Politieke stromingen Liberalisme (Rechts)

advertisement
…..LET OP………….
Deze powerpoint gaat over de “Politieke
Stromingen”.
De powerpoint bevat de basisstof die je moet
kennen om het centraal schriftelijk met succes
te kunnen maken.
Zorg dus dat je ALLES goed kent en door hebt wat er in deze
POWERPOINT staat.
Vergeet niet ook het BOEK te bestuderen/raadplegen.
Zonder deze basiskennis is het
maken van inzichtvragen, die
veel op het examen voorkomen
onbegonnen werk.
VEEL SUCCES
Hoofdstuk 4
Politieke stromingen
Centrale gegeven
Poltieke stromingen is:
“Een geheel van ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij
en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven”
Centraal in dit hoofdstuk staat de deelvraag:
“Wat willen het liberalisme, het socialisme en het confesionalisme?”
Liberalisme (Rechts)
Ontstaan in de eerste helft van de 19de eeuw vanuit de Franse revolutie. Burgers eisten
vrijheid tegenover de macht van koning en de adel.
 Persoonlijke vrijheid
Burgers willen individuele vrijheid. Iedereen moet zoveel mogelijk zijn eigen
beslissingen nemen. Overheid moet deze persoonlijke vrijheid beschermen.
 Economische vrijheid
Mensen moeten vrij zijn om voor zichzelf te zorgen; bedrijven te starten. Er moet zo
weinig mogelijk regelgeving zijn zodat de economie maximaal de ruimte krijgt.
 Persoonlijke belangen
Mensen die hard werken mogen gerust meer verdienen. Grote inkomensverschillen
is geen probleem voor liberalen. Lage belastingen (bevordert de economie) en lage
uitkeringen (zet mensen eerder aan tot werken) zijn liberale items.
VVD is een voorbeeld van een liberale partij.
Hoofdstuk 4
Sociaal-democratie (Links)
Ontstaan tijdens de industriële revolutie in de tweede helft van de 19de eeuw. Het
liberalisme leidde tijdens de industriële revolutie (ontstaan van fabrieken) tot uitbuiting
van de arbeiders door de rijke industriëlen. Economische vrijheid leidde zo tot misstanden
 Gelijkheid
Socialisten (ook wel sociaaldemocraten genoemd) streven naar gelijke kansen voor
iedereen ongeacht de afkomst. Gelijkheid en gelijkwaardigheid staan bij hen hoog in
het vaandel.
 Gelijke kansen
Sociaaldemocraten zijn voorstander van een actieve overheid. Zwakkeren moeten
meer kansen krijgen en daarin heeft de overheid een belangrijke rol. Sociaaldemocraten willen dan ook graag dat lagere inkomens sneller stijgen dan hoge (dit
heet nivelleren = verschil verkleinen) en dat mannen en vrouwen zowel thuis als in
de samenleving het werk eerlijk verdelen.
PvdA en SP zijn voorbeelden van partijen voor wie het socialisme belangrijk is.
Hoofdstuk 4
Christen-democratie (Midden)
Ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw als tegenhanger van het
liberalisme en later ook het socialisme die als heidens werden gezien.
 Bijbelse waarden
Naastenliefde en verantwoordelijkheid voor de medemens staan centraal. Mensen
moeten zorgvuldig met elkaar en de aarde omgaan (= rentmeesterschap).
Het gezin is de hoeksteen van de samenleving.
Menselijk leven is van grote waarde en daardoor staan christen-democraten zeer
huiverig t.o.v. abortus en euthanasie.
 Beperkte rol overheid
Christendemocraten zijn voorstanders van particuliere organisaties die zorgen voor
zaken als onderwijs, gezondheidszorg, kunst enz. De overheid dient de zwakkeren te
beschermen.
 Middenpositie
Leggen niet de nadruk op economische vrijheid (= liberaal) of financiële gelijkheid (=
sociaaldemocratisch) maar op gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en
werknemers.
CDA, CU en SGP zijn voorbeelden hiervan waarbij CU en SGP erg Bijbelgericht zijn.
Hoofdstuk 4
Rechts extremisme
Volgens het rechts extremisme zijn niet alle mensen gelijkwaardig.
 Ongelijkwaardigheid
Eigen volk is superieur. Sommige rassen zijn beter dan anderen. Eigen volk eerst.
Buitenlanders zijn de schuld van ellende zoals werkeloosheid, criminaliteit en
woningnood.
 Geweld
Rechts extremisten schuwen geen geweld om hun
doel te bereiken.
 Voorbeelden van dit soort partijen in Nederland zijn
de NSB in de jaren 30 van de vorige eeuw, en de
CD (Centrum Democraten) en de Volksunie aan
het eind van de vorige eeuw.
Hoofdstuk 4
Ecologische stroming
•
Natuur en milieu mag zo min mogelijk worden aangetast door mensen. Burgers
moeten zich milieubewust gedragen. Groen Links en de Partij voor de Dieren zijn
voorbeelden van milieupartijen.
Populisme
•
Is een stijl van politiek bedrijven. Inspelen op de onderbuik gevoelens van het
volk. Zij zijn van mening dat zij als enige de ‘wil van het volk’ kennen en bereid
zijn daarnaar te luisteren. Deze partijen hebben vaak zeer nationalistische
standpunten. Dus tegen Europa en tegen immigratie. Pvv en Sp zijn voorbeelden
hiervan.
Download