsconsulenten en
- het inrichten van ‘beweegvriendelijke’ parken en pleinen.
Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: participatie van de bevolking, intersectorale
samenwerking en beleidsinterventies.
Aangezien matig intensief bewegen al gezondheidsbevorderend werkt, wordt
aanbevolen om bewegen te integreren in het dagelijks leven, bijvoorbeeld door vaker
te fietsen of te wandelen. Belangrijk hierbij is om aan te sluiten bij de wensen en
mogelijkheden van de mensen zelf; ook het gebruiken van bepaalde
veranderingsprincipes werkt bevorderend (bekrachtiging zoeken, veranderen in
kleine stapjes).
Daarnaast kunnen specifieke stimuleringsactiviteiten worden opgezet, zoals het
bevorderen van fietsen naar het werk. De sportsetting wordt ook steeds meer als
kanaal gebruikt om aandacht te besteden aan andere leefstijlboodschappen dan
bewegen (onder andere roken, alcohol, voeding), bijvoorbeeld via het beïnvloeden
van kantinebeleid. Ook is het mogelijk om via sportactiviteiten of
sportleidercursussen de maatschappelijke participatie en sociale integratie van
achterstandsjongeren te bevorderen en criminaliteit en overlast terug te dringen.
Dergelijke initiatieven zijn echter alleen succesvol als ze ook aandacht besteden aan
eigen verantwoordelijkheid, scholing en sociale controle.
Bewegingsconsulenten vervullen een netwerkrol om het lokale sport- en
bewegingsaanbod en het onderwijs beter op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door
advies en voorlichting. Momenteel lopen in Nederland in enkele gemeenten
experimenten met bewegingsconsulenten; een effectstudie is nog niet verricht.
Een andere mogelijkheid voor het bevorderen van bewegingsmogelijkheden is het
(her)inrichten van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door het aanleggen van
beweegvriendelijke parken en pleinen. Vanuit de rijksoverheid is er toegenomen
aandacht voor groenvoorzieningen in en om de stad en speelruimte voor kinderen.
Download