Dordrecht_-_stappenplan

advertisement
Dordrecht - Gezondheidsbeleid in Crabbehof, de vijfde ladder
Aanleiding
In opdracht van de gemeente Dordrecht, en in samenwerking met deze gemeente en de
GGD Zuid-Holland West, heeft GGD Nederland een stappenplan ontworpen waarin de visie
van het experiment gezonde wijk verbonden wordt met de wijkaanpak van Crabbehof.
Crabbehof is een onderdeel van de krachtwijk van Dordrecht. Deze visie op de gezonde
wijk en het daaraan gekoppelde stappenplan om tot een plan van aanpak te komen, is
gebruikt om ‘de neuzen dezelfde kant op te krijgen’. Zowel bestuurders als raadsleden,
maar ook organisaties als welzijnsinstellingen, het sportbedrijf en eerstelijnszorg zijn
betrokken bij de gezonde wijk Crabbehof en het maken van een plan van aanpak.
Inleiding
Verbeteren van de gezondheid in de wijk Crabbehof is als vijfde “ladder tot sociale stijging”
toegevoegd aan het Sociaal Programma Crabbehof 2010-2013. Deze ladder is nauw
verweven met andere ladders zoals onderwijs, arbeidsmarkt en woonsituatie. Een redelijke
tot goede gezondheid is bijvoorbeeld een voorwaarde voor sociale stijging op het gebied
van onderwijs of arbeidsmarkt. Omgekeerd kunnen een slechte woonsituatie of
arbeidsomstandigheden problemen met gezondheid veroorzaken of verergeren.
De aanleiding tot het opnemen van gezondheid in het Sociaal Programma was de uitkomst
van het Wijkprofiel Gezondheid van de GGD (december 2008). Uit dit onderzoek bleek dat
de wijk op verschillende onderdelen een gezondheidsachterstand vertoont.
Samengevat luidt de conclusie van het Wijkprofiel (Sociaal Programma Crabbehof):
“In vergelijking met Dordrecht als geheel scoren de inwoners van Crabbehof significant
slechter op de ervaren gezondheid, geven ze aan meer aan chronische ziekten te lijden en
voelen ze zich over het algemeen psychisch ongezonder. Kinderen in groep twee zijn in
psychisch opzicht een stuk ongezonder dan kinderen in de rest van Dordrecht. Het is
aannemelijk dat de gezondheidssituatie zonder ingrijpen niet verbetert. In dit opzicht is
vooral de slechte score bij het psychisch functioneren, overgewicht en in relatie hiermee
bewegen en voeding bij de jeugd reden tot zorg voor de toekomst.”
Bovenstaande conclusie laat zien op welke thema’s de meeste gezondheidswinst te
behalen valt: overgewicht bij kinderen, psychische gezondheid bij alle leeftijdsgroepen en
sociaaleconomische gezondheidsverschillen in het algemeen. Waar we naar toe willen is
dat de bewoners van Crabbehof qua gezondheid vergelijkbaar worden met het Dordrecht’s
gemiddelde.
Als extra impuls hiervoor heeft Crabbehof zich aangesloten bij het landelijke experiment
Gezonde Wijken van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie. Dit stelt ons in staat
om gebruik te maken van ervaringen uit andere steden op het gebied van wijkgericht
werken aan het verbeteren van gezondheid en het verlagen van sociaaleconomische
gezondheidsverschillen (SEGV).
Visie op de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV)
De gezondheidsachterstanden in de wijk Crabbehof geven zorgen voor de toekomst.
Verwonderlijk zijn deze cijfers echter niet, daar het al lang bekend is dat een lage
sociaaleconomische status (lage SES = lage opleiding en laag inkomen) samenhangt met
een slechtere gezondheid en gezondheidsbeleving. Niet voor niets dus, dat het verkleinen
van SEGV hoog op de agenda staat, ook al in het meerjarenbeleidsplan van de gehele
gemeente Dordrecht.
