Preek kardinaal John Onaiyekan

advertisement
HOMILIE
Door +John Kardinaal ONAIYEKAN, Aartsbisschop van Abuja – Nigeria.
Viering Sant’Egidio
Kathedraal van Antwerpen – België.
19 April 2015, 3de zondag van Pasen.
1. In deze zondagen van de Paastijd tracht de Kerk ons door haar liturgie
volledig in de stemming te brengen van de apostelen van Jezus bij de
oprichting van de Kerk. Wat volgens normale menselijke historische wetten
een volslagen mislukking had moeten worden, overleefde niet enkel, maar
bloeide en ontwikkelde zich ondanks alle obstakels en aanvallen. Dat de
Kerk van Christus is blijven bestaan, is misschien wel het grootste wonder
van ons geloof. Dit is te danken aan de krachtige boodschap en de geest die
de volgelingen van Jezus Christus in bezit nam na zijn opstanding uit de
doden. Dit kan "de stemming van Pasen" worden genoemd, die zo goed
wordt uitgedrukt in de lezingen van de mis van vandaag. We kunnen deze
stemming zo samenvatten: de apostelen zijn ervan overtuigd dat ze
getuigen zijn van de reddende gebeurtenissen van de passie, de dood en de
opstanding van Jezus; door deze gebeurtenissen is de verlossing aan de
wereld geschonken door de bekering die tot vergeving van zonden leidt. Dit
was en is door de eeuwen heen nog steeds de kern van de christelijke
boodschap aan de mensheid en de wereld.
2. Laten we beginnen met de tekst van de Evangelielezing uit het laatste
hoofdstuk van het Lucasevangelie. Het was de avond van de dag van de
verrijzenis. De apostelen waren samen en dachten vol verbazing na over de
gebeurtenissen van die dag. De leerlingen van Emmaüs hadden hen net hun
verhaal verteld. Jezus verschijnt aan hen en doet er alles aan om te
bewijzen dat hij werkelijk is verrezen, dat hij niet enkel een geest is. Om het
te bevestigen vraagt hij hen om hem aan te raken en eet hij met hen. De
apostelen moeten getuigen van de waarheid van de verrijzenis, moeten
verkondigen dat al wat er was gebeurd in overeenstemming is met het
eeuwige liefdesplan van God. Ze moeten de bekering verkondigen tot
vergeving van de zonden, te beginnen in Jeruzalem tot aan de uiteinden
van de aarde. De voornaamste taak van de apostelen is om getuigen te zijn,
getuigen van de grote daden van God in Jezus, die redding bieden aan de
wereld door de vergeving van de zonden.
3. De lezing uit de Handelingen van de Apostelen verwijst naar een
gebeurtenis die veel later plaatsvond, nadat de Heilige Geest over de
apostelen was gekomen op de dag van Pinksteren. Ze waren begonnen met
naar buiten te gaan en moedig hun verhaal te vertellen. Petrus had net een
bekende lamme man genezen aan de tempelpoort die de Schone heet, in
het volle zicht van iedereen. In antwoord op hun grote verbazing sprak hij
tot de mensen. Het was niet zomaar een menigte uit Jeruzalem. Het waren
vurige Joden die waren gekomen voor de eredienst in de tempel. Hij sprak
dus met mensen die vertrouwd waren met het Oude Testament, zoals
hijzelf en de andere apostelen. De verwijzing naar "de God van onze
vaderen" raakte duidelijk een gevoelige snaar bij de menigte. Petrus
verkondigt aan hen dat in Jezus de beloften aan Israël in vervulling zijn
gegaan. En dit wordt bewezen door het feit dat "de God van onze vaderen
zijn knecht Jezus heeft verheerlijkt en Hem heeft opgewekt uit de doden;
daarvan zijn wij getuigen.” Petrus nam helemaal geen blad voor de mond:
“Jullie hebben de leidsman ten leven gedood". En dit nadat Pilatus, de
heidense Romeinse gouverneur “Hem wilde vrijlaten”. Wat een tragische
ironie! Maar God heeft hem opgewekt. Het was allemaal volgens het
eeuwige goddelijk plan. Het is betekenisvol dat Petrus hen verontschuldigt
omdat ze onwetend waren: "Welnu, broeders, ik weet dat u in
onwetendheid hebt gehandeld, net als uw leiders." Maar de zaak eindigt
niet hier. Nu ze de ernst van hun daden en hun nalatigheden beseffen,
moeten ze doen wat nodig is: "Kom daarom tot inkeer en bekeer u, opdat
uw zonden worden uitgewist." Zelfs het kwade begaan uit onwetendheid
laat nog steeds sporen na die moeten uitgewist worden door bekering.
Petrus volgt hier het voorbeeld van zijn Meester die aan het kruis stierf en
riep: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.”
4. De tweede lezing werd vele decennia later geschreven door de heilige
Johannes. Hij neemt opnieuw het thema op van zonde, bekering en
vergeving. Voor Johannes zouden we nooit mogen zondigen. Maar hij geeft
toe dat het toch wel kan gebeuren. En als we dus zondigen, of beter gezegd
wanneer we zondigen, moeten we naar de verrezen Heer lopen die nu onze
advocaat is geworden "die onze zonden uitwist". De andere Johannes, de
Doper, had Jezus eerder al geïntroduceerd als "het Lam Gods, dat de
zonden van de wereld wegneemt". (Joh 1,29). De lezing gaat verder om ons
eraan te herinneren dat de geboden van God onbetwistbaar vaststaan. Ons
eraan houden is het enige bewijs dat we "God kennen", net zoals onze
naaste liefhebben de enige manier is waarmee we onze liefde voor God
kunnen bewijzen. (Joh 4,20)
5. Hoe getuigen we dan vandaag, in onze hedendaagse samenleving, over de
verrijzenis van Christus? Dat is de blijvende uitdaging en de zending van de
Kerk. We moeten blijven zeggen: “Heer Jezus, wij verkondigen uw dood, en
wij belijden tot gij wederkeert dat gij verrezen zijt.” Net als in de dagen van
de heilige Paulus is dit ook vandaag nog een schandaal voor velen en een
dwaasheid voor anderen. (1 Kor 1,23). Maar voor hen die geroepen zijn,
wie ze ook zijn, is Christus de kracht van God en de wijsheid van God.
