Het mysterie ‘Tijd’ (Tempus Fugit) Jean-Pierre De Greve Vrije Universiteit Brussel In wat volgt wordt een overzicht van tijdschalen gegeven, van heel klein tot heel groot, en er wordt ingegaan op de besteding ervan. Elke structuur, heelal, ster, Aarde, boom, bloem, vis, bacterie, etc., verandert. Elke structuur heeft hiervoor een tijdschaal ter beschikking. Sommige traag, andere snel. De evolutie ervan wordt bepaald door interne en/of externe veranderingsprocessen, en door de snelheid van die processen. We doen dit in iets meer detail voor de mens omdat hij het verst is gegaan in de benutting van de hem beschikbare tijd. Tijden • De kleinste: Planck tijd: 5,4 x 10-44 s • De grootste: vervaltijd proton: 1034 jr = 3,2 x 1041 s 85 grootte-ordes !!! • Tussenin: – Leeftijd heelal: 13,798 x 109 jr (miljard) = 4,4 x 1017 s – Bestaan v.d. mens: 4-8 x 106 jr (miljoen) = 1,3-2,5 x 1014 s Levensduur mens: 80 jaar ≈ 2,5 miljard s = 2,5 x 109 s Betekenissen van tijd? • • • • We ontmoeten elkaar morgen om 15 uur. Het universum is ongeveer 14 miljard jaar oud. Wauw! De tijd is voorbij gevlogen! Joris kwam 10 minuten na Elke binnen. • Moment van een gebeurtenis. • Duur van een gebeurtenis. • Volgorde van verschillende gebeurtenissen. Soorten van tijd • Levenstijd, jeugdtijd, jaargetijde, reistijd, wachttijd, halveringstijd, ruimtetijd. • Kosmologische tijd • Tijd van psychische ervaring • Ritmisch meetbare, technische tijd (bvb bioritme levende wezens) • Pijlen van tijd: thermodynamisch, elektromagnetisch, biologisch, psychologisch, sociologisch, kosmologisch De kortste: Planck tijd Kortste gemeten tijdsinterval (2010): 1,2 x 10-17 s (nog altijd 1026 x tP ) = 0,0000000000000000012 s De langste: bestaan van het heelal 13,798 x 109 jr oud (= 4,4 x 1017 s) Big Bang inflatie lineaire groei versnelde expansie Hoe lang leven ze? Schildpad: 150 jaar Rat, muis: 1 jaar Insect: 1 dag Bestaan sinds ontstaan van de Aarde Mensen Zoogdieren Dieren Cellen Aarde 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 Cellen: 2100 x 106 jr (2,1 miljard jaar) Dieren: 590 x 106 jr (0,6 miljard jaar) Zoogdieren: 20x 106 jr (20 miljoen jaar) Mens: <8 x 106 jr (<8 miljoen jaar) 0,9 1,0 Leven: cellen Wat? Hoeveel? Hoelang? Cellen: voornaamste acteurs Aantal cellen in een mens 30 000 miljard = 30 x 1012 Van niets naar alles (Bill Bryson) . 1 30,000,000,000,000 45 verdubbelingen Cel: complex, efficiënt fabriekje . Menselijke cel: aantal componenten >> onderdelen Boeing 777 Volledige genetische code = Instructieboekje voor de hele structuur Welzijn, verzorgen In stand houden Levensduur van cellen Celinhoud Lichaamscel Levercel Hersencel fracties van seconden tot enkele weken Gewone lichaamscellen: enkele maanden Levercellen: een paar jaar Hersencellen: levenslang (- 500/uur) Continue inwendige vernieuwing in cellen: 1 maand totale moleculaire vernieuwing na 9 jaar. Tijdschalen in een cel • • • • Beschadiging van DNA bundels: om de 8,4 s Proteïn activiteit: 1 miljard per seconde Levensduur proteïn: < 1 week ± weken Enzymen: 1000 taken per seconde • Aantal ATP moleculen in een cel: 1 miljard • Verversing ATP moleculen: elke 2 minuten Perceptie van tijd Tijd is niet absoluut! • ‘de tijd vliegt voorbij’ • ‘die saaie voordracht lijkt eeuwig te duren’ • Natuurkunde: tijdrek (Einstein) tijd verloopt trager bij een bewegende klok Levensritme van de mens Jeugd (baby, kleuter, adoslescent, jong-volwassene) Volwassene Senior Oudere 0 18 67 85 Externe tijdsregeling van ons levensritme: jaar seizoen maand week dag uur minuut seconde Externe tijdsregeling: dag Oost – West betekenis Dag en nacht ritme Tijdzones Externe tijdsregeling: maand 29,5 d maar…. 12 x 29,5 d = 354 d < > 365,24 d De week Belang van de 7e dag (Babylon, 600 BCE; Joodse religie, Genesis) Rustdag, weekend, midweek Externe tijdsregeling: jaar Hernieuwing – Herhaling – Seizoenen – maat mensenleven Perceptie van tijd Een mensenleven baby 0-2 kind 2-12 tiener volwassene 12-18 18-67 senior 67-85 oudere 85-100 Toename gemiddelde levensduur L Prehistorie (>30000 BC): L < 30 jaar Oude Grieken en Romeinen: L = 20-35 jaar Rond jaar 1500: L = 35 jaar 1500-1800: L = 30-40 jaar 1906: L = 46 jaar 1957: L = 66 jaar 2015: L >75 jaar 2100: L > 85 jaar De moderne mens 38 uren week, weekends, feestdagen, 3 weken vakantie Meer vrije tijd Minder ‘vrije’ tijd Druk, druk, druk Tijdsbesteding Belgen 2005 (%) 6% 47 % 24 % Reproductie Productie Recreatie Verplaatsing 23 % Reproductie: slapen, rusten, eten & drinken, pers. verzorging Productie: opvoeding, opleiding, betaald werk, huishouden Recreatie: vrije tijd (TV!), sociale participatie Verplaatsing: meest voor vrije tijd Toename vrije tijd Werklast 2005 Werklast 1966 54,9u 51,2u man vrouw Vrije tijd + Soc. part. 1966 26,7u 29,2u 42,1u 40,0u man vrouw Vrije tijd + Soc. part. 2005 man vrouw 33,9u 39,8u man vrouw En in 2013 … Totale werklast u/week (2013) 52 54 Huishoudelijk werk u/week (2013) 14 23 M De opmars van tijdsgebruik naast ‘werktijd’: druk, druk, druk Lichaamsbeweging Activiteiten Vakanties (transport) Sociale (digitale) communicatie Winkels: Vervaging zondag/rustdag Activiteiten kinderen Vragen • De mens oefent een enorme invloed uit op de wereld rondom hem, en dus op de evolutie er van. Oorspronkelijk een van de vele soorten levende wezens op Aarde is hij geëvolueerd tot de ‘heerser’. • Hoe moeten we vandaag het belang van de mens als soort inschatten, gelet op bestaanstijd, levensduur, levensritme? • Hoe ‘dwingend’ is de geschetste, door onszelf of extern opgelegde, tijdsindeling? • Is de opmars van het maatschappelijk aanbod, een goede of een slechte zaak voor onze tijdsindeling? • Kunnen we de snelle technologische evolutie bijhouden? Moeten we?