Ook in andere steden kampt men met slechte gezondheid onder de bevolking met een lage
SES. Binnen deze bevolkingsgroep bestaat er gemiddeld een lagere gezonde
levensverwachting: ziekte en ongezondheid komen er veel vaker voor dan onder meer
bemiddelde bevolkingsgroepen en gemiddeld scoren mensen uit de lage SES-groep lager
op ‘ervaren gezondheid’. Dit laatste komt ook sterk naar voren uit het gezondheidsprofiel
dat van Crabbehof gemaakt is.
Het optreden van SEGV wordt verklaard door een ingewikkeld complex van factoren:
factoren op individueel niveau (o.a. genetische aanleg, gezondheidsgedrag, leeftijd en
geslacht) en factoren uit de omgeving (opleiding, leef- en werkomgeving, sociale,
financiële en culturele factoren, etc.). Deze veelheid aan factoren biedt in principe ook een
veelheid aan ingangen om iets te verbeteren aan gezondheidsachterstanden. Het is
bekend dat een integrale aanpak, waarin al deze factoren aan bod komen, het meeste
effect heeft.
Onderstaand model (commissie-Albeda, 2001), dat o.a. ook door de gemeente den Haag
gehanteerd wordt, geeft aan hoe gezondheid samenhangt met andere ladders uit het
Sociaal Programma en sociaaleconomische positie.
Spoor 4:
Gezond
kunnen
meedoen
Sociaaleconomische
positie
Spoor 1:
Gezond en
sportief leven
Wonen
Werken
Leefstijl
Gezondheid
Spoor 2:
Gezonde
leefomgeving
Spoor 3:
Toegankelijke
preventie en
zorg
Alledrie de vakken beïnvloeden elkaar en op elk punt kan ingegrepen worden. Dit is
verbeeld in beleid bestaande uit 4 sporen. Deze 4 sporen zijn als volgt gedefinieerd:
Spoor 1: Gezond en sportief leven
In spoor 1 wordt ingezet op het stimuleren van meer bewegen en een gezonde leefwijze.
De aanwezigheid van voldoende en laagdrempelige sportvoorzieningen, aanbod van
laagdrempelige sport- en beweegactiviteiten op verschillende niveaus, informatie over
gezonde voeding en leefwijze, en voldoende laagdrempelige zorg- en
welzijnsvoorzieningen zijn hierbij van belang. Dit aanbod moet aansluiten bij de behoeften
van bewoners.
Spoor 2: Gezonde leefomgeving
De directe leefomgeving van mensen heeft grote invloed op de gezondheid. Het gaat
bijvoorbeeld om woningen en scholen met een gezond binnenmilieu en om een omgeving
die gezonde keuzes makkelijk maakt. Zo maakt de aanwezigheid van winkels en
voorzieningen in de buurt het makkelijk om te lopen of fietsen in plaats van de auto te
pakken. Veel groen en afwisseling stimuleert het welzijn van mensen. De afwezigheid van
geluidsoverlast en luchtvervuiling is ook belangrijk voor welzijn en gezondheid. Naast
fysieke componenten spelen ook sociale componenten een rol, zoals de sociale cohesie in
een wijk.
Spoor 3: Toegankelijke preventie en zorg
Spoor 3 gaat over het waarborgen van toegang tot preventieprogramma’s en zorg. In
Spoor 3 wordt geïnvesteerd in kennis van bewoners en professionals. Daarnaast richt
Spoor 3 zich op het versterken van preventiezorgketens en het realiseren van een
infrastructuur van ‘preventiesteunfuncties’ in de wijk. Het doel is dat preventie en zorg
voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is.
Spoor 4: Gezond kunnen meedoen
Spoor 4 betreft de factoren opleiding, inkomen en beroep. Gezamenlijk bepalen deze de
sociaaleconomische positie in de samenleving, ofwel de manier waarop inwoners kunnen
‘meekomen’. Dit spoor is ook van invloed op de gezondheid en gezondheidsbeleving van
mensen. Het vormt ook op dit moment al een onmisbaar onderdeel van het Sociale
Programma. Een voorbeeld daarvan is de werkmakelaar die actief is in de wijk. In deze
voorzet voor het plan van aanpak wordt het daarom niet verder uitgewerkt.
