Document

advertisement
Hoe herken je drogredenen?
Uit: Ethiek in praktijk
ISBN: 90 232 3835 4
Koen Thomeer, MD
Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Inleiding
Klassieke drogredenen (6)
Discussie drogredenen (3)
Conclusie
Inleiding
• drogredenen = redeneringen waarvan de
argumenten ten onrechte als ‘sterk’
gepresenteerd worden
• wilt niet zeggen dat de conclusie (dat men
uit deze redenering trekt) fout is, wel de
redenering
• doel van deze presentatie: drogredenen
herkennen en vermijden te gebruiken/over
te kopiëren
Klassieke drogredenen
1. Secundum quid (overhaaste generalisatie)
Op basis van enkele ervaringen, verregaande conclusie
trekken.
vb:
ik ken een onaardige vegetariër
ik las een recensie over een ongezellig vegetarisch restaurant
dus: vegetariërs zijn ongezellige en onaardige mensen
Een dergelijke conclusie kan pas algemene zeggingskracht
hebben, wanneer dit gecontroleerd wordt. (Wordt mijn
mening niet beïnvloedt door mijn voorliefde voor vlees?
…)
De vraag nu is: hoeveel gevallen zijn er nodig om een
algemene regel te concluderen?
Klassieke drogredenen
2. Petitio principii (cirkelredenering)
Een argumentatie waarvan wat bewezen moet worden als
bewezen aanneemt.
vb:
die fiets is van mij
want ik ben de rechtmatige eigenaar
Er wordt iets herhaald wat juist ter discussie staat.
Dit is moeilijk te ontleden in een lang en ingewikkeld betoog.
Klassieke drogredenen
3. Non sequitur (‘dat volgt er niet uit’)
De argumenten op zich zijn juist, maar de conclusie volgt niet
uit de argumenten.
vb: Artsen hebben de intentie het goede voor patiënten te doen.
Euthanasie mag in Nederland alleen door artsen worden uitgevoerd.
Dus: Euthanasie is het goede voor patiënten.
Er is veel meer nodig om dit te kunnen concluderen.
Speciale vorm: Post hoc, ergo propter hoc (later dus
veroorzaakt)
vb: ik was ziek, ik nam een kruidendrankje
daarna was ik genezen
dus: kruidendrankje geneest
Klassieke drogredenen
4. Argumentum ad ignorantiam (‘onwetendheid’)
Uit het feit dat iets niet bewezen is, leidt men af dat het
tegenovergestelde wel bewezen.
vb: het is onduidelijk of een bepaald dierexperiment verboden is
dus: het betreffende experiment is wenselijk
In bepaalde situaties is dit wel zo:
vb: het is niet bewezen dat iemand schuldig is
dus: (voor het gerecht) is de persoon onschuldig
Bij duidelijk premissen ook:
vb: Het schaap is wit of zwart
Het schaap is niet wit
Dus: het is zwart
Klassieke drogredenen
5. Analogie
De structuur waarover de discussie gaat, uitleggen met iets
anders waarvan we de structuur wel goed kennen.
vb: Euthanasie staat ter discussie.
Je laat een hond toch ook niet afzien. (dixit De Gucht!)
Dus: euthanasie is goed
Deze vergelijking loopt mank als we gaan nadenken over de
waarde en plaats van de mensheid in de samenleving.
Een mens is niet hetzelfde als een hond!
Klassieke drogredenen
6. Het argument van het hellend vlak (domino)
Redenering waarbij de (on)wenselijkheid van een maatregel ter
discussie staat. De redenering bestaat uit een schakels van
gevolgen die in toenemende mate onwenselijk zijn.
vb: Is legaliseren van euthanasie wenselijk?
Neen, want: je begint bij mensen die ernstig lijden en die een doodswens hebben,
vervolgens is een doodswens zonder lijden voldoende en daarna kan iedereen gedood
worden die geen expliciete levenswens heeft.
Dus: als je dat doet, is het hek van de dam!