6. Hoe prediken we bekering tot vergeving van de zonden aan een wereld die
doet alsof ze niet weet wat zonde is? Ik zeg "doen alsof", want we zien
overal om ons heen het bewijs en het gevolg van de morele wanorde die
zijn tragische tol eist, zowel van individuele mensen als van de samenleving
in haar geheel. Hoe kunnen we anders de tragische tegenstrijdigheid
verklaren van een rijke wereld met zoveel miljoenen mannen, vrouwen en
kinderen die leven en sterven in armoede en ellende, zelfs binnen de
grenzen van hetzelfde land? Wetenschap en technologie brengen ons
steeds verder de ruimte in, terwijl we er hier op onze kleine planeet aarde
niet eens in slagen in gerechtigheid en vrede te leven. De mensheid heeft
als nooit tevoren behoefte aan redding en verlossing.
7. Waar is onze goede en liefdevolle God te midden van al deze
tegenstrijdigheden, in het bijzonder bij het zinloze en onnodige lijden van
de zwakken en de onschuldigen? Getuigen zijn van de verrijzenis betekent
zien en verkondigen dat alles binnen Gods plan is. In dit goddelijke plan
speelt ieder zijn of haar rol - ten goede of ten kwade. Maar voor iedereen,
of hij nu goed is of kwaad, staan de poorten van Gods barmhartigheid
open, door berouw en vergeving. In mijn land Nigeria hebben wij
christenen deze les moeten leren te midden van gewelddadige islamitische
terroristen die onze mensen ernstig hebben verwond en gedood, terwijl ze
beweerden te handelen in Gods naam. Met Jezus die gestorven is en
opgestaan, hebben we geleerd om zelfs in dergelijke omstandigheden uit te
roepen: “Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen." Het
aanbieden van vergeving nog voor er sprake is van berouw, is wat
christenen moeten doen. Het is ook de meest effectieve weg naar
verzoening en vrede.
8. Ongeveer 50 jaar geleden inspireerde de Geest van de Heer de Kerk onder
leiding van paus Johannes XXIII om een nieuw Pinksteren te beleven, door
het tweede Vaticaanse Concilie. De Kerk engageerde zich opnieuw om te
getuigen van Gods plan in een chaotische en turbulente wereld. Dit nieuwe
Pinksteren raakte de hele Kerk van kop tot teen, in capite et in membris.
Het proces is nog steeds aan de gang, onder leiding van de opeenvolgende
pausen tot aan de huidige paus Franciscus. Dit zijn pausen die de Heer Jezus
heeft aangeduid om zijn Kerk en de mensheid te leiden in een wereld die
veel behoefte heeft aan een duidelijke morele visie en oriëntering. Een van
de vele goddelijk geïnspireerde initiatieven in het lichaam van de Kerk in die
tijd was dat van de jonge student Andrea Riccardi, dat in 1968 begon en
bloeide en uitgroeide tot wat we nu kennen als de Gemeenschap van
Sant'Egidio. Hij en zijn vrienden belichaamden de geest en de missie van
het bij de tijd brengen, het aggiornamento, dat de Kerk lanceerde met het
Concilie. Tegen de doodlopende en steriele euforie in van de slogan
“contestation globale” die veel jonge mensen fascineerde, leidde de Geest
van de Heer de jonge Riccardi en zijn vrienden naar de bron van levend
water en groene weiden. De "contestatie" is sindsdien uitgeblust, en de
wereld is er niet beter op geworden. Maar de beweging van de Geest blijft
bloeien. Dit is Gods eigen werk, en het is prachtig in onze ogen.
9. In 1968 was ik derdejaars seminarist theologie in het Collegio di
Propaganda Fide in Rome. Zelfs binnen de nogal beschermde muren van
het College en de Urbaniana Universiteit, voelden we het lawaai en de
schokken van de revolutie in de straten van Rome. Godzijdank was ik in
staat om mezelf te blijven focussen op mijn priesterlijke vorming en de
uitdagingen te zien die voor me lagen. Een wrede burgeroorlog, de Biafraoorlog, woedde toen in mijn land. Tegelijkertijd was ik me goed bewust van
de dringende nood aan missionarissen om tegemoet te komen aan het
hoge tempo van de evangelisatie in mijn thuisland. Er bleef weinig of geen
tijd over voor Marcuse. Een grote les uit dit alles is dat hoe groot en
overweldigend de problemen van onze wereld ook zijn, we toch altijd iets
positiefs kunnen doen en kunnen beginnen, onder de vlag van de Verrezen
Heer. In Hem is onze vrede en onze vreugde.
10.Zalig Pasen. De Heer is verrezen. Waarlijk, hij is verrezen, zoals de Schrift
benadrukt. We moeten alle angsten en zorgen bannen. We moeten
bekering tot vergeving van de zonden blijven verkondigen. Hiervan zijn we
allemaal getuigen.
Download