Op weg naar een plan van aanpak voor een gezond Crabbehof
Een gezonde wijk met gezonde inwoners is een belang en een verantwoordelijkheid van
velen. Bewoners werken in eerste instantie natuurlijk aan hun eigen gezondheid, op
individuele basis of bv. in sportverenigingen. Elk initiatief op het gebied van gezondheid is
uiteindelijk bedoeld om de bewoners te bereiken.
Daarnaast dragen veel instellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties ook op dit
moment al bij aan een gezond Crabbehof. Dit geldt bijvoorbeeld voor de zorginstelling ???,
de GGD en het welzijnswerk
Ook de gemeente en de woningbouwcorporaties Trivire en Woonbron dragen bij aan een
gezonde situatie in de wijk, bijvoorbeeld door de inrichting van de leefomgeving. Dit kan
variëren van groot, zoals woningbouw, inrichting van verkeers- en groenvoorzieningen, tot
klein, zoals het tijdig legen van vuilnisbakken.
Betrokkenheid van al deze partners is nodig voor het doen slagen van een plan van
aanpak. Vanaf de eerste stap, al bij het ontwerp van het plan van aanpak, zullen ze
daarom uitgenodigd worden om dit vorm te geven.
Aan de andere kant van het spectrum is bestuurlijke steun onmisbaar voor het slagen van
de aanpak gezonde wijk. Op dit moment is het gemeentelijk bestuur in de vorm van de
stuurgroep Dordrecht-West al sterk betrokken bij het werk in de wijk en dit zal ook gelden
voor het experiment gezonde wijken en het daaruit voortkomende plan van aanpak.
Stappenplan voor een participatieve aanpak
Stap 1. Aftrapbijeenkomsten
Voor elk spoor zal een aftrapbijeenkomst worden gehouden. Deze bijeenkomsten zullen
vanuit betrokken instellingen, organisaties en bedrijven georganiseerd worden voor de
volgende .

Spoor 1. (gezonde leefstijl, gezonde bewoner):
o
organisatie vanuit GGD/gemeente
o
partners: welzijnswerk, bewonersorganisatie, beleidsambtenaren
volksgezondheid, welzijn, sport, wijkcoördinator

Spoor 2. (gezonde leefomgeving):
o
organisatie vanuit woningbouwcorporatie/wijkcoördinator
o
partners: woningbouwcorporaties, vertegenwoordigers van de gemeente
op het gebied van ruimtelijke ordening, orde en veiligheid, wonen.

Spoor 3. (gezonde zorg en preventie):
o
organisatie vanuit 2e lijns instelling
o
tweedelijnsinstelling, GGD, eerstelijnszorg uit de wijk, wijkcoördinator
Voor de verbinding tussen de drie sporen onderling, zullen bij elke bijeenkomst
vertegenwoordigers van de gemeente, de GGD en de wijk aanwezig zijn.
De aftrapbijeenkomsten zijn enerzijds bedoeld om de deelnemers meer bewust te maken
van de rol van gezondheid op de wijk en haar bewoners, en andersom, de rol van de wijk
op gezondheid.
Anderzijds willen we ook de volgende resultaten opleveren:
-
Inventarisatie wat er op dit moment al aan activiteiten plaatsvindt in het kader van
gezondheid of waarin gezondheid al mee genomen wordt (bv. inrichting)
-
Concrete doelstellingen benoemen voor de eerste drie sporen
-
Identificeren van leemtes in de huidige activiteiten aan de hand van bovenstaande.
-
Prioriteren van de gewenste aanvullingen en wat is er voor nodig?
-
o
Welke partijen en/of personen zijn nodig?
o
Is er extra financiering te behalen?
o
Hoe verloopt de organisatie van vervolgstappen?
Voorstel voor concrete activiteiten, die verdere invulling geeft aan de
geïdentificeerde leemtes.
Van de volgende stappen, 2 en 3, zijn alleen de grote lijnen beschreven. De invulling in
detail komt voort uit de aftrapbijeenkomsten.
Stap 2. Afzonderlijke gesprekken met deelnemende partijen om activiteiten, inzet en
financiering te bepalen en de antwoorden voortkomend uit de aftrapbijeenkomst meer te
concretiseren.
Stap 3. Maken van plan van aanpak en onderschrijven van dit plan door alle partijen.
Vaststelling met zo nodig ondertekening door alle partijen.
Download