Deze redenering loopt over heel wat ‘schakels’ die elk
noodzakelijk zijn om het onwenselijke te krijgen. Als één
schakel niet klopt, dan klopt de redenering ook niet. Je moet
dus elke schakel toetsen of ze correct is.
Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Inleiding
Klassieke drogredenen (6)
Discussie drogredenen (3)
Conclusie
Discussie-drogredenen
7. Ad verecundiam (uit eerbied)
Onterecht beroep doen op gezag van
persoon/instantie om bepaald standpunt te
verdedigen.
vb: vertegenwoordiger aan HA: nochtans zegt Prof. Hupeldepup van NKO dat
Flixonase Aqua de eerstekeuzebehandeling is voor allergische rhinitis
vb: Dat vindt de regering ook.
vb: GOBSAT
Discussie-drogredenen
Speciale variant: ad maioritaten
vb: Een meerderheid in Nederland is tegen biotechnologie bij dieren
Dus: biotechnologie is onaanvaardbaar
Een beroep op de meerderheid is een drogreden als het gaat om vaststellen
van morele standpunten:
1. is de meerderheidsopvatting wel een moreel oordeel? Is het niet gewoon
een optelsom van impulsieve standpunten? Op welke wijze is deze
meerderheid vastgesteld? (De waarde van opiniepeilingen bij het bepalen
van morele standpunten is verwaarloosbaar klein omdat de vragen vaak
oppervlakkig zijn en de standpunten niet goed uitgewerkt. cfr
volksraadpleging Europese grondwet)
2. heeft de meerderheid wel gemeenschappelijke morele argumenten?
Misschien is er wel een gemeenschappelijke opvatting, maar hebben de
mensen een totaal verschillende argumentatie hiervoor.
3. Beroep doen op de ‘Democratie’ om een meerderheidsstandpunt te doen
gelden: eerst afvragen of het democratisch kan besloten worden en of het
geen rechten van minderheden in het geding brengt. Maar dan nog: dit
wilt niet zeggen dat het morele debat afgesloten is.
Discussie-drogredenen
8. Ad hominem (op de persoon)
De kritiek op het argument van de opponent wordt vervangen
door kritiek op de opponent zelf.
vb: Wetenschappers zijn zo verblind door hun wens om belangrijke ontdekkingen
te doen, dat ze geen oog hebben voor de belangen van proefdieren. Daarom
zijn hun argumenten over proefdiergebruik op voorhand buiten de orde.
Speciale varianten:
Ad populum (‘de vijand’)
Ad misericordiam (‘hard gewerkt voor examen’)
Discussie-drogredenen
9. Amfibolie (dubbelzinnige betekenis vd taal)
Gebruik makend van de eigenaardigheden van de taal:
– op niveau van woorden:
vb: “Er zijn situaties waarin de beste manier om de patiënt te genezen
eruit bestaat dat men hen helpt vredig te sterven. De arts die het verzoek
van de patiënt in zo’n situatie inwilligt, treedt op dat moment op als
genezer par excellence” (Minister Borst, Volkskrant, NL)
– op niveau van grammatica:
vb: Twee vrienden, de een pacifist en de ander in het gewapend verzet
discussieerden over de vraag of gewapend verzet wel te rechtvaardigen
was. De pacifist schreef: ‘Ik neem best aan dat je dit uit sociale
bewogenheid hebt gedaan. Maar géén principe kan de dood van ook maar
één mens rechtvaardigen’. Op de aansporing de wapens neer te leggen
antwoordde de ander: ‘Inderdaad, geen principe, ook niet dat van de
geweldloosheid, kan de dood van ook maar één mens rechtvaardigen.
Daarom moet ik doorvechten, …’
Conclusie
1. op papier lijkt dit voor de hand, echter bij
discussies is dit niet zo evident om dit in de
gaten te blijven houden
2. daarentegen: het is zeer verleidelijk je standpunt
als ‘onschendbaar’ te beschouwen, en de
tegenpartij meedogenloos uit te kammen op
redeneerfouten!
Download