Handig met getallen 1 (HMG1) Correcties bij Hoofdstuk 3: Getallen Let op: De pagina’s in het overzicht verwijzen naar het Werkboek HMG1 zonder de Kernbegrippen erin. Heb je een versie met de Kernbegrippen, dan begint hoofdstuk 3 op pagina 217. Tel dan bij elk paginacijfer in het overzicht het getal 4 op. Dus: 218 wordt 222, 219 wordt 223, 220 wordt 224, enzovoort. Hoofdstuk 3: Bladzijde Vindplaats 218 Opgave 7, 2e regel 219 220 220 227 228 Onder inspringende tekst, 2e regel Voorbeeld 3, 1e tekstregel onder afbeelding 3e regel van onderen Voorbeeld 2, schema 1e kolom Getallenlijn onderaan pagina 228 Getallenlijn onderaan 229 Afbeelding linksonder 230 Onder de kop ‘Tellen in verschillende talstelsels’ 231 Opgave 2b 237 Voorbeeld 6.1, 3e regel Correctie Moet zijn: Bereken hoeveel keer per dag de trams tegelijkertijd vertrekken. Paragraaf 3.2 moet zijn paragraaf 3.3. Moet zijn: Bij het getal 145 is '25' samengesteld uit 2 x 10 + 5 x 1 = 25. ‘groote’ moet zijn: ‘grootte’. Spaties tussen de ‘10’ en de ‘x’, dus: 10 x 10 x 10 Moet zijn: Tussen de 10-tallen moeten 3 korte streepjes staan: voor 10 dus 3 korte streepjes [1-2-3], tussen 10, voor 20 ook 3 korte streepjes [11-1213], enzovoort. Het pijltje voor 223 moet boven het korte streepje links van 230 staan. Boven de 5 moet een veld met 8 stippen staan, geen 10. Moet zijn: De getallenlijn van uit het 8-tallig stelsel, dus met 8 korte streepjes tussen de tientallen. De frames boven de getallen 12, 20, 21, 22 en 100 moeten 3 rijen hoog zijn. Laatste zin op de regel moet zijn: Maar, bij het omrekenen van een willekeurig positiesysteem naar het tientallig stelsel ga je uit van de notatie van het getal in een positieschema van het talstelsel. 1 242 Opgave 10d De toevoeging 'Noteer je berekening’ vervalt. 243 Getallenlijn onderaan blz. 248 Opgave 13a Getallen onder de lijn staat 2x een ‘12’. De 2e keer moet zijn: 13. Rechtsonder in de tabel moet 20 staan i.p.v. 100. 249 Opgave 14 251 2e alinea, laatste regel 252 1e regel 256 Onder de tabel 258 Opgave 12, de tekening 262 opgave 16, 1e regel 264 Deelbaarheid door 6, b, 7e regel 265 Deelbaarheid door 7, b, regel 7 265 267 Onderste afbeelding, 2e rij Deelbaarheid door 10, onder b, 2e regel Deelbaarheid door 11, onder b, onderaan 267 268 Deelbaarheid door 12, b, 6e regel 268 274 281 282 Opgave 18, 2e regel Opgave 26 Opgave 2g Onder ‘2. Worteltrekken’, 5e regel Onder 2. Worteltrekken, laatste afbeelding Opgave 2, opgavetitel 282 288 Getallen op de onderste getallenlijn moeten zijn: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24. Moet zijn: Deze paragraaf behandelt positieve gehele getallen en het getal nul. Moet zijn: Je kunt de delers van 39 opzoeken met de som: 39 : …. = …. - Stap 0 voor Stap 1 invoegen. - Stap 0 is: Streep het getal 1 door. Onder ‘5’ moet een ‘+’ staan. Moet zijn: Hoeveel manieren kun je vinden? Moet zijn: Het getal 588 heeft als laatste cijfer de 8 en is dus deelbaar door 2. Moet zijn: Als een getal een tienvoud en een zevenvoud is, dan is enzovoort. Spatie na het x teken: 2 x 6 = 12 De komma achter ‘schuift’ vervalt. - In de rechterkolom staat 'een elfvoud (+5 8)' een regel te hoog, er ontbreekt een optelstreep, haakjes vervallen, er moet staan: + 5 - 8 + 6 Moet zijn: Deel 88 : 4 = 22, rest 0, dus: 588 is deelbaar door 4. Achter de 1e zin moet een ‘?’ staan. Achter de 1e zin moet een ‘?’ staan. Moet zijn: 42 Moet zijn: 72 = 7 x 7 = 49 Niet voor een ‘=’ teken afbreken, dus ‘= 49;’ naar vorige regel. De witregel die ontstaat vervalt. Moet zijn: Ontbinden in factoren in het getallengebied van 100 tot 1.000. 2 290 Voorbeeld 3, punt 2 290 Voorbeeld 3, laatste 4 regels 291 Voorbeeld 5, 2, 5e regel 293 Opgave 7c, onder de berekening Opgave 8b, boven het grijze vlak 4e regel 293 302 303 Tekst bijpunt 2 moet zijn: Bepaal de GGD van 360 en 630: 360 = 2 x 2 x 2 x 3 x 3 x 5 en 630 = 2 x 3 x 3 x 5 x 7. Beide getallen hebben minstens één factor 2, twee factoren 3 en een factor 5. Het product van de gemeenschappelijke factoren is 2 x 3 x 3 x 5 = 90. Notatie: GGD(360,630) = 90. Je ziet ook: 360 = (2 x 3 x 3 x 5) x 2 x 2 = 90 x 4 en 630 = (2 x 3 x 3 x 5) x 7 = 90 x 7. De getallen 4 en 7 hebben geen gemeenschappelijke delers meer. Tekst moet zijn: Het KGV van twee getallen bereken je door de veelvouden van beide getallen op te schrijven, te beginnen met de getallen zelf, of door de getallen in factoren te ontbinden en het product van de factoren van beide getallen te bepalen, waarbij je de gemeenschappelijke factoren maar één keer mee telt. Moet zijn: De gemeenschappelijke factoren tel je maar één keer mee. Moet zijn: KGV(26,65) = Getallen moeten zijn: 125 en 325 Vierkants- en vijfhoeksgetallen 304 Voorbeeld 2, laatste alinea, schema 1e regel Blauw moet zijn: donkergrijs. Rood moet zijn: lichtgrijs. Moet zijn: ‘lichtgrijze tegels’ 309 Opgave 4e In de derde en vierde tekening ontbreken puntjes 315 Situatie 2, 5e en 6e regel Moet zijn: 20° C, +20° C en -8° C. 316 De 2e keer ‘bijvoorbeeld’ vervalt. 317 Opgave 2, tekst Windchill, onderste regel Opgave 2, tekst Wind, 7e regel van onderen Opgave 2b 319 Opgave 4a 316 Moet zijn: …...kun je na enkele uren onderkoeld raken. Moet zijn: Bij een temperatuur van 5° C fiets je enz. Aanduiding graden weggevallen. Getallen moeten zijn: 100° C en 200° C. 3 319 Opgave 4b Getal moet zijn: 200° C. 322 Conclusies boven Voorbeeld 3, 2e regel Voorbeeld 3, onderste regel boven ‘Conclusie’ 1e regel Moet zijn: Het product van twee negatieve getallen is een positief getal. Moet zijn: -3 x -5 = 15, dus 15 : -5 = -3 en 15 : -3 = -5. New York is met 2 hoofdletters. 322 330 4