Dag 2. voor de website op dinsdag

advertisement
ONTMOETINGEN IN
STILLE WEEK 2016
Dinsdag 22 maart
Thema:
IK BEN HET BROOD DAT LEVEN GEEFT
o.l.v. majoor Richard de Vree
WELKOM
In Genesis 3:13 en 14 staat: Mozes zei: ‘Ik moet dus tegen de Israëlieten zeggen dat
de God van hun voorouders mij gestuurd heeft. Maar wat moet ik zeggen als ze
vragen hoe die God heet?’ Toen zei God: ‘Ik ben degene die er altijd is. Je moet
tegen de Israëlieten zeggen dat ‘Ik ben er altijd’ je gestuurd heeft
ZINGEN lied 934 uit het nieuwe Liedboek, op de melodie van lied 437: De dienst
Heer die wij nu beleven.
Ik ben voor jou een nieuwe naam. Ik ben je God en hiervandaan ga ik als
schaduw met je mee door de woestijn en door de zee.
Ik ben er als het leven lacht. Ik ben er voor je in de nacht. Ik ben er in je
hoogste lied. Ik ben er als je ’t niet meer ziet.
Ik ben de weg waarop je gaat. Ik ben er zelfs ten einde raad. Ik ben gegeven
als je brood. Ik ben in leven en in dood.
En nu staat in Jezus Christus opnieuw ‘Ik ben’ voor ons. God zelf komt in Jezus naar
ons toe. Vandaag doet Hij dat door te zeggen: Ik ben het brood dat leven geeft.
BIDDEN (lied 87)
‘k Wil U zien, Heer, naar U luist’ren en begrijpen wat U doet in mijn hart. Uw
hand rust op mij en brengt heling, Heer, als ik mij tot U richt. ‘k Wil U zien. ‘k
Wil U zien, Heer, naar U luist’ren en begrijpen wat U doet in mijn hart. Uw
hand rust op mij en brengt heling, Heer, als ik mij tot U richt. ‘k Wil U zien.
LEZEN Johannes 6:28-36
De mensen vroegen: ‘Wat moeten we doen? Wat vraagt God van
ons?’ Jezus zei tegen hen: ‘God vraagt maar één ding, namelijk dat jullie in mij
geloven. Want God heeft mij gestuurd.’
De mensen zeiden: ‘Kunt u dat met een teken bewijzen? Dan zullen we in u
geloven. Mozes gaf ook een teken, hij gaf onze voorouders in de woestijn
manna te eten. In de heilige boeken staat: «Hij gaf het volk brood uit de hemel
te eten.»’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘Het was niet Mozes, maar mijn Vader
die dat brood gaf. Luister heel goed naar mijn woorden: Mijn Vader geeft jullie
het ware hemelse brood. Het brood dat God geeft, komt uit de hemel en geeft
eeuwig leven aan de mensen.’
De mensen zeiden: ‘Heer, geef ons elke dag dat brood!’ Jezus zei: ‘Ik ben het
brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger
hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben. Maar ik heb al
eerder gezegd: Jullie zien wel wat ik doe, maar toch geloven jullie niet in mij.’
Wat roept het beeld van het brood dat leven geeft bij u op? Wat betekent het voor uw
dagelijks leven?
ZINGEN lied 208
Zoals aan ‘t meer uw hand de broden brak, breek zo, Heer, ‘t levensbrood
waarnaar ik snak. Meer nog dan ‘t heilig Boek bent U het, Heer, die ‘k als het
levend Woord vol vuur begeer.
U bent het levensbrood, o Heer, voor mij. De waarheid van uw woord die
maakt mij vrij; dat ‘k bij U leef en woon, nu en altijd en liefde leer van U, die
liefde zijt.
Geef mij uw heil’ge Geest, ja, zend mij die; dat Hij mijn oog verlicht zodat ik zie
en uit de heil’ge Schrift uw schatten delf en dat ik U ontdek, U Heer, Uzelf!
GEDICHT: De spijziging (P.Slingerland)
Toen U de menigte liet zitten in het gras
ging ik naar huis, Heer, om te eten.
Maar hoe had ik ook kunnen weten
dat in uw handen ook voor mij voldoende voedsel was?
Ik ging mijn eigen weg en hoorde pas
van ’t wonder, toen ik, thuis gezeten
mijn eigen brood al had gegeten
en toen besefte ik dat U het Brood des levens was.
Daarom wil ik U vragen, Heer,
of U voor mij alleen eens weer
het brood wil zegenen en breken
en laat mij dan verstaan het teken
dat, toen uw lichaam was verkild
mijn eeuw’ge honger werd gestild.
ZINGEN lied 191
Nooit zal ‘k het wond’re feit verstaan: Jezus die mens wou zijn om heel de weg
naar ‘t kruis te gaan, lijdend mijn angst en pijn. Vanuit zijn grote heerlijkheid
kwam Hij mij zo nabij; geen smart die Hij niet met mij lijdt, al mijn tekort kent
Hij.
Zie, hoe Hij ging door Kanaäns land: Vriend en Verlosser beî. Troost en
vergeving in zijn hand, nodigend: Kom tot Mij. Hoor hoe Hij aan de sch schare
leert: Ik ben het Levensbrood, niets dat u voor uw heil ontbeert; Ik kom in al
uw nood.
Zijn sterven bracht mij ‘t leven weer. Hij nam mij, zondaar aan! ‘k Weet mij nu
niet verloren meer, ‘k mag tot de Vader gaan. Maar ‘t grootste dat Hij heeft
gedaan, is dat Hij voor ons leeft; dat Hij niet onder is gegaan, maar
overwinning geeft.
LEZEN Johannes 18:15-18,25-27
Intussen stelde de hogepriester vragen aan Jezus over zijn leerlingen en over
zijn uitleg over God. Jezus zei tegen hem: ‘Ik heb in het openbaar tegen de
mensen gesproken. Ik heb niets in het geheim gezegd. Ik heb steeds uitleg
gegeven in de synagogen en in de tempel, op alle plaatsen waar de Joden bij
elkaar komen. U hoeft mij niet te vragen wat ik verteld heb. Vraag het maar
aan de mensen zelf! Zij hebben gehoord wat ik tegen hen gezegd heb. Ze
weten het precies.’
Toen gaf één van de dienaren Jezus een klap, en riep: ‘Hoe durf je zo te
spreken tegen de hogepriester!’ Jezus zei tegen hem: ‘Als ik iets verkeerds
gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was. Maar als het klopt wat ik zeg,
waarom sla je me dan?’ Toen gaf Annas opdracht om Jezus als gevangene
naar Kajafas te brengen.
BEZINNING
MUZIKAAL INTERMEZZO
GEBED
174 Ja, ik geloof, ja ik geloof dat Jezus voor mij stierf en aan het kruis op Golgota
mijn eeuwig heil verwierf.
199
083
U bent de weg, waarop wij nimmer dwalen. U bent de waarheid, die totaal
bevrijdt. U bent het leven, dat in mij komt dalen en onze hoop in eeuwigheid.
Dit is ‘t geloof, dat ons doet zegepralen en dat een ziel tot U, Heer, leidt.
Jezus, leer mij bidden, leer geloven mij, Jezus leer mij minnen, minnen zoals
Gij.
ZEGEN
Moge het geloof
waarin wij staan
hoorbaar worden
in ons spreken.
Moge de hoop
die leeft in ons hart
zichtbaar worden
op onze gezichten.
Moge de liefde
die ons bezielt.
tastbaar worden
in ons handelen.
Amen
Download